24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 675 MOTIE VAN DE LEDEN HELDER EN VAN TOORENBURG

Voorgesteld 21 februari 2017

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit de discussienotitie «Opsporings- en vervolgingstekort» van de politie en het Openbaar Ministerie blijkt dat er een groot verschil bestaat tussen de omvang van de geregistreerde criminaliteit en de omvang van de feitelijke criminaliteit;

constaterende dat geschat wordt dat ongeveer 3,5 miljoen strafbare feiten niet tot uitdrukking komen in de geregistreerde criminaliteit;

constaterende dat de cijfers met betrekking tot de geregistreerde criminaliteit echter de grondslag vormen voor de berekening van de behoefte aan celcapaciteit in het gevangeniswezen, hetgeen tot uitdrukking komt in het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ);

van mening dat dit derhalve niet terecht is en van mening dat de omvang van de daadwerkelijke criminaliteit zo veel mogelijk als grondslag moet gelden voor de berekening van de behoefte aan celcapaciteit binnen het gevangeniswezen;

verzoekt de regering in dat kader om onafhankelijk onderzoek te (laten) doen naar de daadwerkelijke omvang van de criminaliteit en tot dat moment geen onomkeerbare stappen te zetten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Helder

Van Toorenburg

Naar boven