8 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de D66-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Hachchi tot lid in plaats van het lid Koolmees, en het lid Van Meenen tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Hachchi.

Ik stel voor dinsdag aanstaande ook te stemmen over de brief van het Presidium over de parlementaire behandeling van de Verantwoordingsstukken over het jaar 2012 (31428, nr. 6), de brief van het Presidium over het plan van aanpak van de tijdelijke commissie Woningcorporaties inzake een parlementaire enquête naar het functioneren van woningcorporaties (33606, nr. 2) en over de aangehouden motie-Klaver (21501-07, nr. 1021).

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor om het debat over het bericht dat ruim 380 voetbalwedstrijden zijn besmet met omkoping, en het dertigledendebat over het bericht "Politie grijpt in na project X Haren" van de agenda af te voeren.

Ik stel voor toestemming te verlenen tot het houden van een wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

  • - maandag 22 april van 16.00 uur tot 23.00 uur van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de Wet Kwaliteit in verscheidenheid hoger onderwijs (33519);

  • - maandag 17 juni van 11.00 uur tot 15.30 uur van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de initiatiefnota patiëntveiligheid (33497).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 33400-A-36; 33400-A-37; 33480-8; 33400-A-39; 33400-XIII-101; 32813-27; 32813-39; 31936-124; 31936-128; 33400-XIII-47; 33400-XIII-49; 33400-XIII-55; 33400-XIII-59; 30175-155; 30175-156; 30175-157; 30175-158; 30821-18; 33400-XIII-76; 33400-XIII-79; 33400-XIII-82; 33400-XIII-85; 33400-XIII-95; 33400-XIII-96; 33400-XIII-132.

Tot slot deel ik aan de Kamer mee dat tot vertegenwoordigers in de Euro-Mediterrane Parlementaire Assemblee zijn aangewezen de leden Arib en Ten Broeke en het Eerste Kamerlid Bröcker.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO Toekomstbestendigheid identiteitsinfrastructuur naar aanleiding van een algemeen overleg, gehouden op 10 april 2013, met als eerste spreker de heer Dijkhof van de VVD;

  • - het VAO Bestrijding zorgfraude naar aanleiding van een algemeen overleg, gehouden op 10 april, met als eerste spreker mevrouw Klever van de PVV.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Thieme van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Weer een vleesschandaal in Nederland en dit keer van een ongekende omvang! Er is 50 miljoen kilo verdacht vlees in de schappen terechtgekomen. Dit is het resultaat van een verziekt systeem van zo goedkoop mogelijk ten koste van mens en dier. Ik wil een debat met de staatssecretaris van Economische Zaken en de minister van Volksgezondheid over de rol van de NVWA en de wijze waarop consumenten in het ongewisse gelaten worden.

Daarnaast wil ik voor aanstaande vrijdag 12.00 uur een brief waarin het kabinet reageert op de volgende drie punten:

Maakt de NVWA nog deze week bekend welke bedrijven in Nederland het vlees hebben ingekocht – de NVWA spreekt over 130 bedrijven – opdat de consument volledig wordt geïnformeerd en de consument zelf een risicoafweging kan maken? Mocht de NVWA dat niet willen doen, dan wil ik van het kabinet weten hoe de NVWA dan de consument een handelingsperspectief gaat bieden.

Het kabinet moet mijn fractie uitleggen hoe de NVWA meent te kunnen stellen dat er geen gevaar is voor de volksgezondheid, terwijl zij tegelijkertijd zegt geen idee te hebben van de herkomst van het vlees.

Graag een uitleg waarom het bedrijfsleven veertien dagen de tijd krijgt om bekend te maken in welke maaltijden het vlees zit of heeft gezeten, terwijl Europa vier uur voorschrijft.

De voorzitter:

Ik neem aan dat u bij punt 2 bedoelt dat de minister aan de Kamer moet uitleggen hoe het met die punten zit.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Zeker.

De voorzitter:

Er liggen twee verzoeken: een verzoek om steun voor een debat en een verzoek om de brief, zoals die zojuist is geformuleerd door mevrouw Thieme, te ondersteunen.

De heer Bosman (VVD):

Wij hebben net een algemeen overleg gehad over voedselfraude. De staatssecretaris heeft in dat overleg een brief toegezegd. Ik denk dat het verstandig is dat die brief er komt.

De voorzitter:

Geen steun voor de brief dus.

De heer Bosman (VVD):

Geen steun voor het debat! Die brief komt er al. Die toezegging is namelijk al gedaan. Dus geen steun voor het debat, wel steun voor de brief. Ik verzoek het kabinet om in de brief ook in te gaan op deze zaak en de rol van de NWVA.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat; wel steun voor de brief met een korte toevoeging. Ik hoor de heer Bosman nu iets buiten de microfoon roepen. Dan moet u even terugkomen, mijnheer Bosman. Ik ga het u even uitleggen. Er wordt hier een heel expliciet verzoek gedaan. U roept terwijl u wegloopt dat u dat verzoek niet steunt. Dan moet u dat in de microfoon zeggen.

De heer Bosman (VVD):

Er is een toezegging van de staatssecretaris voor de brief. Die vind ik belangrijk. Een nieuwe brief is voor mij dus niet nodig, maar de brief van de staatssecretaris vind ik essentieel. Die is al toegezegd, dus een andere brief dan die toegezegd door de staatssecretaris met de inhoud zoals is aangegeven, is niet nodig.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat; geen steun voor de brief van mevrouw Thieme.

De heer Geurts (CDA):

Geen steun voor het debat. Ook geen steun voor de gevraagde brief op deze manier geformuleerd. Via u, voorzitter, vraag ik de staatssecretaris om met haar collega van Veiligheid en Justitie in te gaan op de rol van het Openbaar Ministerie in de toegezegde brief van de staatssecretaris van Economische Zaken.

De voorzitter:

Mijnheer Geurts, toevallig is de staatssecretaris nu aanwezig, maar de regeling van werkzaamheden is iets wat tussen ons plaats heeft.

De heer Geurts (CDA):

Ik vraag u of u deze vraag wilt doorgeleiden naar het kabinet.

De voorzitter:

Als ik daar steun voor heb, kan dat.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Het is een sympathiek voorstel van de collega van de Partij voor de Dieren, maar wij hebben hier net een algemeen overleg over gehad. Zou het niet fijner zijn, zo vraag ik mevrouw Thieme, om aan dat AO een derde termijn vast te plakken? Voordat dit bovenaan de lange lijst van debatten staat, zijn we een heel eind verder. Dat haalt de urgentie er een beetje af. Ik stel mevrouw Thieme dus voor om het debat via de procedurevergadering in een AO om te zetten en een derde termijn te houden. Er moet nog een VAO volgen. Dan kunnen we alle brieven – waarvoor steun – daarbij betrekken.

De voorzitter:

Ik ben in verwarring. U hebt een AO gehad maar nog geen VAO. U bepleit eigenlijk om dat AO te heropenen. U hoeft alleen te knikken, mevrouw Dikkers, anders wordt het voor mij nog onduidelijker. Dat moet u eigenlijk in de procedurevergadering doen, maar u geeft in ieder geval geen steun aan het verzoek om een debat en ook niet aan het verzoek om de brief, zo begrijp ik.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Jawel.

De voorzitter:

Wel steun voor de gevraagde brief.

De heer Klaver (GroenLinks):

Steun voor de brief. Ik wil graag een aparte brief, dus niet dat het op een hoop wordt gegooid met de eerder toegezegde brief uit het AO over voedselfraude. Ook steun voor het debat. Ik vind het echt onbegrijpelijk dat het erop lijkt dat er in de Kamer geen steun zal zijn voor het debat. Dit is zo'n beetje de grootste voedselfraude uit de geschiedenis. Ik kijk dus in ieder geval naar mijn collega van de PvdA, in wie ik nog het meeste vertrouwen heb, maar ook naar de collega van de VVD, om dit debat toch mogelijk te maken. Voor de brief heb ik nog een extra verzoek. Kan daarin worden ingegaan op de reden waarom de NVWA pas na een maand heeft ingegrepen? Kan daarin ook worden ingegaan op de berichtgeving rondom het nieuwe dioxineschandaal?

De heer Graus (PVV):

De signalen blijven aanhouden. Ik denk dat justitie ook zal moeten reageren, want dit is gewoon pure oplichting. Wij willen de brief dus ook graag hebben. Ik vond het een sympathiek voorstel van mevrouw Dikkers, ook gezien de snelheid waarin we dan kunnen handelen, om een derde termijn aan het AO toe te voegen.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat, wel steun voor de brief.

De heer Graus (PVV):

En een derde termijn toevoegen aan het AO.

De voorzitter:

Ja, maar dat regelen we niet hier. U hebt het gezegd, maar ik ga dat niet concluderen.

De heer Schouw (D66):

Het spijt me zeer, voorzitter, maar ik moet de zaak iets compliceren. Ik heb gisterenmiddag, zoals wij dat in dit huis hebben afgesproken, via een ingelaste e-mailprocedurevergadering gevraagd om voor dinsdag 12.00 uur een brief van het kabinet te hebben over alle ins en outs van deze kwestie. Daar heeft niemand negatief op gereageerd, dus dat is daarmee een besluit geworden. Ik herinner de collega's daaraan. Ik wil dat besluit ook graag handhaven. Afhankelijk van de inhoud van die brief stel ik de collega's voor om op dinsdagmiddag te kijken of, hoe snel en in welke vorm we een debat voeren.

De voorzitter:

Geen steun op dit moment voor beide verzoeken in de vorm zoals ze zijn gedaan.

De heer Van Gerven (SP):

Ik wil zowel het verzoek steunen dat de D66-fractie in de e-mailprocedure heeft gedaan en dat ik al heb geaccordeerd, als het verzoek hier tijdens de regeling van mevrouw Thieme om die brief, die informatie en al die vragen. Dat is een recht dat de Kamer fracties moet gunnen. Als wij die uiterlijk dinsdag hebben, zouden wij een debat kunnen plannen in de vorm van een algemeen overleg dan wel een plenair debat. Dat zou mijn voorkeur hebben.

De voorzitter:

Mag ik u een vraag stellen? U hebt gisteren naar ik begrijp al ingestemd met een verzoek om een brief van de heer Schouw. Steunt u nu een tweede verzoek om een brief? Moeten er nu twee brieven naar de Kamer komen: een morgen voor 12.00 uur en een dinsdag voor 12.00 uur? Of zegt u: de brief waar de Kamer al eerder om heeft gevraagd, moet eerder komen?

Mevrouw Thieme (PvdD):

Mag ik dat even toelichten?

De voorzitter:

Nee, ik vraag het nu even aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Ik wil het bij elkaar nemen. Mevrouw Thieme heeft een aanvullend verzoek gedaan met aanvullende vragen. Dat verzoek wil ik honoreren. Het tijdstip mag wat mij betreft opgerekt worden naar aanstaande dinsdag, omdat er heel veel vragen worden gesteld en de beantwoording waarschijnlijk de nodige tijd vergt. Dan kunnen wij dinsdag afspreken hoe wij een vervolgdebat gaan organiseren.

De voorzitter:

Dus u geeft steun aan de inhoudelijke vragen maar die moeten worden toegevoegd aan de brief waar de Kamer al eerder om heeft verzocht. En u geeft geen steun aan het verzoek om een debat op dit moment.

De heer Klein (50PLUS):

50PLUS vindt dat voedselfraude aangepakt moet worden. De procedure zoals de heer Schouw die aangaf, steunen wij van harte. Dus op dit moment geen steun voor een debat. Wellicht kan mevrouw Thieme haar verzoek aanhouden, met name wat betreft de inhoudelijke punten van het debat. Dan kunnen wij het volgende week dinsdag bespreken bij de regeling van werkzaamheden.

De voorzitter:

Of in een procedurevergadering.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Als eerste wil ik het hebben over die brief. Ik vraag die niet voor niets voor vrijdag 12.00 uur. Het is niet zo dat wij volgende week nog even rustig kunnen spreken over het al dan niet openbaar maken van de gegevens van bedrijven waaraan het vlees is verkocht. Op dit moment hebben wij te maken met een enorme vertrouwenscrisis in de voedselindustrie. Consumenten weten niet meer wat ze wel en niet meer kunnen kopen. En dan zegt de Kamer nu: wij kunnen daar weleens nader over spreken aan de hand van een brief als die dinsdag komt. Nee, ik wil juist voor 12.00 uur die brief hebben over de vragen of de NVWA voornemens is die lijsten openbaar te maken en hoe zij anders een handelingsperspectief kan bieden voor de consument. Die moet voor 12.00 uur morgen komen, want er is op dit moment sprake van een schending van de Europese regels. Het moet namelijk binnen vier uur bekend worden gemaakt. Daar krijgen ze nu dus twee weken voor.

De voorzitter:

Mevrouw Thieme, ik ga u onderbreken. Dit is een regeling van werkzaamheden.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ja, maar …

De voorzitter:

Het inhoudelijke debat volgt op een ander moment. De Kamer heeft in meerderheid uitgesproken steun te geven aan een brief voor dinsdag, zoals gisteren met elkaar is afgesproken. U hebt wel steun voor de invulling van de brief die u via de regeling van werkzaamheden hebt gevraagd. Als anderen ook nog vragen hebben, neem ik aan dat dat via een e-mailprocedure nog aan het verzoek van gisteren kan worden toegevoegd. U hebt op dit moment geen steun om een debat in te plannen. Alle partijen hebben aangegeven dat zij daar op een later moment een standpunt over innemen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ik ben nog niet komen te spreken over een debat en mijn reactie daarop. Het feit dat ik hier inhoudelijk aangeef waarom de brief er moet zijn voor 12.00 uur, moet u mij niet kwalijk nemen, voorzitter. Ik vraag de collega's toch nog daarop te reageren in plaats van dat wij dat over het weekend heen tillen. Dat leg ik toch nog even neer.

De voorzitter:

Het is handig om bij een verzoek alle informatie in het eerste verzoek te doen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Dat heb ik gedaan.

De voorzitter:

Dan hebben de leden er al op gereageerd. Ik heb goed geluisterd; in meerderheid heeft de Kamer aangegeven op dit moment geen behoefte te hebben om u te steunen in uw verzoek voor een debat. Allen hebben gezegd dat ze de brief af willen wachten.

De heer Klaver (GroenLinks):

Mevrouw Thieme deed een constructieve poging om te kijken hoe wij verder kunnen komen. Zo verstond ik het in ieder geval. De Kamer heeft aangegeven dat er een brief moet komen voor dinsdag, maar misschien kan de Kamer op dit ene specifieke punt – hoe gaat de NVWA verder om met de openbaarmaking? – vrijdag geïnformeerd worden. Volgens mij wordt dan de afgesproken procedure gevolgd en wordt tegemoetgekomen aan alle wensen. Ik kan mij voorstellen dat dat een mogelijkheid zou zijn.

De voorzitter:

Mijnheer Klaver, soms is er onduidelijkheid omdat de Kamer niets zegt, maar nu hebben alle partijen zich heel duidelijk uitgesproken. Ik heb dus geen zin om het debat opnieuw op te starten. Er wordt hier ook breed instemmend geknikt. De Kamer heeft gezegd dat zij dinsdag een brief met informatie wil hebben. Mevrouw Dikkers knikt niet. Zij schudt nu nee en staat bij de microfoon, maar ik heb het haar heel duidelijk in haar eerste reactie horen zeggen. Misschien is zij daar echter van teruggekomen.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Nee, u hebt mij horen zeggen dat wij die brief erg graag zouden willen zien voor vrijdag 12.00 uur.

De voorzitter:

Een meerderheid van de Kamer heeft expliciet uitgesproken dat zij dat niet wil. Dat is de procedure die we in de Kamer kennen. Daarmee is het dus een besluit van de Kamer.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Dan kom ik nu bij de reactie vanuit de Kamer op mijn verzoek om een debat. Ik vind het prima om in de procedurevergadering te komen tot een derde termijn van het algemeen overleg, zo snel mogelijk. Dank u wel.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van het debat doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Hijum.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Vanmorgen bereikte ons het bericht dat Deutsche Bank in Nederland afscheid wil nemen van 18.000 van zijn klanten, vaak ondernemers in het midden- en kleinbedrijf zoals winkeliers, boeren en binnenvaartondernemers. De onrust en de onvrede binnen deze groep mensen is groot. Velen hebben het gevoel dat ze geen kant op kunnen. Soms worden ze met hoge boetes geconfronteerd als ze moeten overstappen. Ik roep nog maar even in herinnering dat zij in 2009 als het ware gedwongen zijn om de overstap te maken naar deze bank. Ik zou hierover in debat willen met de minister van Financiën.

De voorzitter:

Een verzoek voor een debat met de minister van Financiën.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Van harte steun. Wij hebben hier eerder vragen over gesteld en er volop aan meegedaan. We hebben vanochtend ook schriftelijke vragen gesteld over deze kwestie. Ik doe de minister dus het verzoek om die vragen te beantwoorden voor het debat. Ik heb ook een verzoek aan u, mevrouw de voorzitter. Dit is een dringende kwestie. De mensen krijgen nu de brief. We kunnen niet maanden wachten met dit debat, want dan heeft het gewoon geen zin. Ik verzoek u dus om te bekijken of er een mogelijkheid is om dit volgende week te doen.

De voorzitter:

Voordat ik die vraag ga beantwoorden, ga ik eerst eens even bekijken of er überhaupt steun is voor een debat.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ook namens D66 steun voor het debat. Ook wij hebben gevoel voor de tijdslijn, die hierbij toch wat anders is dan bij sommige andere onderwerpen.

De heer Nijboer (PvdA):

Het is een dringende kwestie. Deutsche Bank lijkt het adagium te hanteren: het bankbelang centraal in plaats van het klantbelang centraal. We hebben daar drie weken geleden tijdens een algemeen overleg Kamerbreed aandacht voor gevraagd. De minister heeft toegezegd met Deutsche Bank in gesprek te gaan. De PvdA-fractie ziet graag een brief tegemoet van de minister over dat gesprek. Op basis daarvan willen wij beslissen of er een debat, een algemeen overleg of iets anders nodig is. Op dit moment dus geen steun voor een debat.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik denk dat iedereen de urgentie voelt van de zaak, maar er is afgesproken dat minister Dijsselbloem met Deutsche Bank zal gaan praten. Wat dat betreft, kunnen wij aansluiten bij het voorstel van de PvdA.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun, inclusief het spoedverzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek.

De heer Klein (50PLUS):

Steun voor het verzoek. Wellicht is het verstandig om wel iets in te plannen, maar als de brief duidelijk is, hoeft het debat natuurlijk niet meer plaats te vinden.

De heer Merkies (SP):

Steun voor een debat.

De voorzitter:

Mijnheer Van Hijum, ik hoor geen steun van een meerderheid voor een debat, wel voor een nadere brief, op basis waarvan wellicht een meerderheid kan besluiten om alsnog een debat aan te vragen. Ik heb echter goed geluisterd en geteld en ik hoor op dit moment geen steun van een meerderheid.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik begrijp daar echt helemaal niets van. Omdat de minister heeft toegezegd om hierover in overleg te treden met de bank laten wij de zaak hier op zijn beloop, terwijl er feitelijk niets verandert en ondernemers het water aan de lippen staat. Ik zou echt een dringend beroep willen doen op PvdA en VVD om hierover wel met elkaar en met de minister te spreken. Ik begrijp echt niet waar die terughoudendheid vandaan komt.

De voorzitter:

Ik wil daar op dit moment geen debat over gaan voeren. De heer Dijkgraaf heeft zich gemeld. Hij wil nog een opmerking maken.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik heb de neiging om namens de fracties van de VVD en PvdA te spreken, maar dat zal niet mogen van u, voorzitter. Ik zal dat daarom ook niet doen.

De voorzitter:

Van mij mag alles in dit huis, tenminste ...

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik heb een constructief verzoek. Een meerderheid is in ieder geval voor een brief. Kan die brief met een verslag van de bevindingen van de minister plus de beantwoording van de schriftelijke vragen voor dinsdag 12.00 uur bij de Kamer zijn? Dan kunnen wij tijdens de volgende regeling zien hoe wij hiermee verdergaan.

De voorzitter:

Ik constateer dat u nu eigenlijk gesproken hebt namens de VVD en de PvdA, want die partijen hebben dit volgens mij zojuist ingebracht.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik had het verzoek om een debat gedaan. Ik heb nog niet de neiging om dit in te trekken.

De voorzitter:

De regeling van de werkzaamheden is bedoeld om een verzoek tot een debat te doen en een reactie daarop te krijgen. Beide partijen hebben dit gedaan. Zij hebben aangegeven dat zij een brief willen. De heer Dijkgraaf heeft dit verzoek aangescherpt, in die zin dat de brief er voor aanstaande dinsdag 12.00 uur moet zijn.

Ik stel voor dat wij dit gedeelte van het stenogram, inclusief de deadline, doorgeleiden naar het kabinet. Dan kan iedereen, ook de leden waar u nog mee in discussie wilt, besluiten wat men vervolgens wil.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rog van het CDA.

De heer Rog (CDA):

Voorzitter. Al 45 jaar lang wordt er op de Christelijke Scholengemeenschap Beilen heel goed onderwijs gegeven op het vmbo en de onderbouw havo/vwo. Vandaag hebben wij in de krant mogen lezen dat de onderbouw havo/vwo moet sluiten, uitsluitend omdat er in 2005 een verandering in de wetgeving heeft plaatsgevonden waar de onderwijsinspectie in 2009 achter is gekomen. Als gevolg daarvan zou deze mooie scholengemeenschap in 2013 de deuren moeten sluiten voor de onderbouw van havo/vwo of gedwongen moeten fuseren. Ik wil hierover graag een debat voeren met de staatssecretaris, omdat wij veel kansen zien om deze scholengemeenschap open te houden.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik steun het verzoek om een debat.

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Wij willen graag eerst een brief van de minister ontvangen en daarna wellicht een debat.

De voorzitter:

Op dit moment verleent uw fractie dus geen steun voor het debat.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun.

De voorzitter:

Steun voor het debat.

De heer Klaver (GroenLinks):

Laat ik helder zijn: steun voor het debat. Ik hoop wel dat wij het debat dan wat breder kunnen voeren dan alleen over deze specifieke school. Kunnen wij in dat debat ook spreken over de problematiek van de sluiting van kleine scholen en het al dan niet gedwongen fuseren? Dat zijn volgens mij grote problemen. Laten wij een goed debat voeren over de wijze waarop wij daarmee moeten omgaan. Ik hoop dus dat wij het breder kunnen trekken dan dit enkele geval.

De voorzitter:

U wilt het dan hebben over de toekomst van kleine scholen voor voortgezet onderwijs?

De heer Klaver (GroenLinks):

Exact, ik steun het verzoek om een debat, omdat ik ervan uitga dat het debat dan breder getrokken zal worden.

De voorzitter:

Sorry, ik wil niet neuzelen, maar er ligt een heel specifiek verzoek voor naar aanleiding van het bericht: vmbo-school heeft onderbouw havo/vwo en dat mag niet. Zo zal het debat ook gaan heten, tenzij de heer Klaver een debat wil voeren over de toekomst van kleine scholen voor voortgezet onderwijs.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik zal proberen om zo helder mogelijk te zijn. Ik steun het verzoek om dit debat.

De heer Bisschop (SGP):

Van harte steun voor dit verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek. Mede gelet op de reactie van de heer Klaver, kan ik mij voorstellen dat de staatssecretaris een brief stuurt waarin hij de Kamer duidelijk maakt of dit misschien op andere fronten ook speelt. Dan kunnen wij bekijken hoe groot het probleem precies is.

De voorzitter:

Steun voor het debat met het verzoek om een brief.

De heer Elias (VVD):

Namens mijn collega Straus verleen ik geen steun voor het verzoek om meteen een debat te voeren, maar wel voor het verzoek om een brief waarin op de problematiek van deze ene school wordt ingegaan.

De heer Klein (50PLUS):

Steun voor het verzoek.

De heer Van Gerven (SP):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mijnheer Rog, u hebt niet de steun van de meerderheid voor een debat. Er is wel een breed verlangen naar een brief om daarna te besluiten of er wel of geen debat gevoerd moet worden.

De heer Rog (CDA):

Gezien de ernst van de situatie en het feit dat deze school mogelijk in augustus de deuren voor de onderbouw havo/vwo moet sluiten, vind ik het eerlijk gezegd onbegrijpelijk dat de Partij van de Arbeid en de VVD zich nu willen beperken tot een brief. Ik heb echter rekening te houden met de parlementaire meerderheid, dus wij wachten de brief af. Daarna zullen wij naar bevind van zaken handelen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van het debat doorgeleiden naar het kabinet.

Op verzoek van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stel ik voor om de behandeling van de herziening van de Wet arbeid vreemdelingen (33475) die gepland stond voor vanmiddag van de agenda af te voeren. Dit in verband met de uitnodiging die de minister heeft ontvangen om met de sociale partners van gedachten te wisselen op hetzelfde tijdstip.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Elias

Naar boven