19 Algemene Rekenkamer

Aan de orde is het opmaken van een voordracht van drie kandidaten ter vervulling van een vacature in het College van de Algemene Rekenkamer (32619, nrs. 1 en 2).

Devoorzitter:

Dames en heren. Wij gaan in totaal drie keer schriftelijk stemmen. Ik verzoek u te luisteren. Het is best ingewikkeld, vooral als je het nog niet zo vaak hebt gedaan. Dat geldt voor een aantal van u.

Aangezien is gevraagd om een schriftelijke stemming over de als eerste op de voordracht te plaatsen naam voor een lid van de Algemene Rekenkamer, benoem ik allereerst tot leden van het stembureau de leden Eijsink, tevens voorzitter, Bosma, Berndsen en Elias. Ik verzoek de stemopnemers plaats te nemen aan de tafel van de stenografen.

Ik verzoek de bodes, de groene stembriefjes uit te reiken. U wordt geacht op het stembriefje één naam te schrijven. De aanbevelingslijst van de Algemene Rekenkamer is rondgedeeld. Dat is Kamerstuk 32619, nr. 1. Hierop staan zes namen. Uw stem is alleen geldig indien u uw stem uitbrengt op één op deze lijst voorkomende persoon.

Ik heb een brief ontvangen van de op nummer twee geplaatste kandidaat, waarin hij meedeelt niet voor de benoeming in aanmerking te willen komen. Tevens vestig ik uw aandacht op de brief van de commissie voor de Rijksuitgaven, waarin een voordracht aan de Kamer wordt voorgesteld (32619, nr. 2).

Ik verzoek de griffier, de namen van de leden die de presentielijst hebben getekend voor te lezen. Ik verzoek de leden om op die oproep te reageren door op te staan en zich naar het stembureau te begeven en na het uitbrengen van hun stem hun plaats weer in te nemen.

Ten slotte verzoek ik u, niet door de zaal te lopen of de zaal te verlaten tijdens de stemmingen. Ik zal geen volledige stilte vragen. Dat gaat u toch niet lukken. Ik verzoek u daarom, zo stil mogelijk te zijn.

Wij gaan over tot de opmaak van de eerste naam op de voordracht voor een lid van de Algemene Rekenkamer.

Ik geef het woord aan de griffier en aan haar alleen.

(De leden brengen hun stem uit.)

Bij de stemming voor de eerste naam, waaraan 142 leden hebben deelgenomen, terwijl 142 leden de presentielijst hebben getekend, verkrijgen de heer C.C.M. Vendrik 117 stemmen, de heer J.J. Mastwijk 1 stem en mevrouw M.W.G. den Boer 24 stemmen.

Devoorzitter:

Aangezien de heer C.C.M. Vendrik de volstrekte meerderheid van het aantal geldig uitgebrachte stemmen heeft behaald, zal hij als eerste kandidaat op de voordracht worden geplaatst.

Kan de Kamer instemmen met de voordracht van de Commissie voor de Rijksuitgaven ten aanzien van de nummers twee en drie? Dat is het geval. Aldus besloten.

Naar boven