7 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de PVV-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Bontes tot lid in plaats van het lid De Roon en het lid Fritsma tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Bontes.

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in de commissie voor de Werkwijze het lid Neppérus tot lid in plaats van het lid Elias.

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de brief van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake een parlementair behandelvoorbehoud bij het EU-voorstel Richtlijn Tabaksproducten (COM (2012) 788) (33522, nr. 1).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde, de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 29389-40; 29389-41; 33400-IV-17; 33174-(R1974)-13; 32127-165; 29984-327. Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda het VAO Bankenunie naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 24 januari met als eerste spreker het lid Merkies van de SP.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Segers.

De heer Segers (ChristenUnie):

Voorzitter. Namens mijn collega Voordewind wil ik graag uitstel vragen van het debat over de Regeling langdurig verblijvende kinderen. Dit is het eerste deel van mijn verzoek, omdat mijn collega Voordewind in het buitenland is en hij er zeer bij betrokken is.

Het tweede deel van mijn verzoek is om de uitwerking van die regeling in het Wijzigingsbesluit Vreemdelingencirculaire naar de Kamer te sturen, zodat het kan worden betrokken bij het debat daarover.

De voorzitter:

Het verzoek is uitstel van een debat waarvan vorige week nog – ik moet het even erbij zeggen – door de voorzitter van de commissie is gevraagd om het voor deze week te plannen, met het nadrukkelijke verzoek aan mij om dat te doen vanwege een datum.

De heer Schouw (D66):

Mijn fractie zal het verzoek steunen, want het is belangrijk om het apart te bespreken. Voorts ben ik het ook met u eens dat het verzoek vorige week niet zo indringend aan u gedaan had mogen worden.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Schouw.

Mevrouw Arib (PvdA):

Dat verzoek is via de mail gedaan ...

De voorzitter:

Plenair!

Mevrouw Arib (PvdA):

Nee, niet plenair, maar in de vaste commissie. Dat hebben wij gesteund.

De voorzitter:

Vorige week bij de regeling van werkzaamheden heeft de voorzitter van de commissie, van uw partij, dat hier aangevraagd. Vandaar dat ik dat zo opmerkte. Maar steun voor het verzoek, begrijp ik van mevrouw Arib.

De heer Azmani (VVD):

Ik hoor uw opmerking goed, maar gezien de situatie van de heer Voordewind steunen wij de verzoeken van de ChristenUnie.

De heer Fritsma (PVV):

Aannemende dat er niets in werking treedt voordat de Kamer deze kwestie heeft behandeld en voordat erover gestemd is, steun ik het verzoek. Hoe later dit vreselijke generaal pardon in werking treedt, hoe beter in de ogen van de PVV-fractie, en het liefst natuurlijk helemaal niet.

De heer Van Hijum (CDA):

Uiteindelijk zal ik ook het verzoek steunen met de voorwaarde die de heer Fritsma noemt. Ik heb wel begrip voor persoonlijke overwegingen die zoiets in de weg kunnen staan, maar het is soms ook een kwestie van prioriteit. Dat moeten wij ook als commissie zelf een beetje scherp houden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Met nadruk niet aansluitend bij de woorden van de PVV steun ik het verzoek van de ChristenUnie. Ik steun ook de opmerking van D66.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Steun voor het verzoek van de ChristenUnie en voor de ChristenUnie alleen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet, inclusief de opmerking dat er geen onomkeerbare besluiten worden genomen. Hiermee gaat het debat van de agenda af. Er komt een nader schema naar de Kamer en wij bekijken wat wij in dat gat kunnen inplannen.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. In de voorbereiding op de bezuinigingen van Rutte II op de thuiszorg was al bekend geworden dat vele thuiszorgmedewerkers in Amsterdam geen vast contract zouden krijgen. Nu heeft ons het bericht bereikt dat 1.500 mensen in dit voorjaar ontslagen zullen worden ter voorbereiding op de bezuinigingen. Ik wil daarover graag het debat voeren, niet alleen met de staatssecretaris verantwoordelijk voor de thuiszorg, maar ook met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De voorzitter:

Het verzoek is om een debat.

Mevrouw Agema (PVV):

Op zichzelf zou ik een debat graag steunen, zij het dat het stuk nog niet beschikbaar is. Het zou in het Parool staan, maar het is er nog niet. Ik heb ook contact gehad met de redactie. Ik kan niet steunen wat ik niet gelezen heb.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Er was eerder zelfs sprake van nog hogere aantallen banen die verloren zouden gaan, dus steun van GroenLinks voor het verzoek.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Geen steun voor het debat, eerst een brief.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Kortheidshalve geen steun voor het debat.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Geen steun voor een debat, maar wel voor een brief met uitleg van het kabinet.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Graag eerst duidelijkheid in een brief. Daarna bekijken wij of een debat nodig is.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het debat.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, u hebt geen steun van de meerderheid voor een debat.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik kom terug bij de Kamer zodra de brief beschikbaar is. Ik ga ervan uit dat die er zo snel mogelijk komt. De staatssecretaris is vrij duidelijk geweest over eventuele voorbereidingen in de vorm van ontslagen. Die zouden niet mogen plaatsvinden.

De voorzitter:

Dit gedeelte van het stenogram zal worden doorgeleid naar het kabinet. Het woord is aan mevrouw Leijten voor een tweede verzoek.

Mevrouw Leijten (SP):

Vorige week woensdag hebben wij bij de regeling gevraagd om snelle beantwoording van de vele Kamervragen over de gevolgen van de vermogensinkomensbijtelling in de AWBZ. Die antwoorden zijn net binnengekomen. De staatssecretaris geeft daarin aan dat hij graag het gesprek met de Kamer aangaat over de ongewenste effecten. Ik verzoek om een debat over de ongewenste effecten van de vermogensinkomensbijtelling in de AWBZ.

Mevrouw Agema (PVV):

Wij steunen dat verzoek.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Steun uiteraard, maar ik vraag daarbij om zo spoedig mogelijke beantwoording van de vragen van de CDA-fractie, in ieder geval ruimschoots voor het debat.

Mevrouw Bergkamp (D66):

D66 steunt het voorstel voor het debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het voorstel ook.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Steun voor het debat.

De heer Van 't Wout (VVD):

Steun.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, u hebt steun voor dit debat. Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Ik zal het debat inplannen met spreektijden van vier minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Monasch.

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. Niet alleen in het AD, maar ook op tal van andere plekken bereiken ons berichten dat sprake is van een toenemend aantal huisuitzettingen als gevolg van de economische crisis. Ik denk dat wij het er hier snel over eens zijn dat wij dat in een beschaafd land tot het uiterste beperkt willen zien. Wij staan kopers en huizenbezitters bij door de restwaarde langer aftrekbaar te stellen. Wij staan deze mensen ook bij door, als zij met een tweede huis blijven zitten, dat langer aftrekbaar te laten zijn. Maar dit dreigt zich nu ook te voltrekken op de huurmarkt, waar de economische crisis natuurlijk even hard speelt. Ik verzoek om een debat hierover met de minister, voorafgegaan door een brief. Herkent hij deze ontwikkeling, zijn de uitzettingen het gevolg van economisch beleid en heeft hij nadere afspraken met de verhuurders gemaakt om dit tot een minimum te beperken ten tijde van economische crisis?

De heer Fritsma (PVV):

Wij steunen dit verzoek, want de gebeurtenissen bewijzen bij uitstek dat de huren omlaag moeten, wat de PVV wil, in plaats van omhoog, wat de PvdA wil.

De heer Knops (CDA):

Het is een belangrijke problematiek waar wij aandacht voor moeten vragen en waar wij een debat over moeten voeren. Steun daarvoor. De CDA-fractie heeft Kamervragen gesteld over onder andere executieveilingen en de NHG, die raken aan dit dossier. De minister heeft toegezegd die vragen voor 18 februari te zullen beantwoorden. Ik wil de antwoorden hebben voordat wij het debat houden.

De voorzitter:

Maar u steunt het verzoek om een debat wel.

De heer Knops (CDA):

Ja, in die volgorde. Het heeft geen zin om een debat te voeren zonder antwoorden op vragen te hebben.

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor het debat.

De heer Verhoeven (D66):

Wat D66 betreft ook steun voor het debat, maar eerst even een brief, zodat wij weten waarover wij praten.

Mevrouw Visser (VVD):

Eerst de brief afwachten, maar wat ons betreft steun voor de brief en eventueel het debat. De heer Monasch refereerde aan het AD, waarin het met name ging over de Federatie Opvang en de koppeling met de jeugdzorg. Ik vraag de verantwoordelijke bewindsman om in de beantwoording van de vragen in te gaan op de relatie en op de betekenis voor het beleid.

De voorzitter:

Eventueel steun voor het debat, betekent dat wel steun of geen steun?

Mevrouw Visser (VVD):

Wel steun.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor de brief en steun voor het debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks voor brief en debat.

De voorzitter:

Ik hoor een brede steun voor een debat, met een brief met de antwoorden op de vele vragen die zijn gesteld. Ik zal het gehele stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Wij wachten de beantwoording van de brief af. Als die er is, zal ik het debat inplannen met een spreektijd van vier minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Roemer.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Het kabinet pleegt een financiële aanslag op onze ouderen: pensioen- en AOW-gat, hogere eigen risico's, de huurverhoging, de Wet uniformering loonbegrip en ga zo maar door. Ouderen beginnen nu daadwerkelijk in de gaten te krijgen wat zij allemaal voor de kiezen krijgen. Dat is niet mals en het gaat maar door en door.

Op de agenda van deze week staat een aantal debatten waarin dit uitvoerig aan de orde gaat komen. Het eerste is morgenochtend vroeg. Ik wil daarom vanavond nog een brief van de minister-president ontvangen waarin hij ingaat op drie vragen. De eerste vraag is wat de effecten zijn van alle maatregelen van zowel Rutte I als Rutte II die de koopkracht van ouderen betreffen. De tweede is of de minister-president en het kabinet bereid zijn om compenserende maatregelen te nemen om een en ander te repareren. De derde vraag aan de minister-president is of dit nu is wat het kabinet bedoelt met het eerlijke verhaal, of dit nu is wat de minister-president voorheeft met onze ouderen die zich op geen enkele manier hebben kunnen voorbereiden en dit niet hadden kunnen voorzien en of dit nu de samenleving is waar de minister-president voor staat. Ik wil die brief graag vanavond nog hebben, zodat deze in het debat van morgenochtend kan worden meegenomen.

De voorzitter:

Het verzoek is een brief over de genoemde onderwerpen, vanavond nog te ontvangen.

De heer Van Vliet (PVV):

Vorige week heb ik exact dezelfde brief aan staatssecretaris Klijnsma gevraagd, dus zeker steun voor deze brief. Kan dan ook in die brief over lastenverzwaring van het kabinet worden vermeld wanneer het die maatregel weer gaat intrekken? Dat zou ik zeer waarderen.

De heer Roemer (SP):

Goed idee!

De heer Heerma (CDA):

Ik steun het verzoek.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks voor het verzoek.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Vorige week is inderdaad al een vergelijkbare brief aangevraagd. Ik stel voor om die twee brieven samen te voegen zodat wij vanavond alle informatie hebben voor het debat van morgen. Een brief vragen is uiteraard altijd goed.

De heer Krol (50PLUS):

Steun voor de brief, maar liever nog een uitgebreid debat.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Volgens mij is de brief die de heer Van Vliet vorige week heeft aangevraagd binnen. Die hebben wij vanmorgen allemaal ontvangen. Ik stel voor om die brief toe te voegen aan de agenda van het debat van morgen, want dan hebben we een debat minder op het lijstje en kunnen wij die onderwerpen tegelijkertijd behandelen. Het lijkt mij prima als alle overige informatie ook wordt geleverd. Ik heb wel de indruk dat de laatste twee vragen die de heer Roemer stelde meer in het debat thuishoren dan in een brief, zodat wij daar live over kunnen discussiëren.

De voorzitter:

Steunt u het verzoek om een brief met informatie die nog niet beschikbaar is?

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ja. Voor zover er informatie nog niet is – volgens mij hebben wij al heel veel – is dat prima.

De heer Koolmees (D66):

Steun van D66 voor het verzoek om een brief. Ik zou graag, als toevoeging, zien dat er een vergelijking met de werkenden in wordt meegenomen, dus het verschil tussen ouderen en werkenden wat betreft de koopkracht.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Een verzoek om informatie steunen wij altijd. Ik steun ook de suggestie om morgen in het debat in elk geval vast de brief over het wetsvoorstel Wet uniformering loonbegrip mee te nemen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mijnheer Roemer, er is steun voor het verzoek om een brief. Wij zullen het uitgebreide stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Roemer (SP):

Ik zie uit naar de brief van de minister-president.

De voorzitter:

Wij zullen de brief die de heer Van Vliet vorige week heeft aangevraagd toevoegen aan de agenda van het debat van morgenochtend, het dertigledendebat over de recent door het Nibud gepubliceerde cijfers over de koopkrachtontwikkeling.

Voordat wij gaan stemmen, zijn er enkele verzoeken voor wijzigingen op de stemmingslijst. Ik geef daartoe als eerste het woord aan de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik zou graag de moties willen aanhouden op nrs. 95, 96 en 97 (33400-XIII).

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Klaver stel ik voor, zijn moties (33400-XIII, nrs. 95, 96 en 97) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Mede namens mevrouw Thieme deel ik u mee dat wij een aantal moties onder punt 5 willen aanhouden. Het betreft de moties op nrs. 101, 114, 115, 117 en 118 (33400-XIII).

De voorzitter:

Op verzoek van het lid Thieme stel ik voor, haar moties (33400-XIII, nrs. 101 en 114 aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van het lid Ouwehand stel ik voor, haar moties (33400-XIII, nrs. 115, 117 en 118) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Ik ben hopelijk nog net op tijd. De moties op stuk nrs. 83 en 84 (33400-XIII) worden nog gewijzigd. Ik wil die graag aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Jacobi stel ik voor, haar moties (33400-XIII, nrs. 83 en 84) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

In deze stemmingslijst is elke vandaag aangehouden motie mij dierbaar.

Naar boven