4 Vragenuur

Vragen van het lid Leijten aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over diefstal in de ouderenzorg.

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van harte welkom.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. "Het klinkt te bizar voor woorden, maar het gebeurt." Zo begon de reportage van KRO Brandpunt over diefstal in de zorg. Bestolen worden door de zuster; het werd pijnlijk in beeld gebracht, zelfs met opnames waarin dit gebeurde. Er spraken in de uitzending een hoop mensen die zeiden: het is een probleem, maar wij weten niet hoe groot het is.

In de reportage kwam ook heel goed naar voren dat het om kwetsbare mensen gaat, die niet voor niets aan de zorg van meestal heel goede, lieve en loyale zusters, verpleegkundigen en verzorgenden zijn toevertrouwd, zoals Brandpunt het zei. De KRO deed echter een steekproef waaruit bleek dat de helft van de zorginstellingen die reageerden, de afgelopen jaren een of meerdere malen met ontslag na diefstal te maken heeft gehad. Mijnheer Diekstra kwam ook in de uitzending. Hij had een oproep gedaan en zijn mailbox stroomde vol.

Wij hebben dus te maken met een probleem, maar wij weten niet hoe groot dat probleem is. Mijn eerste vraag aan de staatssecretaris luidt dan ook: wil zij onderzoeken hoe groot het probleem is? Vindt zij ook dat bestuurders altijd aangifte moeten doen? Wat vindt zij van bestuurders die dat niet doen? Voor de rest wil ik van de staatssecretaris weten hoe zij denkt de inzet van wisselend personeel te kunnen afremmen, waardoor er minder gelegenheid wordt gecreëerd om te stelen van de bewoners in de ouderenzorg.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Voorzitter. Alle situaties die aanleiding geven tot mooie dingen, hebben een keerzijde. Dit is weer zo'n situatie. Mevrouw Leijten vraagt mij hoe ik ga afremmen dat kwetsbare mensen ook bedonderd kunnen worden, terwijl de meeste mensen het goed met hen menen. Dat doen we op alle mogelijke manieren maar het zal altijd blijven voorkomen. Mevrouw Leijten vraagt of ik ga onderzoeken hoe groot het probleem is. Op 30 maart heb ik de brief "Ouderen in veilige handen" naar de Kamer gestuurd. Daarin staat het plan van aanpak ten aanzien van ouderenmishandeling. Hierbij gaat het ook om ouderenmishandeling, want het betreft financiële uitbuiting.

Ik ga dat dus niet onderzoeken maar er meteen wat aan doen. Morgen gaat het meldpunt van de inspectie, ouderenmishandeling@igz.nl, open. Iedereen kan daarin melden. Er geldt een meldcode en een meldplicht voor professionals: iedereen die een vermoeden heeft of iets weet, moet dat dus doorgeven. Al hebben we 12.000 medewerkers in de zorg nodig, dit willen we niet. We moeten dus heel streng zijn: het moet inderdaad worden aangegeven.

Mevrouw Leijten (SP):

Dat klinkt goed. Aangifte moet. Je moet er dus ook voor zorgen dat het veilig is in een zorginstelling, in de eerste plaats voor de bewoners maar uiteraard ook voor het andere personeel. Als je ziet dat het gebeurt, is dat zeer vervelend. In de uitzending deed een verpleegkundige anoniem het woord, omdat ze bang was voor represailles. Toch vind ik het erg jammer dat de staatssecretaris niet zegt: ik ga in kaart brengen hoe groot het probleem is. Ook al is er een meldpunt en valt het als financiële uitbuiting onder mishandeling, we kunnen natuurlijk niet goed meten of het beter of slechter gaat. In die uitzending werd ook gezegd dat door meer inzet van wisselend personeel daartoe meer gelegenheid wordt gecreëerd. Het zou goed zijn om, terwijl de staatssecretaris met haar goede voorstellen aan de slag gaat, ook te weten wat het probleem in 2011 was en om te zien dat het in 2012 afneemt. Het kan nooit helemaal worden voorkomen, maar we moeten ervoor zorgen dat het tussen de oren van bestuurders tot medewerkers komt te zitten, dat we dit niet toestaan.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Dat lijkt een heel logische stap, maar ik praat over een werkveld dat kreunt onder de administratieve lasten. Ik praat ook over een terrein waarin de actie die ik wil ondernemen en de norm die ik wil stellen, al volstrekt helder is, en waarin ik naar mijn idee en dat van het veld de instrumenten heb aangereikt om er onmiddellijk wat aan te kunnen doen; ik denk dat dit voldoende is. Ik deins terug voor het toezeggen van een onderzoek, omdat dat betekent dat er weer formulieren moeten worden ingevuld, dat er weer tijd moet worden besteed aan het meten van zaken waarvan wij het met elkaar eens zijn dat wij die niet willen. Sowieso gaan wij iedere mogelijkheid implementeren om dat aan te pakken.

Mevrouw Leijten (SP):

In de rapportage werd ook gezegd dat dit onderwerp niet veel besproken wordt omdat het zo ongrijpbaar is. Het gebeurt ook op het moment dat iemand alleen is. Ik vind het goed dat er een meldpunt bij de inspectie komt. Ook vind ik het goed van de staatssecretaris dat zij heeft gezegd dat diefstal ook een vorm van mishandeling is. Maar blijkbaar is dit onderwerp niet heel bespreekbaar, en daar kan een onderzoek wel degelijk bij helpen. Ik vraag niet om 28 kantjes. U kunt gerust alle zorginstellingen vragen om dit te bekijken. Het moet ook tussen de oren van betrokkenen komen om aangifte te doen, want wij weten niet of dat altijd gebeurt. Ik probeer het dus nog één keer: natuurlijk steunen wij alle goede maatregelen; wij willen het allemaal niet. Laten wij weten waar wij nu staan om straks te kunnen zeggen: wij doen het nu beter.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Ik breng het plan van aanpak ouderenmishandeling sowieso tussen de oren bij de aanbieders. Ik ben er ook over in gesprek. Maar ouderenmishandeling is een veel groter iets; daar zitten ook heel andere aspecten aan. Ik neem dat in zijn geheel, omdat ik in een keer klip-en-klaar van dit probleem af wil zijn. Daarom heb ik het juist naar een overkoepelend niveau getild.

Mevrouw Agema (PVV):

Dat ouderen in verpleeghuizen worden bestolen, is ongehoord. Die mensen bezitten vaak niet veel meer dan een kastje met wat persoonlijke spulletjes. Mevrouw Leijten kan een onderzoek willen en de staatssecretaris kan zeggen dat zij een meldpunt wil. Wij willen actie: ontslag op staande voet van de medewerkers en een verbod op het bezoeken van de verzorgingshuizen voor mensen die daar iets gestolen hebben. Laten wij wel wezen: die paar laatste spulletjes moeten toch in veilige handen kunnen zijn?

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

De instellingen gaan onmiddellijk over tot ontslag op staande voet, als blijkt dat er is gestolen. Ik heb dat niet genoemd, maar er kan geen enkel misverstand over zijn. Ik heb het gehad over de toegevoegde maatregelen die het voor instellingen en ook voor collega's makkelijker en eenduidiger maken om onmiddellijk tot actie over te gaan. Dat de veel zwaardere term "mishandeling" hieraan is toegevoegd, betekent dat het volstrekt onacceptabel is, juist omdat het om mensen in afhankelijkheidsrelaties gaat. Ik deel de sense of urgency van mevrouw Agema geheel.

Mevrouw Klijnsma (PvdA):

Als ouderen in verzorgings- of verpleeghuizen onderdak vinden, moet zo klaar als een klont zijn dat zij veilig zijn, op alle fronten. Deze staatssecretaris heeft haar maatregelen tegen ouderenmishandeling al aan ons toegestuurd. Zij zegt dat zij morgen een meldpunt opent. Ik constateer dat zij dat waarschijnlijk doet naar aanleiding van de uitzending van Brandpunt, want het is wel heel toevallig dat het morgen gebeurt. Maar dat geeft niet. Of het geeft wel, want ik ben heel blij dat zij dat doet.

De voorzitter:

Mevrouw Klijnsma, uw vraag moet nu echt gesteld worden.

Mevrouw Klijnsma (PvdA):

Ik wil graag weten hoe groot het probleem na drie maanden is. Ik wil heel graag dat een rapportage daarover naar de Kamer komt, zodat wij kunnen zien of wij aanvullende maatregelen nodig hebben.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

De aankondiging van het meldpunt stond in de brief "Ouderen in veilige handen". Het is dus absoluut niet naar aanleiding van Brandpunt, hoewel het altijd goed is als de media aandacht besteden aan een probleem. Wij hebben het veel eerder over deze zaken gehad. Natuurlijk zal de IGZ turven wat daar binnenkomt en wat wij daarmee gaan doen. U zult er zeker van mij over horen.

Naar boven