9 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

Devoorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Klaver/Vermeij (32500-XV, nr. 9).

Op verzoek van de minister van VWS stel ik voor om de stemmingen over het wetsvoorstel Wijziging van de Geneesmiddelenwet (32196), het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (32261) en de bij de behandeling van deze wetsvoorstellen ingediende moties uit te stellen.

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor om het spoeddebat over het Provinciefonds van de lijst af te voeren en op verzoek van de aanvrager stel ik voor om het onderwerp van het spoeddebat over het RIVM-rapport inzake antibioticaresistentie toe te voegen aan het spoeddebat over antibioticagebruik bij dieren.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

Devoorzitter:

Ik deel de Kamer mee dat de Contactgroep Verenigd Koninkrijk tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Ten Broeke en tot haar ondervoorzitter het lid Haverkamp.

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde, de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 32500-XIII-16; 32500-XIII-35; 32500-I-14; 32500-XIII-84; 32500-XIII-89; 32500-XIII-90; 32500-XIII-106; 32500-XIII-112; 32500-XIII-130; 32500-XIII-134; 32500-VI-20; 32500-VI-24; 32500-VI-29; 32500-VI-36; 32500-VI-40; 32500-XVI-96; 32500-XIII-154; 32500-VI-50; 32500-VI-54; 32500-VI-55; 32500-VI-56; 32500-VI-57; 32500-VI-61; 32500-XII-18 en 32500-VII-53.

Het woord is aan de heer Ulenbelt.

De heerUlenbelt (SP):

Voorzitter. Mijn verzoek betreft een hoofdlijnendebat met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de stand van zaken met betrekking tot het pensioenakkoord. We hebben daarover afgelopen vrijdag een briefje van ongeveer vijf regels gehad, maar iedereen praat erover. In de Kamer is er nog niet over gesproken, maar naar mijn idee is het daar nu echt tijd voor.

MevrouwHamer (PvdA):

Mijn fractie staat sympathiek tegenover dit verzoek – dat heb ik vorige week al gezegd – maar het gaat inderdaad om een heel kort drieregelig briefje. Het is heel lastig om op basis daarvan een debat te voeren. Ik vraag de minister daarom om ons van tevoren via een brief meer informatie te geven dan wij nu hebben.

Devoorzitter:

Maar u steunt het verzoek van de heer Ulenbelt?

MevrouwHamer (PvdA):

Onder de conditie dat wij eerst een brief krijgen die meer informatie bevat dan wij nu hebben.

MevrouwDezentjé Hamming-Bluemink (VVD):

Ik maak uit de brief van de minister op dat de onderhandelingen nog in volle gang zijn. Ik wil wachten op de uitkomst daarvan. Bovendien hebben wij in de commissie afgesproken dat we binnenkort een debat hebben over pensioenonderwerpen. Ik zou zeggen dat al is voldaan aan het bijna wekelijkse verzoek van de heer Ulenbelt.

De heerKlaver (GroenLinks):

Ik sluit mij aan bij het verzoek van mevrouw Hamer. Ik voeg eraan toe dat ik graag zou zien dat in de brief ook wordt ingegaan op de juridische problemen die spelen rondom het invoeren van de oude rechten.

MevrouwKoşer Kaya (D66):

Steun voor het debat. Wat mij betreft hoeft er geen brief meer te komen, want daar hebben wij vorige week al om gevraagd. Wij hebben toen ook rechtstreeks gevraagd hoe het zit met de oude rechten, met de WAO en de koppeling aan de lonen. Wij hebben daar nog geen inhoudelijke reactie op gekregen. Vervolgens hebben we in de krant mogen lezen hoe het met het advies zit. Wat mij betreft nu een debat.

De heerOmtzigt (CDA):

Steun voor een brief, want dan kunnen de vragen die de collega's zojuist hebben gesteld ook aan de orde komen. Wij willen echter wachten met een debat totdat de sociale partners hebben aangegeven of ze er al of niet uitkomen.

De heerVan den Besselaar (PVV):

Ik sluit mij bij de vorige spreker aan. De minister heeft aangegeven, weliswaar in een kort briefje: beter een goed akkoord dan een snel akkoord.

Devoorzitter:

Mijnheer Ulenbelt. U hebt geen steun voor een gewoon debat, maar wel voor een brief om nadere informatie.

De heerUlenbelt (SP):

Kunnen wij die brief dan wel binnen een week hebben?

Devoorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Bemmel.

De heerVan Bemmel (PVV):

Voorzitter. Ik heb op 17 februari een brief aan de minister gevraagd, naar aanleiding van mijn aangenomen motie. Het is nu 15 maart. We zijn een maand verder en het is oorverdovend stil. Mocht de minister twijfelen aan nut en noodzaak, de meerderheid van de Kamer twijfelt daar niet aan. De overgrote meerderheid van de miljoenen automobilisten twijfelt er ook niet aan.

Devoorzitter:

Wanneer wilt u de brief hebben?

De heerVan Bemmel (PVV):

Ik verwacht een spoedige reactie van de minister, het liefst eind deze week.

Devoorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Albayrak, namens de vaste commissies voor Buitenlandse Zaken en voor Defensie.

MevrouwAlbayrak (PvdA):

Voorzitter. Eerder vanmiddag hebben de beide commissies een extra procedurevergadering gehouden over de gevangenneming en vrijlating van de Nederlandse militairen in Libië. Namens de vaste commissies voor Buitenlandse Zaken en voor Defensie verzoek ik u om volgende week rekening te houden met een plenair debat, want dat is relevant voor uw agenda. Het exacte moment van het debat hangt af van de brief die wij uiterlijk dinsdag willen ontvangen van het kabinet en van de vraag of de Kamer behoefte heeft aan het stellen van nadere vragen dan wel aan een hoorzitting.

Devoorzitter:

Het lijkt mij goed dat u als commissievoorzitter mij nog laat weten of er inderdaad behoefte is aan een debat. Dan zal ik een agendavoorstel doen voor volgende week.

MevrouwAlbayrak (PvdA):

Dat is goed.

Devoorzitter:

Dan hoor ik eerst nog of u dat werkelijk wilt.

MevrouwAlbayrak (PvdA):

Er is al besloten tot een plenair debat, maar het exacte tijdstip ervan hangt af van de brief die wij dinsdag krijgen. Het verzoek was om volgende week al rekening te houden met een plenair debat. Dat wordt eerder woensdag of donderdag dan dinsdag.

Devoorzitter:

Duidelijk. Het stenogram wordt doorgeleid naar het kabinet. De spreektijd bedraagt vier minuten per fractie.

De heerPechtold (D66):

Vier minuten vind ik voor een normaal debat voldoende, voorzitter, maar voor dit debat vind ik dat weinig. Er zijn ook heel veel vragen gesteld. Ik wil graag zes minuten spreektijd.

De heerOrmel (CDA):

Daar sluit ik me bij aan.

Devoorzitter:

Zullen we beginnen met vijf minuten en afspreken dat ik dan soepel ben? Ik ken u zo goed ...

De heerPechtold (D66):

Ik dacht dat ik de oud-veilingmeester was, maar u kunt er alles van, voorzitter.

Devoorzitter:

Ik leer snel.

Het woord is aan de heer Plasterk, pardon, de heer Van Gerven. Nu sloeg ik u nog over ook, mijnheer Van Gerven ... U zat in mijn dode hoek!

De heerVan Gerven (SP):

De dode hoek komt nu tot leven.

Voorzitter. Albert Einstein heeft veel schitterende uitspraken gedaan, waaronder de volgende: "Als de bij dood is, heeft de mensheid nog vier jaar te leven." Ik acht Einstein hoog, ook in relatie tot de discussie die wij zonet tijdens het mondelinge vragenuur hadden over de moord op de honingbij.

Devoorzitter:

Dit is een regeling van werkzaamheden, mijnheer Van Gerven.

De heerVan Gerven (SP):

Wij pleiten voor een voortzetting van de discussie in een spoeddebat, want het heeft er alle schijn van dat de staatssecretaris van ELI zich in zijn gedrag eerder een behartiger van bepaalde belangen toont dan een behartiger van het algemeen belang. Dit verzoek om een spoeddebat doe ik mede namens de Partij van de Arbeid en de Partij voor de Dieren.

Devoorzitter:

Dat is helder.

De heerKoopmans (CDA):

Voorzitter. Zojuist heeft de staatssecretaris in het vragenuur twee brieven toegezegd, één over het onderzoek en één over het resultaat van het onderzoek met betrekking tot het onderwerp dat de heer Van Gerven wil bespreken. Het lijkt mij nogal voor de hand te liggen om die brieven even af te wachten en dan pas een besluit te nemen over een debat.

MevrouwSnijder-Hazelhoff (VVD):

Voorzitter. Namens de VVD-fractie concludeer ik hetzelfde als de heer Koopmans. Laten wij die twee brieven afwachten. Wat ons betreft, houden wij vervolgens een AO. Wij weten immers allemaal hoeveel spoeddebatten er inmiddels op het lijstje staan.

Devoorzitter:

Twaalf, dertien ...

De heerGrashoff (GroenLinks):

Voorzitter. Ook de GroenLinks-fractie had een verzoek om een spoeddebat ingediend. De heer Van Gerven was iets sneller. Compliment daarvoor. Wij steunen dit verzoek om een spoeddebat dus van harte.

MevrouwGerbrands (PVV):

Ik sluit me graag aan bij de fractie van de VVD.

Devoorzitter:

Mevrouw Ouwehand, u steunde het verzoek toch ook?

MevrouwOuwehand (PvdD):

Dat klopt, voorzitter, maar ik wil nog iets zeggen over de brieven. Ik heb tijdens het vragenuur gevraagd om eerst een brief te ontvangen over de opzet van het onderzoek, zodat wij daar als Kamer nog een oordeel over kunnen uitspreken. Het voorstel van de heer Koopmans om ook op die tweede brief te wachten is zojuist door de staatssecretaris al van tafel geveegd. Dat wilde ik nog even benadrukken: eerst ontvangen wij de brief over de opzet van het onderzoek ter uitvoering van de motie en daarna houden wij zo snel mogelijk een debat.

Devoorzitter:

Dank u wel. Aldus besloten. De spreektijd is drie minuten per fractie. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Plasterk.

De heerPlasterk (PvdA):

Voorzitter. Dit weekend is de concepttekst voor het europact naar buiten gekomen. Die roept nog wel wat vragen op. Ik denk dat het goed zou zijn om daarover met de regering een debat te voeren. Ik had aanvankelijk het idee om een spoeddebat aan te vragen, maar dat zou dan onderaan een lange lijst komen. Meedenkend met de agenda wil ik voorstellen, dit te combineren met de plenaire voorbereiding van de Europese top die volgende week woensdag gaat plaatsvinden. Dat zou wel met zich mee moeten brengen dat de minister van Financiën daar ook bij aanwezig is. Ook vraag ik het kabinet, ons deze week schriftelijk op de hoogte te brengen van waar het staat.

Devoorzitter:

De heer Plasterk stelt dus een uitbreiding voor van het debat dat al geagendeerd staat en hij stelt ook voor, daarbij een extra minister uit te nodigen.

De heerVan Bommel (SP):

Ik kan dit voorstel steunen, maar ik zou dan wel een wat ruimere spreektijd willen dan we bij een dergelijk debat gewend zijn.

De heerHarbers (VVD):

Ook de VVD-fractie kan instemmen met het voorstel van de heer Plasterk.

De heerSchouw (D66):

Dit is een tamelijk verstandig voorstel van de heer Plasterk. Ik zou er wel een verzoek aan willen toevoegen. Zou de regering een zogenaamde bevoegdhedenbrief kunnen maken? De discussie zal namelijk gaan over het al dan niet overdragen van bevoegdheden aan Brussel. Het is onduidelijk om welke bevoegdheden het gaat. Als de regering dat nu precies op papier zet, kunnen we met elkaar een fijn en goed debat voeren.

De heerSlob (ChristenUnie):

Ik steun het verzoek van de heer Plasterk. Hetzelfde geldt voor zijn verzoek om nog deze week een duidelijke brief te ontvangen. Ik steun echter ook de opmerking van de heer Van Bommel. Gezien de grote omvang van dit onderwerp zal er even naar de spreektijden moeten worden gekeken. Die zullen iets opgehoogd moeten worden.

MevrouwBlanksma-van den Heuvel (CDA):

Ook de CDA-fractie steunt het voorstel van de heer Plasterk. Wij vragen ook een uitgebreide brief over de laatste stand van zaken en steunen het verzoek tot uitbreiding van de spreektijden.

De heerTony van Dijck (PVV):

Ook de PVV-fractie steunt dit.

De heerBraakhuis (GroenLinks):

Wij steunen het verzoek van de heer Plasterk en het verzoek om een brief.

Devoorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet, het debat plannen en een nieuw voorstel voor de spreektijden doen.

Het woord is aan de heer De Roon.

De heerDe Roon (PVV):

Voorzitter. De terroristische aanslag op joodse mensen in de Israëlische plaats Itamar heeft plaatsgevonden nadat de Palestijnen onder verantwoordelijkheid van de Palestijnse Autoriteit jarenlang zijn bestookt met boodschappen over het kweken van haat en het verheerlijken van geweld tegen joodse mensen. Ik zou niet graag zien dat er straks weer zo'n aanslag plaatsvindt terwijl Nederland achterover heeft geleund in plaats van te doen wat het zou moeten doen, namelijk van de Palestijnse Autoriteit eisen dat er een eind komt aan die verheerlijking van geweld in de Palestijnse samenleving en in de Palestijnse media en door de Palestijnse Autoriteit. Het gaat om mensenlevens. Daarom vind ik dat het nodig is om daarover met spoed te debatteren met de minister van Buitenlandse Zaken.

De heerVan der Staaij (SGP):

Gelet op het aantal spoeddebatten dat nog op de rol staat, lijkt het mij verstandig om dit onderwerp te betrekken bij het AO over de Raad Buitenlandse Zaken, dat later deze week wordt gehouden. Dan kunnen we er al snel met de minister over spreken.

De heerPechtold (D66):

Ik snap de ernst van hetgeen de collega beschrijft, maar ik begrijp niet waarom dat in een spoeddebat zou moeten. De collega geeft in zijn woorden aan dat dit iets is wat kennelijk al jaren gebeurt. We kunnen dit dan ook prima bespreken in een debat over het Midden-Oosten, dat we geregeld hebben met de commissie.

De heerNicolaï (VVD):

Ik steun het voorstel van de heer Van der Staaij.

De heerOrmel (CDA):

Ik ook.

De heerVoordewind (ChristenUnie):

Ik ook.

MevrouwEijsink (PvdA):

Ik wil graag een brief.

De heerVan Bommel (SP):

Voorzitter. Ik aarzel. We spreken later deze week over de Raad Buitenlandse Zaken. Ik heb nog niet goed begrepen van de heer De Roon waarom dit apart in een AO of een spoeddebat zou moeten worden behandeld.

De heerDe Roon (PVV):

Ik vind dat dit apart moet worden behandeld omdat de kwestie groot en belangrijk genoeg is om die separaat te bespreken en om die niet even in drie regels in een AO over de Raad Buitenlandse Zaken te bespreken, waarin nog tien andere belangrijke onderwerpen aan de orde komen. Dit moet nu, vind ik, principieel aan de orde worden gesteld. Het heeft ook haast omdat we voor moeten zijn dat weer zo'n aanslag plaatsvindt en Nederland achterover heeft geleund.

De heerVan Bommel (SP):

Ik heb wel begrip voor de argumenten van de heer De Roon om hier meer tijd voor uit te trekken. Er heeft een verschrikkelijke aanslag plaatsgevonden. Als daar door Nederland in de toekomst iets in de voorkomende zin aan gedaan kan worden, moet dat zeker besproken worden. Het zou ook een suggestie kunnen zijn om te kijken of we in het AO over de Raad Buitenlandse Zaken meer spreektijd kunnen krijgen om extra ruimte te hebben voor dit belangrijke onderwerp.

De heerDe Roon (PVV):

Ik merk dat ik niet genoeg steun heb voor een spoeddebat. Ik zal de andere weg volgen: meer spreektijd vragen bij het debat over de Raad Buitenlandse Zaken. Zo kan dit punt daarin goed aan de orde gesteld worden.

Devoorzitter:

Ik zie een aantal leden knikken. Ik zal met een nieuw voorstel komen voor de spreektijden voor het debat over de Raad. Aldus besloten.

Het woord is aan mevrouw Leijten. Ik heb begrepen dat zij twee verzoeken heeft.

MevrouwLeijten (SP):

Voorzitter. Net tijdens het mondelinge vragenuur heeft mevrouw Agema al vragen gesteld over de overname van Thuiszorg Groningen door TSN, Thuiszorg Service Nederland, dat onderdeel is van een schoonmaakgigant. Ik wil daar een debat over aanvragen, voornamelijk omdat het een oud onderdeel is van Meavita. Wij hebben dit overeind gehouden voor de continuïteit van zorg. Er is behoorlijk wat geld in gegaan. Ik zou graag met de staatssecretaris willen debatteren over de vraag hoe het verdergaat met deze stichting, die wij zelf in het leven hebben geroepen voor de continuïteit van zorg, en over de overname door de schoonmaakgigant.

MevrouwAgema (PVV):

Ik heb zojuist inderdaad hierover vragen gesteld in het mondelinge vragenuur. We vinden het dus een heel belangrijk punt. De staatssecretaris heeft echter een brief toegezegd. Ik zou die willen lezen voordat we overgaan tot een debat.

MevrouwVenrooy-van Ark (VVD):

Ook wij willen graag een brief. Dan ook steun voor het debat. In deze brief mag wat ons betreft heel breed worden ingegaan op de aanloop naar deze situatie, waarbij ook de staatssteun in het voortraject betrokken wordt. Ik kan mij voorstellen dat deze brief wellicht niet deze week komt, maar wij hechten wel aan een brief om dit debat goed te kunnen voeren.

MevrouwVoortman (GroenLinks):

Wij willen ook graag een brief en wij willen dat daarin ook wordt ingegaan op de gevolgen voor de zorg en de werknemers van Thuiszorg Groningen. Daarna kan wat ons betreft een spoeddebat plaatsvinden.

MevrouwUitslag (CDA):

Wij willen eerst de brief afwachten.

MevrouwWolbert (PvdA):

Ik zou graag willen dat in de brief ook aandacht wordt besteed aan het feit dat TSN een beroep heeft gedaan op staatssteun voor deze organisatie. Dat proces loopt nog. Het zou fijn zijn als de staatssecretaris in de brief terug zou willen komen op het beroep op staatssteun en de afwikkeling daarvan.

Devoorzitter:

Mevrouw Leijten, u hebt nog onvoldoende steun voor uw voorstel.

MevrouwLeijten (SP):

Ik constateer dat er behoefte is aan informatie. Ik voeg daaraan toe dat ik graag wil weten welke rol de Nederlandse Zorgautoriteit bij de desbetreffende overname heeft gespeeld. Dat geldt ook voor de curatoren die nog bezig zijn met het failliete deel van Meavita. Ik wil ook graag weten wat de banden zijn met de tijdelijke stichting die is opgericht en hoe het met het geld zit. Bij mijn weten heeft TSN de procedure richting Europa niet doorgezet, maar laat de staatssecretaris daar maar op antwoorden.

Devoorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Daarna komt mevrouw Leijten eventueel terug met de aanvraag voor een spoeddebat.

MevrouwLeijten (SP):

Het ging om een debat.

Devoorzitter:

Pardon, een debat.

Het woord is aan mevrouw Leijten voor haar tweede verzoek.

MevrouwLeijten (SP):

Voorzitter. Mijn tweede verzoek gaat over een zorginstelling in Amsterdam die al sinds de zomer slecht in het nieuws is en waarover ik al vaker Kamervragen heb gesteld. Iedere keer wordt er gezegd: er is niet zoveel aan de hand, loopt u maar door. Vandaag is echter duidelijk geworden dat de instelling onder verscherpt toezicht is geplaatst. Het gaat wederom om een heel grote instelling. Ik wil graag, mede namens de Partij voor de Vrijheid, een spoeddebat met de staatssecretaris aanvragen. Het moet namelijk gewoon ophouden.

MevrouwVoortman (GroenLinks):

Mijn fractie steunt het verzoek.

Devoorzitter:

Mevrouw Leijten, u hebt voldoende steun. Wij zullen het spoeddebat plannen, met een spreektijd van drie minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Dibi.

De heerDibi (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter. U zult mij hier niet vaak aantreffen naar aanleiding van een interview van een individueel Kamerlid. Vandaag maak ik echter graag een uitzondering omdat er in dagblad De Pers een belangwekkend interview staat met mevrouw Hennis, namens de grootste partij van Nederland. Daarin worden een aantal verstandige, maar ook een aantal verregaande uitspraken gedaan over de plaats van religieuze symbolen in onze samenleving, over de godsdienstvrijheid en over de scheiding van kerk en Staat. De GroenLinks-fractie wil graag een debat met minister Donner van integratie over deze kwesties, in alle rust en op basis van de inhoud.

De heerVan Dam (PvdA):

De heer Dibi geeft terecht aan dat er vanuit de VVD-fractie grote vragen zijn opgeworpen en dat er tot een debat over deze kwesties wordt opgeroepen. Mijn fractie steunt daarom het verzoek van de heer Dibi om een debat. Als het debat vanuit de grootste regeringsfractie wordt aangezwengeld, moeten wij dat zeker in deze zaal voeren.

De heerBrinkman (PVV):

Ik vind dit een vreemd voorstel. Het is goed om een debat te hebben, maar zeker niet hierover en zeker niet nu.

MevrouwVan Nieuwenhuizen (VVD):

Wij hebben niet direct op korte termijn behoefte aan dit debat, maar u kent de VVD: wij gaan geen enkele fundamentele discussie uit de weg en zeker deze discussie niet.

De heerRouvoet (ChristenUnie):

Het onderwerp is inderdaad belangrijk genoeg. Er staat van alles in het interview waarover ik graag de opvatting van de regering wil hebben. Ik zou het wel op prijs stellen, niet om in de procedure te vluchten, maar om het debat goed te structureren, om eerst een brief te ontvangen. Wij kunnen er namelijk van alles en nog wat bijhalen, zinnige en onzinnige debatten. Ik ontvang daarom graag van minister Donner een brief waarin hij, niet alleen in zijn hoedanigheid als minister voor integratie maar ook als bewaker van de grondrechten, ingaat op hetgeen in het interview aan de orde wordt gesteld over het onderscheid en de samenhang – laat ik het zo neutraal mogelijk formuleren – tussen verschillende grondrechten. Ik doel op de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vereniging en vergadering. Dat vind ik een heel relevant thema waarover wij het debat met de regering kunnen voeren.

De heerSchouw (D66):

De PVV werd ruim een jaar geleden vanwege de hoofddoekjesaffaire door de VVD uit de coalitieonderhandelingen van Den Haag geweerd. Wij zijn een jaar verder en de VVD is behoorlijk opgeschoven, zo lezen wij in de krant. Er is dus voldoende stuff om te bespreken. Het dossier is voldoende dik, zowel kwalitatief als kwantitatief, om in deze Kamer te bespreken. Er zitten interessante politieke aspecten aan. Ik wil echter ook bevorderen dat het kabinet komt met een brief op de genoemde punten, want het is nogal wat.

MevrouwThieme (PvdD):

Voorzitter. Ik spreek graag steun uit voor zo'n brief en ook steun voor het verzoek van de heer Dibi.

MevrouwSterk (CDA):

Ik sluit mij namens het CDA gemakshalve aan bij de VVD-fractie.

De heerVan der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ook de SGP-fractie vond het een interessant interview. Normaal gesproken laten wij ministers echter niet reageren of commentaar geven op interviews met Kamerleden. Ik vind het echter wel goed om van de thematiek die aan de orde is, de verhouding tussen de grondrechten, een actualisering te vragen van de minister van Binnenlandse Zaken, zodat wij daarover te zijner tijd een goed debat kunnen voeren.

De heerJasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Steun voor het debat en ook zeker steun voor de brief waar de heer Rouvoet om heeft gevraagd. Het is heel goed om daarin de verhouding tussen de verschillende grondrechten aan te geven, ook wat betreft de gelijke toegang tot het onderwijs voor iedereen, ongeacht geslacht, seksuele voorkeur et cetera.

Devoorzitter:

Mijnheer Dibi, u hebt ruime steun voor het voorstel. Wij zullen het stenogram doorgeleiden. Dat betekent dat wij eerst de brief afwachten, want ook daar hebt u ruime steun voor. Daarna kijken wij of wij een mooi moment kunnen vinden om het debat te houden. De spreektijd laat ik u nader weten.

De heerDibi (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

Devoorzitter:

Hiermee zijn wij aan het eind van de regeling van werkzaamheden gekomen.

Het is goed om te zien dat wij mevrouw Peters weer in ons midden hebben. Mariko Peters is er weer. Ik stel vast dat u de tweeling hebt thuisgelaten. Dat vinden wij jammer. Wij hadden die graag even gezien, althans ik spreek voor mezelf. U bent buitengewoon voortreffelijk en prettig vervangen door Niels van den Berge. Ik denk dat wij die ook nog even moeten groeten.

(geroffel op de bankjes)

Naar boven