35 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer: 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet (34633); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Kieswet ter nadere implementatie van Richtlijn 2013/1/EU van de Raad van 20 december 2012 tot wijziging van Richtlijn 93/109/EG tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement ten behoeve van de burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn (PbEU 2013, L 26) (34635); 

  • -het wetsvoorstel Regeling van de inwerkingtreding van de wet van 8 juli 2015, houdende goedkeuring van de op 27 juni 2014 te Brussel tot stand gekomen Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (Stb. 2015, 315 (34669). 

Ik stel voor, de leden van de tijdelijke commissie Breed welvaartsbegrip decharge van hun werkzaamheden te verlenen. Namens de Kamer dank ik de leden en de staf voor hun werkzaamheden. 

En jullie mogen best een beetje voor ze klappen. 

(Applaus) 

De voorzitter:

Dank jullie wel. 

Ik stel voor, donderdag aanstaande ook te stemmen over de aangehouden motie-Leenders c.s. (34550-XIII, nr. 86). 

Op verzoek van de indiener stel ik voor, de volgende motie opnieuw aan te houden: 34550-A, nr. 27. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO Behandelvoorbehoud van het EU-voorstel herziening coördinatie socialezekerheidsstelsels, met als eerste spreker het lid Schut-Welkzijn (VVD). 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Gesthuizen namens de SP. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Vorige week bereikte mij een belangrijk bericht, over een vervolgonderzoek naar de dood van een Georgisch asielzoekstertje dat een aantal jaren geleden is uitgezet met acute leukemie. Het meisje is zo'n tweeënhalf jaar geleden overleden. Dit onderzoek, dat is uitgevoerd door verschillende inspecties, bevat behoorlijk heftige conclusies over de zorgverlening en legt de vinger op de zere plek op punten waar de zorgverlening tekortschoot. Ik vind dit zo belangrijk dat ik de collega's verzoek om hierover een debat te organiseren met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de minister van Volksgezondheid. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Het is een wat ongewone zaak, maar ik wil mevrouw Gesthuizen hier wel in steunen. Ik zou het ook wel van belang vinden dat het kabinet zo snel mogelijk met een kabinetsreactie komt, zodat we voorafgaand aan het debat ook weten wat de officiële positie van het kabinet is in deze zaak. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dit kan GroenLinks steunen. GroenLinks steunt dus dit debatverzoek. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Het gaat om een heel trieste situatie. Ik steun dus het verzoek om een debat en ook de aanvraag van de brief met een kabinetsreactie. 

De heer Azmani (VVD):

Laat ik vooropstellen dat ik ook vind dat we als Kamer hierover met elkaar het gesprek moeten aangaan, maar de Kamer heeft dat onderzoeksrapport nog niet. Bij mijn weten is het onderzoeksrapport ook nog niet gereed. Ik zou dus eerst dat onderzoeksrapport en de beleidsreactie daarop willen hebben om te kunnen bepalen of en waar we het debat gaan voeren. Ik vind het op dit moment dus te prematuur om het verzoek te steunen. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

We kennen de verhalen uit de media. Die zijn best aangrijpend. Maar om te kunnen beoordelen of we het hier ook moeten bespreken in een debat, heb ik het rapport en een reactie van het kabinet nodig. Op dit moment dus geen steun. Laten we even afwachten waar het kabinet mee komt. 

Mevrouw Maij (PvdA):

Ik begrijp dat het een heel vreselijke zaak is en dat we er ook over moeten praten, maar ik vind het wel prettig als we zelf ook allemaal die informatie hebben. We hebben het rapport niet en we hebben ook niet de reactie van de regering. Die zou ik eerst willen hebben. We kunnen daarna bekijken of we deze kwestie misschien in een algemeen overleg moeten bespreken of alsnog in een plenair debat, maar ik zou eerst het rapport zelf en ook de reactie van de regering willen zien. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik stel voor om toch het debat al wel in te plannen. Ik steun dus het verzoek. 

De voorzitter:

Mevrouw Gesthuizen, u hebt geen meerderheid voor het houden van een debat. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Nee, dat begrijp ik. Ik zou de collega's willen laten weten dat er op dit moment nog geen openbaar rapport ligt. Ik heb vernomen dat er vanuit de gezondheidsverleners — tenminste, dat vermoed ik — mogelijk zelfs geprocedeerd wordt om dit nooit openbaar te laten worden. Ik vind dat zelf echt verschrikkelijk; dat zeg ik maar gewoon eventjes in heel simpele taal. Ik zou het echt heel erg vinden als dat het geval zou zijn. Maar ik begrijp dat er in ieder geval een Kamermeerderheid is die het rapport wél wil ontvangen en die daarop ook een reactie van de regering wil. Het gaat in algemene zin namelijk ook over zorgverlening aan kwetsbare mensen. 

De voorzitter:

Er is ook een suggestie gedaan om het eventueel in een AO te bespreken. Maar tegen die tijd hoor ik het wel. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Dan vraag ik nu alleen om een afschrift van deze gedachtewisseling in de Kamer naar de regering te sturen. 

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Ik geef het woord aan mevrouw Leijten namens de SP. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Uit een reeks publicaties in de NRC is wederom duidelijk geworden dat er gewaarschuwd is voor het grote pgb-debacle, dat er niets is gedaan, dat de Kamer is misleid, dat als de Kamer daarop wees dat is afgedaan met een jij-bak en dat we nog steeds geen oplossing hebben voor mensen die hun persoonsgebonden budget via het trekkingsrecht moeten laten lopen bij de Sociale Verzekeringsbank. Een aantal zaken was voor mij echt nieuw, onder andere de betalingen op rekeningen waar geen bekende mensen achter zaten, onder andere naar rekeningen in Bulgarije en Roemenië. Ik wil daar graag verder over spreken met de staatssecretaris, nog deze week. 

De heer Krol (50PLUS):

Het is te triest voor woorden. Steun. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Tijdens het mondelinge vragenuurtje heb ik een aantal uitspraken van de staatssecretaris op papier gehouden tegen de reconstructie van de feiten die op dat moment speelden. Ik heb de staatssecretaris gevraagd hoe hij dat beoordeelt en of hij de Kamer hiermee op het verkeerde been heeft gezet. Ik kreeg geen antwoord van hem. Hij trok mist op, wat we van hem gewend zijn. Ik steun dus dit verzoek. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun van GroenLinks voor dit verzoek. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Steun van D66. 

De heer Monasch (Monasch):

Steun voor het verzoek. 

Mevrouw Agema (PVV):

De staatssecretaris heeft zojuist bevestigd dat het ministerie geld overmaakte naar fraudeurs, een overleden persoon en rekeningen in Roemenië en Bulgarije. Dat heeft hij bevestigd. Ik weet dus werkelijk niet wat de staatssecretaris nog op zijn post doet. 

De voorzitter:

Dus u steunt het verzoek? 

Mevrouw Agema (PVV):

Ja. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Zonder nu alvast op de inhoud van het debat in te gaan — ik denk dat er nog veel meer te zeggen is over dit onderwerp — vind ik het wel goed om het debat te voeren, al is het maar om die onduidelijkheid weg te krijgen. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek. 

Mevrouw Volp (PvdA):

We hebben de staatssecretaris tijdens het mondelinge vragenuurtje horen aangeven dat hij bereid is om vragen te beantwoorden. En er zijn nog wel meer vragen, kan ik mij zo voorstellen. Mogelijk is het een optie om eerst een brief te vragen en te inventariseren welke vragen er leven. Op basis van de beantwoording kunnen we dan bekijken of we daarover verder moeten praten. Er was al een verzoek gedaan, ook door mevrouw Leijten, om te kijken naar de mogelijkheid van een algemeen overleg. 

Mevrouw Leijten (SP):

Dat hebt u niet gesteund. Daar was geen meerderheid voor. Daarom sta ik hier. 

Mevrouw Volp (PvdA):

Wij hadden al een regeling staan ... 

Mevrouw Leijten (SP):

Die regeling was nog niet openbaar. 

Mevrouw Volp (PvdA):

Mijn voorstel is dat wij eerst om een brief vragen en dat wij afhankelijk van die brief bekijken welke opties er zijn. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik maak een punt van orde. Die regeling is niet openbaar voor dinsdagochtend 9.30 uur. Dat de fractie van de Partij van de Arbeid daarvan kennis had, is prima, maar wij hebben geprobeerd dit verzoek tijdens de regeling te voorkomen door een algemeen overleg voor te stellen. Met zeggen dat het al op de regeling staat en dat er daarom geen algemeen overleg nodig is, wordt de zaak wel erg omgedraaid. 

De voorzitter:

Ik begrijp het punt. 

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Alle steun voor het voorstel. 

De heer Potters (VVD):

Ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Volp: eerst een brief. 

De voorzitter:

Mevrouw Voortman, u bent al aan het woord geweest en u hebt het verzoek gesteund, toch? 

Mevrouw Leijten. Er is geen meerderheid voor het houden van een debat, maar ik begrijp dat u tijdens de procedurevergadering een verzoek hebt gedaan voor het houden van een algemeen overleg. 

Mevrouw Leijten (SP):

Dat is afgewezen door precies die partijen die hier om een brief vragen. 

De voorzitter:

Dan doe ik een beroep op die partijen. 

Mevrouw Leijten (SP):

Nee, voorzitter. Ik vraag hier een debat aan. Laten wij dat voeren. Ik herinner eraan dat hier discussies zijn gevoerd over de mogelijkheid een debat te voeren als de hele oppositie dat wil. Nu wil de hele oppositie het. Ik ben bereid om de vragen die moeten worden gesteld, te inventariseren. Dat kunnen wij vanmiddag al doen. De brief kan hier dan morgen liggen en dan debatteren wij hierover voor het einde van deze Kamer. Daar gaat het om. Ik heb via de commissie geprobeerd om dit in een algemeen overleg te doen. Dat is afgewezen door precies dezelfde partijen die nu om een brief vragen. 

De voorzitter:

Ik probeer eigenlijk een beetje ... 

Mevrouw Leijten (SP):

... de procedure opnieuw te doen? 

De voorzitter:

Nee, niet de procedure opnieuw te doen. Ik probeer een oplossing te vinden, omdat er geen meerderheid is voor het houden van een plenair debat. Daarom wil ik een beroep doen op de partijen die het verzoek om een algemeen overleg niet hebben gesteund, om toch te bekijken of dat alsnog mogelijk is. Voor de rest is het aan u. 

Mevrouw Leijten (SP):

Dan moeten we misschien gaan stemmen ... 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik waardeer uw poging om dit vlot te trekken. Ik wil echter gezegd hebben dat ik tijdens het vragenuur, heel precies met data erbij, aan de staatssecretaris heb gevraagd om een oordeel te geven, maar wij krijgen geen antwoord. Dan moeten wij dat nu allemaal weer op papier zetten waarna opnieuw mist zal worden opgetrokken. Ik denk dat het goed is als wij gaan debatteren. 

De voorzitter:

Wij gaan niet opnieuw een rondje maken. De standpunten zijn duidelijk en ik weet precies wie ervoor is en wie niet. Dat is dus helder. 

Mevrouw Leijten (SP):

Volgens mij is duidelijk dat de hele oppositie dit wil. Ik weet nog goed dat u toen u Voorzitter van de Kamer werd, ons voorhield dat u debatten die technisch gezien een dertigledendebat zouden zijn, kon plannen als de hele oppositie dat wil. Ik wil toch niet in de situatie komen dat wij straks de Kamer moeten terughalen voor een stemming over de vraag of wij dit debat deze week nog zullen houden. Ik vind het prima om vandaag een vragenronde te doen, met antwoorden voor morgen 12.00 uur, en dan staan wij hier morgen weer bij de regeling. Dat kondig ik nu vast aan, want wij blijven hier komen omdat dit debat deze week moet worden gevoerd. 

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter, ik doe een beroep op u. U kunt als voorzitter een dertigledendebat agenderen. Daarvoor hebben wij geen meerderheid nodig. Ik denk dat wij dit niet zo het verkiezingsreces in moeten laten gaan, want dertig leden kunnen ook de Kamer terug laten komen. Als ik een beroep op u mag doen: het lijkt mij verstandig als u met de middelen die u in handen hebt, dit debat plant. 

De voorzitter:

De heer Martin Bosma klinkt heel driftig ja. 

Mevrouw Agema en mevrouw Leijten, het is helder. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Volgens mij moet u een beroep doen op de fracties van de Partij van de Arbeid en de VVD om niet in de laatste week op dit onderwerp wederom een debat te blokkeren. 

De voorzitter:

Het is helder. Mevrouw Volp, tenzij u echt een doorbraak gaat forceren, mag u het woord voeren, maar als de situatie niet verandert, wil ik het hierbij laten. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Mag ik dan nog om opheldering vragen? Waarom wist de fractie van de Partij van de Arbeid wat er allemaal was aangevraagd voor de regeling? 

De voorzitter:

Mevrouw Volp, hoe wist u dat er tijdens de regeling van werkzaamheden een verzoek zou worden gedaan? 

Mevrouw Volp (PvdA):

Mevrouw Keijzer had al via een televisieprogramma aangekondigd dat zij mondelinge vragen zou stellen. Mevrouw Leijten had ook al laten weten dat zij veel vragen had naar aanleiding van het artikel. Je kunt via de ambtelijk secretaris opvragen of er een aanvraag is voor de regeling van werkzaamheden. Als die drie aspecten bij mij bekend zijn, dan stel ik in de volgordelijkheid van dingen voor om eerst te bekijken wat er gebeurt. De mondelinge vragen zijn toegelaten en de staatssecretaris heeft aangegeven dat hij aanvullende vragen in een brief wil beantwoorden. Dat lijkt mij een goede optie. Wat ons betreft kan dan nog een algemeen overleg gepland worden als er op basis daarvan nog vragen leven. 

Mevrouw Leijten (SP):

Dus even memoreren hier: omdat we een debat wilden aanvragen in deze regeling, heeft de Partij van de Arbeid een algemeen overleg dat deze regeling had kunnen voorkomen, niet gesteund. Ik wil dat toch gememoreerd hebben, omdat u, voorzitter, juist altijd aan ons vraagt om dingen liever via de commissie te doen dan hier via de regeling. En het is goed om dat even te memoreren. 

De voorzitter:

Ja, u hebt uw punt gemaakt. 

Mevrouw Leijten (SP):

Ik stel voor dat we het als volgt doen. We dienen vandaag de vragen in. We kunnen die binnen een halfuur of een uurtje aanleveren. Morgen om 12.00 uur hebben we de antwoorden en we zien elkaar bij de regeling van werkzaamheden morgenmiddag. 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Sorry, mevrouw Keijzer, we gaan hier niet nog een rondje over doen. Echt niet. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik wil het hebben over een tijdstip. 

De voorzitter:

Die schriftelijke vragen moet u echt via de commissie stellen. Dat moet niet plenair. 

Dan geef ik nu het woord aan de heer Remco Dijkstra, namens de VVD, en die heeft een wat eenvoudiger verzoek. Althans, dat hoop ik. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Zeker, voorzitter. Ik wil een VAO Milieraad aanvragen. Namens de heer Bosman wil ik ook een VAO Energieraad aanvragen. Met stemmingen deze week. 

De voorzitter:

Dank u wel. Daar zullen wij in de planning voor deze week rekening mee houden. 

Dan is nu het woord aan mevrouw Schouten, namens de ChristenUnie. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik doe het verzoek namens mijn collega Bruins. Ik wil graag namens hem een vooraankondiging doen van een VSO over de nieuwe werkwijze met betrekking tot aanpassingen in de Gids Proportionaliteit. 

De voorzitter:

Dank u wel. Ook daar zullen we rekening mee houden. 

Dan geef ik nu het woord aan de heer Omtzigt, namens het CDA. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Precies een week geleden stond ik hier om een brief te vragen over het nieuws dat 122.000 zzp'ers minder werk hebben door de wet van Wiebes, de Wet DBA. Die brief zou er voor afgelopen woensdag zijn en ook al heb ik intern een aantal keer gerappelleerd, die brief is er nog steeds niet. Dat brengt ons, vergelijkbaar met het pgb-debat van net, in een nare situatie. Was die brief er geweest, dan had die morgenvroeg op de agenda van het AO Belastingdienst geplaatst kunnen worden. Het heeft niet mijn voorkeur, maar dat wilden een aantal leden. Nu die brief er niet is — en let wel, het gaat hier om 122.000 zzp'ers; dat is meer werk dan bepaalde partijen in 40 langetermijnjaren via het CPB gaan maken — staat mij niets anders hier te doen dan te vragen dat die brief hier voor morgen 12.00 uur is, dat er precies ingegaan wordt op de vraag hoe voorkomen wordt dat die 122.000 mensen werk verliezen en hoe die wet alsnog gaat functioneren. 

De voorzitter:

En de vraag is? 

De heer Omtzigt (CDA):

Een brief voor morgen 12.00 uur en een debat voor donderdagmiddag. Dat had ik graag bij het AO morgen gevoerd, maar dat kan dus niet meer doordat de regering zelf die brief niet stuurt. 

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

De brief lijkt me prima en volgens mij moet dat ook wel lukken voor morgen. Dan kunt u het bij het AO behandelen. Dus wel een brief, geen debat. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Twee weken geleden vroeg ik om een debat, vorige week de heer Omtzigt en vandaag weer de heer Omtzigt. Ik ben inderdaad ook wel wat verbaasd dat die toegezegde brief er gewoon nog niet is. Als die brief er binnen nu en nog een uurtje of twee komt, kunnen we hem alsnog bij het AO betrekken. Dat zou wat mij betreft eigenlijk wel de koninklijke route zijn. Anders maar een debat. Ik kijk nu ook naar de voorzitter om haar te vragen of zij kan borgen dat die brief met zeer gezwinde spoed deze kant op komt, anders kunnen wij dit AO morgen niet voeren. Het gaat inderdaad om 122.000 mensen die volgens onderzoek minder opdrachten hebben en het debat moeten we natuurlijk wel zorgvuldig kunnen voorbereiden. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik heb niet zo veel woorden nodig, maar steun voor het debat. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Wat mij betreft snel de brief naar de Kamer en liefst morgen betrekken bij het AO. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Daar sluit ik mij bij aan. 

De heer Harbers (VVD):

Ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Vos: beginnen met een brief en dan kijken we verder. 

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Ik ga inderdaad even kijken of wij iets kunnen betekenen als het gaat om ... 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik zou het zeer op prijs stellen als de brief, zoals de collega zegt, hier voor 20.00 uur vanavond is. Dan kunnen we die betrekken bij het AO dat morgenochtend om 10.00 uur gepland is. Anders zal ik hier weer een verzoek doen voor een debat, maar ik hoop dat het vermeden kan worden. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

Dan geef ik nu het woord aan de heer Knops namens het CDA. 

De heer Knops (CDA):

Als u dan toch gaat bellen, voorzitter, heb ik er ook nog een. Het betreft vragen die ingediend zijn op 12 januari, gesteld aan de minister van Veiligheid en Justitie en de minister van Defensie. Er is daarover een uitstelbericht ontvangen, maar ik zou de antwoorden graag ontvangen voor het algemeen overleg Personeel Defensie dat morgen zal plaatsvinden. 

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Morgen is er een algemeen overleg Landbouw- en Visserijraad. Ik wil graag een vooraankondiging doen voor een plenaire afronding. 

De voorzitter:

Daar zullen we in de planning rekening mee houden. 

Daarmee zijn we aan het eind gekomen van de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Voorzitter: Martin Bosma

Naar boven