Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | nr. 43, item 8 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | nr. 43, item 8 |
Vragen van het lid Ouwehand aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het bericht waarin wetenschappers stellen dat de staatssecretaris de Kamer niet naar waarheid heeft geïnformeerd over de gezondheidseffecten van landbouwgif.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, daar gaan we weer. ZEMBLA liet op 8 januari verontruste wetenschappers, kinderartsen en toxicologen aan het woord die waarschuwden voor de gevolgen van het gebruik van landbouwgif voor omwonenden. De staatssecretaris heeft het trouwens liever over "gewasbeschermingsmiddelen", want hij houdt wel van duidelijke taal, maar niet als daarmee duidelijk wordt dat onze landbouw gevaren met zich meebrengt voor de volksgezondheid.
Deze wetenschappers wezen op een mogelijk slechtere ontwikkeling van het zenuwstelsel, aantasting van het afweersysteem, longproblemen, verminderde vruchtbaarheid, spontane abortussen, alzheimer en parkinson als mogelijke gevolgen van langdurige blootstelling aan landbouwgif van omwonenden van met name bollenvelden. Het is de hoogste tijd voor grootschalige onderzoeken, zeiden de experts. De Partij voor de Dieren heeft de staatssecretaris gevraagd om dat pleidooi te omarmen. Maar hij zei: nou, er is geen reden tot zorg, want onderzoeken in binnen- en buitenland wijzen uit dat ook langdurige blootstelling verwaarloosbare of geen effecten voor de omwonenden lijkt te hebben. Ik weet nog heel goed dat ik toen al zei: goh, wat gek dat de staatssecretaris een heel andere mening lijkt te zijn toegedaan dan de Nederlandse Vereniging voor Toxicologie.
Wat blijkt nu? De onderzoeken waarnaar de staatssecretaris verwijst, niemand die ze kent. Hoogleraar kindergeneeskunde Sauer zei gisteravond in Uitgesproken VARA: geen van ons kan de onderzoeken vinden waarnaar de staatssecretaris verwijst. Hoe zit dat? Daar komt bij: ook al zou er onderzoek in Duitsland zijn gedaan, de Nederlandse bollensector is uniek. Dat mogen wij vaak horen, en niet alleen wat betreft de positieve kanten van de kleurige tulpen. De percelen zijn al decennialang op dezelfde plek in gebruik en we gebruiken veel gif. Ik herinner de staatssecretaris er ook aan dat wij vlakbij zee liggen. Het waait hier dus misschien wel wat harder dan in Duitsland. Die specifieke effecten op de Nederlandse situatie zijn dus niet onderzocht.
De staatssecretaris zei ook: de Gezondheidsraad komt wel met een onderzoek. Toen heb ik hem de mogelijkheid gegeven om de Kamer daarover netje te informeren.
De voorzitter:
Dank u wel.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Die brief is er nog steeds niet. Wij weten inmiddels dat het alleen maar een literatuurstudie zal zijn, dus geen nieuw onderzoek.
Staatssecretaris Bleker:
Voorzitter. In de brief die in aantocht is, wordt ook verwezen naar de onderzoeken, de evaluatiestudies, waar mijn woorden in het voorvorige vragenuurtje op gebaseerd waren. Maar dat is volgens mij niet de kern van de vraagstelling van mevrouw Ouwehand. Die kern ligt in de toenemende wetenschappelijke discussie, en daarmee toenemende onduidelijke en onzekerheid, over of er nu volgens bestaande onderzoeken wel of geen sprake is van effecten op omwonenden in verband met langdurige blootstelling.
Mevrouw Ouwehand heeft gelijk dat het onderzoek van de Gezondheidsraad een literatuurstudie is. Deze zal in de loop van dit jaar worden afgerond. De onzekerheid en onduidelijkheid die aan het ontstaan zijn, moeten eerder worden beëindigd. Daarom zal ik de Gezondheidsraad vragen om die literatuurstudie voor 1 juli af te ronden. Indien de Gezondheidsraad adviseert dat er een verdergaand onderzoek moet komen, zal ik de raad verzoeken om een voorstel te doen over hoe dat verdergaande onderzoek eruit kan zien. Dit uitdrukkelijke verzoek zal ik bij de Gezondheidsraad voorleggen. Mocht de Gezondheidsraad dit gezien zijn capaciteit niet mogelijk achten, dan zal ik in goed overleg met de raad een aantal andere onafhankelijke experts vragen om die voorstudie, die literatuurstudie, te doen. Een mogelijke uitkomst van deze studie is een opzet voor een grootschaliger onderzoek, waar overigens naar onze informatie op dit moment geen aanleiding toe is. Op basis van deze studie, die voor 1 juli moet zijn afgerond, kan een definitieve conclusie worden getrokken.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Er blijven nog wat vragen liggen. Waarom moet er eerst weer op de televisie komen wat de gevaren zijn en op welke manier de staatssecretaris de Kamer heeft geantwoord voordat hij een brief aan de Kamer kan zenden? Twee weken geleden wist de staatssecretaris immers al dat de Gezondheidsraad een onderzoek deed. Ik heb toen geen spoeddebat aangevraagd, maar gezegd dat ik wel een reactie wilde van de minister van VWS. Wij moeten dus twee weken wachten en nu blijkt er ineens een brief in aantocht te zijn.
Het pleidooi van de wetenschappers en de vereniging van toxicologen is nu al helder. Zij zeggen dat onze toelating tien jaar achterloopt op de wetenschappelijke kennis en dat het nu tijd is voor een gezondheidsonderzoek. Ik voel er niet zo veel voor om nog een halfjaar te wachten voordat wij kunnen besluiten of de start van een gezondheidsonderzoek de moeite waard is. Wij willen dat nu. Wij willen een moratorium op nieuwe toelatingen totdat de toetsing in orde is. Wij vinden ook dat reeds toegelaten middelen opnieuw moeten worden beoordeeld. De grote grap is natuurlijk dat de staatssecretaris heeft toegegeven dat er verbetering nodig is. Hij heeft verwezen naar de initiatieven in EU-verband. Als dat erkend is, waarom moet er nu dan zo lang worden gewacht met de start van een gezondheidsonderzoek? Waarom blijven wij zo lang de al toegelaten middelen gebruiken, met alle gevolgen van dien?
Staatssecretaris Bleker:
Ik wijs mevrouw Ouwehand erop dat bij het onderzoek van de Gezondheidsraad ook toxicologen zijn betrokken die ons via onder andere ZEMBLA van hun zorgen op de hoogte hebben gebracht. Zij zijn direct aan de bal. Ik zal op zeer korte termijn een overleg met deze mensen entameren. Wil je eventueel een grootschalig langjarig blootstellingsonderzoek doen, dan vergt dat een zeer zorgvuldige voorbereiding. Daar moet sowieso een grondige literatuurstudie aan voorafgaan om tot een goede probleemstelling te komen. Zelfs als wij zouden besluiten tot zo'n onderzoek – naar ons oordeel is daar, op basis van de bestaande kennis, nu geen reden toe – moet toch deze voorfase worden doorlopen.
De discussie in de media en de maatschappij heeft mij wel op één ding gewezen, namelijk dat er nog steeds onduidelijkheid en onrust bestaan. Daarom wil ik dat die voorstudie sneller wordt afgerond.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Wanneer krijgen wij de brief? Ik zou het erg op prijs stellen als de staatssecretaris durft te zeggen waar de onderzoeken waarnaar hij vorige keer verwees, vandaan komen. Er vindt binnenkort een debat plaats over de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Ik kondig vast aan dat ik daarin een motie zal indienen, want ik wil dat het gezondheidsonderzoek nu begint. Het zou de staatssecretaris sieren als hij reageert op de uitlatingen van de wetenschappers gisteravond in Uitgesproken VARA. Zij vinden dat hij de Kamer op zijn minst onzorgvuldig en onvolledig heeft geïnformeerd. Is hij bereid dat toe te geven?
Staatssecretaris Bleker:
Ik zal mijn uiterste best doen om in de brief alle onvolledigheden die er mogelijkerwijze zijn geweest te corrigeren. Als blijkt dat dit het geval is, heb ik mij daarmee daarvoor geëxcuseerd. Ik merk hierbij op dat ik mij moet houden aan het tijdschema. In het vragenuur is niet altijd tijd voor een complete wetenschappelijke analyse van oost naar west.
De voorzitter:
Nee, maar er is altijd genoeg tijd voor de antwoorden.
Staatssecretaris Bleker:
Dat is waar.
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:
Leijten, Omtzigt, Van der Veen, Arib en Koşer Kaya.
Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
De voorzitter:
Ingekomen is een beschikking van de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake aanwijzing van het lid Hachchi tot plaatsvervangend lid in de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa.
Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20102011-43-8.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.