Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 49, item 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 49, item 3 |
Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 29 januari 2013 over grondstoffen en afval.
De voorzitter:
Ik heet iedereen welkom, in het bijzonder de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.
De spreektijd bedraagt twee minuten, inclusief het indienen van moties. Wij houden een iets andere volgorde aan van de sprekerslijst, omdat mevrouw Ouwehand vertraagd is. Daarom geef ik als eerste het woord aan mevrouw Van Veldhoven. Ik neem aan dat de Kamer daarmee kan instemmen.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Voorzitter. Afval is grondstof en met grondstoffen moeten wij voorzichtig omgaan. Statiegeld is voor D66 geen doel op zich, maar een middel. Als wij dat doel op een slimme manier met andere zaken kunnen bereiken, mag het middel wat ons betreft worden afgeschaft, maar laten wij wel eerst zorgvuldig evalueren of wij met die andere middelen ook inderdaad het doel bereiken.
Ik dien twee moties in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat vermindering van de milieudruk door recycling van plastic het doel is;
overwegende dat het statiegeldsysteem een middel daartoe is dat altijd goed heeft gewerkt;
van mening dat afschaffing van het statiegeldsysteem pas aan de orde is wanneer de prestaties van de Raamovereenkomst verpakkingen bewezen zijn;
verzoekt de regering, de evaluatie van de prestaties van de Raamovereenkomst verpakkingen conform de motie-Van der Werf c.s. (30872, nr. 107) te laten uitvoeren door een onafhankelijke instantie;
verzoekt de regering tevens, het herziene Besluit beheer verpakkingen en papier en karton pas per 1 januari 2015 in werking te laten treden na een positieve uitkomst van de evaluatie van de prestaties van de Raamovereenkomst verpakkingen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 96 (28694).
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
De tweede motie gaat over beter toezicht op de export van elektronica, zodat wij voorkomen dat producten die wij hier niet meer gebruiken onder het valse voorwendsel van tweede gebruik naar een ander land worden verscheept, waar zij milieuproblemen zouden kunnen veroorzaken.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er slecht zicht is op internationale illegale afvalstromen, met name op illegale export van elektronica;
overwegende dat er bij export van elektronica slecht zicht is op het onderscheid tussen afval en producten bedoeld voor hergebruik;
constaterende dat veel elektronica wordt geëxporteerd door niet-gecertificeerde handelaren en inzamelaars;
verzoekt de regering, in Europees verband het initiatief te nemen tot ontwikkeling van regelgeving waarbij export van elektronische producten alleen toegestaan is door gecertificeerde handelaren;
verzoekt de regering tevens, het initiatief te nemen in het ontwikkelen van Europese regelgeving die voorziet in beter toezicht op export van elektronica, waarbij vooral beter toezicht is op het onderscheid tussen elektronisch afval en elektronische producten voor hergebruik, teneinde de illegale dumping van elektronisch afval een halt toe te roepen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Veldhoven en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 97 (28694).
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
De laatste opmerking die ik hierbij zou willen maken is dat natuurlijk de Europese Commissie het initiatiefrecht heeft binnen de Europese Unie. Daarom moet dit worden gezien als een verzoek aan de staatssecretaris om de discussie daarover aan te jagen op Europees niveau en met de Europese Commissie gesprekken aan te gaan om te bezien of deze bereid is om met dit soort regelgeving te komen.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Voorzitter. Ik dien de volgende moties in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat hergebruik van verpakkingsmateriaal een belangrijk instrument is om de duurzaamheidsdoelstellingen te halen;
constaterende dat men eerder geneigd is gerecycled verpakkingsmateriaal te gebruiken als dit aantrekkelijker is geprijsd dan niet-gerecycled materiaal;
verzoekt de regering, onderzoek te doen naar de mogelijkheden om via fiscale maatregelen gerecycled verpakkingsmateriaal aantrekkelijker te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Tongeren en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 98 (28694).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de opsporing en bestrijding van (inter)nationale milieucriminaliteit belangrijk is;
overwegende dat stromen illegaal afval moeilijk in beeld te krijgen zijn en dat er onvoldoende zicht is op de realisatie van EVOA-doelstellingen;
verzoekt de regering, de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer over te nemen door onderzoek te laten doen naar het functioneren van de gehele EVOA-keten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Tongeren en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 99 (28694).
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Voorzitter. Ten slotte dien ik deze motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat producenten onder meer verantwoordelijk worden voor de inzameling, recycling en financiering van verpakkingsafval uit huishoudens, maar dat deze verantwoordelijkheid in de praktijk veelal wordt overgedragen aan een collectieve uitvoeringsorganisatie;
overwegende dat collectieve uitvoeringsorganisaties geen normadressaat zijn in het verpakkingenbesluit, waardoor eventuele handhaving zich moeilijk op hen kan richten;
verzoekt de regering, de door producenten opgerichte collectieve uitvoeringsorganisaties voor de recycling van verpakkingsmateriaal aan te merken als normadressaat zonder daarbij de producenten te ontslaan van hun eindverantwoordelijkheid in de naleving van het verpakkingenbesluit,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Tongeren en Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 100 (28694).
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Deze laatste motie is er vooral op gericht om de handhaving mogelijk te maken wanneer het zo mocht zijn dat de afspraken in het convenant niet worden nagekomen. Dat is een zorgpunt dat mijn fractie al lange tijd heeft.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik dien de volgende moties in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in de raamovereenkomst is overeengekomen dat wordt toegewerkt naar ten minste gemiddeld 28% recyclaat in grote frisdrankflessen in 2018;
constaterende dat een landelijke supermarktketen inmiddels voor al zijn PET-flessen 40% gerecycled materiaal gebruikt, en er al PET-flessen bestaan met een aanzienlijk hoger percentage recyclaat;
verzoekt de regering, binnen een halfjaar afspraken te maken met producenten over ophoging van het percentage recyclaat in zowel grote als kleine PET-flessen naar tenminste 40% in 2015 of voorbereidingen te treffen om dit wettelijk voor te schrijven,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 101 (28694).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat bij de verwerking van uitgesorteerde kunststoffen nog significante verliezen van circa 30% kunnen optreden die feitelijk niet als kunststof worden hergebruikt;
constaterende dat hiervoor in de monitoringsrapportage 2010 slechts 1,6 kton is gecorrigeerd, terwijl volgens de ILT een grotere correctie nodig is;
verzoekt de regering, het hergebruik van huishoudelijk kunststofafval in 2013 zodanig te monitoren dat een feitelijke weergave van het daadwerkelijk hergebruik wordt gegeven en dit in aanmerking te nemen bij de beoordeling van de vraag of is voldaan aan de prestatiegaranties voor het vrijgeven van het statiegeldsysteem,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 102 (28694).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in de motie-Van der Werf (30872, nr. 116) is aangedrongen op het uitwerken van een model voor differentiatie in de recyclingdoelstellingen naar laagwaardig en hoogwaardig hergebruik;
constaterende dat het addendum op de raamovereenkomst verplicht tot groei van zo hoogwaardig mogelijk hergebruik van huishoudelijk kunststofafval naar 90 kton, maar dat het begrip "zo hoogwaardig mogelijk" hierin niet wordt gedefinieerd;
verzoekt de regering, het hergebruik van huishoudelijk kunststofafval in 2013 gedifferentieerd te monitoren, gebruikmakend van een in samenspraak met de recyclingsector op te stellen differentiatiemodel,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 103 (28694).
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Overigens is de ChristenUnie uiteraard nog steeds van mening dat het afschaffen van statiegeld geen goed idee is. Ik zou graag bij deze discussie blijven, maar ik moet nu naar een AO over voedsel. Mijn beleidsmedewerker luistert mee naar de reactie van de staatssecretaris.
De heer Van Gerven (SP):
Voorzitter. Ik dien de twee volgende moties in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat mensen kleding inleveren om daarmee een goed doel te dienen en dat ingeleverde kleding daarom een andere benadering verdient dan overige fracties van huishoudelijke afval;
overwegende dat het in het kader van een goede inzameling van gebruikt textiel van belang is dat mensen tweedehandskleding en textiel niet zien als afval, maar als de moeite waard om in een zo goed mogelijke staat aan te bieden voor recycling;
van mening dat tweedehandskleding die wordt ingezameld via charitatieve inzamelstructuren geen afval is;
verzoekt de regering, het Landelijk afvalbeheersplan 2009–2015 (LAP) zodanig te wijzigen dat de status van afval vervalt voor textiel dat wordt ingezameld via charitatieve instelling en/of tweedehandskledingwinkels met als doel te worden hergebruikt of gerecycled,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gerven en Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 104 (28694).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering, de niet in werking zijnde artikelen 8 tot en met 11 van het Besluit beheer verpakkingen, die verplichten tot statiegeld, te handhaven tot in 2014 de resultaten bekend zijn van de monitoring van de Raamovereenkomst verpakkingen, en hierover met de Tweede Kamer is gesproken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gerven en Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 105 (28694).
De heer Remco Dijkstra (VVD):
Voorzitter. Tijdens het algemeen overleg over grondstoffen en afval kreeg ik het gevoel dat de VVD op dit vlak op dezelfde lijn zit als het kabinet. Dat is niet toevallig. Ik hoop dat ik de VVD-standpunten zal herkennen in alles wat de staatssecretaris nog naar de Kamer gaat sturen. Ik denk daarbij aan de duurzaamheidsagenda en aan milieu- en klimaatdoelen. De staatssecretaris heeft beloofd de Kamer hierover stukken te sturen. Daarin wordt ongetwijfeld aandacht besteed aan de vijf toetsingscriteria van Dijkstra. Ik zie aan haar gezicht dat de staatssecretaris dat herkent; ik hoef ze niet meer op te noemen.
Nederland wordt schoner dan ooit, mede dankzij liberaal milieubeleid. Tijdens de behandeling van de begroting sprak ik al over het verdwijnen van de problemen rond de zure regen in de jaren tachtig en over de trendsettende invloed van de eerste liberale milieuministers. Zij hebben de gezonde leefomgeving echt op de kaart gezet. Inmiddels zwemt de zalm weer in de Rijn en is de Atlantische steur uitgezet in de Waal bij Nijmegen. Mijn collega de heer Van der Steur twitterde daar al enthousiast over.
Het is dus tijd voor een moderne overheid. Juist daarbij past de Raamovereenkomst verpakkingen. Enerzijds staan daarin de hoogst mogelijke doelstellingen rond hergebruik, en anderzijds wordt daarin gestreefd naar het zo laag mogelijk houden van de kosten. Al mijn vragen die ik in het AO heb gesteld, zijn eigenlijk al beantwoord. De toezeggingen die zijn gedaan, zal ik echter strak in de gaten houden.
Mijn fractie zal tijdens dit VAO geen moties indienen. Ik sluit echter wel af met een indringende oproep aan de vier grote steden om meer werk te maken van inzameling en recycling. Het percentage gerecycled afval moet hoger. Ik vraag de staatssecretaris expliciet om de vier grote steden daartoe aan te sporen. Belangrijke steden als Amsterdam en Rotterdam kunnen niet achterblijven terwijl de rest van Nederland hiervan echt werk maakt. Deze steden dienen, met zo veel ambitieuze bestuurders, hun mooie woorden om te zetten in daden. Zowel het milieu als de portemonnee van de stad is daarbij gebaat. Dit leidt dus tot een win-winsituatie. Milieu en economie gaan daarbij samen.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter. We moeten zuinig zijn op de grondstoffen die de aarde biedt, want we zijn niet de enigen die daarvan gebruik willen maken. Bovendien moeten we de natuurlijke hulpbronnen sparen vanwege de intrinsieke waarde van de natuur zelf. Daarom doet de Partij voor de Dieren het voorstel om een einde te maken aan de standaardverspreiding van huis-aan-huisdrukwerk. Ik dien daarover twee moties in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de huis-aan-huisverspreiding van drukwerk een grote belasting is voor het milieu en een grote bron van ergernis van veel mensen;
overwegende dat gemeenten en bedrijven veel meer gebruik zouden kunnen maken van digitale mogelijkheden om mensen te informeren;
verzoekt de regering, de standaard huis-aan-huisverspreiding van (reclame)drukwerk te vervangen door een opt-insysteem waarbij mensen alleen folders of krantjes ontvangen als zij daar expliciet om vragen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 106 (28694).
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik merk hierbij nog op dat wij dit met e-mail allang doen. Waarom zou je dat dus niet voor papieren drukwerk kunnen doen?
De volgende motie gaat over de informatieplicht van gemeenten. Voor de huis-aan-huisbladen, waarin gemeenten hun informatievoorziening in de richting van de burgers regelen, moet nog wel iets worden veranderd als wij volledig willen kunnen overstappen op dat opt-insysteem.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat huis-aan-huisbladen meestal ongelezen in de papier- of prullenbak verdwijnen;
constaterende dat huis-aan-huisbladen wettelijk verspreid moeten worden omdat ze ook kennisgevingen van vergunningsaanvragen en gemeentelijke informatie kunnen bevatten en dat burgers deze bladen dus moeilijk kunnen weigeren;
van mening dat gemeenten andere mogelijkheden ter beschikking staan om hun inwoners te informeren over belangrijke zaken;
verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat de gemeentelijke informatievoorziening op een andere manier wordt ingericht dan via huis-aan-huisbladen, waarbij iedereen wel geïnformeerd wordt over belangrijke zaken maar er geen grondstoffen onnodig verspild worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 107 (28694).
De staatssecretaris heeft mij verzocht om een schorsing van enkele minuten.
De vergadering wordt van 10.32 uur tot 10.40 uur geschorst.
Staatssecretaris Mansveld:
Voorzitter. Ik loop de moties langs, te beginnen bij de motie op stuk nr. 96. Ik denk dat het ijkmoment goed is afgesproken in de raamovereenkomst. De methode voor vaststelling wordt verder uitgewerkt in de werkgroep die hiervoor is ingesteld. Verder hebben wij het onafhankelijke kennisinstituut, dat hierover een oordeel zal vellen. De drie betrokken partijen stellen het vervolgens vast. De ontwikkelde methodiek wordt zo veel mogelijk in wetgeving verankerd, zodat de ILT kan oordelen. Verder komt er een onafhankelijke accountantscontrole. Ik heb dit toegezegd naar aanleiding van vragen van de PvdA in het AO van 29 januari. Deze onafhankelijke instantie zal een oordeel vellen over de prestatiegaranties waaruit het ijkmoment bestaat. Ik zie de motie in die zin als overbodig en ik ontraad haar dan ook.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Is er alleen een onafhankelijke controle op de vaststelling van de manier waarop er geijkt wordt? Of wordt de ijking uitgevoerd door een onafhankelijke instantie? De motie bevat nog een tweede verzoek, namelijk om het herziene besluit pas in januari 2015 in werking te laten treden. In de overeenkomst staat dat het besluit herzien zal worden in 2013, maar er staat niets in over de datum van inwerkingtreding. Het lijkt mij logisch dat wij pas bepalingen schrappen als wij bewijs hebben dat het nieuwe systeem goed werkt.
Staatssecretaris Mansveld:
Het nieuwe systeem treedt in werking. Via een onafhankelijke accountantscontrole worden de zaken bij bedrijven vastgesteld. Na die controle kunnen dingen voortgaan. Ik weet niet of er werkelijk behoefte is aan een datum, maar de raamovereenkomst zal ik te allen tijde volgen.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Er zit toch nog wel verschil tussen wat de staatssecretaris al doet en waar in de motie om wordt gevraagd. Dit gaat over de evaluatie op het ijkmoment, de overallevaluatie: wat is de optelsom van al die accountantsverklaringen, van alles wat in de gemeenten gebeurt en van al die verschillende dingen die in de raamovereenkomst staan? Het lijkt mij belangrijk dat wij een overallevaluatie hebben, uitgevoerd door een onafhankelijke partij zodat wij nooit achteraf hoeven zeggen: de evaluatie is niet goed uitgevoerd. Dan krijgen wij weer een nieuwe discussie over wel of geen statiegeld en dat probeer ik te voorkomen.
Staatssecretaris Mansveld:
Voor ons gaat het niet om de evaluatie. Bij de accountantscontrole moet nagegaan worden of de feiten kloppen en de onafhankelijke instantie zal het oordeel vellen over de prestatiegaranties waaruit het ijkmoment bestaat.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
En het tweede punt: de inwerkingtreding per 1 januari 2015?
Staatssecretaris Mansveld:
De raamovereenkomst treedt in werking. De overeenkomst zal stapsgewijs ingevoerd worden. Volgens mij is er geen behoefte aan een extra datum binnen de raamovereenkomst ten behoeve van een "go/no go"-moment. De raamovereenkomst treedt in werking en de stappen binnen de overeenkomst zullen gevolgd worden.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Staatssecretaris Mansveld:
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 97 over het toezicht op de export van elektronica. Er is overleg gaande met producenten en importeurs van apparatuur. Het streven is een systeem op te zetten waarmee apparatuur alleen mag worden afgegeven aan verwerkers die voldoen aan de Europese kwaliteitsstandaarden. Daarmee wordt voldaan aan het eerste verzoek in de motie. Het tweede deel van de motie zit al in de huidige EU-richtlijn apparatuur. De richtlijn verplicht exporteurs immers nu al om te testen of apparatuur werkt en documenten bij te voegen. In die zin is de motie overbodig en ontraad ik haar.
Ik ga door naar de motie van mevrouw Van Tongeren op stuk nr. 98 over fiscale maatregelen. Er zijn al goede afspraken gemaakt met het bedrijfsleven om te komen tot verduurzaming van de hele keten. Het kennisinstituut voert de verduurzamingsagenda verpakkingen uit. Het vergt bovendien een aanpassing van de EU-richtlijn, waarvoor instemming van alle lidstaten nodig is. Dat is niet aan de orde. Ik ontraad dan ook deze motie.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
In deze motie wordt gevraagd om het te onderzoeken. Nu hoeft Nederland niet bij elk onderwerp in EU-verband het voortouw te nemen, maar dit zou wel zo'n onderwerp kunnen zijn. Er staat niet dat het moet, maar er wordt gevraagd om te kijken hoe kan worden bevorderd dat meer gerecycled verpakkingsmateriaal wordt gebruikt. Dat helpt Nederland onmiddellijk om de doelstellingen te halen. Bovendien zit er werkgelegenheid in. Er wordt niet gevraagd om het te regelen, maar om ernaar te kijken om het vervolgens op de Europese agenda te zetten.
Staatssecretaris Mansveld:
Nederland gaat ervoor dat gerecycled verpakkingsmateriaal aantrekkelijker gemaakt wordt. We zijn ook voorloper op dit onderwerp. Het is de kunst om zo goed voor te lopen dat iedereen je volgt en gaat doen wat je wilt. In die zin is dat onze attitude en houding in Europa. Fiscale maatregelen in dit kader worden heel moeilijk, maar het is staand beleid om in de breedte op zoek te gaan naar de stappen vooruit.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
De staatssecretaris zegt dat dit staand beleid is. Dat deel ik met haar. Het onderzoek hoeft niet superbreed te zijn, maar ik vraag om te kijken wat de mogelijkheden zijn, opdat de Nederlandse regering een denkrichting in de handtas heeft om op tafel te leggen in Europa.
Staatssecretaris Mansveld:
Ik heb al eerder gezegd, ook in het AO, dat het voor mij heel belangrijk is dat ik uit het parlement ideeën meekrijg. Zeker op het onderwerp verpakkingen geldt: hoe meer ideeën, hoe meer innovatie. Sommige mensen geloven in de filosofie "duizend bloemen bloeien". In dit geval denk ik: hoe meer ideeën, hoe verder we komen. Ik vind het een stap te ver om onderzoek te doen. Ik heb er geen problemen mee om suggesties en ideeën uit het parlement in te brengen in de brede discussie om gerecycled materiaal aantrekkelijk te maken, ongeacht of die uit grote of kleine partijen komen. Sterker nog, dat heb ik de Kamer ook gevraagd.
De voorzitter:
Wat is uw oordeel over deze motie?
Staatssecretaris Mansveld:
Ik ontraad deze motie vanwege de onderzoekscomponent.
Voorzitter. Ik kom bij de motie-Van Tongeren/Van Veldhoven op stuk nr. 99. De Algemene Rekenkamer geeft aan dat er te weinig aandacht is voor verschillende overdrachtsmomenten van afvalstoffen. Daarvoor hebben we reeds aanvullende acties genomen. Risicovolle stromen waarvoor beschikkingen worden afgegeven, worden nadrukkelijker gevolgd. Daarnaast wordt meer onderzoek gedaan naar de daadwerkelijke verwerkingen van de stromen in andere landen door verificaties bij de autoriteiten in deze landen en door controles na uitvoer door de douane. Met deze activiteiten wordt wat mij betreft nadrukkelijk invulling gegeven aan de zwakheden van het functioneren van de keten, zoals door de Algemene Rekenkamer is aangegeven in de rapportage. Verder onderzoek naar het functioneren heeft geen zin, want we ondernemen juist acties op de zwakke schakels die door de Rekenkamer zijn aangetoond. Ik ontraad derhalve deze motie.
De motie-Van Tongeren/Dik-Faber op stuk nr. 100 gaat over het normadressaat. Vroeger had je Scrabble en tegenwoordig Wordfeud. Ik las het woord en dacht: ik moet heel goed onthouden of het met dubbel d of dubbel s wordt gespeld. Heel veel mensen snappen waarschijnlijk niet goed wat het is. In de motie wordt ervan uitgegaan dat er geen normadressaat is voor de collectieve organisatie, maar dat is wel zo. Het treedt in maart in werking. Ik ontraad daarom deze motie.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Ik heb dit ook even moeten uitzoeken en mij moeten laten uitleggen. Over de vraag hoe we voor handhaving zorgen die echt gaat werken, zijn we al heel lang in debat. De juristen die ik geraadpleegd heb, zeggen dat dit niet voldoende geregeld is. De staatssecretaris zegt dat dit wel zo is. Ik wil mijn motie zeker aanhouden als in een kort briefje uitgelegd kan worden waarom dit met het normadressaat wel geregeld is, want dan ben ik geheel tevreden.
Staatssecretaris Mansveld:
Ik zou niet anders willen dan dat mevrouw Van Tongeren tevreden is. Ik zorg ervoor dat de brief heel snel naar de Kamer wordt gestuurd.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Dan houd ik deze motie aan.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Van Tongeren stel ik voor, haar motie (28694, nr. 100) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Staatssecretaris Mansveld:
De motie op stuk nr. 101 gaat over de verhoging van het percentage recyclaat van petflessen. Binnen de raamovereenkomst worden de hoogst haalbare doelen vastgesteld door een onafhankelijk kennisinstituut. Dat heeft prioriteit. Of het hoogst haalbare 40% is, zal blijken. Ik ontraad deze motie.
Ik ga door met de motie op stuk nr. 102. Er is een werkgroep die zorgt voor een goede monitoring. Ik zie deze motie als ondersteuning van mijn beleid.
Ik kom bij de motie op stuk nr. 103. De monitoren worden uitgewerkt. Op de motie-Van der Werf wordt nog voor 1 april ingegaan. Ik verzoek mevrouw Dik-Faber, die naar een AO moest, de motie aan te houden.
De voorzitter:
Dat is een beetje ingewikkeld. Wij kunnen die motie niet namens haar aanhouden. Ik vraag u dus toch om een oordeel te geven over deze motie. Misschien kan ik u helpen: u kunt de motie aan het oordeel van de Kamer laten of haar ontraden. U hebt uw mening wel gegeven, dus die staat in de Handelingen en komt ook terecht bij de collega die nu afwezig is.
Staatssecretaris Mansveld:
Ik handhaaf mijn tekst op dit punt. Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Misschien kan ik vanuit de CDA-fractie helpen. Mevrouw Dik-Faber heeft mij namelijk gevraagd of ik de motie wilde medeondertekenen, maar zij was daar in alle haast niet meer aan toegekomen. De vele AO's nekken ons soms. Ik wil dit met haar nog wel even bekijken, want het betreft een antwoord op een vraag uit een motie van de CDA-fractie. Wij zijn blij dat er voor 1 april een antwoord komt. Dat zou misschien kunnen leiden tot het aanhouden van de motie. Ik zal dit met mevrouw Dik-Faber overleggen.
De voorzitter:
Dank u wel.
Staatssecretaris Mansveld:
Ik ga door met de motie op stuk nr. 104. De definitie van afval is Europees vastgesteld. Hoewel het de ambitie is om, in ieder geval in de beleving, het woord "afval" niet meer te laten bestaan en het onder het begrip "grondstof" te laten vallen, blijven er zaken die onder de definitie van afval vallen. Zoals ik al zei, is die definitie Europees vastgesteld. Het is niet zomaar mogelijk om als lidstaat een bepaalde afvalstof niet meer als afval te karakteriseren. Wel zal ik in het kader van het uitwerken van de circulaire economie en het steeds meer benoemen van afval als grondstof bezien of ik iets kan doen van wat in de motie wordt gevraagd. Ik kan daar op dit moment geen toezegging op doen en ik kan daar nu niet op vooruitlopen. Daarom ontraad ik de motie, maar wel met deze opmerkingen erbij.
Ik ga door met de motie op stuk nr. 105. De raamovereenkomst bevat deze afspraak. Wat mij betreft staat de raamovereenkomst en blijft deze overeind. Ik ontraad deze motie.
Datzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 106. De afspraken zijn genoemd in de raamovereenkomst. Ik ontraad deze motie. Dit oordeel heb ik al gemotiveerd in het AO.
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 107. Het ministerie van Binnenlandse Zaken gaat over de wijze waarop gemeenten burgers informeren. Of dat op een andere manier zou kunnen en moeten, vraag ik mij ten zeerste af. Misschien treed ik hiermee iets buiten mijn portefeuille. Ik weet niet hoe iedereen het in zijn of haar gemeente beleeft, maar de rol en de functie van huis-aan-huisbladen zijn zo verankerd in de samenleving, dat ik mij afvraag of wij dit zouden moeten willen en hoe snel dit dan is in te voeren. Ik zal het ministerie van Binnenlandse Zaken in ieder geval attenderen op dit verzoek, maar ik ontraad de motie.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik zou het op prijs stellen als de staatssecretaris het eerst even met Binnenlandse Zaken opneemt in plaats van dat zij de motie meteen ontraadt. In de motie wordt gevraagd of de informatievoorziening op een andere manier kan plaatsvinden. Binnenlandse Zaken speelt daarbij een voortrekkersrol. Het lijkt mij prettiger om na overleg met Binnenlandse Zaken de duiding van het kabinet te horen. Ik ben een beetje verbaasd dat de staatssecretaris de motie al ontraadt, zonder dat zij bereid is om met Binnenlandse Zaken in gesprek te gaan.
Staatssecretaris Mansveld:
Ik sla aan op de opmerking dat er geen grondstoffen onnodig verspild mogen worden. Aangezien grondstoffen het onderwerp waren van het algemeen overleg, voel ik mij zeer betrokken bij deze motie en geef ik daarover mijn oordeel. Ik ontraad de motie op stuk nr. 107, maar wel met de opmerking dat ik de inhoud ervan bij Binnenlandse Zaken onder de aandacht zal brengen. Ik ontraad de motie vanwege de geschetste context.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dan hebben we onze standpunten uitgewisseld en blijkt dat het kabinet er nog niet aan toe is om deze slag voor een enorme besparing van grondstoffen te maken. Ik vind het erg jammer dat zelfs de bereidheid om eerst met Binnenlandse Zaken te overleggen ontbreekt. Ik breng de motie in stemming.
Staatssecretaris Mansveld:
Ik ben klaar met mijn beantwoording.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik dank de staatssecretaris, het aanwezige publiek en de overige mensen die hebben meegekeken.
De vergadering wordt van 10.56 uur tot 11.07 uur geschorst.
Voorzitter: Van Miltenburg
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20122013-49-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.