2 Vragenuur

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Çörüz aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat de gemeente Utrecht toestemming wil geven voor een wietkwekerij die coffeeshops moet bevoorraden.

Devoorzitter:

Ik heet de minister van Veiligheid en Justitie van harte welkom.

De heerÇörüz (CDA):

Voorzitter. Het lijkt er bij het drugsdossier op dat sommige gemeenten lak hebben aan het landelijk beleid. Was het een tijd geleden de nog in te voeren wietpas, waar sommige gemeenten nu al tegen te hoop lopen, nu is het de gemeente Utrecht, die heeft bedacht wietgebruikers de mogelijkheid te geven om binnen gesloten clubs legaal cannabis te kweken. De gemeente wil volwassen recreatieve gebruikers de mogelijkheid bieden om in kleinschalige verenigingen op een gereguleerde en gecontroleerde manier wiet te telen, zo meldde zij ons op 10 maart. Ik heb de volgende vragen aan de minister.

Ten eerste. Is er overleg geweest met de minister dan wel het departement over dit initiatief? Ten tweede. Is dit initiatief afgestemd in de lokale driehoek? Ten derde. Zo ja, wat waren de bevindingen? Ten vierde. Zijn er in het land meer van dit soort initiatieven of initiatieven die erop lijken? Ten vijfde. Het CDA vindt dat het experiment in de kiem gesmoord moet worden. Is de minister dit met ons eens en welke acties onderneemt hij richting het Utrechtse experiment, dit mede om te voorkomen dat andere plaatsen met eigen experimenten komen?

MinisterOpstelten:

Voorzitter. Ik dank de heer Çörüz voor zijn vragen.

De eerste vraag. Er is geen overleg geweest. De tweede vraag. Het is mij niet bekend dat dit aan de orde is geweest in de lokale driehoek. De derde vraag is daarom niet aan de orde. De vierde vraag is of er elders in het land dit soort initiatieven zijn. Uit ervaring weet ik dat het idee van de gemeente Utrecht jaren geleden ook in andere steden is bedacht en aan de orde is geweest. Dat is destijds afgewezen door de toenmalig minister van Justitie. De vijfde vraag betreft het in de kiem smoren van dit soort initiatieven. Ik ben dit het met CDA eens, maar het moet wel gebeuren op basis van de juiste argumenten en feiten. Ik heb dit ook gedaan door de vraag die mij in de media is gesteld of ik hier voor of tegen ben, te beantwoorden met: ik ben hiertegen. Feitelijk is het ook niet juist en niet mogelijk om hier toestemming voor te geven, gelet op de richtlijnen van het OM. Men dacht slim te zijn door iedere gebruiker vijf plantjes te laten hebben. Bij constatering van vijf plantjes verbiedt het OM het, maar deelt het een sepot uit. Zijn er meer dan vijf plantjes, dan volgt een verbod en kunnen tevens sluiting en vervolging plaatsvinden.

De heerÇörüz (CDA):

Voorzitter. Ik dank de minister voor zijn heldere en adequate toezegging. Ik dank de minister ook voor zijn helderheid over wat hij van dit experiment vindt. Hier moeten we snel mee stoppen; ik heb dat "in de kiem smoren" genoemd. Maar wat gaat de minister concreet richting Utrecht doen? Geeft de minister de officier van justitie opdracht om daar de boel te stoppen of stuurt hij de gemeente een brief?

MinisterOpstelten:

Voorzitter. Ik heb meer ervaringen met standpunten van gemeenten of meerderheden van gemeenteraden. Daar neem ik ook kennis van. Ik heb overigens de overtuiging dat ik hen te zijner tijd zal kunnen overtuigen. Sommige burgemeesters zeggen ook dat de gemeenteraad er niet over gaat of dat deze voor zijn beurt spreekt. Men moet mijn plannen, de uitwerking van de plannen van het regeerakkoord, even afwachten. We zijn bijvoorbeeld in afwachting van een uitspraak van de Raad van State. De stad Utrecht heeft gezegd dat ik voor mijn beurt heb gesproken en dat men met mij wil overleggen, maar overleg heeft weinig zin. Men kan een brief schrijven over wat men wil, maar dan is mijn antwoord daarop alvast bekend. Daarmee is dit initiatief afgekaart.

De heerÇörüz (CDA):

Voor de scherpte merk ik het volgende op. Ik wil dat de minister actief optreedt en niet eerst een brief van de gemeente afwacht. Hij moet zelf actief optreden of de officier van justitie opdracht geven om het in de kiem te smoren. Kan hij dat toezeggen?

MinisterOpstelten:

Jazeker. De hoofdofficier van justitie heeft een helder standpunt. Dat heb ik namelijk even met de bazen van de hoofdofficier van justitie, het College van pg's, afgestemd. Het is in de driehoek kennelijk helemaal niet aan de orde geweest, want ik zie uitsluitend de wethouder van Volksgezondheid in beeld verschijnen. Ik wil met alle liefde zowel de hoofdofficier van justitie als de burgemeester van Utrecht nogmaals, ten overvloede, op de hoogte brengen van mijn standpunt.

Naar boven