5 Vragenuur

Vragen van het lid Spekman aan de minister voor Immigratie en Asiel over de gevolgen van de uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens over de Griekse asielprocedure voor "Griekse asielzoekers" in Nederland.

De heer Spekman (PvdA):

Voorzitter. Dit is de zoveelste keer dat de minister door de rechter op de vingers wordt getikt. Mijn stelling is dat dit te voorkomen was geweest. Er is al eerder een vonnis geveld over Griekenland en de vraag of we mensen mogen terugsturen. Dat was overduidelijk. Daaruit bleek dat we geen mensen mogen terugsturen. Dat is een enorme bom onder het Europese asielbeleid. De minister heeft steeds gewacht en krijgt nu terecht een tik op de vingers, evenals bij het terugsturen van Irakezen en het scheiden van kinderen en gezinnen.

Wat gebeurt er met deze asielzoekers? De situatie in Griekenland is overduidelijk mensonterend. Deze mensen kunnen zo geen kans krijgen op een eerlijke procedure. De PvdA-fractie vindt dat we de Grieken zo snel mogelijk moeten gaan helpen. Daar zitten we niet op te wachten, want ze moeten het zelf doen, maar dat gebeurt niet. De Grieken hebben de zaak niet op orde. Er is nu een uitspraak gedaan dat we deze asielzoekers niet mogen terugsturen.

Ik heb begrepen dat er in totaal 2000 mensen bij ons in procedure zitten. Kan de minister dat bevestigen? Deze mensen kosten ongeveer 40 mln. op jaarbasis, heeft de minister eerder aangegeven. Is het niet voordeliger om alsnog het voorstel te omarmen dat ik eerder bij de begrotingsbehandeling met steun van de collega's Schouw, Dibi en Gesthuizen heb gedaan? Ik heb voorgesteld om een actieplan te maken met allerlei Europese landen om de boel in Griekenland op orde te krijgen. Daarmee doel ik niet op klein grut als grensbewaking. We moeten ervoor zorgen dat er meer asieladvocatuur is, dat de Grieken hun procedures op orde hebben, dat er meer opvangvoorzieningen zijn en dergelijke. Zo'n plan moet er komen. Als we hier niet snel ingrijpen, komen er veel meer mensen uit Griekenland naar andere Europese landen. Gaan we al die mensen in procedure nemen?

Minister Leers:

Voorzitter. Ik val de heer Spekman zonder meer bij in zijn stelling dat een ernstige situatie is ontstaan na de uitspraak van het Europees Hof. We moeten echter de feiten goed weergeven. De heer Spekman suggereert nu voor de tweede keer dat ik op de vingers getikt ben, maar dat is niet het geval. België is door het Europees Hof aangesproken op een zaak die was aangespannen tegen België. Die zaak heeft gevolgen voor alle Europese landen. Het gaat dus niet zozeer om mij. Het zou de heer Spekman sieren als hij dat punt niet de hele tijd verwarrend naar voren bracht.

Bovendien loopt deze zaak al langer. Er zijn al sinds 2009 twijfels of Griekenland zich kan houden aan de afspraken die in Dublin gemaakt zijn. Mijn voorganger Albayrak, partijgenote van de heer Spekman, heeft in die tijd steeds volgehouden dat we Griekenland verantwoordelijk moeten blijven houden voor zijn eigen bijdrage aan de in Dublin gemaakte afspraken. Ik vind het daarom wat ver gaan dat de heer Spekman beweert dat ik steeds heb zitten wachten. Wij hebben een consistente lijn gevolgd en bouwen voort op de afspraken die onder het vorige kabinet door mevrouw Albayrak zijn gemaakt.

Wij hebben Griekenland daarbij over de afgelopen jaren extra steun toegezegd voor een actieplan dat er al ligt. Dat hoeft niet meer te worden ontwikkeld. Het is onder coördinatie van de Europese Commissie opgepakt. Griekenland werkt er hard aan. Nederland levert hieraan een zeer concrete bijdrage. Wij leveren mankrachten aan, onder wie tolken, en helpen Griekenland zo veel mogelijk om zijn problemen op te lossen. Griekenland zal het echter zelf moeten doen, onder andere door zijn grondwet te wijzigen, door de asielprocedures beter in te bedden en door betere voorzieningen te creëren. Wij zullen Griekenland daarin bijstaan met alle handen die wij hebben. Dat heb ik afgelopen week in Boedapest ook aan mijn collega laten weten. Wij zullen dus helpen, maar Griekenland is zelf verantwoordelijk en mag niet achteroverleunen nu het Europees Hof deze uitspraak heeft gedaan.

De heer Spekman (PvdA):

De Grieken zijn verantwoordelijk. Daarover zijn wij het eens. Ik constateer echter dat zij niets doen. De minister heeft reeds eerder in een beantwoording verwezen naar de Belgische zaak, waarvan hij de uitspraak afwachtte. Er is in Nederland reeds eerder een belangrijk vonnis uitgesproken aan de hand waarvan minister Hirsch Ballin destijds heeft gezegd dat wij mensen niet meer zullen terugsturen. Wij wisten dus wat eraan zat te komen. Mijn vraag is dan ook waarom u zo lang hebt gewacht tot deze definitieve uitspraak er was. Moeten wij niet veel actiever zijn en nog veel meer gaan doen om ervoor te zorgen dat de mensen daar een eerlijke procedure kunnen doorlopen, zodat zij niet hier een procedure moeten doorlopen? Moeten wij daar niet veel meer geld aan uitgeven dan wij nu doen? Nu kost de opvang in Nederland jaarlijks 40 mln. Dat doet u. U hebt de keuze gemaakt om te wachten, niet het Nederlandse parlement. Een aantal Kamerleden heeft immers alternatieve voorstellen gedaan. Ik vraag u daarom nogmaals wat u gaat doen om de Grieken meer te helpen. Binnen welke tijd denkt u dat Griekenland de boel op orde heeft, zodat de mensen daar wel recht hebben op een eerlijke procedure? Wat gaat u in de tussentijd doen om te voorkomen dat mensen uit Griekenland doorreizen naar Nederland?

De voorzitter:

In dit geval bedoelt u met "u" neem ik aan …

De heer Spekman (PvdA):

… de minister …

De voorzitter:

… en niet mij.

De heer Spekman (PvdA):

Sorry, voorzitter.

Minister Leers:

De heer Spekman begon hoopgevend door in ieder geval te erkennen dat het een zaak is die al langer sleept en waarbij het Europees Hof België heeft aangesproken. Het gevolg is dat ook andere landen de consequenties moeten dragen. Vervolgens schetste de heer Spekman echter een ongenuanceerd beeld door te zeggen: u hebt vertraagd, u hebt zus en u hebt zo.

Er is geen sprake van vertraging. Er loopt een zorgvuldige procedure bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Mijn voorganger en ik hebben in overleg met deze Kamer afgesproken dat het verstandig was om deze belangrijke beslissing af te wachten om zodoende de omstandigheden en de inzichten goed op het netvlies te krijgen zodat wij weten wat wij moeten doen. Ondertussen zijn wij niet stil blijven zitten en hebben wij volgens het bestaande actieplan hand-en-spandiensten verleend aan Griekenland. Er is een concrete bijdrage geleverd. Dat alles is nog steeds niet voldoende. Wij moeten ervoor oppassen – dat is mijn grote punt – om nu maar alles over te nemen van Griekenland waardoor de Grieken kunnen zeggen "daar zijn we van af, dat hoeven wij niet meer te doen".

De heer Spekman (PvdA):

Dat is wat de minister nu doet. Daartoe zijn wij gedwongen door de procedure die is gevolgd bij het Europees Hof. De minister kan deze mensen niet terugsturen. Is hij het met mij eens dat deze mensen hier waarschijnlijk jarenlang zitten als hij hen de procedure niet laat doorlopen? Dat kost 40 mln. per jaar. Dat is slecht voor die mensen en slecht voor de samenleving, die deze kosten moet maken. Welke keuze maakt de heer Leers nu? Hij heeft gewacht, want verschillende politieke fracties hebben hier keer op keer vragen over gesteld en gezegd: onderneem actie, maak vaart, want deze uitspraak komt eraan. Met alle eerbied, maar ik constateer dat de minister te lang heeft gewacht en dat wij nu voor voldongen feiten worden geplaatst.

Minister Leers:

1. Het zou de heer Spekman sieren als hij mevrouw Albayrak met dezelfde betrokkenheid had bevraagd. 2. Wij moeten nu inderdaad de ongeveer 2000 asielzoekers die uit Griekenland komen, zelf gaan behandelen. Dat zullen wij ook doen. Daarvoor zullen wij een plan opstellen. 3. Het is ontzettend belangrijk dat wij op Europees niveau met elkaar afspreken hoe wij nu verder moeten gaan met de Dublinafspraken. Daarover wordt goed overleg gevoerd met de Europese Commissie.

De voorzitter:

U hebt nog twintig seconden, mijnheer Spekman.

De heer Spekman (PvdA):

De minister loopt weg van het antwoord op de feitelijke vragen die ik hem heb gesteld.

Mevrouw Albayrak is al een tijdje geen staatssecretaris meer. Het wordt tijd dat deze minister zijn verantwoordelijkheid neemt en die niet afschuift op zijn voorganger. Keer op keer heb ik dit debat gevolgd. Vanaf oktober heb ik te maken met deze minister. Deze uitspraak zat eraan te komen. Ik constateer dat slechte besluiten worden genomen voor de mensen wie het aangaat én voor de Nederlandse belastingbetaler. Dat is de verantwoordelijkheid van deze minister. Ik stel oplossingen voor, maar de minister negeert deze.

Minister Leers:

Ik zit hier nu drie maanden. Deze zaak loopt vanaf 2009. Ik doe wat ik kan om de problemen op te lossen, maar ik wil wel een fatsoenlijke regeling die stand kan houden.

Naar boven