11 Mali

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 16 januari 2013 over de Raad Buitenlandse Zaken over Mali.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Wij hebben gisteren gesproken over de situatie in Mali en de rol die Nederland daarbij speelt. De motie die ik indien, gaat daarover.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het verloop van de strijd in Mali volstrekt ongewis is en dat het in potentie op een langdurig, uitzichtloos conflict uitloopt;

van mening dat moet worden voorkomen dat Nederland hierin verwikkeld raakt;

constaterende dat Frankrijk de regering heeft verzocht transportvliegtuigen ter beschikking te stellen ter ondersteuning van de Franse militaire activiteiten in Mali;

van mening dat de Tweede Kamer onvoldoende geïnformeerd is over de implicaties van dit verzoek, waaronder de duur, de omvang, de bestemming en de lading van de transportvliegtuigen;

tevens constaterende dat een zorgvuldige veiligheidsanalyse ontbreekt;

verzoekt de regering, geen steun te verlenen aan de Franse militaire activiteiten zolang onduidelijkheid bestaat over bovengenoemde punten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1210 (21501-02).

De tweede spreker op mijn lijstje is mevrouw Bonis, maar zij is hier nu niet aanwezig. Zij krijgt geen bonus. Ik zie ook niemand van haar fractie hier. Ik constateer daarom dat hiermee een einde is gekomen aan de eerste termijn van de Kamer. Ik geef het woord aan de minister van Defensie voor haar reactie op de ingediende motie.

Minister Hennis-Plasschaert:

Voorzitter. Wij hebben gisteravond inderdaad met elkaar van gedachten gewisseld over de situatie in Mali en over het European Air Transport Command in Eindhoven. Ik heb gisteravond duidelijk aangegeven dat het gaat om een logisch gevolg. Het verzoek van de Fransen is een heel logisch gevolg van de samenwerking die aangegaan is in het jaar 2010, waarover de Kamer toen uitgebreid is geïnformeerd. Het gaat niet om militaire bilaterale steun maar simpelweg over een logisch gevolg van de eerder aangegane samenwerking. Ik ontraad derhalve het aannemen van de motie. De mededeling over het besluit om gewoon opvolging te geven aan de eerder aangegane samenwerking valt onder de algemene informatieplicht aan de Kamer. Er is echter geen sprake van inzet van militairen in een crisisbeheersingsoperatie. Ook dat moet duidelijk zijn. In dat geval zou een andere informatieplicht en een toetsingskader gelden. Daarvan is hier geen sprake. Ik kan dat niet genoeg benadrukken. Onze militairen vliegen ook niet naar het crisisgebied. Het gaat om één vlucht van een KDC-10, richting Tsjaad of Senegal.

De heer Jasper van Dijk (SP):

In de brief van de regering staat dat het kabinet ermee instemt dat het EATC ook Nederlandse vliegtuigen inzet voor transportvluchten en dat het vooralsnog geen vluchten naar Mali zelf betreft maar naar buurlanden. Dat woordje "vooralsnog" betekent dat de mogelijkheid wordt opengehouden dat er ook vluchten naar Mali gaan. Deelt de minister die mening?

Minister Hennis-Plasschaert:

Er staat inderdaad het woordje "vooralsnog". Wij hebben daarover gisteravond ook van gedachten gewisseld, juist met het oog op de precieze werking van het EATC in Eindhoven. Mali is groot. Mali is niet verklaard tot één groot crisisgebied. Wij hebben aangegeven dat het verzoek voor de vlucht is beperkt tot Tsjaad of Senegal. Als het verzoek wordt gewijzigd naar een bestemming die meer in de buurt ligt van het crisisgebied, dan zal ik conform de informatieplicht van dit kabinet aan het parlement informatie doen toekomen.

De voorzitter:

Hiermee is een einde gekomen aan het VAO over Mali. Stemming over de ingediende motie vindt plaats over twaalf minuten

De vergadering wordt van 16.52 uur tot 17.05 uur geschorst.

Naar boven