10 Stemmingen moties Vreemdelingen- en asielbeleid

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het VAO Vreemdelingen- en asielbeleid, 

te weten: 

  • -de motie-Maij over verheldering van het meewerkcriterium (19637, nr. 2289); 

  • -de motie-Sjoerdsma c.s. over 750 vluchtelingenkinderen naar Nederland halen (19637, nr. 2290); 

  • -de motie-Voortman c.s. over opschaling van de herplaatsing van vreemdelingen die in Griekenland verblijven (19637, nr. 2291); 

  • -de motie-Voortman over wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 (19637, nr. 2293); 

  • -de motie-Fritsma over maatregelen tegen Noord-Afrikaanse asielzoekers die zich misdragen (19637, nr. 2294); 

  • -de motie-Voordewind c.s. over het meewerkcriterium niet tegenwerpen als kinderen vijf jaar of langer beschikbaar zijn geweest voor vertrek (19637, nr. 2296); 

  • -de motie-Gesthuizen over onmiddellijke uitbreiding van het aantal humanitaire visa (19637, nr. 2297); 

  • -de motie-Gesthuizen over een uitzondering voor groepen die extra risico lopen (19637, nr. 2298); 

  • -de motie-Monasch/Van Vliet over het weigeren van asielzoekers die artikel 1 Grondwet niet onderschrijven (19637, nr. 2299). 

(Zie vergadering van 14 februari 2017.) 

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Maij stel ik voor, haar motie (19637, nr. 2289) aan te houden. Op verzoek van mevrouw Voortman stel ik voor, haar motie (19637, nr. 2293) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

De motie-Voordewind c.s. (19637, nr. 2296) is in die zin gewijzigd (nr. 2300) en nader gewijzigd dat zij thans luidt: 

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat bij de uitvoering van de definitieve Regeling langdurig verblijvende kinderen 95% van de aanvragen wordt afgewezen; 

constaterende dat het in die gevallen vrijwel altijd het meewerkcriterium is dat wordt tegengeworpen; 

van mening dat het kinderpardon ruimhartig moet worden toegepast en het VN vluchtelingenverdrag en het internationaal kinderrechtenverdrag te allen tijde gerespecteerd en nageleefd moeten worden; 

van mening dat procedures sneller en efficiënter vormgegeven moeten worden zodat kansloos doorprocederen door zowel ouders als IND wordt tegengegaan waarbij misbruik, criminaliteit en identiteitsfraude worden aangepakt; 

van mening dat de regering extra menskracht en middelen voor opvang, procedure, begeleiding en uitzetting beschikbaar dient te stellen; 

verzoekt de regering, gewortelde kinderen van wie de ouders een aanvraag hebben ingediend tot verblijf (asiel of regulier humanitair), die vijf jaar in Nederland in beeld zijn geweest en van wie de ouders beschikbaar waren voor terugkeer, in aanmerking te laten komen voor een kinderpardon, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 2301, was nr. 2300 (19637). 

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen. 

De voorzitter:

De heer Monasch verzoekt om een hoofdelijke stemming over zijn motie op stuk nr. 2299. 

In stemming komt de motie-Sjoerdsma c.s. (19637, nr. 2290). 

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD, GroenLinks, D66, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen. 

In stemming komt de motie-Voortman c.s. (19637, nr. 2291). 

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD, GroenLinks, D66, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen. 

In stemming komt de motie-Fritsma (19637, nr. 2294). 

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de Groep Bontes/Van Klaveren en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen. 

In stemming komt de nader gewijzigde motie-Voordewind c.s. (19637, nr. 2301, was nr. 2300). 

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD, de PvdA, GroenLinks, D66, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk en de ChristenUnie voor deze nader gewijzigde motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Nu deze motie is aangenomen, waar ik zeer dankbaar voor ben, zou ik graag morgen nog een brief willen hebben van het kabinet over de uitvoering van deze motie. Morgen, liefst rond 12.00 uur. 

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

In stemming komt de motie-Gesthuizen (19637, nr. 2297). 

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD, GroenLinks, D66, de Groep Kuzu/Öztürk en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen. 

In stemming komt de motie-Gesthuizen (19637, nr. 2298). 

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD, GroenLinks, D66, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen. 

In stemming komt de motie-Monasch/Van Vliet (19637, nr. 2299). 

Vóór stemmen de leden: Veldman, Visser, Van Vliet, Voordewind, Aukje de Vries, Vuijk, Van Wijngaarden, Wilders, Van 't Wout, Ziengs, Zijlstra, Agema, Amhaouch, Van Ark, Azmani, Beertema, Berckmoes-Duindam, Bisschop, De Boer, Bontes, Martin Bosma, Remco Bosma, Bosman, Ten Broeke, Bruins Slot, Van der Burg, De Caluwé, Tony van Dijck, Dijkgraaf, Remco Dijkstra, Dik-Faber, Duisenberg, Elias, Fritsma, Geselschap, Geurts, De Graaf, Graus, Van Haersma Buma, Harbers, Rudmer Heerema, Pieter Heerma, Helder, Van Helvert, Houwers, Keijzer, Van Klaveren, Klever, Knops, Krol, De Lange, Van der Linde, Lodders, Madlener, Van Miltenburg, Monasch, Moors, Agnes Mulder, Anne Mulder, Neppérus, Nijkerken-de Haan, Omtzigt, Van Oosten, Potters, Van der Ree, Rog, Ronnes, De Roon, Rutte, Schouten, Schut-Welkzijn, Segers, Van der Staaij, Straus, Taverne, Teeven, Tellegen en Van Toorenburg. 

Tegen stemmen de leden: Van der Velde, Van Veldhoven, Verhoeven, Vermeij, Vermue, Volp, Voortman, Jan Vos, Mei Li Vos, Albert de Vries, Van Weyenberg, Wolbert, Ypma, Yücel, Arib, Asante, Bashir, Belhaj, Bergkamp, Van Bommel, Bouwmeester, Brouwer, Cegerek, Van Dekken, Jasper van Dijk, Pia Dijkstra, Dikkers, Eijsink, Fokke, Van Gerven, Gesthuizen, Grashoff, Groot, Günal-Gezer, Hoogland, Jacobi, Karabulut, Kerstens, Klaver, Klein, Kooiman, Koolmees, Koşer Kaya, Kuiken, Kuzu, Van Laar, Leenders, Leijten, Maij, Marcouch, Van Meenen, Merkies, Mohandis, Nijboer, Van Nispen, Oosenbrug, Ouwehand, Öztürk, Pechtold, Van Raak, Recourt, Roemer, Servaes, Siderius, Sjoerdsma, Smaling, Swinkels, Tanamal, Thieme, Van Tongeren en Ulenbelt. 

De voorzitter: 

Ik constateer dat deze motie met 78 tegen 71 stemmen is aangenomen. 

De heer Monasch (Monasch):

Voorzitter. De motie-Monasch/Van Vliet (19637, nr. 2299) was ontraden door het kabinet. Wij zouden graag nog deze week een brief ontvangen van het kabinet met daarin hoe het deze motie gaat uitvoeren. 

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Naar boven