8 Werkdruk schoonmakers ministeries

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het verslag van een algemeen overleg over de werkdruk en bezuinigingen ten aanzien van schoonmakers op ministeries (29544, nr. 357).

De beraadslaging wordt geopend.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Ik dien mede namens mevrouw Hamer en mevrouw Voortman de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat op vele plaatsen in Nederland schoonmakers nog altijd te maken hebben met een negatieve prijsspiraal;

constaterende dat er een toenemende druk bestaat op arbeidsvoorwaarden en omstandigheden van schoonmakers en afspraken over opleidingen, ziekte en beloning slecht worden nageleefd;

verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat de negatieve prijsspiraal in de schoonmaaksector stopt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Karabulut, Voortman en Hamer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 366 (29544).

Mevrouw Karabulut (SP):

Dat er een negatieve prijsspiraal is en dat schoonmakers als citroenen worden uitgeknepen, bewijst de staking van vijftig dagen, die nodig was om het probleem van de toenemende werkdruk onder de aandacht te brengen bij de ministeries. Er moet 25% worden bezuinigd, terwijl het schoonmaakwerk niet minder wordt. De schoonmakers, zo dapper en strijdbaar als zij zijn, vechten voor hun zaak en zij hebben gewonnen. Er vindt nu een onafhankelijk onderzoek plaats naar de werkdruk. Ik verzoek de minister om ons te informeren als dat onderzoek is afgerond. Als daaruit blijkt dat de werkdruk inderdaad te hoog is, moet de aanbesteding dan opnieuw gebeuren of moet het contract worden aangepast? Mijn motie gaat natuurlijk verder dan dat. Het probleem speelt namelijk niet alleen bij de overheid, maar ook bij Philips en bij de universiteiten. Schoonmakers moeten nog altijd staken voor behoorlijke arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden. Ik hoop dat de minister ervoor zorgt dat afspraken echt worden uitgevoerd.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Ik ondersteun het verhaal van mevrouw Karabulut.

Minister Kamp:

Voorzitter. Ik beperk mij tot de motie van mevrouw Karabulut. Ik reageer niet op de kwalificaties die daarbij zijn gebruikt, want dat heb ik bij het algemeen overleg al gedaan. Inzake de negatieve prijsspiraal heb ik geen andere gedachten dan mevrouw Karabulut en mevrouw Hamer. Bij de aanbesteding van schoonmaakwerk draaide het lange tijd enkel en alleen om de kostenverlaging en om het realiseren van een zo laag mogelijke prijs. Dat moet anders. Daarvan ben ik overtuigd.

Werkgevers, vakbonden, opdrachtgevers en overheid zijn er allemaal van overtuigd dat er iets moet veranderen. Zij hebben gezamenlijk een commissie ingesteld die is gekomen met een code voor verantwoordelijk marktgedrag. Die code staat voor samenwerken door de verschillende partijen aan professionaliteit, kwaliteit en goede omgangsvormen in de schoonmaakbranche, zeker met het personeel. Het is duidelijk dat dit personeel niet de sterkste positie heeft en dat het dus extra aandacht verdient, ook van mij als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daarom heb ik vanaf het begin de totstandkoming van die code ondersteund. De rijksoverheid heeft geparticipeerd in de commissie. Toen de code er eenmaal was, heb ik mij ervoor ingezet om de code in de beveiliging en de catering toegepast te krijgen. Het is zeker de bedoeling dat dit niet alleen bij de overheid gebeurt, maar ook daarbuiten. Ik wil graag dat de overheid daarin een voorbeeldrol vervult.

De code bevordert dat er een goede balans ontstaat tussen prijs en kwaliteit. De ministeries hebben bij de aanbesteding een keuze gemaakt voor een van de duurdere aanbieders, omdat wij vonden dat de verhouding prijs-kwaliteit daar het beste was. Toen wij de aanbesteding deden, was de code er nog niet, maar we wisten al zo'n beetje wat er uit ging komen. We hebben daar zo goed mogelijk op geanticipeerd. Achteraf heeft de codecommissie vastgesteld dat de code goed is toegepast bij de aanbesteding van schoonmaak bij enkele ministeries.

De commissie is destijds juist ingesteld om de negatieve prijsspiraal te doorbreken. Daar zet ik mij nu ook voor in. Ik kan niet alles bewerkstelligen, maar ik kan wel op deze manier de ontwikkelingen de goede kant op helpen, én door een code te stimuleren, én door brede invoering van die code te bevorderen, én door ervoor te zorgen dat de rijksoverheid daar zelf ook naar handelt. Ik denk dat we daarmee de intentie van de motie al hebben verwezenlijkt. Daarmee is de motie overbodig. Om die reden ontraad ik haar aanneming.

Het volgende punt betreft het werkdrukonderzoek. Mevrouw Karabulut zegt: er is een staking geweest en als het werkdrukonderzoek is geweest, willen wij daar als Kamer kennis van nemen en de daaruit getrokken conclusies beoordelen. Ik ben bereid, de Kamer te informeren over zowel de inhoud van het onderzoek als de conclusies die wij daaruit trekken.

Mevrouw Karabulut (SP):

Ik ben daar blij om. Iets anders is dat ik niet zo goed begrijp waarom de minister aanneming van de motie ontraadt. Dat er een code is en dat er intenties zijn en dat iedereen zegt het goede te willen, is iets anders dan dat het ook echt wordt toegepast. Het feit dat een werkdrukonderzoek plaatsvindt en schoonmakers, zelfs schoonmakers bij de overheid, 50 dagen hebben moeten staken, bewijst al dat het in de praktijk nog lang niet goed gaat. Om een voorbeeld te noemen: er zijn in de sector 35.000 nieuwe schoonmakers aan de slag gegaan tegen een lager loon van € 9 bruto. Daartegenover zou moeten staan dat ze opgeleid worden, maar er zijn er 32.000 niet opgeleid. Zo kan ik nog tal van voorbeelden geven waaruit blijkt dat de negatieve spiraal nog lang niet doorbroken is. Ik zou het wel begrijpen als de minister de motie zou kwalificeren als steun van beleid en zegt dat hij zal doorgaan met zich hard te maken voor eerlijk werk, eerlijke arbeidsomstandigheden voor schoonmakers. Ik verwacht dat eigenlijk ook van hem.

Minister Kamp:

Die staking is wat mij betreft nergens een bewijs van. Die staking was een conflict tussen werkgevers en werknemers en waar het gelijk ligt, kan ik niet beoordelen. Dat zou mede ook kunnen blijken uit het werkdrukonderzoek dat nog ingesteld gaat worden. Ik ben in ieder geval blij dat het werk is hervat, zodat het straks ook mogelijk is om het werkdrukonderzoek te doen en de resultaten daarvan te beoordelen. De reden dat ik de motie niet aanbeveel als zijnde steun van beleid – ik doe dat sowieso zelden – is dat u mij, terwijl ik bezig ben met een muur blauw schilderen, naar de Kamer roept en tegen mij zegt "ga gauw die muur blauw schilderen". Dat ben ik al aan het doen. Daar heb ik de motie van u echt niet meer voor nodig. Wij hebben dit juist in gang gezet om de negatieve prijsspiraal te doorbreken. Daar zet ik mij voor in op de wijze die ik net heb toegelicht. Ik heb daar dus de motie, met alle respect voor de ondertekenaars, niet meer voor nodig. Daarom vind ik haar overbodig en ontraad ik de aanneming ervan.

Mevrouw Karabulut (SP):

Als de minister geen verf en geen schilders heeft, wordt het erg lastig om die muur blauw te schilderen. Vandaar dat de motie heel hard nodig is. Maar ik heb een andere vraag aan de minister. Aanstaande vrijdag presenteren de schoonmakers, het schoonmakersparlement de Gouden Standaard met criteria waarlangs de schoonmaak aanbesteed zou moeten worden. Is de minister bereid om kennis te nemen van de criteria en vervolgens daarop te reageren en te zeggen wat er volgens hem mee zou moeten gebeuren?

Minister Kamp:

Als mij informatie wordt aangereikt, zal ik bekijken wat die informatie inhoudt en bezien of het aan mij is om daar een reactie op te geven. Ik wil dat dus nader bekijken.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De ingediende motie wordt aanstaande dinsdag in stemming gebracht.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven