20 Extra regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Raak van de SP-fractie. 

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Als mijn dak zo lek zou zijn als het kabinet, dan had ik het allang vervangen. Ik heb vanmiddag gevraagd naar de lijst van afspraken tussen de vijf coalitiepartijen. Toen had niemand van die vijf partijen het politieke fatsoen om überhaupt een antwoord te geven. Vanavond blijkt dat die begrotingsafspraken opnieuw zijn gelekt, aan RTL Nieuws. Ze kunnen allemaal worden nagelezen op rtlnieuws.nl. 

Dit is een minachting van de oppositie, een minachting van het parlement en een minachting van onze democratie. Ik wil mede namens de PVV dat de Prinsjesdagspullen naar de Tweede Kamer worden gestuurd. Uit met die minachting! Wie denken ze wel niet dat ze zijn? De spullen naar de Kamer. De volledige cijfers. De volledige plannen. Ik wil ook weten of ze juist zijn. Ik wil ook de doorrekeningen, de Macro Economische Verkenning, de spullen van het Centraal Planbureau. Het moet maar eens uit zijn met die flauwekul. 

Ik wil ook vooral een diep excuus, een excuus van de minister-president aan de oppositie voor het wantrouwen dat hij de afgelopen weken tegenover de oppositie heeft getoond terwijl hij weet dat de lekken niet bij ons zitten maar in zijn eigen coalitie. 

De heer Wilders (PVV):

Collega Van Raak heeft dit verzoek ook namens mijn fractie gedaan, waarvoor dank. Ik wil eraan toevoegen dat de grote ongerustheid bij veel mensen thuis een extra reden is om de stukken nu snel openbaar te maken. We hebben in de plannen bijvoorbeeld kunnen lezen dat heel veel ouderen erop achteruitgaan, mensen met een aanvullend pensioen, terwijl er een miljard aan asielzoekers en andere dingen wordt besteed. Ik ben het helemaal met mijn collega eens dat deze spullen onmiddellijk naar de Kamer moeten. Wat mij betreft moeten we daarover ook zo snel mogelijk debatteren. Als de minister-president ze niet wil sturen, mag hij dat wat mij betreft hier morgen persoonlijk komen uitleggen. Heel graag krijg ik een snelle reactie van de minister-president, voor de regeling van morgen, zodat we hem hier eventueel ter verantwoording kunnen roepen. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het wordt met de dag bedroevender. Van harte steun voor het verzoek van de heer Van Raak. 

De heer Van Hijum (CDA):

Ook de CDA-fractie vindt dit echt ongehoord. Je gaat je afvragen of het nu knulligheid of boze opzet is dat deze cijfers worden verspreid. Die gaan natuurlijk een eigen leven leiden. De vraag is of het de juiste cijfers zijn, of dit de cijfers zijn die we straks ook in de Miljoenennota zullen teruglezen. Ik vind echt dat daar opheldering over moet komen en eigenlijk ook dat de stukken openbaar gemaakt zouden moeten worden. Ik wil ten minste een reactie van het kabinet op het lekken van deze stukken, op de wijze waarop dat heeft kunnen gebeuren, maar ook op de vraag of wij een beeld hebben gekregen dat wij ook straks in de Miljoenennota zullen terugzien. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ook de fractie van GroenLinks steunt het verzoek om de Prinsjesdagstukken per direct openbaar te maken, zodat ook de oppositie kennis kan nemen van de plannen die er zijn gesmeed door het kabinet en de partijen die het kabinet steunen. 

Ook heb ik een verzoek aan u, voorzitter. Kunt u de Kamer in een brief verdere duidelijkheid verschaffen over artikel 65 van de Grondwet? De coalitie schermt daar voortdurend mee. Volgens haar zijn we niet in de gelegenheid om dit te doen. Als Kamer zouden we niet eens kunnen vragen of de stukken eerder naar ons toekomen omdat de Grondwet regelt dat dit nu eenmaal op Prinsjesdag gebeurt. In mijn lezing is dat helemaal niet het geval. Artikel 65 regelt dat de Koning op de derde dinsdag in september de troonrede uitspreekt en niet dat de minister van Financiën dan de stukken overhandigt. Ik zou graag willen dat u daar als Voorzitter helderheid over verschaft, zodat dat argument niet meer oneigenlijk gebruikt kan worden. 

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering … 

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter, voor de orde: ik heb de coalitie van vijf niet gehoord. Ik vind het echt een grof schandaal dat zij weer zwijgen. Wel staan ze te kletsen bij de balie en in de media, wel lekken ze strategisch in hun voordeel, maar ondertussen laten ze de oppositie zitten. Ze zijn weer te laf om naar de microfoon te komen. Dit kan zo niet! 

De voorzitter:

Mensen zijn niet verplicht om te reageren. Ik heb u de kans gegeven om te zeggen wat u ervan vindt. 

De heer Wilders (PVV):

Laten we het dan aan de collega's vragen. We kunnen het toch ook nu vragen aan de collega's? Ze zitten er. Er zit iemand van de Partij van de Arbeid, van D66 en ook van het CDA. Ik ben het met de collega eens. Het kan toch niet dat ze hun mond houden? Graag dus ook een reactie van de coalitie op de vraag of de mensen in het land niet gewoon de stukken mogen zien. 

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Het verzoek was: een reactie morgen voor de regeling. Dat lijkt me prima. 

De heer Harbers (VVD):

Het was inderdaad een verzoek om een reactie. Volgens mij stond u op het punt om het stenogram door te geleiden, voorzitter. Dan is het aan het kabinet om te bekijken of en hoe die reactie komt. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Het lijkt mij een goed gebruik dat verzoeken om informatie aan het kabinet altijd worden doorgeleid, dat we ons niet daartegen verzetten. Iets anders is het als er wordt gelekt. Elk jaar is daar helaas sprake van. De SGP-fractie heeft altijd gezegd dat ze dat betreurt, dat ze dat vervelend vindt. Het is namelijk altijd belangrijk om een compleet plaatje te zien. Dat gebeurt op Prinsjesdag. Als er lekken zijn, dan is het zaak dat die worden opgespoord en gerepareerd. 

De heer Koolmees (D66):

Ook ik steun het verzoek om een reactie van de minister-president morgen voor de regeling. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Datzelfde geldt voor de ChristenUnie-fractie. Ik sluit me graag aan bij de woorden van collega Van der Staaij over het lekken. 

De voorzitter:

Mijnheer Omtzigt, u staat bij de interruptiemicrofoon, maar de heer Van Hijum heeft ook al namens het CDA gesproken. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ja. Ik heb een paar dagen geleden een verzoek aan u gedaan. Ik vraag u om het in een openbare brief te beantwoorden. Er zijn hier namelijk 99 Kamerleden die behoorlijk schijnheilig lopen te doen. Er is gewoon gelekt uit die 99, en dat weten we hier met zijn allen. De 51 van de oppositie mogen wachten op de stukken. Zij krijgen drie beveiligde USB-sticks, zodat ze het hele weekend moeten gaan reizen om te bekijken waar ze elkaar kunnen vinden om over de begroting te spreken. Ik vraag aan u om aan te geven of u de handschoen die hier zojuist door de SGP is toegeworpen, oppakt en wilt bekijken waar het lek zit. Bij de oppositie zoekt u altijd naar een lek. Is het de regeringscoalitie, dan wordt er nooit gezocht. Wordt er gezocht? 

De heer Roemer (SP):

Ik wil toch nog reageren op de reactie van de vijf partijen. Zij verschuilen zich nu achter een brief van de minister. Als zij daadwerkelijk lef hadden gehad, dan hadden zij niet alleen het verzoek om een brief gesteund maar hadden zij ook het verzoek gesteund om de boel openbaar te maken. Daar komt het vandaan. Wij hebben nog geen stukken gehad. Een deel van de Kamer heeft de stukken wel, maakt afspraken en kan in vrijheid lekken. Van sommige personen heb ik gehoord dat zij dat laatste gaan doen. Maar wij kunnen de stukken niet krijgen. Als dit de manier is waarop we hier met elkaar moeten debatteren, dan is dat een schandaal voor de democratie. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Er zijn twee vragen aan mij gesteld. De eerste vraag kwam van de heer Klaver. Hij vroeg mij of ik in een brief duidelijkheid wil verschaffen over artikel 65 van de Grondwet. Ik zal proberen dat voor u te doen. Ik zal, heel eerlijk gezegd, vragen aan mensen die er veel meer verstand van hebben dan ik, om dat voor mij op te schrijven en dat, niet meer vanavond — ik hoop dat u dat niet erg vindt — maar zo snel mogelijk, naar de Kamer toe te sturen. 

Tegen de heer Omtzigt zeg ik het volgende. Ik heb u toegezegd — vanmiddag in de regeling heb ik dat herhaald en nu doe ik dat weer — dat we er morgen in het Presidium over zullen spreken. Daarna komt er zo snel mogelijk een brief uw kant op. U hebt nu gevraagd: stuur hem niet alleen aan mij maar aan de hele Kamer. Ik zal met het Presidium overleggen en ik zal het verzoek overbrengen. Eén puntje moet ik u nog wel zeggen, en dat is het volgende. Ik ben niet verantwoordelijk voor wat Kamerleden nu zeggen. Pas vanaf het moment dat het embargo in werking treedt, dus wanneer de stukken naar de Kamer komen, heb ik een verantwoordelijkheid. Die neem ik serieus. Ik zal de brief met antwoord op de door u gestelde vragen zo snel mogelijk morgen na de Presidiumvergadering aan u toesturen. 

Hiermee is een einde gekomen aan deze regeling van werkzaamheden. 

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter, ik had gevraagd om zowel uw stukken als, vooral, de stukken van de regering, van de minister-president, morgen voor 12.00 uur te hebben zodat we die bij de regeling kunnen betrekken. Misschien kunt u dat ook doorgeven. 

De voorzitter:

Ook dat maakt onderdeel uit, mijnheer Wilders, van het stenogram dat ik naar de regering stuur. Doordat u het nu extra onderstreept hebt, staat het ook nog extra duidelijk in het stenogram. 

Dan is nu echt een einde gekomen aan deze extra regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven