10 Landbouw- en Visserijraad

Voorzitter: Verbeet

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg van heden over de Landbouw- en Visserijraad.

De voorzitter:

Het woord is allereerst aan mevrouw Ouwehand. Zoals u allen weet, is de spreektijd per fractie twee minuten, met alles inbegrepen, zeg maar; volpension.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Dan ga ik meteen van start!

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de jaarlijkse onderhandelingen van de Europese Commissie met Noorwegen hebben geleid tot voorgestelde vangstquota voor Noordzeeharing in 2012 die 103% hoger liggen dan de vangstquota in 2011;

verzoekt de regering, het wetenschappelijke advies van de International Council for Exploration of the Sea (ICES) te volgen om de vangstquota voor Noordzeeharing niet hoger vast te stellen dan 248.000 ton,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 541 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in Europese lidstaten dieren bij stierenvechten en tal van andere evenementen worden opgejaagd, belaagd, getart, gemarteld of anderszins worden misbruikt;

verzoekt de regering, zich in het kader van het nieuwe Europese actieplan voor dierenwelzijn in te zetten voor een verbod op het mishandelen van dieren voor traditie en vermaak,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 542 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er sprake is van ongecontroleerde fokkerij van de galgo's in Spanje en dat galgo's door ophanging en andere martelingen om het leven worden gebracht;

verzoekt de regering, zich in het kader van het nieuwe Europese actieplan voor dierenwelzijn in te zetten voor een verbod op de ongecontroleerde fokkerij van de galgo's en de martelingen die deze dieren ondergaan, en scherp toe te zien op de handhaving van dit verbod,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 543 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat diverse wetenschappelijke rapporten aantonen dat dolfijnen niet geschikt zijn om in een beperkte ruimte te leven en in gevangenschap vaak stereotiepe gedrag vertonen als gevolg van verveling en mentale stress;

verzoekt de regering, zich in het kader van het nieuwe Europese actieplan voor dierenwelzijn in te zetten voor een stop op de uitbreiding van het aantal dolfinaria,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 544 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zwerfdieren in verschillende EU-lidstaten nog steeds op wrede wijze worden behandeld en afgemaakt;

verzoekt de regering, zich in het kader van het nieuwe Europese actieplan voor dierenwelzijn in te zetten voor een verbod op het doodmartelen van zwerfdieren, voor een diervriendelijk opvangbeleid voor zwerfdieren en voor het voorkomen van de aanwas van zwerfdieren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 545 (21501-32).

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik kan nog best veel in twee minuten!

De voorzitter:

Dat wilde ik net zeggen. Mijn complimenten!

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik ben wat ouder en ook niet zo snel, vrees ik. Maar ik ga natuurlijk wel mijn best doen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, in de Landbouwraad ervoor te pleiten, dierenwelzijn als algemeen doel in het plattelandsbeleid op te nemen en dit te vertalen in praktische maatregelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 546 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, voor eind februari 2012 een actieplan te maken voor een betere prijs voor de boer en een eerlijker aandeel voor de boer van de prijs die in de winkel wordt betaald, waarbij tenminste meer mogelijkheden komen voor boeren in de mededinging voor zelforganisatie, bijvoorbeeld rond thema's als duurzaamheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 547 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat door import uit derde landen zoals de Oekraïne nog steeds legbatterijeieren op de Europese markt terecht komen;

verzoekt de regering, na overleg met de Kamer een voorstel in de Europese Unie te presenteren om confronterende, ontmoedigende labeling van legbatterijeieren verplicht te stellen;

verzoekt de regering voorts, zich te blijven inzetten om de EU te overtuigen bij onderhandelingen over vrijhandelsakkoorden het verlagen van de EU-invoertarieven op eiproducten afhankelijk te maken van het welzijnsniveau van de leghennen;

verzoekt de regering tevens, te verkennen of accijns of andere belastingmaatregelen mogelijk zijn om de verkoop van legbatterijeieren te ontmoedigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 548 (21501-32).

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Het overleg bestond uit twee delen. Ik heb ook twee moties, voor ieder deel één.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de hervormingsvoorstellen van de Europese Commissie voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid 30% van het budget uit de eerste pijler besteed moet worden aan een drietal vergroeningsmaatregelen, gekoppeld aan het ontvangen van de resterende 70% hectarepremie;

overwegende dat deze inzet op vergroening mogelijkheden biedt om de landbouw gericht te verduurzamen, maar dat de drie maatregelen niet aansluiten bij de situatie van de Nederlandse landbouw;

overwegende dat maatwerk kan worden geleverd door de vergroeningsmaatregelen flexibeler en passend te maken op de volgende terreinen:

  • - uitbreiding van de vergroeningsmaatregelen op het gebied van dierenwelzijn (weidegang), duurzame stallen, agrarisch natuurbeheer en precisielandbouw, waarna boeren zelf een pakket van maatregelen samen kunnen stellen dat bij elkaar, hun bedrijf en hun omgeving past;

  • - ontkoppeling van de 30% vergroeningsmiddelen van de 70% basispremie, zodat de vergroening een beloning is voor geleverde duurzame diensten bovenop de randvoorwaarden die al gelden om in aanmerking te komen voor de 70% basispremie;

  • - mogelijkheden voor collectieven binnen de vergroening om de maatregelen gebiedsgericht vorm te geven;

verzoekt de regering, zich in te zetten voor aanpassing van de commissievoorstellen in lijn met de voornoemde punten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Slob en Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 549 (21501-32).

De heer Slob (ChristenUnie):

Dan kom ik op mijn motie over de visserij. Ik denk dat het goed is als de Kamer zich op een aantal punten duidelijk uitspreekt. Dan weet de staatssecretaris waar hij aan toe is.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het akkoord Visserijmaatregelen In Beschermde Gebieden (VIBEG) is getekend, maar er nog geen duidelijkheid is over de toelating van pulsvisserij in deze gebieden;

overwegende dat Nederland een beperkt aantal vergunningen heeft voor pulsvisserij terwijl deze visserijmethode veel voordelen heeft zoals minder bijvangst en minder brandstofgebruik;

verzoekt de regering:

  • - bij de Landbouw- en Visserijraad opnieuw te pleiten voor een permanente toelating van pulsvisserij in de aangewezen natuurgebieden op zee;

  • - op korte termijn in bilateraal overleg met de Europese Commissie te onderzoeken onder welke voorwaarden extra ontheffingen voor de pulsvisserij kunnen worden gerealiseerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Slob, Koppejan, Houwers en Dijkgraaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 550 (21501-32).

De heer Houwers (VVD):

Voorzitter. In het AO is de nodige duidelijkheid gekomen. Toch wil ik een motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de paling een vis is die dient te migreren tussen zee, overgangswateren, grote rivieren, sloten en meren en dat obstakels zoals kustwerken of gemalen deze migratie bemoeilijken of verhinderen;

overwegende dat palingvissers de kennis en middelen bezitten om de migratie van paling te bevorderen;

overwegende dat de kosten voor het aanpassen van obstakels aanzienlijk hoger kunnen liggen ten opzichte van de inzet van palingvissers ten behoeve van de palingmigratie;

verzoekt de regering om binnen drie maanden te komen tot een plan van aanpak in samenwerking met de sector om palingvissers in te zetten voor de bevordering van palingmigratie; in dit plan dient geëxpliciteerd te worden bij welke waterverbindingen de kosten voor het inzetten van vissers lager zijn dan de kosten voor de aanpassing van obstakels,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Houwers en Gerbrands. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 551 (21501-32).

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Per overleg heb ik één motie. De eerste gaat over het gemeenschappelijk landbouwbeleid, namelijk over herkoppeling van steun aan productie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in de voorstellen voor het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid ook mogelijkheden worden geschapen voor herkoppeling van steun aan productie;

overwegende dat gekoppelde steun zeer onwenselijk is vanwege mondiale marktverstoring (WTO) en negatief uitpakt voor boeren in ontwikkelingslanden;

overwegende dat als in een Europees land steun aan een bepaald product gekoppeld wordt een andere lidstaat hiertoe feitelijk ook gedwongen wordt om een gelijk speelveld te behouden;

verzoekt de regering, in de onderhandelingen over het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid zich duidelijk uit te spreken tegen herkoppeling van steun aan productie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jacobi en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 552 (21501-32).

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Ik heb nog een motie, mede namens collega Houwers. Er hangt wel wat in de lucht wat betreft de Waddeneilanden, maar we dienen deze motie toch in om wat druk uit te oefenen. Eventueel kunnen we haar aanhouden. De motie gaat over het kleinschalig recreatief staandwantvissen rond de Waddeneilanden.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende de eeuwenoude traditie van kleinschalig recreatief staandwantvissen op de Waddeneilanden;

overwegende het bruinvisbeschermingsplan, maar ook dat recht moet worden gedaan aan het cultuurhistorisch medegebruik op de Waddeneilanden;

verzoekt de regering, in overleg met de Waddeneilanden het kleinschalig recreatief staandwantvissen toe te staan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jacobi en Houwers. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 553 (21501-32).

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Ik wil er nog aan toevoegen dat we het hier hebben over de Noordzeekant.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Mijn spreektijd loopt nog niet, maar ik lees snel drie moties voor.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat voor het duurzaam exploiteren van mariene natuurlijke hulpbronnen wetenschappelijk onderzoek essentieel is;

overwegende dat de regering echter pleit voor een lagere reductie van de Total Allowable Catches (TAC) voor bepaalde soorten, zoals tarbot en griet, dan voorgesteld door de Europese Commissie, zonder dat hier een duidelijke wetenschappelijke onderbouwing voor is;

verzoekt de regering, met de sector in overleg te treden over aanvullend onderzoek en een wetenschappelijke onderbouwing tot voorwaarde te maken van een inzet op een lagere reductie van de TAC,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 554 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat van de verdeling van schaarse quota een prikkel tot innovatie en vergroening uit zou moeten gaan;

overwegende dat het beleid de mate waarin een visser actief werkt aan duurzaamheid zou moeten belonen;

verzoekt de regering om bij de herziening van het gemeenschappelijk visserijbeleid en/of de uitvoering daarvan in Nederland te onderzoeken of het mogelijk is om voorrang te geven aan innovatieve en duurzame vissers bij de toekenning van ITQ's (Individual Transferable Quota) en om eveneens te onderzoeken of een progressieve prikkel tot vermindering van aanlanding kan worden ingevoerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 555 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat uit onderzoek blijkt dat een gerichte inzet van agrarisch natuurbeheer de grootste bijdrage levert aan de Nederlandse biodiversiteit;

van mening dat gestreefd moet worden naar een zakelijke inzet van agrarisch natuurbeheer, waaronder wordt verstaan zowel hoge ecologische effectiviteit als lage administratieve lasten bij uitvoering;

verzoekt de regering om, in goed overleg met de provincies, in de nadere onderhandelingen over het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) ten aanzien van agrarisch natuurbeheer in te zetten op de meest zakelijke inzet tussen 2014 en 2021 voor wat betreft de locatie, contractduur, waterhuishouding, verantwoording en de praktische organisatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 556 (21501-32).

De heer Koppejan (CDA):

Voorzitter. Ik dien twee moties in ter ondersteuning van de staatssecretaris bij zijn onderhandelingen bij de visserijraad.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat meerjarenafspraken het visserijbeleid versterken;

overwegende dat het gewenst is om naast wetenschappelijke informatie ook de kennis en kunde van de regionale adviesraden over de benuttingquota en de relatie met andere bestanden bij de Total Allowable Catches (TAC)-bepaling te betrekken;

overwegende dat een ongefundeerde automatische TAC-verlaging van 15% en 25% niet past in het meerjarenafsprakenkader;

constaterende dat er voor tarbot/griet, schar/bot, tongschar/witje ICES-adviezen zijn welke pleiten voor gelijkblijvende TAC op het niveau 2011 en dus geen korting;

constaterende dat de Pelagische Regionale Adviesraad voor Noordzeehorsmakreel een roll over de TAC bepleit;

constaterende dat de 2011 TAC van zilversmelt 40% onder het wetenschappelijke advies van ICES ligt en dus een verdere korting tegen dit advies ingaat;

van mening dat TAC's van geassocieerde bestanden samen zouden moeten lopen met bestanden waarmee ze geassocieerd zijn om bijvangsten te reduceren;

verzoekt de regering in het overleg te pleiten om:

  • - voor 2012 de TAC's van geassocieerde bestanden van Noordzeehorsmakreel en van zilversmelt minimaal op het niveau van 2011 te houden;

  • - bij de bepaling van het TAC-niveau de TAC's van de geassocieerde bestanden samen te laten lopen met de bestanden waarmee ze geassocieerd zijn, zoals tong en schol,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Koppejan, Slob, Houwers, Gerbrands en Dijkgraaf.

Zij krijgt nr. 557 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet streeft naar een duurzaam en evenwichtig visserijbeheer dat ecologisch verantwoord is en rekening houdt met de meerjarenbenadering en de sociaaleconomische belangen van de Nederlandse vloot op de korte en (middel)lange termijn;

overwegende dat de huidige combinatie van quota en zeedagen een verdergaande verduurzamingslag van de visserij in de weg staat en dat de korting op zeedagen desastreuze gevolgen heeft voor de Nederlandse vissers;

verzoekt de regering, zich aan te sluiten bij het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk en niet mee te gaan met de voorgestelde zeedagenkorting,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Koppejan, Houwers, Slob, Gerbrands en Dijkgraaf.

Zij krijgt nr. 558 (21501-32).

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dien twee moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in de unaniem aanvaarde motie-Grashoff c.s. van 16 maart 2011 de regering verzocht wordt het aspect van versterking van marktmacht van boeren mede tot inzet te kiezen in de verdere onderhandelingen over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU;

overwegende dat in de kabinetsbrief d.d. 28 oktober 2011 inzake de reactie van de regering op de wetgevingsvoorstellen van de Europese Commissie geen duidelijke inzet van de regering op dit aspect is terug te vinden;

verzoekt de regering, alsnog concreet aan te geven welke inzet zij nu heeft ten gunste van versterking van marktmacht van boeren in de verdere onderhandelingen over het GLB, en daarover met spoed de Kamer te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Grashoff en Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 559 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de huidige systematiek van (nationale) vergoedingen voor agrarisch natuurbeheer buiten de ehs vervangen zal worden door de EU-hectaretoeslagen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;

overwegende dat in de voorstellen boeren 7% van hun bedrijfsareaal moeten bestemmen voor natuurbeheer met uitzondering van permanent grasland;

overwegende dat het huidige weidevogelbeheer buiten de ehs niet goed te continueren is via deze regeling omdat de 7% niet geldt voor permanent grasland;

overwegende dat dit grote negatieve consequenties kan hebben voor weidevogels door afname in weidevogelbeheer op permanent grasland;

verzoekt de regering, bij de Europese Commissie te bepleiten dat de eis van 7% ecologische aandachtsgebieden ook gaat gelden voor permanent grasland, dan wel flexibelere, gelijkwaardige maatregelen voor ecologisch beheer van permanent grasland te bepleiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Grashoff en Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 560 (21501-32).

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Staatssecretaris Bleker:

Voorzitter. Ik ontraad de motie op stuk nr. 541. ICES geeft aan dat de TAC tot maximaal 476.000 ton mogelijk is. Het is vastgesteld op 405.000, dus het is onder het MSY-niveau.

Dan is er een hele serie moties over dierenwelzijn, voor een deel in andere landen. De motie op stuk nr. 542 betreft subsidiariteit. Het is een verantwoordelijkheid van de lidstaat zelf. Ik ontraad deze motie.

De motie op stuk nr. 543 over de Spaanse situatie ontraad ik ook. Het is een verantwoordelijkheid van de lidstaat zelf.

De motie op stuk nr. 544 verzoekt de regering zich in het kader van het nieuwe Europese actieplan voor dierenwelzijn in te zetten voor een stop op de uitbreiding van het aantal dolfinaria. Dolfinaria hebben een nuttige functie. Er is geen enkele reden voor een uitbreidingsverbod. Ik ontraad de motie.

De motie op stuk nr. 545 ontraad ik evenzeer. Het is een verantwoordelijkheid van de lidstaat zelf. Er is sprake van subsidiariteit.

De motie op stuk nr. 546 van de heer Van Gerven beschouw ik als ondersteuning van beleid.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik wil de motie op stuk nr. 544 aanhouden, omdat ik bang ben dat die wordt verworpen nu er geen ruimte is voor tegenwerping met feiten.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor, haar motie (21501-32, nr. 544) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Bleker:

Voorzitter. De motie op stuk nr. 547 ontraad ik. Ik heb reeds aangegeven dat de regiegroep duurzame veehouderij zich hiervoor zal inzetten. De motie is dubbelop en fietst erdoorheen.

De motie op stuk nr. 548 ontraad ik evenzeer. Confronterende, ontmoedigende labeling is niet toegestaan, het moet neutraal. Bij vrijhandelsakkoorden wordt wel inzet gevraagd. Dat is akkoord. Introductie van accijnzen is geen goed idee. Ik ontraad de motie om die reden.

Ik kom bij de motie op stuk nr. 549. De heer Slob en mevrouw Wiegman zijn weer heel gedetailleerd geweest op dit punt, terwijl wij in het overleg van vanmiddag nu juist de algemene uitgangspunten en kaders met elkaar hebben bepaald voor de inzet voor de onderhandelingen in Brussel. Het is niet verstandig om je positie sterk te houden bij die onderhandelingen door op punten en komma's en zeer gedetailleerd definitieve standpunten in te nemen. Ik ontraad de motie uit procesmatige overwegingen. Ik heb ook enkele inhoudelijke bezwaren. Wij weten op basis van het kabinetsstandpunt in de discussie in het algemeen overleg voldoende wat de kaders en uitgangspunten zijn.

De voorzitter:

Dank u wel. De motie op stuk nr. 550?

Staatssecretaris Bleker:

Ondersteuning van beleid.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 551?

Staatssecretaris Bleker:

Ondersteuning van beleid.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 552?

Staatssecretaris Bleker:

Ondersteuning van beleid, de motie op stuk nr. 553 ook. De motie op stuk nr. 554 ook, maar de sector moet het wel willen. De motie op stuk nr. 555 is ook ondersteuning van beleid.

Als ik de motie op stuk nr. 556 zo mag lezen dat wij inzetten op de punten die in het dictum worden genoemd – locatie, contractduur, praktische organisatie, maximaal rendement – onder de strikte voorwaarde dat het wel een eenvoudig systeem blijft, zie ik haar als ondersteuning van beleid.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ja, dat is de bedoeling.

De voorzitter:

Dank u wel. Ondersteuning van beleid. De motie op stuk nr. 557?

Staatssecretaris Bleker:

Ondersteuning van beleid. De motie op stuk nr. 558 is ondersteuning van beleid. De motie op stuk nr. 559 is ondersteuning van beleid. Ik zal u daarover in maart informeren.

De motie op stuk nr. 560 ontraad ik. 7% is te hoog. Ik heb wel sympathie voor de verbreding naar grasland, maar in de motie wordt dit weer gekoppeld aan permanent grasland. Om dezelfde reden als de motie van de heer Slob en mevrouw Wiegman op stuk nr. 549 zeg ik: ik begrijp de boodschap, wij kunnen de discussie er ook verder over voeren, maar wij moeten het nu niet op deze manier vasttimmeren. Daarom ontraad ik de motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris en de leden voor deze vlotte wijze van behandelen.

Ik heet mijn collega van Sint-Maarten, mevrouw Arrindell, van harte welkom. U bent hier aanwezig voor de Koninkrijksconferentie. Het is mooi dat u gast in ons huis wilt zijn. Ook mijnheer Putters van de Eerste Kamer heet ik hartelijk welkom.

De vergadering wordt van 19.30 uur tot 19.45 uur geschorst.

Naar boven