9 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik benoem in de klankbordgroep kosten en effecten klimaat- en energiebeleid het lid Dibi tot lid in plaats van het lid Braakhuis.

Op verzoek van het lid Ouwehand stel ik voor, haar motie op stuk 29683, nr. 85 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Ik benoem in de tijdelijke commissie Huizenprijzen het lid Van Gent tot lid.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO administratieve lasten en care, met als eerste spreker het lid Leijten van de SP;

  • - het VAO huurprijsherziening ligplaatsen woonboten, met als eerste spreker het lid Van der Werf van het CDA.

Mevrouw Van der Werf (CDA):

Voorzitter. Ik verzoek om het VAO over de liggelden van woonboten snel in te plannen, omdat de staatssecretaris de bewoners een ultimatum heeft gesteld, waarin dit VAO een rol kan spelen.

De voorzitter:

Wij zullen daar rekening mee houden.

Ik stel verder voor toe te voegen aan de agenda het VAO woningbouw, met als eerste spreker het lid Monasch van de PvdA.

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Ik verzoek u, dit VAO zo snel mogelijk te plannen.

De voorzitter:

Als daar geen bezwaar tegen is, gaan we dat doen.

Ik stel verder voor, toe te voegen aan de agenda het VAO voedselprijzen en voedselspeculatie, met als eerste spreker het lid El Fassed van GroenLinks.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Bashir van de SP-fractie.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Afgelopen zaterdag meldde De Telegraaf dat er bij de Amsterdamse stadsvervoerder GVB mogelijk miljoenen verdwenen zijn door fraude. Ik wil graag een debat hierover aanvragen met de minister van Infrastructuur en Milieu. Voorafgaand aan het debat wil ik graag een brief waarin de minister reageert op het artikel, aangeeft wat ze van plan is te gaan doen, en met name op de volgende punten ingaat: de bewering dat er bij het ov-chipkaartproject geld verdwenen zou zijn, de bewering dat de toenmalige raad van bestuur onder leiding van de huidige ov-chipkaartdirecteur volledig op de hoogte was van de mogelijke fraude, de mogelijke vriendendiensten en de peperdure betalingen, maar dat die niet ingreep, en de vraag waarom de betrokkenen bij de mogelijke fraude nog niet op non-actief zijn gezet tot het onderzoek meer duidelijkheid heeft gegeven. Wat de SP-fractie betreft, wordt ook de directeur van het ov-chipkaartbedrijf TLS op non-actief gezet.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik steun nog niet alle conclusies van de heer Bashir. Een brief waarin de minister kan aangeven wat haar mening hierover is, is prima. Daarna kunnen wij bezien of een debat nodig is, maar ik zou liever een algemeen overleg houden, want anders gaat het eindeloos duren voordat we er überhaupt over komen te spreken.

De heer Verhoeven (D66):

Ik ben het eens met het voorstel van GroenLinks. Een brief en een AO hebben onze voorkeur.

De heer Monasch (PvdA):

Eerst maar een brief en daarna bepalen we hoe we verdergaan.

De heer Aptroot (VVD):

Bij de VVD zijn we op de juiste weg. De Amsterdamse VVD-fractie heeft al gezegd dat de onderste steen boven moet komen en dat we alles willen weten, maar tegen een brief hebben we geen bezwaar. Dan kunnen we hier nog eens lezen wat er allemaal in Amsterdam gebeurt met zo'n monopolistisch overheidsbedrijf.

De heer De Jong (PVV):

In de artikelen zijn ernstige gegevens naar voren gekomen. Ik geef graag steun aan een brief, en vervolgens, als het nodig zou zijn, aan een snelle behandeling in een AO, want dan is daar ook alle ruimte voor.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Bashir (SP):

Dank voor de steun voor de brief. Ik wil er wel aan toevoegen dat ik er geen conclusies aan heb verbonden. Ik heb gesproken van mogelijke fraude. Ik ben het dus niet eens met die woorden van mevrouw Van Gent.

De voorzitter:

Waarvan akte. Het stenogram wordt doorgeleid.

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. De rechtbank in Groningen heeft een fout gemaakt met het aanwijzen van rechters voor economische strafzaken in de economische strafkamers. Er is daardoor in ieder geval al één geval niet-ontvankelijk verklaard door het gerechtshof in Leeuwarden. Ik zou hierover graag opheldering willen in een brief van de minister van Veiligheid en Justitie.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Gisteren kwam de Nationale ombudsman met het rapport Geen gehoor bij de IGZ, over de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De minister kondigde direct een onderzoek aan. Dat is natuurlijk goed, maar toch wil ik de Kamer voorstellen om snel een debat te houden. De inspectie liegt namelijk over een zaak van een chirurg waar zij wel van heeft geweten. Dat was gisteren te zien bij Radar. De Ombudsman constateert dat mensen niet meer weggestuurd moeten worden met het argument: uw geval is een incident. Ik weet niet zeker of dat nu al beleid is. Ik wil dat wel graag afspreken met de minister. Ik stel dus voor om snel een debat te houden. Ik doe dit verzoek mede namens collega Bouwmeester van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun van GroenLinks voor het verzoek.

Mevrouw Straus (VVD):

Geen steun voor dit verzoek. Wij steunen wel een debat, maar niet nu. De minister heeft in de brief duidelijk aangekondigd momenteel twee onderzoeken in te hebben gesteld over de IGZ. Wij komen daar na de zomer op terug. Laten we dan uitgebreid over dit punt debatteren.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Ik wil ook wachten op de onderzoeken die de minister heeft aangekondigd.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Op zichzelf steun ik het verzoek om een debat. Ik kan mij voorstellen dat wij deze week nog naar aanleiding van de uitzending van gisteren een reactie van de minister krijgen, zodat wij kunnen bekijken of we alsnog voldoende steun voor een debat kunnen organiseren.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ik sluit mij aan bij D66 en de VVD.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

De ChristenUnie vindt een debat op dit moment niet zo'n goed idee. Ook wij wachten liever eerst de onderzoeken af. Na de zomer kunnen wij dan erover doorspreken.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, u hebt geen steun voor een debat. Het lijkt mij overigens niet ongebruikelijk dat een rapport van de Ombudsman onderwerp van gesprek is bij de procedurevergadering en dat dan in de commissie bekeken wordt of het nodig is om daar een algemeen overleg over te voeren.

Mevrouw Leijten (SP):

Ja, maar de minister gaat naar het buitenland. Zij is nog twee weken in het land. De SP hecht eraan om voor die tijd wel met de minister gewisseld te hebben dat mensen nu niet weg moeten worden gestuurd met het argument: het is een individueel geval, een incident; wij doen er niets mee. Het is een van de belangrijkste conclusies van de Nationale ombudsman dat dit een fout is in de werkwijze van de inspectie. Laten we, zoals mevrouw Ouwehand voorstelde, de minister vragen om een reactie op dat verzoek. Ik wil ook weten wat de minister gaat doen met het feit dat de inspectie in januari nog loog over haar kennis over een falende chirurg, wat heeft geleid tot medische schade bij mensen.

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Leijten (SP):

Dan kunnen we volgende week verder bekijken wat we doen.

De voorzitter:

Prima. Ik zal het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan mevrouw Karabulut, die ik echter niet zie. Ah, mijnheer Jansen. Dat ziet er opeens anders uit!

De heer Paulus Jansen (SP):

Voorzitter, mijn excuus. Ik ben een stuk minder charmant dan mevrouw Karabulut, maar ik doe mijn best.

Mevrouw Karabulut verzoekt om uitstel met een week van de behandeling van het wetsvoorstel inzake huurverhoging op grond van inkomen (33129). Het argument daarvoor is dat aanstaande donderdag de uitspraak is in het kort geding tegen de Staat in verband met het wetsvoorstel. Het lijkt de SP-fractie beter om die uitspraak af te wachten.

De voorzitter:

Voordat ik een ronde doe, geef ik de Kamer ter overweging mee dat we, als we de behandeling uitstellen, voor het meireces niet meer aan dit debat toekomen vanwege de volle agenda.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat nemen we dan maar op de koop toe. GroenLinks steunt het verzoek.

Mevrouw De Boer (VVD):

U geeft precies de reden, mevrouw de voorzitter. Wij willen geen uitstel van de behandeling van dit wetsvoorstel, omdat het dan niet meer aan de orde zal komen voor het meireces.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek.

De heer Verhoeven (D66):

De privacy rond deze maatregel is nog niet goed geregeld. Dan wordt het maar wat later. In dit stadium steunen wij het verzoek van de SP-fractie.

De heer Lucassen (PVV):

Geen steun voor het verzoek.

De heer Monasch (PvdA):

Steun voor het verzoek. Dan moet de herziene Woningwet maar iets later behandeld worden; dan kunnen we het volgende week of de week erna bespreken.

De heer Van Bochove (CDA):

Geen steun voor het verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Omdat ik voorzie dat er anders voortdurend heropeningen van het debat zullen worden aangevraagd, lijkt het mij handiger om nu in te stemmen met het voorstel om het debat uit te stellen tot alle relevante informatie bekend is.

De voorzitter:

Mijnheer Jansen, een meerderheid van de Kamer steunt u niet.

De heer Paulus Jansen (SP):

Ik hoor het, voorzitter. Wellicht kunnen we nog bekijken hoe laat de uitspraak donderdag is, waarna er in de agenda van donderdag iets geschoven kan worden. Ik zou me kunnen voorstellen dat het op die manier mogelijk is om er toch rekening mee te houden.

De voorzitter:

De stemmingen zijn in ieder geval daarna.

De heer Paulus Jansen (SP):

Ja. Dank u wel.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Holtackers.

De heer Holtackers (CDA):

Voorzitter. Dit weekend zijn wij opgeschrikt door de verontrustende onderhoudstoestand van de petrochemische bedrijven. We hebben daar zojuist al het nodige over gehoord tijdens het vragenuur. Naar aanleiding daarvan vraag ik een debat aan, voorafgegaan door een brief. Die brief zou in ieder geval het algemene beeld moeten bevatten, maar ook de posities en de verantwoordelijkheden van de meest betrokkenen, te weten de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de heer Janssen. Ik doel niet op het Kamerlid Jansen, maar op de SP-gedeputeerde in Zuid-Holland.

De heer Paulus Jansen (SP):

Gezien de mondelinge vragen zal duidelijk zijn dat ook de SP-fractie het erg zou waarderen als we snel helderheid krijgen over de onderhoudstoestand van de petrochemische industrie. Ik stel voor om ook het onderzoek onder de onderhoudsbedrijven, waaruit uitgebreid werd gequoot in het AD-artikel, mee te laten nemen in de brief.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Ik steun dit verzoek, inclusief de aanvulling die mijn collega van de SP zojuist deed.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik steun het verzoek. Ik doe tevens het verzoek om de organisatie van het bedrijfsleven in de haven, Deltalinqs, te betrekken bij mogelijke oplossingen.

De heer Leegte (VVD):

De VVD steunt het verzoek. De vraag zou wat de VVD betreft kunnen zijn hoe de Arbeidsinspectie en DCMR als bevoegd gezag met een en dezelfde mond spreken, zodat we gelijke informatie krijgen uit de verschillende organisaties.

De voorzitter:

U hebt ruime steun voor uw verzoek en een aantal aanvullingen daarop. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Brinkman.

De heer Brinkman (Brinkman):

Voorzitter. Andermaal hebben de burgemeesters de koppen bij elkaar gestoken en besloten bestuurlijk ongehoorzaam te zijn, in dit geval aan het beleid van minister Leers, door te weigeren om mee te werken aan uitzettingen. Ondertussen is het een bepaald staatsrechtelijk fenomeen geworden dat burgemeesters wetgeving aan hun laars denken te kunnen lappen. Over dit fenomeen wil ik een brief ontvangen van de minister van BZK waarin zij meldt wat zij hiervan vindt en hoe zij denkt dit te kunnen tegenhouden. Daarna kunnen we hierover mogelijk een debat voeren in de Kamer.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. De bij, waarvan 80% van onze voedselproductie afhankelijk is, wordt met uitsterven bedreigd. De Kamer dringt aan op maatregelen. Staatssecretaris Bleker heeft een rapport laten schrijven door Wageningen UR en nog geen dag erna verschenen er artikelen in Science waaruit opnieuw bleek dat wat Wageningen ontkent, wel degelijk aan de orde is: neonicotinoïden zijn gevaarlijk voor bijen. Wageningen krijgt zware kritiek van collega-wetenschappers. De Partij voor de Dieren vraagt samen met de SP een dertigledendebat aan over deze kwestie.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Wij steunen het dertigledendebat.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Het lijkt de VVD handiger als we eerst om een reactie van de staatssecretaris vragen en deze kwestie toevoegen aan het AO over gewasbeschermingsmiddelen, dat inmiddels gepland staat. Dit lijkt mij veel verstandiger om te doen, omdat een dertigledendebat pas daarna aan de orde komt.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Gezien de tijd heeft het de voorkeur om snel over deze kwestie te spreken in het AO over gewasbeschermingsmiddelen. Dit onderwerp komt dan eerder aan de orde.

De heer Graus (PVV):

Ik stel ook voor om dit onderwerp te betrekken bij het AO. Over de kritiek op IMARES en Wageningen heb ik een apart AO aangevraagd in de procedurevergadering. Dat kan allemaal op een hoop worden gegooid. Heel graag.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, er is een aantal suggesties gedaan.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Er is inderdaad een AO gepland, maar het kabinet dringt erop aan om dat zo ver mogelijk voor ons uit te schuiven. Ik zal deze suggestie zeker meenemen in de procudurevergadering. Er is ook gevraagd om een reactie. Dat is een goed voorstel. Ik vraag de staatssecretaris om te reageren op de twee artikelen in Science en om de precieze onderzoeksopdracht te sturen die hij Wageningen heeft gegeven. Daarnaast wil ik heel graag de correspondentie tussen de staatssecretaris en Universiteit Utrecht ontvangen. De staatssecretaris had namelijk beloofd dat deze universiteit bij het onderzoek betrokken zou worden. Verder wil ik een reactie van de staatssecretaris op de klacht die is ingediend door een vooraanstaand toxicoloog bij de raad van bestuur van de WUR dat allerlei relevante studies niet zijn meegenomen in dit rapport.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Peters.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Voorzitter. Komende donderdag houden we een algemeen overleg over het EU-rapport over geweld door Israëlische kolonisten en de opstelling van de Nederlandse regering daarbij, die EU-optreden blokkeert. Er is nog zo'n EU-rapport over het Israëlische nederzettingenbeleid, het zogenaamde Area C-rapport, waar Nederland voor ging liggen zonder de Kamer te informeren. Daarover is reeds een dertigledendebat op de agenda geplaatst. Ik stel voor, het onderwerp van dat dertigledendebat te betrekken bij het algemeen overleg, maar ik wil dan graag van de regering een brief ontvangen voor woensdag 18.00 uur over het standpunt van de regering over het Area C-rapport en de wijze waarop dat is ingenomen en gecommuniceerd met Europa en de Kamer en vooral wanneer.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb nog een tweede verzoek. In Turkije kwamen landen dit weekend overeen om de Syrische oppositie, overlopers van het regime en het Vrije Syrische Leger te gaan betalen. Amerika gaat hen zelfs uitrusten, zo kopte de New York Times. President Assad heeft toegezegd op 10 april de wapens te zullen neerleggen, maar ondertussen gaat het geweld door. Ik vraag een brief van de regering over de uitkomst van deze bijeenkomst, met een reactie op de berichtgeving over de Amerikaanse steun.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Wiegman.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Namens de ChristenUnie wil ik u verzoeken om het VAO over afval, dat voor aanstaande donderdag is gepland, uit te stellen. Vorige week hebben wij van staatssecretaris Atsma de toezegging gekregen dat wij nog enkele reacties per brief zullen ontvangen. Die brieven zijn nog niet binnen. Het is belangrijk om deze ruim op tijd in bezit te hebben om dit VAO voor te bereiden. Ik doe wel het dringende beroep op de staatssecretaris dat hij die brieven deze week nog stuurt, zodat wij eventueel volgende week het VAO kunnen houden.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik steun het verzoek als wij volgende week het VAO kunnen houden, uiterlijk op woensdag.

De heer Leegte (VVD):

Het gaat om de principiële vraag of je verantwoordelijkheid durft te geven en niet een rookgordijn opwerpt om vernieuwing tegen te gaan. Als het niet langer dan een week duurt, steunen wij het verzoek om uitstel.

Mevrouw Van der Werf (CDA):

Ik steun het verzoek als het VAO binnen een week kan worden gehouden.

De heer Paulus Jansen (SP):

Ik steun het verzoek als de staatssecretaris zijn huiswerk op tijd klaar heeft en het VAO binnen een week kan worden gehouden.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Ik steun het verzoek. Wij zitten te wachten op de stukken van de staatssecretaris.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet en het VAO afvoeren van de agenda van deze week. De staatssecretaris is hier aanwezig, dus hij heeft het gehoord.

Het woord is aan de heer Van Bommel, of niet?

De heer Van Bommel (SP):

Sorry voorzitter. Ik was even in de war met de mondelinge vragen die niet doorgingen.

De voorzitter:

Ik dacht met uzelf, maar met de mondelinge vragen kan ook.

De heer Van Bommel (SP):

Zo kent u mij niet.

De voorzitter:

Het kon. Soms hebben mensen dat.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Ik zou graag een brief van de minister van Buitenlandse Zaken willen over het beleid van de NAVO voor NAVO-schepen die vluchtelingen aantreffen die op de Middellandse Zee dobberen.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Aan het verzoek van de heer Van Bommel wil ik graag een verzoek toevoegen. Ik heb over dit onderwerp zojuist schriftelijke vragen ingediend bij de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie. Kunnen de antwoorden op deze vragen bij de brief worden gevoegd?

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Voortman.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. De deadline van 1 april voor de contractering van zorginkoop tussen ziekenhuizen en zorgverzekeraars is inmiddels verstreken. Ik zou hierover graag een brief ontvangen van de minister van VWS waarin zij aangeeft wat de gevolgen voor patiënten zijn. Krijgen zij nu een rekening mee naar huis? Wat betekent het voor de financiering van behandelingen die tussen 1 januari en 1 april van dit jaar hebben plaatsgevonden? Ik zou hierop graag snel een reactie willen.

Mevrouw Leijten (SP):

Wij horen uit het noorden van het land dat patiënten een rekening mee zullen krijgen als zij behandeld worden in ziekenhuizen waarmee de zorgverzekeraar geen contract heeft. Wat ons betreft kan daarvan geen sprake zijn. Mede gezien het feit dat de minister binnenkort naar het buitenland gaat en voor het meireces niet in Nederland terug is, lijkt het mij goed om voor donderdag 12.00 uur een reactie te ontvangen, waarin ook op dit punt wordt ingegaan, zodat wij kunnen beslissen of wij daar volgende week nog iets mee moeten doen, als de minister nog wel in het land is.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

Wij steunen het verzoek om een brief. Wij zouden graag willen dat de minister daarin ook ingaat op de uitvoering van het hoofdlijnenakkoord tussen de zorgverzekeraars, de ziekenhuizen en VWS over de beperking van de groei van de zorguitgaven.

De heer Van der Veen (PvdA):

Ik steun dit verzoek. Ik wil ook liefst zo snel mogelijk een brief met een overzicht van de stand van zaken op dit moment.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Ik steun het verzoek.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Ik steun het verzoek.

Mevrouw Smilde (CDA):

Ik steun het verzoek. Ik wil inderdaad ook dat de minister ingaat op de consequenties daarvan voor het hoofdlijnenakkoord, zoals de woordvoerder van de VVD aangaf.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, u hebt voldoende steun. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Bij de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (32477) heb ik wat laat een amendement ingediend. Misschien is het wijs om daar bij de volgende gelegenheid over te stemmen. Dat kan donderdag of volgende week dinsdag.

De voorzitter:

Is daar geen bezwaar tegen?

Mevrouw Lodders (VVD):

Ik heb het amendement net gezien en ik zou graag een reactie van de minister op het amendement willen ontvangen. Dat mag per brief. De VVD-fractie verzoekt dan ook om volgende week hierover te stemmen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden en de stemming afvoeren van de lijst.

Het woord is aan de heer Timmermans.

De heer Timmermans (PvdA):

Voorzitter. Ik sta hier nu voor de derde week achter elkaar om van het kabinet een reactie te vragen op de situatie in Suriname en de discussie rond de amnestiewet in Suriname. De Kamer wordt nu al drie weken aan het lijntje gehouden. Wij hebben gehoord dat de minister niet voor donderdag een reactie aan de Kamer wil geven. Ondertussen heeft hij wel in de media gereageerd. Aangezien de Kamer al twee weken geleden heeft verzocht om een standpunt, was het wel zo netjes geweest als het kabinet de Kamer eerst zijn standpunt had meegedeeld voordat het daarmee naar de media was gegaan. Gezien het feit dat mijn eerdere verzoeken door volgens mij de gehele Kamer zijn gesteund, verzoek ik om een standpunt van het kabinet hierover per omgaande, maar uiterlijk morgen om 12.00 uur.

De heer Pechtold (D66):

Ik steun de heer Timmermans hier graag in. Het hebben van een standpunt is soms ook belangrijk om te laten zien wat je vindt voor anderen die nog in een denkproces zijn. Daarom verontrust de houding van de Nederlandse regering mij zeer.

De heer Van Bommel (SP):

Ik steun het verzoek om een standpunt. Ik steun het verzoek om een brief om duidelijkheid te krijgen over dat standpunt. Graag ontvang ik ook een nadere toelichting op de uitspraak van de minister dat een en ander strijdig zou zijn met internationale verdragen en wetten.

Mevrouw Ferrier (CDA):

De fractie van het CDA heeft geen behoefte aan een brief per ommegaande. Het moment dat de minister zelf gekozen heeft, donderdag, is voor ons tijdig genoeg.

De heer Ten Broeke (VVD):

Donderdag is prima. Ik steun de opmerking van mevrouw Ferrier.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

De Kamer heeft hier al meerdere malen om gevraagd. Wat de fractie van GroenLinks betreft, kan die brief er niet snel genoeg zijn. Ik steun daarom het verzoek om een brief.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De fractie van de ChristenUnie steunt ook het verzoek. Wij willen zo snel mogelijk duidelijkheid over deze situatie.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Wij kunnen nu gaan stemmen, maar de heer Van der Ham en mevrouw Dikkers willen nog een motie aanhouden.

De heer Van der Ham (D66):

Bij de stemmingen over de hoofdlijnen van het drugsbeleid wil ik graag de motie op stuk nr. 271 aanhouden, zodat ik die nog kan wijzigen. Wij kunnen daar dan volgende week over stemmen.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van der Ham stel ik voor, zijn motie (24077, nr. 271) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Ik wil graag mijn motie op stuk 30175, nr. 142 wijzigen en aanhouden.

De voorzitter:

De motie Dikkers c.s. (30175, nr. 142) is in die zin gewijzigd dat zij nu alleen is ondertekend door de leden Dikkers en van Dekken.

Zij krijgt nr. 145 (30175).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De aanwezige leden hebben allemaal de lijst getekend, dus kunnen wij nu gaan stemmen.

Naar boven