23 Actieplan mbo

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 20 april 2011 over het Actieplan mbo 2011–2015.

Devoorzitter:

Dit debat is aangevraagd door de heer Elias. Alleen moties indienen want vandaag geldt het kerstregime.

De heerElias (D66):

Voorzitter. Ik was er zo kort na de Pasen al aan gewend dat wij in het kerstregime zitten. Ik wil eigenlijk alleen een motie indienen. Ik zeg er nog één zin over. Ook in het mbo begint duidelijk te worden dat bijna 5% van het geld in het onderwijs in de komende jaren opgaat aan een regeling voor vervroegde uittreding die in de onderwijswereld BAPO heet.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het overheidsbeleid gericht is op terugdringen van vervroegd uittreden en duurzame inzetbaarheid van oudere werknemers, ook in het onderwijs;

overwegende dat een deel van het te verwachten tekort aan arbeidskrachten in het onderwijs kan worden opgevangen door langer te blijven werken;

constaterende dat de vervroegde uittreding (BAPO-regeling) in het onderwijs fors afwijkt van hetgeen in andere publieke sectoren en in de markt van toepassing is;

constaterende dat deze regeling op korte termijn zowel onbetaalbaar zal blijken, als bovenal tot grote problemen voor de inzet van personeel in het onderwijs zal leiden;

verzoekt de regering:

  • - bij de partners in de Stichting van het Onderwijs erop aan te dringen om op zo kort mogelijke termijn tot een afbouw van de BAPO-regeling te komen en de daarbij vrijkomende arbeidsvoorwaardenmiddelen in te zetten voor een duurzame inzetbaarheid van het onderwijspersoneel;

  • - indien partijen hiertoe niet bereid of in staat blijken te zijn, zelf maatregelen te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Elias. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 92 (31524).

De heerVan der Ham (D66):

Voorzitter ...

Devoorzitter:

Het is kerstregime, mijnheer Van der Ham.

De heerVan der Ham (D66):

Mag ik niet eens een vraag stellen?

Devoorzitter:

Dat hebt u heel goed begrepen.

De heervan der Ham (D66):

En een verduidelijkende vraag, mag dat wel?

Devoorzitter:

Nee, helemaal niks. U moet het vanavond helemaal op uw natuurlijke intelligentie doen.

De heerVan der Ham (D66):

Ik heb heel wat van de natuur gezien. Ik ga het proberen.

Voorzitter. In alle haast ben ik een motie vergeten mee te nemen. Ik ren even terug naar mijn bankje.

Devoorzitter:

U moet wel uw "act together" hebben, mijnheer Van der Ham.

De heerVan der Ham (D66):

Toch maar geen motie. Ik houd het kort. Er is tijdens het algemeen overleg iets over de macrodoelmatigheid gezegd. De minister zegt daarvan echt werk te willen maken. Kan de minister precies toelichten ...

Devoorzitter:

Mijnheer Van der Ham, het is kerstregime.

De heerVan der Ham (D66):

Dan houd ik het hierbij.

De heerBiskop (CDA):

Voorzitter. Kerst net na Pasen: heerlijk!

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het behalen van een vakdiploma van groot belang is voor het succesvol deelnemen aan de samenleving;

constaterende dat jongeren met een diploma minder gemakkelijk hun baan verliezen;

constaterende dat het voor sommige leerlingen helaas niet mogelijk is, een volledige beroepsopleiding voldoende af te sluiten ondanks hun goede resultaten op de beroepsgerichte vakken;

overwegende dat het voor een werkgever van belang is, de beroepsvaardigheid van een jongere beoordeeld te zien;

overwegende dat het van belang is, de beroepsgerichte vakken van een gewaarmerkte certificering te voorzien;

verzoekt de regering, na te gaan wat de mogelijkheden zijn om te komen tot een afzonderlijke waardering van de beroepsgerichte vakken binnen een beroepsopleiding en de Kamer daarvan voor de behandeling van de onderwijsbegroting 2012 op de hoogte te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Biskop. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 93 (31524).

De heerBeertema (PVV):

Voorzitter. Hierbij mijn motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat maximale financiële transparantie van onderwijsinstellingen met betrekking tot onder andere salarissen, uitgaven, reiskosten, onkosten en bonussen essentieel is voor de volksvertegenwoordiging om haar taak als controleur goed uit te oefenen;

overwegende dat een aantal onderwijsinstellingen weigert aan deze transparantie te voldoen;

overwegende dat, als scholen gefinancierd worden met belastinggeld, die scholen ook gecontroleerd dienen te worden door de volksvertegenwoordiging;

verzoekt de regering, alle verenigingen en stichtingen in onderwijsland wettelijk te verplichten, het jaarverslag en een volwaardige jaarrekening te publiceren op de eigen website,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beertema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 94 (31524).

De heerÇelik (PvdA):

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het percentage risicojongeren in het mbo ongelijk verdeeld is en er gebieden bestaan waar dit percentage ver uitstijgt boven het landelijk gemiddelde van 23%;

overwegende dat de roc's met een duidelijk hoger aantal risicojongeren dan gemiddeld te maken hebben met een evident zwaardere taak;

verzoekt de regering om bij de verdeling van de beschikbare bekostiging van het mbo meer recht te doen aan de ongelijke verdeling van de aantallen risicoleerlingen over de instellingen en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Çelik. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 95 (31524).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering ten dele een alternatief heeft gevonden voor de bezuiniging op 30-plussers in het mbo-onderwijs;

overwegende dat zorgen bestaan over de mate waarin de fiscale aftrek van de opleidingskosten voor zorginstellingen soelaas zal bieden;

verzoekt de regering om de effecten van het beleid op het aantal 30-plussers in het mbo te monitoren en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Çelik. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 96 (31524).

Het is de beurt aan de heer Klaver. Na hem krijgt de heer Van der Ham, om in de onderwijssfeer te blijven, een herkansing.

De heerKlaver (GroenLinks):

Voorzitter, dat is de heer Van der Ham gewend.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat volgens het Actieplan Focus op vakmanschap de Stichting beroepsonderwijs bedrijfsleven (SBB) de bestuurlijke partner van de minister wordt en het beheer van de kwalificatiestructuur zal overnemen, waarbij zij de regie krijgt over zowel toetsing als ontwikkeling van nieuwe kwalificaties;

overwegende dat de mbo-sector een ingrijpende ontwikkeling doormaakt waarbij de kwaliteit geborgd moet worden;

van mening dat het zwaartepunt van kwaliteitsborging in en toezicht op het mbo bij de regering ligt en niet bij koepelorganisaties;

verzoekt de regering, er zorg voor te dragen dat het zwaartepunt van kwaliteitsborging in en toezicht op het mbo bij de regering blijft liggen en niet wordt overgedragen aan de Stichting beroepsonderwijs bedrijfsleven;

verzoekt de regering, de onafhankelijke commissie voor arbitrage niet onder te brengen bij de Stichting beroepsonderwijs bedrijfsleven, maar een taak voor de minister te laten;

verzoekt de regering, eventuele andere delegering van taken richting de Stichting beroepsonderwijs bedrijfsleven voor te leggen aan de Tweede Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Klaver en Smits. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 97 (31524).

De heerVan der Ham (D66):

Voorzitter, u heeft een groot hart. Hier is mijn motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat versnippering van opleidingen in het mbo kan leiden tot ondoelmatige inzet van onderwijsmiddelen en onvoldoende kwaliteit van onderwijs;

overwegende dat de overheid zowel verantwoordelijk is voor de doelmatige inzet van publieke middelen als voor de kwaliteit van het onderwijs;

overwegende dat aan het onderwijs geen overbodige administratieve lasten moeten worden opgelegd;

constaterende dat roc's op dit moment onvoldoende tot gezamenlijke afspraken komen over beperking en verdeling van opleidingen;

verzoekt de regering, in samenwerking met onderwijsinstellingen een toets te laten uitvoeren op de doelmatigheid en kwaliteit van het aanbod van onderwijsinstellingen;

verzoekt de regering tevens, de Kamer zo spoedig mogelijk te informeren over de uitwerking van de criteria voor doelmatigheid en kwaliteit van het onderwijs die in deze toets van toepassing zullen zijn en de mogelijke sancties die de minister kan opleggen om een besluit op basis van deze toets af te dwingen en de bezwaarprocedure die onderwijsinstellingen tegen dit besluit kunnen volgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Ham. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 98 (31524).

MevrouwSmits (SP):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat slechts een kleine groep mensen van dertig jaar of ouder gebruikmaakt van het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo);

van mening dat een toegankelijk volwassenenonderwijs hoort bij "een leven lang leren";

verzoekt de regering, het volwassenenonderwijs toegankelijk te houden voor mensen van 30 jaar of ouder,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Smits. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 99 (31524).

MinisterVan Bijsterveldt-Vliegenthart:

Voorzitter. Ik begin met de motie van de heer Elias op stuk nr. 92. Ten eerste wordt mij daarin verzocht om "er bij partners in de Stichting van het Onderwijs op aan te dringen om op zo kort mogelijke termijn tot een afbouw van de BAPO-regeling te komen en de daarbij vrijkomende arbeidsvoorwaardenmiddelen in te zetten voor duurzame inzetbaarheid van het onderwijspersoneel". Ik ben gaarne bereid om dit onderdeel van de motie onder de aandacht te brengen bij de Stichting van het Onderwijs. Ten tweede wordt mij gevraagd om "indien partijen hiertoe niet bereid of in staat blijken te zijn, zelf maatregelen te nemen". Dit regardeert niet mijn verantwoordelijkheid, want het is echt een zaak van werkgevers en werknemers. Als de heer Elias het eerste overeind houdt en het tweede intrekt, kan ik het oordeel over de motie aan de Kamer laten en zal ik het met verve overbrengen; ik begrijp zijn zorg heel goed. Indien hij het tweede overeind houdt, ben ik echter genoodzaakt om negatief te adviseren over de motie en haar te ontraden, omdat het mijn verantwoordelijkheid echt te buiten gaat en ik het niet kan waarmaken.

Devoorzitter:

Mijnheer Elias, u krijgt alleen het woord als u het niet begrijpt.

De heerElias (VVD):

Ik heb een mededeling.

Devoorzitter:

Nee, dat is niet de bedoeling. De minister vervolgt haar betoog.

MinisterVan Bijsterveldt-Vliegenthart:

Ik hoop dat mijn uitleg helder was.

Ik kom bij de motie van de heer Biskop op stuk nr. 93 over de beroepsgerichte vakken: "verzoekt de regering, na te gaan wat de mogelijkheden zijn om te komen tot een afzonderlijke waardering van de beroepsgerichte vakken binnen een beroepsopleiding en de Kamer daarvan voor de behandeling van de onderwijsbegroting 2012 op de hoogte te stellen". De overweging omtrent de gewaarmerkte certificering is een punt waaraan ik – om het simpel te zeggen – niet graag zou meewerken. We moeten gewoon volwaardige diploma's hebben in het mbo. In die zin heb ik moeite met de motie en ontraad ik haar. Eén punt ik wel maken. In het kader van de examinering zullen we elke kwalificatie die verbonden is aan een kwalificatiedossier, apart honoreren. De cijfers komen dan wel in beeld, ook van andere onderdelen van de vakkennis. Ik zou niet willen dat dit tot aparte certificering leidt, omdat je daarmee het diplomagerichte onderwijs echt ondermijnt. Ten principale zeg ik daar dus "nee" tegen. Mijn inschatting is dat die afzonderlijke waardering in beeld komt doordat wij die apart gaan examineren en de cijfers in kaart zullen brengen. Dat is nog een kwestie van uitwerking. De heer Biskop zou zijn motie in dat licht ook nog even kunnen aanhouden. Gezien de overweging moet ik haar nu echter afraden.

In zijn motie op stuk nr. 94 verzoekt de heer Beertema de regering, "alle verenigingen en stichtingen in onderwijsland wettelijk te verplichten het jaarverslag en een volwaardige jaarrekening te publiceren op de eigen website". Dit grijpt echt in in de autonome positie van verenigingen. Het betreft verenigingsrecht, dus ik kan dat helemaal niet doen. De meeste stichtingen publiceren dit soort zaken al, ook scholen. Voor de rest is het aan verenigingen zelf om die afweging te maken; dit valt onder de soevereiniteit van de vereniging. Ik moet de motie dus ontraden.

Ik kom bij de motie van de heer Çelik op stuk nr. 95: "verzoekt de regering om bij de verdeling van de beschikbare bekostiging van het mbo meer recht te doen aan de ongelijke verdeling van de aantallen risicoleerlingen over de instellingen en de Kamer hierover te informeren". De discussie hierover hebben wij gevoerd tijdens het AO. Ik zou de bekostiging van het mbo niet verder willen compliceren. Mbo-1 en -2 krijgen de VOA-bekostiging. Dit is extra geld boven op wat regulier aan studenten wordt gegeven. Veel kinderen in mbo-1 en -2 maken ook gebruik van de LGF-financiering. Ik zou het niet nog verder willen compliceren, omdat dit enorme herverdeeleffecten kan hebben voor roc's elders in het land, die het geld ook gewoon hard nodig hebben. Het is goed om de VOA in te zetten voor mbo-1 en -2, waar die kwetsbare leerlingen meestal zitten.

Ik kom bij de tweede motie van de heer Çelik, op stuk nr. 96: "verzoekt de regering om de effecten van het beleid op het aantal 30-plussers in het mbo te monitoren en de Kamer hierover te informeren". Daartoe ben ik gaarne bereid, dus ik laat het oordeel aan de Kamer.

Dan kom ik bij de motie-Klaver, waarin de regering wordt verzocht, de onafhankelijke commissie voor arbitrage niet onder te brengen bij de Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, maar een taak van de minister te laten zijn. De regering wordt voorts verzocht, eventueel een andere delegering van taken richting de Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven voor te leggen aan de Tweede Kamer. Het laatste heb ik de Kamer al beloofd in het algemeen overleg. Het eerste heb ik inmiddels nagetrokken. Onze juridische mensen geven aan dat je een uitvoerende en een wetgevende macht bent en dat je moet opletten dat je niet in de arbitragerol vervalt als minister. Het wordt mij dus afgeraden om die rol te vervullen. Ik heb wel van de Kamer begrepen dat zij de arbitrage goed geregeld wil hebben. Dat klinkt ook uit de motie op stuk nr. 98 die de heer Van der Ham heeft ingediend en waarin de regering wordt verzocht om de Kamer zo spoedig mogelijk te informeren over de uitwerking van de criteria voor doelmatigheid en kwaliteit van het onderwijs die in deze toets van toepassing zouden kunnen zijn en de mogelijke sancties die de minister kan opleggen om een besluit op basis van deze toets af te dwingen, en over de bezwaarprocedure die onderwijsinstellingen tegen dit besluit kunnen volgen. De motie van de heer Van der Ham wil ik ondersteunen. Ik laat het oordeel over zijn motie aan de Kamer over. Ik zeg de Kamer toe dat ik daarmee kom, maar de motie-Klaver kan ik niet ondersteunen, omdat het ene verzoek te ver gaat. Mijn positie als minister is meer een wetgevende en uitvoerende dan een arbitrage plegende. Dat is het probleem. Ik ben gelijk aan de slag gegaan met de wens vanuit de Kamer en ben er inmiddels achter gekomen dat dit niet zomaar eenvoudig kan. De motie-Klaver wil ik dus ontraden, maar ik geef steun aan de motie van de heer Van der Ham.

Tot slot de motie van mevrouw Smit. Ik begrijp de motie. Ik heb al gezegd dat het voor mij nog niet helemaal duidelijk is of ik het wel of niet doe, maar ik wil een en ander goed onderzoeken voordat ik zeg: ik ga dit uitvoeren. Mevrouw Smit mag haar motie wat mij betreft aanhouden. Anders moet ik de aanneming ervan ontraden.

De beraadslaging wordt gesloten.

Devoorzitter:

Dank u wel. We horen graag van mevrouw Smits of ze haar motie aanhoudt.

MevrouwSmits (SP):

Voorzitter. Ik krijg bijna nooit zulke enthousiaste toezeggingen van de minister, dus ik houd mijn motie graag aan in afwachting van haar plannen.

De heerBiskop (CDA):

Hetzelfde geldt ook voor mijn motie.

Devoorzitter:

Op verzoek van mevrouw Smits stel ik voor, haar motie (31524, nr. 99) van de agenda af te voeren. Op verzoek van de heer Biskop stel ik voor, zijn motie (31524, nr. 93) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven