6 Vragenuur

Vragen van het lid Beertema aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat er bij Inholland voor meer dan € 900.000 aan ongeoorloofde declaraties zijn gedaan.

De heer Beertema (PVV):

Voorzitter. De hbo-sector is in crisis, wat ons niet is ontgaan. Het ontbreken van kwaliteit van een aantal opleidingen op een aantal hogescholen is genadeloos aan het licht gekomen. Dat is allemaal begonnen met de diplomafraude bij Hogeschool Inholland. Nog nooit in de geschiedenis van het onderwijs heeft een onderwijsinstelling zo demonstratief gefaald. De gevolgen zijn inmiddels duidelijk geworden aan elke burger in Nederland: de diskwalificatie van het hbo is compleet.

Ik zet de slachtoffers op een rijtje. In de eerste plaats zijn dat natuurlijk de studenten. Zij hebben in hun leven ook maar één kans, net als wij dat allemaal hebben gehad, op een goede hbo. Daarin wordt door die studenten geïnvesteerd met geld en tijd. In de tweede plaats zijn dat de ouders, die het beste willen voor hun kinderen en dat niet krijgen. In de derde plaats zijn dat de docenten in het hbo, die keihard werken en er het beste van proberen te maken, maar naar hen wordt niet geluisterd. Er zijn echter ook hbo's die het wel goed deden en doen. Zij zijn echter net zo verdacht gemaakt door alle negatieve publiciteit over Inholland. Zij hebben daar dus ook erg veel last van. Ten slotte is er het bedrijfsleven, dat die studenten toch aan een baan moet gaan helpen. De verantwoordelijken voor dit drama hebben zich bovendien schuldig gemaakt aan onterechte declaraties, extra salaris, extra pensioenstortingen, reiskosten, leaseauto's, we hebben het allemaal kunnen lezen.

Wat mij verbijstert, is het volgende. Er is geen begin van een mea culpa van de belangrijkste bestuurder, de voormalige voorzitter van het college van bestuur. Wat stelt deze meneer in de media? Alles is toegedekt door de raad van toezicht, dus er is niets aan de hand. Ik vertaal het even voor de mensen in het land: het betekent eigenlijk "u kunt mij niks maken".

Ik heb een indringende vraag de staatssecretaris. Hij neemt een aantal maatregelen, waaronder geld bij de betrokkene terughalen. Dat is hartstikke mooi, maar het terugbetalen van gedeclareerd geld is geen sanctie. Zou de staatssecretaris willen dat de overheid naast het laten terugbetalen van het geld, wél de mogelijkheid heeft om sancties op te leggen die bestuurders persoonlijk treffen? Waarom doet de staatssecretaris geen aangifte bij het OM?

Staatssecretaris Zijlstra:

Voorzitter. De heer Beertema noemde een indrukwekkend lijstje met slachtoffers. Ik was blij dat hij daarbij ook "andere hbo-opleidingen" noemde. Wij willen namelijk niet de indruk wekken dat het gehele hbo een afspiegeling van Inholland is. Ik ben blij dat de heer Beertema dat heel helder heeft gezegd.

Laat ik eerst zeggen dat ik hoop dat dit het laatste rapport was over de casus Inholland. Ik wil verder heel duidelijk maken dat sinds november vorig jaar, sinds het aantreden van een nieuw college van bestuur, een enorme omslag heeft plaatsgevonden. Die vertaalt zich door in de manier waarop wordt omgegaan met het terugvorderen van de € 940.000 die in de beleidsreacties is genoemd. Het enige middel dat de regering heeft, is het bij de instelling terugvorderen van dit geld. Ik heb met het nieuwe college van bestuur afgesproken dat het al deze gelden, waar dat juridisch mogelijk is, zelf zal proberen terug te vorderen bij de betrokken bestuurders. Dat lijkt mij een heel goede inzet. Ik ben er ook blij mee dat het nieuwe college van bestuur dat als signaal heeft afgegeven, en niet alleen aan de betrokken bestuurders, maar ook aan het onderwijsveld, studenten, ouders enzovoort; de heer Beertema heeft hen allemaal genoemd. Dat zal niet in alle gevallen kunnen.

Ik geef een voorbeeld. Een bedrag van € 148.000 betreft een premie die Inholland zou krijgen omdat hij een aantal consultants had ingekocht. Dat bedrag is nooit aan het desbetreffende bureau gevraagd. Dat is een contractuele verplichting, dus Inholland gaat alsnog proberen om dat geld terug te halen. Dat lijkt mij buitengewoon verstandig. Dan het bedrag dat meer is verdiend dan de € 199.200 die een voormalig collegevoorzitter mocht verdienen. Na afloop van zijn contract gaat Inholland ook bij de desbetreffende bestuurder opvragen wat hij allemaal aan inkomsten heeft gehad, opdat het meerdere ook daadwerkelijk kan worden teruggevorderd. Dat vind ik aanbevelenswaardig.

Dan kom ik op de laatste vraag, over het OM. Als er zaken aan het licht waren gekomen die voor strafrechtelijke vervolging in aanmerking waren gekomen, hadden wij niet nagelaten om daartoe over te gaan. Daar is echter geen sprake van.

De heer Beertema (PVV):

Ik vind dat toch enigszins onbevredigend. Er is sprake van een omslag bij Inholland. Dat is allemaal hartstikke mooi, maar toch is het enige middel "terugvorderen waar dat juridisch mogelijk is". Daar zit iets in wat mij irriteert. Dat getuigt toch niet van daadkracht? Justitie in Nederland begint wel meer risicovolle vervolgingen. Dus waarom niet hier?

Indertijd heb ik een motie ingediend waarin ik de regering ertoe oproep het jaarverslag en de volwaardige jaarrekening te laten publiceren op de websites van onderwijsinstellingen. Die motie is niet aangenomen, onder andere omdat de VVD en het CDA dat niet wilden. Is de staatssecretaris door het verworven inzicht in Inholland nu tot een andere mening gekomen? Binnen het huidige governance model is dit allemaal mogelijk; de staatssecretaris spreekt zelf van terugvorderen "waar dat juridisch mogelijk is". Vindt hij het huidige governance model nog steeds bevredigend?

Staatssecretaris Zijlstra:

Ja, maar ik ben niet tevreden met de uitspraak die door een voormalig collegevoorzitter is gedaan, namelijk dat het niet ingrijpen door de raad van toezicht een soort rechtvaardiging was voor het beleid dat het college van bestuur heeft gevoerd. Dat kan natuurlijk nooit het geval zijn. Stel ik neem als bewindspersoon een besluit en de Tweede Kamer keurt dat goed. Vervolgens gaat er iets mis, maar dan zeg ik: de Tweede Kamer heeft het goedgekeurd, dus je moet niet naar mij kijken. Zo werkt het natuurlijk niet. Daar zijn wij het snel over eens. Wij hebben niet voor niks gezegd dat wij van alle bestuurders in het hoger onderwijs vragen om alle declaraties bij het jaarverslag inzichtelijk te maken. Elke hogeschool heeft zich daartoe bereid verklaard en dat gaat ook gebeuren.

Wat betreft vervolging herinner ik eraan dat het Openbaar Ministerie besluit om tot vervolging over te gaan en dat ook in andere zaken het misschien verstandig ware geweest om dat oordeel te volgen.

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Voorzitter. De staatssecretaris geeft aan dat het huidige bestuur verstandig is, en dat geloof ik graag. Maar hoe verstandig is het dat er vervolgens een paginagrote advertorial wordt geplaatst in de Spits? Hoeveel kost dat wel niet?

Staatssecretaris Zijlstra:

Ik weet niet wanneer deze erin stond ...

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Vanmorgen.

Staatssecretaris Zijlstra:

Ik heb hem nog niet gezien, dus ik weet niet wat de inhoud is en ik kan het moeilijk beoordelen.

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Krijgen we daar dan een brief over?

Staatssecretaris Zijlstra:

Als u mij de vraag stelt waarover u graag een brief wilt krijgen. Als u zegt: er staat iets in de krant, wordt het een erg vage brief. Als u dat kunt specificeren, wil ik daar natuurlijk altijd een antwoord op sturen.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Dat je als schooldirecteur een auto met chauffeur wilt hebben, snap ik al niet, maar dat je dan ook nog een televisie laat inbouwen in die auto, dat vind ik echt van de zotte en het toppunt van bestuurlijke arrogantie. Deelt de staatssecretaris die mening? De vraag is hoe je deze belachelijke declaraties kunt stoppen. De staatssecretaris zegt dat de regels wat worden aangescherpt. Mijn voorstel is om ervoor te zorgen, als die bestuurders zo nodig willen declareren, dat zij geen cent meer kunnen declareren dan een docent. Zullen we dat vastleggen voor die scholen?

Staatssecretaris Zijlstra:

Het antwoord op de eerste vraag, over de televisie of lcd-schermen, is ja, want anders had ik dat geld niet teruggevorderd. Het feit dat wij dat terugvorderen geeft al aan hoe wij erover denken. Op de tweede vraag, of ik wil vaststellen dat een bestuurder nooit meer kan declareren dan een docent, is het antwoord nee, want het zijn onvergelijkbare grootheden. Soms kan het zijn dat een bestuurder gerechtvaardigd meer mag declareren, soms kan het zijn dat hij gerechtvaardigd minder mag declareren. Dan moet je kijken naar het functioneren van de betreffende persoon. Daarom zeggen wij ook: laten we transparant maken wat er gedeclareerd wordt. Als het allemaal in lijn met de functie is, is er niets te verbergen. Alle hogescholen, en overigens ook universiteiten, hebben gezegd dat te gaan doen, omdat zij ook zelf willen dat dit soort situaties niet voorkomt. Dat is een smet op alle betrokken bestuurders, terwijl het gros het buitengewoon netjes doet.

De heer De Rouwe (CDA):

Het lijdt geen twijfel wat de CDA-fractie betreft, dat elke cent wordt terugbetaald die onrechtmatig gedeclareerd is, maar we zouden misschien een stap verder moeten gaan. Wat zou de staatssecretaris ervan vinden om bestuurders die onrechtmatig hebben gedeclareerd en die daarvoor op geen enkele manier hun verantwoording hebben genomen, en dat ook nog ontwijken in de media, op een zwarte lijst te zetten voor functies bij de overheid, bij adviescommissies en besturen en noem maar op, en deze mensen gewoon te weren?

Staatssecretaris Zijlstra:

Ik ben niet zo van de zwarte lijsten, die een soort geïnstitutionaliseerde weigerlijsten zijn. Als staatssecretaris benoem ik de leden van de raden van toezicht bij universiteiten. Sinds ik in dienst ben getreden, heb ik alle nieuwe leden van raden van toezicht langs laten komen om hen te vragen wat zij van plan zijn, hoeveel tijd zij daarvoor hebben, etc. Als iemand langskomt met een profiel waarbij ik twijfel of dat een goede persoon zou zijn om dit te doen, zal dat in het gesprek naar voren komen, maar dat is wat anders dan een lijst en meteen zeggen dat hij er niet meer in komt. Zo werkt het ook niet in het leven, wat mij betreft. Ik vind dat iedereen die mensen aanstelt, of dat nu is bij de overheid of in het bedrijfsleven, altijd moet kijken naar het verleden van die persoon en welke invloed dat heeft op het functioneren van deze persoon in deze specifieke functie. Dat is de afweging die gemaakt wordt, maar geen zwarte lijsten.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. De D66-fractie vindt ook dat dit soort declaraties echt alle perken te buiten gaan, maar in de media en in het stuk dat wij hebben ontvangen, staat dat de raad van toezicht dit allemaal heeft goedgekeurd, dus dat het eigenlijk wel goed zit. Ik wil graag weten hoe de staatssecretaris dit soort raden van toezicht, ook als zij afgetreden zijn, erop kan aanspreken dat zij dat door de vingers hebben laten gaan. Wat zijn de juridische mogelijkheden daartoe? Hoe kan hij hen daarop in de toekomst strenger aanspreken?

Staatssecretaris Zijlstra:

Nogmaals, het kan nooit een excuus zijn voor leden van een college van bestuur om te zeggen dat de raad van toezicht het heeft goedgekeurd, want zij zijn er zelf bij. Ik vond het heel goed dat de inspectie heeft aangegeven, zoals ik in mijn beleidsreactie heb onderstreept, dat alle leden die tot november 2010 in het college van bestuur van Inholland zaten, in meer of mindere mate hebben bijgedragen aan de ontstane situatie. Het klopt dat de raad van toezicht daarop onvoldoende heeft ingegrepen. Ook bij de raad van toezicht ligt dus een duidelijke verantwoordelijkheid. Zoals ik heb aangegeven in de beleidsreactie willen we, ook in het licht van de Inholland-situatie, een aanwijzingsbevoegdheid inbouwen, zodat een bewindspersoon in dit soort specifieke situaties de mogelijkheid krijgt om in te grijpen. Dat is nodig, omdat de huidige situatie net iets te vrijblijvend is.

Naar boven