3 Vragenuur

Vragen van het lid Jasper van Dijk aan de staatssecretaris van Financiën, bij afwezigheid van de minister van Financiën, over het bericht dat banken en pensioenfondsen beleggen in landroof.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Met Nederlands geld worden Ugandese boeren van hun land verdreven. Dit bleek uit een uitzending van EenVandaag waarin deze boeren aan het woord waren. Zonder dat ze er een rooie cent voor terugkrijgen, worden ze van hun grond weggejaagd om plaats te maken voor een grote oliepalmplantage. De Maleisische multinational Wilmar financiert deze operatie. Dit bedrijf wordt onder meer door ING en Rabobank jaarlijks van honderden miljarden euro's voorzien. Ondertussen blijven de boeren in Uganda zonder land en dus zonder inkomen achter. Daarnaast ontstaan lokale voedseltekorten. Mensen lijden dus honger terwijl ze in een gebied leven waar ze prima in staat zijn om de eigen voedselvoorziening te regelen, zolang hun land maar niet wordt afgepakt.

Wat vindt de staatssecretaris hiervan? Was hij hiervan op de hoogte? Vindt hij het aanvaardbaar dat bedrijven, gesponsord met Nederlands geld, boeren van hun land af jagen? Welke taak ziet hij voor zichzelf weggelegd? In het geval van ING gaat het zelfs om een Nederlandse bank die met staatssteun overeind gehouden is. Gaat de staatssecretaris ING vertellen dat dit niet kan en dat ING uiteraard absoluut transparant moet zijn over wat er met ons geld gebeurt? Wie betaalt, bepaalt.

Na een lange strijd, mede van de SP, wordt Nederland geld niet langer in clusterbommen gestoken. Dat zou ook moeten gelden voor investeringen in landroof. Vindt de staatssecretaris niet, net als de SP, dat ING en Rabobank in elk geval moeten afdwingen dat de boeren schadeloos worden gesteld voor de inkomsten die zij zijn misgelopen en dat zij hun land terugkrijgen?

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de staatssecretaris van Financiën, die de minister van Financiën vervangt op dit dossier.

Staatssecretaris Weekers:

Voorzitter. Ik dank de heer Van Dijk voor zijn vragen. Ik heb kennisgenomen van het bericht van Milieudefensie over het onderzoek dat in opdracht van haar en Friends of the Earth is uitgevoerd naar het Maleisische bedrijf Wilmar. Uit dat onderzoek zou blijken – ik heb dat niet kunnen verifiëren, zoals de heer Van Dijk zal snappen – dat het bedrijf betrokken is bij landroof en bij schending van milieuregels en mensenrechten.

Laat er geen enkel misverstand over bestaan: de regering keurt het schenden van milieuregels en mensenrechten ten enen male af. De vraag is vervolgens welke rol de regering heeft. In de ogen van het kabinet heeft de regering hier geen rol. Ondernemingen, ook in Nederland, hebben de plicht om de wet na te leven. Daarnaast hebben zij een eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid. Kijkend naar de regels inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen, is dat bij uitstek een issue van zelfregulering. Het is een onderwerp waarvoor de financiële sector zelf verantwoordelijkheid dient te nemen. Het kabinet verwacht dat financiële instellingen bij het aanwenden van hun invloed de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen als uitgangspunt nemen. Wij hebben begrepen dat zowel de banken als de betrokken pensioenfondsen op dit moment in overleg zijn met het bedrijf dat door Milieudefensie is genoemd.

De heer Jasper van Dijk (SP):

De staatssecretaris begon goed. Hij zegt dat de regering mensenrechtenschendingen en vergelijkbare zaken afkeurt. Vervolgens zegt hij dat de overheid hier geen enkele rol in heeft. Dat verbaast mij, want het gaat hier nota bene om een staatsgesteunde bank die investeert in een bedrijf dat zich schuldig maakt aan landroof. De staatssecretaris zou zich hier dus wel degelijk verantwoordelijk voor moeten voelen. Dat lijkt mij zo duidelijk als wat. Hij noemt vervolgens de regels rond maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook daar speelt de overheid natuurlijk een rol in. Is de staatssecretaris het met mij eens dat het minste dat hij kan doen is nu per direct in gesprek gaan met deze banken en pensioenfondsen om hen aansprakelijk te stellen en ter verantwoording te roepen over wat er nu gebeurt in Uganda?

Staatssecretaris Weekers:

Mijn antwoord op de laatste vraag van de heer Van Dijk is dat ik het niet met hem eens ben. Het is niet de taak en de verantwoordelijkheid van de regering om de banken en de pensioenfondsen aan te spreken. Zij worden al aangesproken door Milieudefensie en hebben zelf aangegeven dat zij in gesprek zijn met het bedrijf. Zij zullen zich zelf tegenover het publiek verantwoorden. Hier ligt geen rol voor de regering.

In de vraag daarvoor zoomde de heer Van Dijk nog in op de bijzondere positie die de Staat inneemt met betrekking tot ING. ING is inderdaad een van de staatsgesteunde banken. Wij zijn er overigens geen aandeelhouder van, in tegenstelling tot ABN AMRO dat destijds is genationaliseerd. Ik wijs de heer Van Dijk erop dat de Kamer destijds in grote meerderheid heeft gezegd dat de regering en de Kamer niet op de stoel van het bestuur van de bank moeten gaan zitten. Dat is in een motie uitgesproken destijds, naar aanleiding van de nationalisatie van ABN AMRO. Mutatis mutandis geldt hetzelfde voor ING, zelfs nog sterker omdat wij geen aandeelhouder zijn van die bank.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik kan niet anders dan vaststellen dat de staatssecretaris zijn handen volledig van een zeer ernstige zaak aftrekt. Deze opvatting is zeer liberaal, en dat is zijn goed recht, maar ik bestrijd dat de overheid hierin geen enkele rol heeft. Ik heb hier diverse malen debatten gevoerd met de minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Zij zegt: natuurlijk heeft de overheid een rol bij het maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wij hebben OESO-richtlijnen; de staatssecretaris noemde ze zelf ook. Als Nederlandse banken en andere bedrijven investeren in een bedrijf dat zich schuldig maakt aan landroof – wat zeer duidelijk bleek uit de uitzending – dan past het de staatssecretaris toch niet om te zeggen: daar hebben wij niets mee te maken, de banken moeten het zelf maar regelen? Wij hebben hierover regels, maar wat zijn die regels waard als ze niet worden nageleefd? Het minste wat de staatssecretaris zou kunnen doen, is zeggen dat hij dit tot de bodem gaat uitzoeken en ermee terugkomt naar de Kamer en ons daarover verslag uitbrengt.

Staatssecretaris Weekers:

Op dit punt verschillen de heer Van Dijk en zijn fractie, aan de ene kant, en de regering, aan de andere kant, echt van opvatting over wat de overheid vermag. De Nederlandse overheid heeft geen jurisdictie in Maleisië en evenmin in Uganda. Het thema maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt door Nederlandse bedrijven en vele multinationals buitengewoon serieus opgepakt. Dat mag ook blijken uit het feit dat deze bedrijven, deze banken, en de pensioenfondsen zelf al hebben aangegeven dat zij met het bewuste bedrijf in overleg zijn. Ik denk dat het ons past om dat overleg verder af te wachten.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

De regering is dus eigenlijk medeverantwoordelijk voor iets waarvan de staatssecretaris nu zegt dat hij het afkeurt, namelijk die landroof. Ik doe een dringend beroep op de staatssecretaris om het gesprek waarom wordt gevraagd, aan te gaan. Dat is toch wel het minste: dat je in gesprek gaat over deze kwestie, die leeft in de Tweede Kamer, die leeft bij maatschappelijke organisaties, maar die vooral leeft in de landen in kwestie. Ik vraag concreet aan de staatssecretaris om zich eens concreet te verdiepen in de manier waarop andere landen met ditzelfde vraagstuk omgaan, want het speelt niet alleen in Nederland, en daarover de Kamer te informeren. Dan weten wij wat de mogelijkheden zijn om iets te doen wat de staatssecretaris misschien liever niet wil, maar wat wel van hem gevraagd kan worden, namelijk om het gesprek aan te gaan en eventueel in te grijpen.

Staatssecretaris Weekers:

Volgens mij is dat op dit moment nog niet aan de orde. Milieudefensie en Friends of the Earth Nederland hebben een belangwekkend rapport geschreven. Zij zijn daarmee de boer opgegaan. Ik vind het ook heel goed dat ngo's, maatschappelijke organisaties, dingen aan de kaak stellen die zij tegenkomen. Gelet op de manier waarop wij onze samenleving hebben ingericht en op de manier waarop wij het thema maatschappelijk verantwoord ondernemen hebben vormgegeven, past het ons echter om eerst de Nederlandse bedrijven en de Nederlandse banken in staat te stellen om zelf gesprekken aan te gaan. Mocht blijken dat er niets uitkomt of dat zij er niets mee doen, dan kunnen wij het gesprek hier in de Kamer verder voeren, maar ik acht het op dit moment echt prematuur om nu actie te ondernemen.

De voorzitter:

Dank voor uw antwoorden en dank voor uw komst naar de Kamer. Wij zien u vanmiddag weer terug.

Naar boven