10 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Geurts/De Rouwe (32615, nr. 17). 

Ik stel voor, bij het debat over het functioneren van de NZa van hedenmiddag spreektijden van acht minuten per fractie te hanteren. 

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 33400-XII, nr. 36; 33043, nr. 17; 31793, nr. 72; 31239, nr. 159; 31239, nr. 158; 26991, nr. 406; 33669, nr. 65; 31288, nr. 380; 21501-08, nr. 503; 33400-A, nr. 86; 33400-XII, nr. 35; 27625, nr. 299; 33750-A, nr. 40; 33750-A, nr. 38; 30872, nr. 156; 33612, nr. 40; 17050, nr. 468. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Ik benoem in de tijdelijke commissie Benoeming Nationale ombudsman de leden Van Raak, Bisschop, Taverne, Recourt, Van Tongeren, Van Toorenburg en Berndsen-Jansen tot lid. De constituerende vergadering zal hedenmiddag om 16.00 uur plaatsvinden 

Het woord is aan mevrouw Berndsen-Jansen van de fractie van D66. 

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Voorzitter. Vorige week kwam naar buiten dat er mogelijk gebruik is gemaakt van een criminele burgerinfiltrant bij een rechtszaak in België. Dat is verboden. Ik heb het dossier gekregen van die criminele burgerinfiltrant en kan meedelen dat dit buitengewoon schokkend is. De vraag is of de minister van Veiligheid en Justitie buiten zijn boekje is gegaan. Daarom wil mijn fractie openheid van de minister van Veiligheid en Justitie en doet zij bij dezen een debataanvraag. 

De voorzitter:

Mevrouw Berndsen-Jansen doet een verzoek om steun tot het houden van een debat met de minister van Veiligheid en Justitie over criminele burgerinfiltranten. 

Mevrouw Helder (PVV):

De PVV denkt anders dan D66 over de inzet van criminele burgerinfiltranten. Het is waarschijnlijk wel een pijnlijke zaak en het is daarom goed om daar in een debat met de minister van gedachten over te wisselen. 

De voorzitter:

De PVV steunt dus het verzoek. 

De heer Van Nispen (SP):

De SP steunt ook het verzoek tot het houden van een debat. Het zou weleens een heel ernstige zaak kunnen zijn, omdat het er inderdaad op lijkt dat politie en justitie zich niet aan de wet hebben gehouden. Ik vind wel dat er ook een brief moet komen, het liefst binnen een week. Mijn fractie heeft daar ook om verzocht. Ik vind dat we tijdens de procedurevergadering van morgen moeten bekijken hoe we hiermee verdergaan, maar in ieder geval steun ik het verzoek tot het houden van een debat. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik steun het verzoek voor een debat. Het lijkt mij handig om een brief voorafgaand aan het debat te krijgen. Dit is een heel belangrijke zaak, waar op korte termijn echt grondig over moet worden gedebatteerd. 

De heer Recourt (PvdA):

Om te weten te komen of we echt een probleem hebben, moeten we de feiten kennen. Die feiten komen boven water als de beantwoording in de brief er is. De brief is aangevraagd. We wachten de antwoorden af. Daarna verlenen we eventueel steun aan het verzoek tot het houden van een debat, maar nu nog niet. 

De voorzitter:

Op dit moment steunt u het verzoek dus nog niet. 

De heer Segers (ChristenUnie):

De fractie van de ChristenUnie is zeer kritisch over de inzet van de criminele burgerinfiltrant. Wij delen dat met de fractie van D66. Wij geven daarom steun aan dit verzoek. 

De heer Van der Steur (VVD):

Allereerst denk ik dat een groot deel van de vragen die we willen stellen, moet worden gesteld aan de minister van Veiligheid en Justitie van België. Het heeft zich immers afgespeeld op Belgisch grondgebied. Ik denk dus dat onze minister daar vrij kort over zal zijn. Het lijkt me heel goed om morgen tijdens de procedurevergadering om een brief te vragen en om naar aanleiding daarvan te bezien of er noodzaak is voor een debat over hetgeen zich heeft afgespeeld op Nederlands grondgebied, waar we wel over gaan. 

De voorzitter:

Geen steun voor het debat op dit moment. 

De heer Oskam (CDA):

Het CDA heeft destijds ingestemd met het opnieuw inzetten van de criminele burgerinfiltrant. Wij staan daar ook nog steeds achter. Als het voor die tijd is gebeurd, voordat de Kamer en de minister het hebben besproken, dan is dat natuurlijk wel heel vreemd. Daar moet opheldering over komen. Naar onze mening kan die opheldering eerst door middel van een brief worden gegeven. 

De voorzitter:

Geen steun dus voor het voeren van een debat. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik steun de lijn die de woordvoerder van het CDA zojuist heeft verwoord. Die houdt in dat er eerst een brief komt en dat we dan bezien of een plenair debat nodig is. 

De voorzitter:

Mevrouw Berndsen-Jansen, er is brede behoefte aan een brief, maar ik heb begrepen dat die brief al is aangevraagd via de commissievergadering. 

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Daar weet ik niets van. Ik weet dat een collega schriftelijke vragen heeft gesteld, maar ik weet niets over een brief. Het verbaast me wel dat de heer Van der Steur zegt dat het een zaak is van de minister van België. Dat wil ik toch wel even gemeld hebben. Dat is natuurlijk volstrekte flauwekul, want dit heeft zich voorgedaan op Nederlands grondgebied en de Nederlandse politie runde die criminele burgerinfiltrant. Natuurlijk wil ik ook de onderste steen boven hebben. Een brief lijkt mij prima. Ik vind dit echter een dermate ernstige zaak dat er na die brief toch ook echt een debat hierover moet plaatsvinden. 

De voorzitter:

Ik stel het volgende voor. Wij vragen een brief waarin ook het laatste punt, namelijk het debat dat u indirect met de heer Van der Steur voerde, specifiek aan de orde komt. Als de brief er is, kunt u opnieuw bezien of er behoefte is aan een debat. Zo interpreteer ik uw laatste woorden namelijk. 

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Maar dan zou ik wel een inventarisatieronde willen hebben over de vragen die wij dan in die brief gaan stellen. Dit is nu namelijk een nieuw feit. 

De voorzitter:

Ja, dan stel ik voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, zodat het weet dat er om een brief gevraagd is. Bovendien zal ik aan de commissiegriffier vragen om bij de diverse leden te inventariseren welke punten in die brief aan de orde moeten komen. 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Hachchi van de fractie van D66. 

Mevrouw Hachchi (D66):

Voorzitter. De Commissie voor de milieueffectrapportage heeft zich kritisch uitgelaten over het luchthavenbesluit Lelystad. D66 wil hierover zo spoedig mogelijk een brief van de staatssecretaris en ook een debat met haar. Ik doe dit verzoek mede namens de collega's van GroenLinks en de SP. 

De voorzitter:

Mevrouw Hachchi verzoekt om steun voor het voeren van een debat over het luchthavenbesluit Lelystad en om een brief. 

De heer De Rouwe (CDA):

Van harte steun. 

De heer Graus (PVV):

Mijn fractie steunt het verzoek om een brief. Wij kunnen dit allemaal in een AO stoppen. Ik heb ook drie keer verzocht om een plenair debat en toen werd het een AO, dus nu wordt het ook een AO. Gelijke monniken, mevrouw de voorzitter! 

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat, wel voor een AO. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek. 

De voorzitter:

Mevrouw Hachchi, u hebt op dit moment niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat. Er is wel steun voor de brief. 

Mevrouw Hachchi (D66):

Is er voldoende steun voor een dertigledendebat? 

De voorzitter:

Er is wel voldoende steun voor een dertigledendebat. Dan zullen wij het debat toevoegen aan de lijst met dertigledendebatten met drie minuten spreektijd per fractie. Ik zal bovendien het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan de heer Van Raak van de SP. 

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. De coalitie van vijf blijft strategisch lekken uit de afsprakenlijst voor Prinsjesdag. RTL Nieuws spreekt van een ernstig democratisch tekort en heeft besloten naar de rechter te gaan. Die zal donderdag uitspraak doen. Ik vraag de regering om na die uitspraak donderdag de Kamer onmiddellijk te informeren en daarop nog diezelfde dag een reactie te geven, zodat de Kamer eventueel nog een regeling kan houden. 

Ik heb ook nog een verzoek dat niks te maken heeft met de Miljoenennota. Dat betreft het afsprakenlijstje van de coalitie van vijf. Ik heb nu twee pagina's met zaken die gelekt zijn. Ik vraag de coalitie van vijf om het politieke fatsoen te hebben om niet alleen maar strategisch te lekken, maar ook de Tweede Kamer gewoon te informeren over het hele afsprakenlijstje. 

De voorzitter:

Ik zal uw verzoek doorgeleiden naar het kabinet. Afhankelijk van hoe laat de uitspraak is, kunnen we donderdag bekijken of er nog genoeg gelegenheid is voor een regeling van werkzaamheden. Maar uw vooraankondiging is wel gedaan. Het afsprakenlijstje … 

Mijnheer Bosma? 

De heer Bosma (PVV):

Ik had de indruk dat u al geconcludeerd hebt, maar er staan nog wat mensen klaar om het met u eens te zijn. 

De voorzitter:

Nou, dank u wel. 

De heer Bosma (PVV):

We willen graag al die spullen hebben. Het lijkt me in het belang van de democratie dat we allemaal evenveel weten. Dus geef ik steun aan het voorstel van collega Van Raak. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Daar sluit ik me bij aan. Ik heb nog wel een vraag. Vorige week stonden we hier ook. Het Presidium zou zich nog buigen over de vraag wie wel en niet vervolgd zou kunnen worden en over de vraag of het door de beugel kan dat er een verschil is in informatiepositie. Nu zag ik toevallig dat het onderwerp niet geagendeerd is voor de Presidiumvergadering van morgenochtend. Ik hoop dat dat een vergissing is. 

De voorzitter:

ik heb gezegd dat ik het met het Presidium zal overleggen en dat gaat gebeuren. Na afloop van de Presidiumvergadering zal ik de heer Omtzigt, die erom gevraagd heeft, het antwoord van het Presidium geven. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Er is al genoeg gelekt, dus dan kan de laatste informatie ook nog wel naar buiten komen. Dat lijkt me wel zo goed. Dus ik geef steun aan de voorstellen. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook de fractie van GroenLinks steunt het voorstel. 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Steun voor het voorstel. 

De heer Klein (50PLUS/Klein):

Ik geef steun aan het voorstel, maar de heer Van Raak deed ook een verzoek aan de anderen naar aanleiding van een lijstje met aandachtpunten dat hij heeft gekregen. Ik zou graag een reactie krijgen van het kabinet op dat lijstje. 

De voorzitter:

Ik zal ook het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Het is een uitbreiding van het verzoek. 

De heer Van Raak (SP):

Dat is gewoon het lijstje dat ik zelf uit de media heb opgetekend. Hartelijk dank aan de echte oppositie voor de reacties en de steun, maar ik had mijn verzoek eigenlijk gedaan aan de coalitie van vijf. Ik heb gevraagd of zij het politieke fatsoen hebben om de plannen die zij wel naar de krant lekken, maar niet naar de Kamer willen sturen, nou eens gewoon aan de hele Kamer te sturen. Ik kan niet anders dan constateren dat mijn beroep op politiek fatsoen niet is opgepakt. Sterker nog, geen enkele van de partijen van de coalitie van vijf heeft de moeite genomen om überhaupt een reactie te geven. Waarvan akte, voorzitter. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Monasch. 

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. We hebben zojuist bij de mondelinge vragen al met de minister van gedachten gewisseld over het onderwerp dat ik naar voren wilde brengen. Ik stel voor om het onderwerp te betrekken bij de procedurevergadering om te bekijken hoe wij er verder mee omgaan en de ontwikkelingen in Amsterdam goed te volgen. 

De voorzitter:

U trekt het verzoek dat u eerder had aangemeld in. 

Het woord is aan mevrouw Dik-Faber. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik heb het verzoek om het VAO Staatsbosbeheer op korte termijn te plannen en daarbij het schriftelijke overleg te betrekken dat wij over het conceptconvenant met Staatsbosbeheer hebben gevoerd. 

De voorzitter:

Ik heb het verzoek genoteerd. Ik zal mijn best doen. 

Het woord is aan mevrouw Helder. 

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. Aan de stroom van ellende bij tbs-kliniek De Rooyse Wissel lijkt geen einde te komen. Patiënten hebben al met telefoons die ze helemaal niet mochten hebben zelf filmpjes gemaakt van grote sommen geld, drugs, messen et cetera in die kliniek. Nu is er een tbs'er die met een zelf geknutseld verlofpasje de kliniek heeft kunnen verlaten. Wij hebben weliswaar morgen een algemeen overleg over tbs, maar zelfs met uitgebreide spreektijd kunnen wij niet alle ellende bij De Rooyse Wissel bespreken. Vandaar mijn verzoek om daarover een debat te houden. 

De voorzitter:

Een verzoek tot steun voor het houden van een debat over zelf geknutselde pasjes door tbs'ers. 

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Wij hebben morgen een algemeen overleg waar dit onderwerp uitvoerig aan de orde komt. Het heeft weinig nut om nu nog een debataanvraag te ondersteunen, want het gaat weken duren voordat dat debat geagendeerd wordt. Liever dus morgen bij het algemeen overleg. 

De heer Van der Steur (VVD):

Ik sluit mij graag aan bij de woorden van collega Berndsen-Jansen van D66. 

De heer Marcouch (PvdA):

Ook ik sluit mij graag aan bij de woorden van collega Berndsen. 

De heer Oskam (CDA):

Voor mij geldt hetzelfde. 

Mevrouw Kooiman (SP):

Keer op keer staan wij hier omdat er weer iets is gebeurd. Ik wil heel graag een brief, ruim op tijd voor het algemeen overleg. Dat vraagt wel wat van het ministerie, want het algemeen overleg is morgen al om 10.00 uur. Als de brief niet afdoende blijkt, hoop ik dat mevrouw Helder hierop hier of in de procedurevergadering terugkomt. Hierover moet zeker gesproken worden. 

Mevrouw Helder (PVV):

Ik zou die brief dan inderdaad graag vandaag voor 17.00 uur ontvangen. 

De voorzitter:

Het is nu 15.30 uur. Morgen om 9.00 uur? 

Mevrouw Helder (PVV):

Nee, want het algemeen overleg is morgen om 10.00 uur. 

De voorzitter:

Dat begrijp ik, maar het is nu al 15.30 uur. 

Mevrouw Helder (PVV):

Ik probeer de middenweg te bewandelen. Kunnen wij de brief vanavond uiterlijk voor 19.00 uur krijgen? 

De voorzitter:

Ik zal het verzoek doorgeleiden naar het kabinet en proberen om die brief vanavond voor 19.00 uur hier te laten zijn, zodat u die kunt betrekken bij de voorbereiding voor het algemeen overleg morgen om 10.00 uur. 

Mevrouw Helder (PVV):

Dan ga ik via de commissie proberen om uitbreiding van de spreektijd te krijgen. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Morgen hebben wij het langverwachte debat over de opmars van ISIS of IS in Irak en Syrië. Nu zijn er vandaag berichten dat Nederland gepasseerd zou zijn om mee te doen aan de internationale coalitie om die opmars te bestrijden. Wij willen graag weten of er overleg is geweest met de Amerikaanse regering. Kan de regering opheldering verschaffen waarom Nederland wel of niet meedoet en op welk moment dat besloten wordt? Die brief willen wij graag morgen voor 16.00 uur hebben, zodat die bij het debat om 19.00 uur kan worden betrokken. 

De heer De Roon (PVV):

De PVV steunt dit voorstel. 

De heer Ten Broeke (VVD):

Volgens mij hebben wij in de procedurevergadering al afgesproken dat deze vraag aan de orde komt en moet worden beantwoord. Ik kan mij voorstellen dat daar een brief op volgt. Ik ga straks bij de regeling van werkzaamheden vragen om de minister van Defensie aanwezig te laten zijn bij dat debat, zodat wij haar rechtstreeks kunnen bevragen. Het lijkt mij dan ook een klein beetje vragen naar de bekende weg. Geen steun voor dit verzoek, omdat wij het al gedaan hebben. 

De heer Servaes (PvdA):

Sterker nog: er komt een brief aan. Wij hebben zojuist van de Griffie gehoord dat die brief morgen voor 12.00 uur verschijnt. Ik ga ervan uit dat deze belangrijke vraag, die wij allemaal hebben, daarin wordt meegenomen. Zo niet, dan kunnen wij wellicht — maar dan treed ik in uw bevoegdheid, voorzitter — dit deel van de beraadslagingen meegeven aan het kabinet. Er komt een brief aan met de kabinetsinzet voor wat ISIS betreft. Dit is daarvan volgens mij een onderdeel. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Of het een eerder verzoek betreft of een verzoek van de heer Omtzigt, het zou heel goed zijn als er een brief komt van het kabinet inzake deze kwestie. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Daarbij sluit ik mij aan. Het is belangrijk dat wij de informatie voor het debat krijgen, zodat wij daar niet tijdens het debat om hoeven te vragen. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook GroenLinks sluit zich aan bij het verzoek van het CDA. De tijdigheid is ook voor ons erg belangrijk. 

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Steun voor het verzoek. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Het lijkt mij dat de brief daarop ingaat, maar mocht het nodig zijn om dat nog heel expliciet voor te leggen, dan van harte steun voor het verzoek. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is wederom aan de heer Omtzigt. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. In de Russische, Maleisische en andere pers staat dat Maleisië en Australië plannen hebben om terug te gaan naar de crashsite van MH17, om daar onderzoek te doen. Er zijn cruciale stukken die nog niet verzameld zijn, bijvoorbeeld van de kogelinslaggaten in het vliegtuig, of een andere inslag. Ik weet niet of het een Buk-raket is geweest of wat dan ook. Het gaat om cruciaal bewijsmateriaal voor het onderzoek van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid en voor vervolging door het OM. Wij willen graag weten of Nederland daaraan meedoet en wat daar precies aan de hand is. Daarover zouden wij graag een brief ontvangen. Na ommekomst van de brief zou het handig zijn om daarover een debat te voeren. We kunnen dit ook betrekken bij het AO, maar die brief moeten we echt met spoed hebben. 

De voorzitter:

Ik leg aan de Kamer voor het verzoek om een brief, met de vragen die de heer Omtzigt heeft geformuleerd. 

De heer Servaes (PvdA):

Met het risico in herhaling te vervallen: ook dit hebben wij vorige week in de procedurevergadering van de commissie besproken. We hebben afgesproken dat er een algemeen overleg komt na het verschijnen van het rapport van de Onderzoeksraad. Dat is zojuist verschenen, met de kabinetsreactie daarop. Wederom lijkt mij dit een onderdeel dat meegenomen moet worden in die kabinetsreactie en niet noodzakelijkerwijs in een aparte brief. 

De heer De Roon (PVV):

Ik hoor in het voorstel van de heer Omtzigt toch duidelijk een uitbreiding, namelijk om te kijken naar wat die andere landen gaan doen. Daar ben ik het helemaal mee eens. De PVV vindt dat al die onderzoeken stroperig verlopen. Als andere landen mogelijkheden zien om sneller te acteren dan Nederland, moeten we het daar vooral met de regering over hebben. Steun dus. 

De heer Ten Broeke (VVD):

We gaan het over van alles hebben met de regering. Er zullen nog veel meer vragen volgen. Ik ben het eens met de heer Servaes dat we dit al hebben afgesproken in de procedurevergadering. Ik dring er bij de heer Omtzigt op aan om als hij die procedurevergadering bijwoont, niet vervolgens om een debat te vragen dat wij al hebben afgesproken. We kenden deze zomer al de vorm van de procedurevergadering die hij niet bijwoont, waarna hij de mare laat ontstaan dat hem debatten worden onthouden. Daar begin ik een beetje aanstoot aan te nemen. 

De voorzitter:

Ik stel voor dat u dat op een ander moment in de procedurevergadering bespreekt. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik ben het eens met de voorgaande collega's. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Als er nog aanvullende informatie te geven is door het kabinet, bijvoorbeeld van de Australiërs of de Maleisiërs, ontvangen wij die informatie graag als Kamer, dus steun voor het verzoek. 

De heer Van Bommel (SP):

Ik ga ervan uit dat de regering zal ingaan op datgene wat de heer Omtzigt naar voren brengt, al was het maar omdat hierover opmerkingen zijn gemaakt door de Onderzoeksraad Voor Veiligheid. Ik verwacht dat de regering daarop zal ingaan in de brief met de reactie op het rapport. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

GroenLinks wil graag alle gevraagde informatie op tafel. Ik heb er geen mening over hoe dat procedureel precies gelopen is, of het een dubbele vraag is of een extra noodzakelijke. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Het hele onderzoek is al slap verlopen. Hoe meer informatie er snel op tafel komt hoe beter, dus steun voor dit voorstel. 

De voorzitter:

Ik stel voor dat we het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, zodat dat kan bekijken of er extra vragen aan de orde komen die nog niet eerder zijn gesteld. Ik neem aan dat de heer Omtzigt het niet erg vindt als dat wordt samengevoegd met de brief die blijkbaar al naar de Kamer komt. Dat lijkt mij wel pragmatisch. 

De heer Omtzigt (CDA):

Het lijkt mij heel prima als dat in één brief komt, maar ten tijde van de procedurevergadering was er geen sprake van dat Maleisië en Australië in hun eentje zouden terugkeren. Dat vind ik buitengewoon belangrijke nieuwe informatie, waarop de regering dient te reageren. 

De voorzitter:

Daarom stuur ik het stenogram van dit gedeelte van de vergadering ook door naar het kabinet. 

Het woord is aan de heer Ten Broeke. 

De heer Ten Broeke (VVD):

Voorzitter. Ik verzoek de regering om de minister van Defensie morgenavond bij het debat over ISIS te laten zijn. Er is de afgelopen week bij de NAVO-top in Wales niet alleen over Oekraïne, maar ook over ISIS uitgebreid gesproken. Ik denk dat het goed zou zijn als de minister, gegeven de vragen die in deze Kamer leven, morgen daarbij aanwezig zou kunnen zijn. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek. Dan kunnen we misschien meer gedetailleerd van de minister horen wat de mogelijkheden voor Nederland zijn om de strijd tegen ISIS te steunen. 

De heer Servaes (PvdA):

Steun voor het verzoek. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun voor het verzoek. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Steun voor het verzoek. 

De heer Van Bommel (SP):

Steun voor het verzoek. 

De heer Omtzigt (CDA):

Steun. 

De heer De Roon (PVV):

Ook van de PVV steun. 

De voorzitter:

Ik zal dit breed gesteunde verzoek van de Kamer doorgeven aan het kabinet. 

Ik geef het woord aan de heer Slob. 

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Vanmiddag en vanavond zal met minister Schippers het debat worden gevoerd over de Nederlandse Zorgautoriteit. Ik heb twee verzoeken. 

Ten eerste zou ik graag willen dat minister Blok voor Wonen en Rijksdienst ook bij dat debat aanwezig is vanwege zijn verantwoordelijkheid vanuit de rijksdienst voor toezicht op de zbo's. Zoals wij weten, is de NZa een zbo. 

Ten tweede zou ik heel graag zo spoedig mogelijk een reactie krijgen op het rapport dat hij op de dag af een jaar geleden heeft ontvangen van de WRR over het toezien op de toezichthouders met als titel Toezien op het publieke belang. Hij heeft beloofd dat hij met een reactie zou komen. Daar wachten we nu dus al een jaar op. Daarin staan allerlei aanbevelingen die van belang zijn om ons toezicht op een hoger niveau te krijgen. Zo spoedig mogelijk zou ik de toegezegde reactie van een jaar geleden nu een keer willen ontvangen. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Het tweede deel van het verzoek van de heer Slob steun ik graag. Het eerste verzoek, het uitnodigen van de minister voor Wonen en Rijksdienst bij het debat van vanmiddag, steun ik niet. Ik denk dat dat te veel afleidt van het onderwerp waarover wij vanmiddag het debat voeren. 

Mevrouw Leijten (SP):

Toegezegde reacties op rapporten moeten natuurlijk gewoon naar de Kamer komen. Steun voor dat gedeelte van het verzoek. Vanmiddag debatteren wij echt met de minister over het functioneren van de Nederlandse Zorgautoriteit waarvoor zij verantwoordelijk is. Dat hebben we ook al eerder gewisseld in het debat over het Nieuwegeinse ziekenhuis. Van mij mag een andere minister erbij zijn, maar ik heb geen vragen aan die minister. Voor mij is het niet nodig. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ik sluit me aan bij de woorden van de SP en D66. 

Mevrouw Klever (PVV):

Ik sluit me ook aan bij de woorden van de voorgangsters. 

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Heel verrassend, maar ik sluit me ook aan bij de woorden van de voorgangers. 

De heer Rutte (VVD):

Daar brengt de VVD geen verandering in. Daar sluit ik me ook bij aan. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor het verzoek van de heer Slob. 

De voorzitter:

Wat ik kan doen, is het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Onderdeel daarvan is de inbreng van alle partijen die daarin hun mening hebben gegeven. Dan kan het kabinet zelf uitmaken wie er al dan niet komt. Ik merk niet dat er brede steun is voor uw verzoek, maar ik zal het evengoed overbrengen. Als het gaat om de reactie op het rapport, die al eerder is beloofd, zal ik het stenogram doorgeleiden naar het kabinet en vragen om nu zo snel mogelijk met die reactie te komen, die immers allang is toegezegd. 

De heer Slob (ChristenUnie):

We zullen het afwachten. Inderdaad zal vanmiddag het debat vooral met minister Schippers moeten worden gevoerd, maar omdat het niet zomaar alleen een debat is over de NZa maar het toezicht breder ter discussie staat, vind ik eigenlijk dat de daarvoor verantwoordelijke minister hier ook aanwezig zou moeten zijn. Dus we zullen afwachten of hij zich geroepen voelt om bij dit soort situaties ook te spreken. Anders zullen wij het op een ander moment doen. 

De voorzitter:

Nogmaals, ik zal dit overbrengen, maar de meerderheid van de Kamer heeft daarover een andere opvatting. 

Dan geef ik het woord aan mevrouw Keijzer. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. In meerdere instanties heb ik hier gevraagd om duidelijkheid over de premie-effecten die het gevolg zijn van de Wet langdurige zorg. Inmiddels is er weer een nieuw briefje gekomen, waarin staat dat bij de stemmingen over de Wet langdurige zorg de details van de premiegevolgen duidelijk zijn. Dat is toch eigenlijk een beetje raar. Ik vind dat die informatie er moet liggen als wij morgenmiddag aan het debat beginnen om de financiële houdbaarheid van de wet te kunnen beoordelen. Vandaar dit rappel op eerdere verzoeken om alsnog die gegevens te verstrekken. 

De voorzitter:

Voor de precisie, er is op uw verzoek een brief gekomen. U bent het niet eens met de inhoud, dus u vraagt nogmaals om de inhoud te geven waarom u specifiek had gevraagd. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ja, dat is correct. Wat ik net aanhaalde, was een citaat uit de laatste brief die ik heb ontvangen naar aanleiding van het verzoek van afgelopen donderdagavond. Dat was het derde verzoek, dus nu doe ik dit verzoek voor de vierde keer. 

Mevrouw Agema (PVV):

De knotsgekke situatie is ontstaan dat wij hier morgen en overmorgen de Wlz gaan behandelen zonder dat wij weten wat de premiegevolgen zijn van die wet. Het is het sluitstuk van de hervorming op de zorg. En dan zegt de staatssecretaris: maar als u gaat stemmen, hebt u de informatie wel. Dat kan toch niet! Ik geef alle steun aan het verzoek van mevrouw Keijzer. 

Mevrouw Leijten (SP):

De komende dagen zullen er veel voorstellen worden gedaan om bepaalde groepen in de Wet langdurige zorg te houden. De staatssecretaris zal iedere keer zeggen dat het niet kan omdat het te duur is of omdat het niet kan. Wij kunnen dat niet beoordelen als wij geen inzicht hebben in de premies. Ik steun het verzoek dus van harte. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ook ik steun het verzoek. Voor een zorgvuldige behandeling van het wetsvoorstel hebben we die informatie gewoon nodig. 

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer, ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dank u wel. 

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, hebt u nog een andere vraag? 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Dit raakt ook aan de behandeling van de Wet langdurige zorg. Van de zomer, op 7 augustus welteverstaan, heeft de commissie verzocht om een reactie op het bericht dat kinderen die een zorgindicatie hebben, buiten de boot dreigen te vallen. Ze vallen nu namelijk niet onder de Jeugdwet of de Wet langdurige zorg en zouden straks dus nergens onder vallen, maar ze hebben wel zorg nodig. Daar is nog steeds geen reactie op. Die is wel nodig, willen wij het debat kunnen voeren. Ik heb ook al via de commissielijn een rappel gedaan, maar mijn uitdrukkelijke verzoek is nu dat de reactie er vanmiddag om 17.00 uur is. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet met het verzoek om de reactie voor 17.00 uur vanmiddag te sturen. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven