8 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

Devoorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de brief van de algemene commissie voor Immigratie en Asiel over een verzoek tot voorlichting aan de Raad van State (32420, nr. 13), de brief van het Presidium over de verantwoordingsstukken 2010 (31428, nr. 3) en de brief van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties over een verzoek tot voorlichting aan de Raad van State (32500-IV, nr. 34).

Voorts stel ik voor, te stemmen over de brief van het Presidium over een advies van de Gezondheidsraad inzake het burgerinitiatief van de Nederlandse Vereniging voor Lymepatiënten (32644, nr. 3) en de brief van het Presidium over een advies van de Raad voor het openbaar bestuur en de Raad voor de financiële verhoudingen (32500-VII, nr. 93).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

Devoorzitter:

Het woord is aan de heer Marcouch.

De heerMarcouch (PvdA):

Voorzitter. De minister die over onderwijs en emancipatie gaat, heeft per brief laten weten, de motie van de heer Pechtold en een aantal andere collega's waarin wordt opgeroepen om de kerndoelen te moderniseren, zodat jongeren al heel vroeg gevormd worden in het omgaan met seksualiteit, maar vooral met homoseksualiteit, en een attitude wordt ontwikkeld die tolerantie jegens en de omgang met homoseksuelen moet verbeteren, niet uit te voeren.

Devoorzitter:

Wat stelt u voor, mijnheer Marcouch?

De heerMarcouch (PvdA):

De minister weigert deze motie uit te voeren en daar wil ik een spoeddebat over voeren.

Devoorzitter:

Kijk eens. U hebt 30 leden.

De heerMarcouch (PvdA):

Ik ben vergeten te vermelden dat ik het verzoek ook namens de D66-fractie doe.

Devoorzitter:

Dan hebt u 40 leden. Dat is voldoende voor een spoeddebat. Bovendien knikt mevrouw Van Gent ook instemmend.

MevrouwHennis-Plasschaert (VVD):

Voor zover mij bekend, stond er nog een spoeddebat naar aanleiding van het tienjarig bestaan van het homohuwelijk. Dan zouden wij alles in één keer bespreken aan de hand van de Emancipatienota.

Devoorzitter:

Was dat misschien een gewoon debat?

MevrouwHennis-Plasschaert (VVD):

Dat was inderdaad een gewoon debat. Kunnen wij dat niet naar voren halen?

Devoorzitter:

Dat debat wacht nog op een nota.

MevrouwHennis-Plasschaert (VVD):

De Emancipatienota is binnen.

Devoorzitter:

Nou, dan hoor ik wel van de commissie wanneer zij eraan toe is om die te behandelen. Ik had het idee dat dat debat nog ergens op wachtte.

Mijnheer Marcouch, u hebt voldoende leden voor een spoeddebat. U moet zelf overwegen of u het in elkaar schuift of dat u uw voorstel handhaaft. In het laatste geval komt het debat op de lijst.

De heerMarcouch (PvdA):

Ik handhaaf het voorstel omdat er een stevige motie ligt en een duidelijke brief van de minister waarin staat dat de motie niet zal worden uitgevoerd. De reden waarom wij het spoeddebat willen, is dat wij vinden dat de minister de motie van de Kamer gewoon moet uitvoeren.

Devoorzitter:

Dat is inderdaad altijd het uitgangspunt. Het spoeddebat wordt op de lijst gezet en de spreektijd bedraagt drie minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Helder.

MevrouwHelder (PVV):

Voorzitter. Twee weken geleden heb ik een spoeddebat aangevraagd over de hier in Nederland vrij rondlopende Surinaamse veroordeelde criminelen. De brief van de minister is inmiddels binnen. Ook is al een van deze gasten aangehouden. Er is dus wel degelijk sprake van spoed. Mede namens collega Pechtold verzoek ik u daarom om het spoeddebat liefst nog deze week te agenderen.

Devoorzitter:

Mevrouw Helder, uw spoeddebat staat nummer zes op de lijst. Ik zou niet weten hoe ik dat eerder zou moeten plannen deze week, want ik zit vol tot donderdagavond 23.00 uur. Ik ben heel eerlijk tegen u. Ik ga mijn best doen.

De heerPechtold (D66):

Ik zou het verzoek van mevrouw Helder toch nog eens willen onderstrepen. De minister laat zien dat het hem ernst is. Er is iemand opgepakt, maar er lopen er meer rond. De brief is binnen. Het kan een kort spoeddebat zijn met twee minuten spreektijd per fractie. Richting de rest van de samenleving vind ik het geen figuur als we er nog twee weken mee wachten.

Devoorzitter:

Ik begrijp wat u bedoelt. Ik zal mijn uiterste best doen en de agenda uitwringen. Ik moet alleen wel tijd hebben, want anders kan ik het niet plannen. Het debat komt in ieder geval op de lijst.

Het woord is aan de heer Koopmans.

De heerKoopmans (CDA):

Voorzitter. Ik stel voor om de stemmingen onder punt 3 en 4 over de incidentele suppletoire begrotingen uit te stellen omdat de staatssecretaris in het debat heeft beloofd om snel een brief te sturen. Ik herinner hem daar bij dezen aan. Daarna kunnen de stemmingen plaatsvinden.

Devoorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

De heerVan Gerven (SP):

Voorzitter. Onze fractie hecht eraan dat deze stemmingen nog voor het reces, uiterlijk donderdagavond, plaatsvinden. Er zit namelijk een amendement achter dat al maanden oud is.

Devoorzitter:

Mijnheer Van Gerven, ik wilde net zeggen dat de stemmingen aanstaande donderdag plaatsvinden, maar u was mij net een slag voor.

Naar boven