2 Vragenuur

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Van Raak aan de minister van Veiligheid en Justitie over het voornemen om agenten te vervangen door toezichthouders.

De heerVan Raak (SP):

Voorzitter. Agenten willen weten waar ze aan toe zijn. Vorige week kregen zij te horen dat 10.000 agenten worden vervangen door zogenaamde toezichthouders, agenten met minder opleiding en minder bevoegdheden. Dat is een op de vijf agenten. Een uur geleden kreeg ik van de minister een brief dat die toezichthouders van tafel zijn. Vragen stellen heeft dus wel degelijk zin, maar waarom zou de minister zo veel onrust willen zaaien? Waar komen dergelijke onzalige plannen vandaan? Wie heeft er op het ministerie de regie, de minister of de mensen die zulke plannen naar buiten brengen? Dit is namelijk niet de eerste keer dat de minister onrust zaait. Eerder beloofde hij 3000 agenten extra, maar die kwamen er niet. Bovendien is er nog steeds onrust onder agenten over de vraag wat er gaat gebeuren met de dierenpolitie. Gaan we echt 500 echte agenten schrappen voor 500 dierenagenten?

Met de toezichthouders wilde de minister 40 mln. per jaar bezuinigen. De minister zegt nu dat de korpschefs op zoek moeten naar een andere manier om te bezuinigen. Ik weet wel hoe dat gaat: het gaat ten koste van de ondersteuning, ten koste van de mensen die nu de agenten het papierwerk uit handen moeten halen, bijvoorbeeld het verwerken van bonnen of het uitwerken van verbalen voor het Openbaar Ministerie. Deze mensen zien we nu overal verdwijnen. Dat betekent dat alle agenten het papierwerk weer helemaal zelf moeten gaan doen en nog minder tijd hebben om de straat op te gaan. Kan de minister hier toezeggen dat we niet gaan bezuinigen op het ondersteunend personeel dat nu de agenten papieren rompslomp uit handen neemt?

MinisterOpstelten:

Voorzitter. Ik bedank de heer Van Raak voor zijn vraag. Hij heeft één vraag gesteld en het antwoord daarop luidt "ja". Ik kan dit toezeggen.

Ik wil ook nog even aangeven hoe dit is gekomen. Ik was donderdagavond totaal verrast. Na een heel goed gesprek met de belangenvereniging voor de vrijwillige brandweer wilde ik me rustig gaan voorbereiden op Goede Vrijdag, maar dat is niet gelukt omdat dit opeens naar buiten kwam. Dat gaf mij alle aanleiding om de volgende dag de mijn circulaire op dit punt terug te nemen vanwege de rust die er moet zijn bij de politie. Daarmee verhelder en verduidelijk ik een passage uit het regeerakkoord en zeg ik: we gaan dit absoluut niet doen. Ik zal staan voor de taakstelling van 10 mln. volgend jaar, 20 mln. in het jaar daarna, vervolgens 30 mln. en uiteindelijk 40 mln. Ik zal dat geld elders in de begroting van het departement van Veiligheid en Justitie vinden, maar niet ten koste van de 49.500 politiemensen en niet ten koste van de overhead. Op de overhead hebben we namelijk al een taakstelling van 25%.

De heerVan Raak (SP):

De minister wilde dus geen onrust schoppen, maar waarom is dit dan wel gebeurd? Wie is er nu de baas op het ministerie? Wie verstuurt er circulaires en wat staat daarin? Staan in die circulaires de plannen van de minister of plannen van ambtenaren? Wie lekt de circulaires? Waar komt de onrust vandaan? Is de minister bereid om regie te nemen om te voorkomen dat dergelijke onzalige plannen op straat komen en onnodig onrust zaaien onder mensen?

MinisterOpstelten:

Er zijn er twee de baas op het departement; een van hen is de minister en dat ben ik. De onrust is mede door mijn eigen schuld ontstaan, want ik heb de circulaire getekend. Het is goed om in de Kamer naar aanleiding van deze onrust vast te stellen dat je kunt terugkomen op een ingenomen positie. Ik heb dus geen moment geaarzeld om op vrijdag tussen de middag dat punt terug te nemen en duidelijkheid te creëren. Van daaruit heb ik ook gezegd dat ik dinsdag direct, voor twaalf uur, de Kamer zou informeren.

De heerVan Raak (SP):

De minister schopte de bal eerst weg, maar nu komt hij weer terug. Hij zei namelijk dat in de circulaire stond dat wij 10.000 echte agenten gaan vervangen door halve agenten. Dat heeft de minister dus wel zelf opgeschreven. Dat was dus niet zomaar een proefballonnetje van ambtenaren; nee, dat plan was van de minister. Waarom komt de minister met zulke onzalige plannen die onrust veroorzaken bij de agenten en in de buurt, en die ertoe leiden dat de minister hier ter verantwoording moet worden geroepen om zijn onzalige plan in te trekken?

MinisterOpstelten:

Dat is op zichzelf een goede vraag. Natuurlijk hebben wij naar het regeerakkoord gekeken. Tegen de Kamer heb ik altijd gezegd: op dit punt van het regeerakkoord kom ik vóór de zomer terug. Het is zo door mij vertaald ten aanzien van de mogelijke consequenties. Ik heb daarnaar gekeken en daar nog een keer kennis van genomen. Toen ik daar donderdag mee geconfronteerd werd, heb ik geheel onder eigen verantwoordelijkheid meteen gezegd: zo gaan wij het niet doen, gelet op het debat dat wij het afgelopen halfjaar met de Kamer hebben gevoerd. Dit gaat niet gebeuren. Wij zetten hier een streep doorheen.

De heerVan Raak (SP):

Daarvoor hulde. Dit was een onzalig plan in het regeerakkoord. Er staan nog wel meer onzalige plannen in het regeerakkoord. Ik wil de minister uitnodigen om eens samen te bekijken welke plannen in dat regeerakkoord totaal onuitvoerbaar zijn. Het vervangen van 10.000 agenten door toezichthouders is zo'n voorbeeld. Maar er staan er nog wel een paar meer in. Ik ben graag bereid om de minister te helpen, zodat wij samen kunnen voorkomen dat de minister weer onrust stookt en zijn keutel weer moet intrekken.

MinisterOpstelten:

Eén punt staat niet in het regeerakkoord, namelijk het aantal van 10.000. Ik moet daar wel precies in zijn. Dat was ook totaal onhaalbaar en, nog sterker, onwenselijk. Ik heb dus de verantwoordelijkheid genomen om de knoop door te hakken en te zeggen: dat gaan wij niet doen. Er is namelijk rust geboden in het politieveld en naar Nederland toe, als het gaat om de sterkte waarop men kan rekenen en die betaalbaar is. Samen met de Kamer hebben wij daarin een lijn weten te pakken. Of men het daar nu mee eens is of niet: dat is de lijn en die houden wij vast. Over de andere punten van het regeerakkoord maak ik mij geen zorgen.

De heerBrinkman (PVV):

Slechte plannen moeten snel van tafel. Wat dat betreft hulde aan de minister, die een slecht plan binnen 24 uur van tafel veegde; goed gedaan. Wel wil ik de exacte woorden van de minister ten aanzien van de overhead weten. De minister zegt dat er niet bezuinigd gaat worden op ondersteuning et cetera. Maar wij gaan toch hopelijk wel bezuinigen op die overhead? Wij gaan er toch wel voor zorgen dat die overhead achter die computers vandaan komt, het uniform aantrekt en op straat gaat surveilleren en politietaken gaat uitvoeren?

MinisterOpstelten:

Ja, dat heb ik ook gezegd. Wij hebben een scherpe taakstelling geformuleerd van 25%; die gaat weg. Daar houd ik aan vast. Over de hele lijn wil ik die duidelijkheid vasthouden en niet met andere getallen komen aanzetten. Aan die taakstelling houden wij onverkort vast, zoals wij ook onverkort vasthouden aan de operationele sterkte.

MevrouwBerndsen (D66):

Je zou ook kunnen zeggen: goed geregisseerd. Op het moment dat door de VVD-fractie en de gedoogpartner PVV een passage uit het regeerakkoord onderuit wordt geschoffeld, is de minister er als de kippen bij om zijn plannen weer in te trekken. Ik vraag de minister in hoeverre hij deze passage in het regeerakkoord goed vond.

MinisterOpstelten:

Er is totaal geen regie geweest. Ik hoop dat u mij gelooft. Ik neem er afstand van: ik was op donderdagavond totaal verrast. Ik heb mijn verantwoordelijkheid genomen, een eigen positie ingenomen en gezegd: oké, ik schrijf een brief aan de Kamer. Dat heb ik gedaan. Gelet op het verloop van het debat dat wij de laatste zes maanden hebben gevoerd, vind ik dit de enige juiste optie. Ik heb mij destijds inderdaad gebonden aan het regeerakkoord op deze positie; daar ben ik heel eerlijk in. Wij waren er ook mee bezig, maar ik neem er nu afstand van en zet er een streep doorheen.

MevrouwKuiken (PvdA):

Ik zie een bepaalde ministerschapsstijl zich ontwikkelen. De minister zegt zelf: er was geen regie. Bij de tijdelijke aanstelling van de korpschef in Flevoland en nu na de berichtgeving over de toezichthouders constateerde de minister: o help, het valt niet goed; de krantenkoppen zijn negatief, dus ik wijzig mijn beleid. Wij gaan heel zware tijden tegemoet met de politie. Er komt een nationale politie en dat betekent heel veel onrust. Gaan wij nu een bepaalde mate van leiderschapsstijl zien die rust kan garanderen? Of gaan wij regeren op basis van krantenkoppen?

MinisterOpstelten:

Het heeft niets met krantenkoppen te maken. Het heeft te maken met de posities die inhoudelijk niet juist waren te maken. Dat is ook de reden waarom wij tot de nationale politie moeten komen. U kunt ervan op aan dat ik als minister de regie zal hebben. Als er onduidelijkheid is en er een heilloze discussie dreigt te worden gevoerd over de politiesterkte, hak ik een knoop door. Dat heb ik vrijdag ook gedaan.

De heerDibi (GroenLinks):

Ik wil het hem niet inpeperen, maar wat een grote blunder van deze minister dat hij überhaupt het voornemen had om 10.000 agenten te vervangen door toezichthouders. En dat van een minister die veiligheid zo belangrijk vindt voor Nederland. Hij zegt nu gelukkig dat die bezuiniging, die er nog steeds ligt, niet ten koste gaat van het ondersteunend personeel en van de politiesterkte. De enige logische laatste vraag is ten koste waarvan de bezuiniging dan wel gaat. De minister weet waarvan de bezuiniging niet ten koste gaat, maar waar gaat die pijn doen? Ik wil er graag een eerlijk antwoord op.

MinisterOpstelten:

Wat het eerste punt betreft, wil ik zeggen dat ik dit liever niet had gedaan met deze circulaire. Ik gebruik andere woorden dan de heer Dibi, maar dat is duidelijk. Ik heb een knoop doorgehakt, want het is op dit moment niet de goede weg.

Wat het tweede punt betreft, heb ik aangegeven waar die bezuinigingen van 10 mln. voor het volgend jaar en de hele reeks niet zullen vallen. Gun mij even de tijd om na te denken waar dat wel gebeurt. Het zal niet ten koste gaan van de politiesterkte. U vindt dat op Prinsjesdag bij de presentatie van de begroting.

Naar boven