3 Vragenuur

Vragen van het lid Brinkman aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat gemeenten meer onroerendezaakbelasting zouden heffen dan toegestaan.

De heer Brinkman (Brinkman):

Voorzitter. Uit de atlas voor de lokale lasten blijkt dat gemeenten de ozb in totaal met 4,0% hebben laten stijgen. Afgesproken is een percentage van 3,75. Er zijn gemeenten die een stijging hebben laten zien van 31% en zelfs 57%. Hoe is het überhaupt mogelijk dat gemeenten dit doen?

In het onderzoek wordt de stijging van de ozb afgezet tegen de zeer kleine daling van de gemeentelijke afvalstoffenheffing. Hierdoor bedraagt de totale gemeentelijke woonlastenstijging maar 1,7%. Dat is minder dan de inflatie van 2,3%. Is de minister het met mij eens dat dit een oneerlijke vergelijking is? Als de afvalstoffenheffing daalt, is dat toch een voordeeltje voor de burger? Dat wil toch niet zeggen dat deze daling meteen een bovenmatige stijging van de ozb rechtvaardigt? Wat gaat de minister met deze feiten doen? Ik ben van mening dat de minister middels de provincies moet initiëren dat de gemeenten die de ozb laten stijgen met meer dan 3,75%, worden teruggefloten. Dat kan. Is de minister genegen om dit te doen en hoe gaat zij dit doen?

De huizenmarkt zit hopeloos op slot. Vele huizenverkopers zitten met de handen in het haar. De huizen zijn ongelooflijk in prijs gedaald. Weliswaar is dit per regio verschillend, maar in 2011 zijn de woningen in totaal met 4% in prijs gedaald. Je zou dus verwachten dat de ozb zou dalen. Al sinds 2008 is de daling van de prijzen op de huizenmarkt ingezet. Als je het daar tegen afzet, is de stijging van de ozb met 4% een schandalig gegeven. Ik verwacht van de minister concrete actie op dit punt en ik ben benieuwd waar zij mee komt.

Minister Spies:

Voorzitter. Ik dank de heer Brinkman voor de door hem gestelde vragen. De feiten spreken voor zich. Die zal ik dus niet herhalen. Het kabinet heeft met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten afspraken gemaakt over een maximale macronorm voor de toegestane stijging van de onroerendezaakbelasting. Deze afspraak is vastgesteld op 3,75%. Een stijging van 4% is dus niet in lijn met de gemaakte afspraken. Dit vormt alle aanleiding voor een gesprek tussen deze minister, de staatssecretaris van Financiën en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Dat gesprek is reeds voorzien op 10 mei aanstaande. Uit de manier waarop ik aangeef dat een stijging van 4% niet in lijn is met de gemaakte afspraken, kan de heer Brinkman wellicht afleiden hoe wij de toon voor dat gesprek zullen kiezen.

In antwoord op de tweede vraag van de heer Brinkman zeg ik het volgende. Wij hebben afspraken over een macronorm. Dat betekent niet dat iedere gemeente maximaal de ozb met 3,75% mag laten stijgen. De heer Brinkman noemt een aantal heel negatieve uitzonderingen: 32% en 57% in het geval van de gemeente Lingewaard. Daar staat tegenover dat bijvoorbeeld de grotere steden een gemiddelde stijging van 2,3% laten zien, die zich dus ongeveer op het niveau van de inflatie begeeft. Ga ik interveniëren bij die individuele gemeenten? Nee, dat ben ik niet van plan, omdat wij een afspraak hebben over de macronorm en niet over de individuele stijging per gemeente. Bovendien – dat zal de heer Brinkman ook kunnen begrijpen – heeft ook de gemeente Lingewaard een gemeenteraad, die ongetwijfeld bij meerderheid zal hebben ingestemd met deze verhoging van de onroerendezaakbelasting.

De voorzitter:

Mijnheer Brinkman, uw vervolgvragen.

De heer Brinkman (Brinkman):

Over de gemeenteraad gesproken: er zijn vele gemeenten die onder toezicht staan van het Rijk, en helaas terecht. Wat dat betreft, is dat dus niet altijd een garantie voor goede besluiten. Ik ben erg blij te horen dat de minister op 10 mei een gesprek heeft met de VNG. Ik wil graag concreet weten wat haar inzet is. De toon kan ik me nu wel al een beetje indenken; daar ben ik ook erg blij om. Maar wat wordt de inzet? Gaat dat geld, de 0,25% waarmee de macronorm is overschreden, terugvloeien naar de burger, bij wie het eigenlijk terug hoort te komen, of gaat er anderszins een uitruil plaatsvinden?

Eigenlijk vind ik dat in deze tijd van crisis de regeling omtrent de ozb anders moet. Als de minister een afspraak wil maken met de VNG, denk ik dat de regeling in ieder geval zo zou moeten zijn dat de VNG wordt aangesproken op de totale macronorm en dat de VNG via het Gemeentefonds wordt aangepakt op het moment dat de macronorm wordt overschreden. Dat moet gewoon standaard zijn. Dit moet in een vaste afspraak worden neergezet. Eigenlijk vind ik ook een macronorm van 3,75% te hoog in deze tijd van crisis. Ik vind dat wij gewoon de inflatienorm moeten hanteren, voor dit jaar 2,7%

Minister Spies:

Achteraf spelregels veranderen is niet hoe dit kabinet in elkaar zit.

De heer Brinkman (Brinkman):

Het mag ook volgend jaar.

Minister Spies:

De inzet voor het gesprek is dat wij de gemaakte afspraken nakomen; 3,75% moet dus 3,75% zijn. Liefst is het minder, daar ben ik het zonder meer mee eens, maar in ieder geval moet het niet meer zijn. Dat is nu wel de situatie. Dit is de inzet, en naar ik veronderstel is het eveneens de inzet van de staatssecretaris van Financiën, met wie ik dit gesprek voor 10 mei natuurlijk nog degelijk zal voorbereiden. Daarnaast ben ik van harte bereid om nog eens na te denken of de afspraken die wij met elkaar hebben gemaakt over de macronorm, ook de afspraken voor de toekomst zouden moeten zijn. Ook daarbij geldt echter dat een afspraak een afspraak tussen twee partijen is. Daarvoor moeten wij dus wel eerst het gesprek met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten voeren.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Voorzitter. Ik heb in december al vragen gesteld over deze kwestie, en daarop het antwoord gekregen dat er een gesprek zou plaatsvinden en er een besluit zou worden genomen als alle rapporten op tafel zouden liggen. Ik wil duidelijk aangeven dat wij zeer hechten aan de macronorm, in de zin dat die niet wordt overschreden en dat daarmee niet wordt gesjoemeld of soepel wordt omgegaan. Begrijp ik het goed dat dit ook de inzet is van de minister en van de staatssecretaris die met haar meegaat naar het gesprek?

Minister Spies:

Dit is inderdaad de inzet van het hele kabinet. Voor zover er goed nieuws is, is het goede nieuws van afgelopen vrijdag dat de overschrijding van de macronorm niet groter is dan 0,25%, na eerdere signalen dat de macronorm tot 5,7% zou zijn overschreden. Dat is echter nog steeds een overschrijding van de gemaakte afspraken, die we niet zouden moeten willen.

Naar boven