6 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de fractie van de ChristenUnie geacht wenst te worden tegen het gewijzigd amendement-Agema (33062, stuk nr. 20) te hebben gestemd.

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor om het debat over de uitkomsten van de Europese top van 18 oktober 2012 en het debat over de Nederlandse inzet bij en het mislukken van de Eurotop van de agenda af te voeren.

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op maandag 15 april van 10.00 uur tot 17.00 uur, van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de toekomst van de ontwikkelingssamenwerking.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Bashir.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Er is vandaag een rapport verschenen van Panteia en Significance waarin wordt ingegaan op de maatschappelijke effecten van de afschaffing van de ov-studentenkaart. Het gaat daarbij onder andere om verschraling van het aanbod openbaar vervoer, om hogere prijzen en om minder reizigersopbrengsten voor openbaarvervoerbedrijven. Daarover wil ik graag een dertigledendebat voeren met de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.

De voorzitter:

De heer Bashir vraagt steun voor een dertigledendebat.

De heer De Graaf (PVV):

Mijn fractie steunt dat verzoek.

De heer Duisenberg (VVD):

Mijn fractie steunt het verzoek niet. In het rapport wordt ingegaan op een situatie die nog helemaal niet is uitgewerkt. Dit kan eventueel worden betrokken bij het AO over de hoofdlijnenbrief. Die brief zal volgende week worden behandeld.

De voorzitter:

Dat kunt u in de procedurevergadering verder regelen.

De heer Schouw (D66):

Mijn fractie sluit zich bij de vorige spreker aan, voorzitter.

De heer De Rouwe (CDA):

Ik steun de aanvraag van een brief waarin het kabinet hierop reageert. Wat mij betreft kan dit worden betrokken bij een van de komende debatten over openbaar vervoer. Volgens mij wordt daarover over ongeveer een week alweer gesproken.

De voorzitter:

Er zijn hierover vandaag ook nog wat schriftelijke vragen gesteld.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Mijn fractie steunt het verzoek.

De heer Mohandis (PvdA):

Mijn fractie steunt het verzoek om een debat niet. Wij kunnen dit uitvoerig bespreken tijdens het AO.

De voorzitter:

Mijnheer Bashir, u hebt voldoende steun voor het houden van een dertigledendebat.

De heer Bashir (SP):

Ik verzoek u om dit debat op de agenda te plaatsen, ook al omdat dit een onderwerp is dat toch ook met de staatssecretaris van I en M moet worden besproken. Het gaat immers over de gevolgen voor het openbaar vervoer.

De voorzitter:

Oké, uw debat wordt nummer 22 op de lijst van aangevraagde dertigledendebatten. Ik adviseer u daarom, om dit ook bij een AO te betrekken.

De heer Bashir (SP):

Ik heb geduld, voorzitter.

De voorzitter:

Het deel van het stenogram dat gaat over de brief, zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Wij hebben gisteren een brief ontvangen waarin de regering schrijft over de derivatenposities van gemeenten, waterschappen, provincies en gemeenschappelijke regelingen. Wij hadden echter gevraagd om een uitsplitsing per gemeente. Er blijken 43 lagere overheden te zijn met een derivatenpositie van 2 miljard. Wij zouden graag willen weten welke gemeenten, provincies en gemeenschappelijke regelingen het betreft. Uit de zin die in de brief staat, kan ik niet heel duidelijk opmaken of het hierbij gaat om een derivatenpositie op een leningenportefeuille van 2 miljard, of dat de nettowaarde van de derivatenpositie 2 miljard positief of negatief is. Iets meer informatie daarover is dus zeker welkom. Verder is er nog één overheid in de brief niet meegenomen, namelijk de centrale overheid. Wellicht kan die ook worden meegenomen in het overzicht. Ik vraag de regering dit overzicht zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen.

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Ik zeg erbij dat het niet onmogelijk is om in de procedurevergadering om zo'n brief te vragen, mijnheer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Dat begrijp ik, voorzitter. Ik heb er hier om gevraagd met het oog op het debat dat al heel lang helemaal bovenaan de lijst staat.

De voorzitter:

Ja, de Kamer wil elke keer allerlei debatten per se direct voeren.

De heer Omtzigt (CDA):

Ja, dat is inderdaad een probleem voor u, voorzitter, dat snap ik wel. Wij veroorzaken dat zelf.

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Vanochtend kwam het bericht tot ons dat het Holland Financial Centre ermee stopt. Nu is men bezig met een belangrijk onderzoek naar brievenbusfirma's in Nederland. Ik wil graag voor het VAO Belastingverdragen, dat gepland stond voor morgen, hierover een brief ontvangen van de staatssecretaris, waarin hij aangeeft wat het stoppen van het Holland Financial Centre betekent voor dit onderzoek. Ik wil deze brief graag ontvangen voor vrijdag om 17.00 uur.

De heer Omtzigt (CDA):

Van het Holland Financial Centre begrijpen we dat het in een andere vorm doorgaat. Ten eerste willen wij van de minister en de staatssecretaris van Financiën weten in welke vorm het dan doorgaat. Of wordt het helemaal afgeschaft? Ten tweede steun voor het verzoek van de heer Klaver, maar ik begrijp dat u het VAO onder tijdsdruk van de agenda af hebt gehaald. Bekijken hoe het onderzoek verder gedaan moet worden, mag dus best een paar dagen beslag hebben. Ten derde vragen wij de regering om de deadline van mei te handhaven, zodat wij hier in ieder geval in mei een onderzoek hebben liggen.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Steun voor het verzoek van de heer Klaver.

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Monasch.

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. De woningmarkt is volop in discussie. Ik heb samen met mijn collega de heer Fritsma vandaag het verzoek ingediend om snel een reactie van het kabinet te krijgen over de onduidelijkheid bij het toewijzen van hypotheken op basis van inkomensgrenzen. Hierover is een brief gekomen van het kabinet. Per 1 januari zou er duidelijkheid komen. Financiën en Binnenlandse Zaken zouden de verantwoordelijkheid nemen voor de criteria. Het is buitengewoon belangrijk voor banken om te weten wie een hypotheek kan krijgen. Het is inmiddels februari en naar ons weten is er nog steeds geen brief verschenen. Wij willen dan ook graag met grote spoed antwoord van het kabinet over de stand van zaken, temeer omdat het debat over de woningmarkt deze maand terecht zo veel aandacht van iedereen vraagt.

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Wilders.

De heer Wilders (PVV):

Mevrouw de voorzitter. Er ligt hier al drie jaar een schitterend initiatiefwetsvoorstel klaar om over te stemmen, namelijk de initiatiefwet raadgevend referendum. Zoals u zich kunt herinneren, heb ik gisteren de heren Samsom en Van Ojik van respectievelijk de Partij van de Arbeid en GroenLinks zo ver gekregen dat ze enthousiast zeiden dat ze het niet alleen zouden steunen als wij hierover snel zouden stemmen, maar ook dat ze voor zouden stemmen. Logisch, want het is hun eigen wet. Mede namens collega Roemer van de SP-fractie wil ik u vragen om het wetsvoorstel zo snel mogelijk, dus aanstaande dinsdag, op de stemmingslijst te zetten.

De voorzitter:

Wilt u iets zeggen, mijnheer Monasch? Het hoeft niet.

De heer Monasch (PvdA):

Alle begrip voor de voortvarendheid van de heer Wilders. Wij zijn de eerste indiener van dit wetsvoorstel. Omdat het voorstel lang en zeker in het licht van deze discussie wellicht te lang is blijven liggen, is het verstandig om zo snel mogelijk bij elkaar te komen en te bekijken of er wetstechnisch zaken moeten worden aangepast. Dan kunnen wij op basis daarvan bekijken of het zo snel mogelijk in stemming kan worden gebracht. Ook wij ervaren de spoed waar de heer Wilders op duidt.

De heer Schouw (D66):

Ik zie een en-enmogelijkheid. Wij kunnen er prima over stemmen aanstaande dinsdag en in de tussentijd overleg voeren met de indieners, voor zover dat nodig is.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek. Als er een blokkade dreigt te ontstaan, wil ik van de indieners weten of het lukt om het dan voor het meireces rond te krijgen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Wat de SGP betreft is het prima als er snel gestemd wordt over die wet, maar dan ook graag en wel allereerst over de motie die destijds bij de behandeling van het wetsvoorstel door mijzelf is ingediend en is meeondertekend door collega's Schinkelshoek, Griffith en Anker. Hierin vragen wij om de wet aan te houden tot er een grondwetswijziging bij de Kamer aanhangig is gemaakt en besproken.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ten aanzien van de vraag van mevrouw Ouwehand: wat mij betreft kan het zeker ruim voor het meireces. Het raadgevend referendum waar de heer Wilders het over heeft, is door de indieners eigenlijk gekoppeld aan het correctief referendum. Ik hoop dat de heer Wilders de indieners even de kans wil geven om met elkaar te overleggen over de vraag of en, zo ja, hoe ze het uit elkaar willen trekken en wat er nog aangepast moet worden. Wat mij betreft kunnen wij dan heel snel na het krokusreces deze wet in stemming brengen. Volgens mij wordt de heer Wilders dan op zijn wenken bediend.

De heer Van Raak (SP):

De indieners hadden eerst een wetsvoorstel gemaakt waarmee overal een referendum over kon worden gehouden, behalve over Europa. Dat hebben ze gerepareerd, mede dankzij de SP. Die reparatie ligt er, dus de auto hoeft alleen nog uit de garage te rijden, waarna hij dinsdag voor de stemmingen voor de deur kan staan.

De voorzitter:

Mijnheer Verheijen, met of zonder nieuwe matten, zou ik bijna zeggen.

De heer Verheijen (VVD):

Als de indieners zo ver zijn, zien wij uit naar het debat en hebben wij zeker niets tegen agendering.

De heer Wilders (PVV):

Nou, voorzitter, misschien naar de collega van de VVD …

De heer Verheijen (VVD):

Ik bedoel: zijn wij klaar voor de stemming. Excuus, mijnheer Wilders. Wij zijn er klaar voor als de indieners er klaar voor zijn. Laat maar komen.

De heer Wilders (PVV):

Je zou er uit jezelf eens klaar voor zijn. Dat zou toch te gek voor woorden zijn.

Het voorstel van de heer Schouw – zijn partij is een van de indieners van het wetsvoorstel – is van de drie indieners het meest sympathiek, namelijk: we stemmen dinsdag en in de tussentijd kunnen de drie initiatiefnemers met elkaar overleg voeren. Zij moeten er dan maar uit zien te komen. We gaan dan dinsdag stemmen. Als dat anders is, horen we dat voor dinsdag.

De voorzitter:

Ik heb even zitten tellen. Volgens mij is er een meerderheid om na het krokusreces te stemmen.

De heer Wilders (PVV):

Volgens mij niet. Als mijn voorstel niet leidt tot een ander verhaal, is dat het voorstel dat wordt gesteund. Dus dinsdag, tenzij we voor die tijd anders horen.

De voorzitter:

Dan zal ik het dinsdag op de stemmingslijst plaatsen.

De heer Monasch (PvdA):

We hebben mede namens twee van de drie indieners gevraagd om zorgvuldigheid in dezen. Het collegiale verzoek aan de heer Wilders is om hen even de tijd te geven om dat te regelen. Het is al te lang blijven liggen. We kunnen het dan meteen na de krokusvakantie verder afhandelen.

De heer Omtzigt (CDA):

Het siert de heer Monasch dat hij langer de tijd wil hebben voor de behandeling van een wetsvoorstel. Dat zou op andere momenten ook eens moeten gebeuren. Even afgezien hiervan zouden we volgende week donderdag kunnen stemmen. Dan is er genoeg tijd voor overleg. Donderdag vinden sowieso stemmingen plaats. Ik kan mij voorstellen dat het anders even te kort door de bocht is. Dan zijn we er toch.

De heer Wilders (PVV):

Het lijkt mij een heel constructief voorstel om niet na het krokusreces en niet volgende week dinsdag te stemmen, maar volgende week donderdag. De initiatiefnemers hebben dan precies een week de tijd.

De voorzitter:

Ik ga mij daarvoor inspannen.

De heer Wilders (PVV):

Nou, voorzitter …

De voorzitter:

Laat ik dit zeggen, mijnheer Wilders. Het gaat om een initiatiefwetsvoorstel. Het is zeer gebruikelijk in dit huis dat we heel veel rekening houden met wat de initiatiefnemers daarover te zeggen hebben. In dit geval zeggen zij: we gaan ons inspannen om het zo snel mogelijk te doen, maar we kunnen niet garanderen dat het dinsdag al kan. Dat is gebruikelijk vanuit collegiaal oogpunt. Zij hebben er heel hard aan gewerkt om het initiatiefwetsvoorstel te maken. Het kan dan binnenkort in stemming komen. Ik stel voor dat u mij even de ruimte geeft om daarover te spreken met hen. Het geluid uit de Kamer is ook helder dat het zo snel mogelijk moet gebeuren.

De heer Wilders (PVV):

Nee, voorzitter. Met alle respect, wij doen hier niet wat u wilt. Wij doen hier wat de Kamer wil. U bent daar, met alle respect, slechts dienstbaar aan.

De voorzitter:

In dat geval vraag ik de hele Kamer om zich opnieuw en duidelijk, en dus niet in debatvorm, uit te spreken over het wel of niet in stemming brengen van het initiatiefwetsvoorstel volgende week donderdag.

De heer Omtzigt (CDA):

Steun. Indien de indieners het nodig …

De voorzitter:

Dat is wat ik wilde weten.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun, maar wel graag voorafgaand aan de stemming over het wetsvoorstel de stemming over de motie op stuk nr. 34, die ik zo-even noemde.

De heer Verheijen (VVD):

Steun, mits er steun is bij de iniatiefnemers.

De voorzitter:

U steunt wat de initiatiefnemers zeggen.

De heer Verheijen (VVD):

Correct.

De heer Klaver (GroenLinks):

Steun voor het voorstel. Op deze manier hebben wij toch tijd om te kijken wat er gerepareerd kan worden. Ik zie geen obstakels, maar mochten die er wel zijn, dan zien we elkaar volgende week hier en zullen we uitleggen wat er aan de hand is. Maar donderdag is in principe prima.

De heer Van Raak (SP):

Van harte steun.

De heer Monasch (PvdA):

Steun voor het verzoek voor stemmingen volgende week donderdag.

De voorzitter:

Ik heb een meerderheid, maar ik maak het nog even af.

De heer Schouw (D66):

Donderdag.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Volle steun.

De heer Segers (ChristenUnie):

Steun om op donderdag te stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Wilders (PVV):

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Het gaat toch fijn als de leden zo duidelijk zijn. Hiermee is er een einde gekomen aan de regeling.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven