7 Vragenuur

Vragen van het lid Smits aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat gemengde scholen burgerschap voeden.

Mevrouw Smits (SP):

Voorzitter. Taal en rekenen zijn belangrijk in ons onderwijs. Ieder kind dat van school afkomt moet kunnen rekenen, lezen, schrijven, optellen, aftrekken. Daarover zijn we het allemaal snel eens, maar school doet natuurlijk meer dan alleen opleiden tot taalpuristen en rekenmachientjes. School is er ook om kinderen te leren wie ze zelf zijn en wat hun plek is in de samenleving, hun te leren over democratie en over hoe je een goed democraat bent. Dat ze met andere mensen en de verschillen tussen mensen leren omgaan, is ook een taak van het onderwijs. Dat noemen wij "burgerschap". Burgerschap vinden wij zo belangrijk, dat we elke school verplichten om daaraan te werken. Ik wil de minister vragen: hoe kan dit beter dan door als school het goede voorbeeld te geven?

Samenleven begint volgens de SP met samen naar school gaan en samen wonen. Dat doen we niet in Nederland: nog steeds is zo'n 40% van de scholen zwarter of witter dan de wijk waar de school in staat, nog steeds gaan kinderen niet samen naar school, nog steeds zijn wijken in Nederland gesegregeerd. Dat is volgens de SP een probleem. Het vorige kabinet had tenminste nog als doel om segregatie in het onderwijs tegen te gaan. Deze minister heeft al dat beleid in de prullenbak gegooid. Ik hoop dat ze vandaag tot inkeer komt. Uit onderzoek van het Kohnstamm Instituut blijkt dat kinderen die naar gemengde scholen gaan, beter zijn in dat wat de minister zo belangrijk vindt, namelijk burgerschap: samen onderdeel uitmaken van dezelfde samenleving. Ik heb daarom één vraag aan de minister: gaat zij nu eindelijk iets doen aan de schandalige segregatie in het Nederlandse onderwijs?

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Voorzitter. Dank voor de reactie van de geachte afgevaardigde in haar eerste termijn. Wij zijn op meerdere fronten bezig met integratie. Inderdaad is de opdracht aan de school breed: rekenen, taal, maar ook wereldoriëntatie en burgerschap. Daarom hebben we al die zaken vastgelegd in onze kerndoelen, zodat ze ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. Dat is de opdracht waarvoor we staan. Ik werk daar op twee manieren aan. Voor rekenen en taal hebben we de referentieniveaus rekenen en taal ingevoerd, we gaan aan de slag met de Cito-toets en dit kabinet investeert ook extra; daar weet de Kamer alles van. En wat betreft burgerschap: dit voorjaar heb ik nog een opdracht naar de Onderwijsraad laten gaan voor aanbevelingen hoe burgerschap kan worden ondersteund. Dat is mijn inzet. Het rapport van het Kohnstamm Instituut en de UvA vind ik niet direct een enorme aansporing om het nu helemaal anders te gaan doen. Eigenlijk laat het rapport zien dat er sprake is van ietsjes beter presteren op een aantal onderdeel van burgerschap. We zien echter ook dat er iets minder wordt gepresteerd op het vak van taal, en taal is juist belangrijk voor integratie. Kortom, het beeld is gemengd en geeft mij geen aanleiding om het ingezette beleid te veranderen.

Mevrouw Smits (SP):

Natuurlijk is het beeld gemengd, want heel veel kinderen presteren heel anders, er is niet één lijn te trekken. Dat zegt het rapport ook. Uit het rapport blijkt echter wel dat burgerschap als zodanig, dus de visie op hoe je staat in de samenleving, hoe je je gedraagt met andere mensen, door gemengde scholen wordt gestimuleerd en dat kinderen op gemengde scholen daar beter in zijn. Ik heb toch het idee dat de minister het probleem een beetje ontkent, dat zij doet alsof wij geen probleem hebben in de samenleving met jongens en meisjes die niet goed weten hoe ze zich moeten gedragen. Dat probleem hebben we dus wel, we hebben problemen met jongeren die ontheemd opgroeien. Nu komt er eens een keer een handreiking waar de Onderwijsraad niet eens meer naar hoeft te kijken, nu komt er een advies om wat aan burgerschap te doen, legt de minister dat naast zich neer. Rekenen en taal zijn natuurlijk hartstikke belangrijk, dat weten we allemaal. Volgens mij gaat de minister er te makkelijk aan voorbij dat ook de vraag van hoe je je gedraagt in de samenleving, van essentieel belang is. Ik vraag het de minister nog een keer: waarom maakt zij niet meer werk – naast die twee nikserige opmerkingen – van de integratie van leerlingen in het Nederlands onderwijs?

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Zowel de inzet op taal als de inzet op burgerschap zou ik absoluut niet willen afdoen met "nikserig". Het gaat om handreikingen die blauwdrukken van bovenaf impliceren, op basis van een rapport dat een zeer klein effect op burgerschapsonderdelen meldt. Dit lijkt mij schieten met een kanon op een mug. Het beeld is buitengewoon gemengd en genuanceerd. Het is belangrijk om te investeren in beide, zowel burgerschap als taal. Beide zijn buitengewoon belangrijk voor een goede integratie.

Doet u nog meer? Er lopen nog steeds pilots; deze lopen af. De uitkomsten daarvan zullen heel goed worden verspreid. Scholen kunnen hun voordeel doen met deze informatieverstrekking. Er blijft ruimte voor lokale initiatieven – ik juich deze zelfs toe – om dit soort bewegingen van onderaf op gang te brengen. Dat is uitstekend, maar ik wil geen blauwdrukken van bovenaf opleggen. Zeker niet op basis van dit onderzoek, dat slechts een uiterst klein effect zichtbaar heeft gemaakt.

Mevrouw Smits (SP):

Met alle respect, maar ik begrijp niet hoe de minister nu opeens bij "blauwdrukken" komt. In het rapport wordt gesproken over samen naar school en samenleven in de klas. Ik kom niet met blauwdrukken. De minister weet dat de SP alleen wil dat gemeenten en scholen afspraken maken over het mengen van scholen. Dat is geen blauwdruk maar een opdracht aan de gemeenten. Zelfs die stap wil de minister niet zetten. Ouders weten allang dat segregatie in het onderwijs niet werkt. Geen enkele Turkse moeder vindt het leuk als haar kind op school geen Nederlands spreekt. Dat weet de minister donders goed! Als zij die ouders wil stimuleren en steunen in hun initiatieven, dan moet zij het goede voorbeeld geven. Zij schaft echter alle subsidie af die wordt ingezet tegen segregatie in het onderwijs. Verder vertikt zij het om beleid te maken en durft ze hier ook nog te zeggen dat het bestrijden van segregatie geen enkele prioriteit krijgt van deze regering. Zo legt de minister een groot maatschappelijk probleem naast zich neer en laat ze al die ouders en kinderen op die scholen stikken!

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Ik stel vast dat mevrouw Smits een aantal conclusies trekt; die zijn voor haar rekening. Wij investeren in burgerschap én in taal, wat buitengewoon belangrijk is voor integratie. Daarnaast laten wij scholen alle ruimte om het van onderaf op te pakken, op basis van de goede voorbeelden die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld. Het onderzoek laat zeer kleine effecten zien en kan dan ook niet de aanleiding zijn voor een enorme stelselwijziging of een blauwdruk van bovenaf.

Mevrouw Smits (SP):

Voorzitter ...

De voorzitter:

Uw tijd is echt om. Het spijt me.

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Het is voorbij.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Dijksma;

Ortega-Martijn, ook morgen.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Naar boven