21 Noten

Noot 1 (zie item 17)

Interpellatievragen

Interpellatievragen van het lid Helder (PVV) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de vrijlating van een verdachte van zware mishandeling (ingezonden 25 januari 2011).

Vraag 1

Is de minister het met de PVV-fractie eens dat een dergelijke situatie totaal niet past bij de aanpak zoals is afgesproken in het regeer- en gedoogakkoord?

Vraag 2

Welke maatregelen gaat de minister treffen om aan deze situatie zo snel mogelijk een einde te maken?

Vraag 3

Welke maatregelen gaat de minister nemen om dergelijke situaties in de (nabije) toekomst (zoveel mogelijk) te voorkomen?

Vraag 4

Op welke termijn kan de Kamer deze maatregelen of voorstellen daartoe tegemoet zien?

Vraag 5

Is de minister niet met de PVV-fractie van mening dat artikel 67a, eerste lid en het tweede lid van het Wetboek van Strafvordering grond biedt voor de voorlopige hechtenis van deze persoon?

Vraag 6

Indien de minister het daarmee niet eens is, is hij dan niet van mening dat in artikel 67a Wetboek van Strafvordering een grond moet worden opgenomen, waardoor het voortaan wel mogelijk is om verdachten in dergelijke situaties in voorlopige hechtenis te nemen?

Vraag 7

Indien de minister het met de PVV-fractie eens is dat voorlopige hechtenis wel mogelijk is (zie vraag 4), waarom is daartoe dan niet overgegaan? Er staan op dit moment toch Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI’s) leeg waardoor er dus er is capaciteit aanwezig is?

Vraag 8

Indien er daadwerkelijk een wetswijziging nodig is (zie vraag 5), is de minister dan bereid om andere mogelijkheden voor voorlopige hechtenis na te gaan voor de tussenliggende periode; omdat de maatschappij immers alleen door vrijheidsbenemende maatregelen daadwerkelijk tegen dergelijke personen wordt beschermd en omdat er JJI’s leegstaan en dergelijke verdachten (meerdere geweldsdelicten) baat hebben bij een zo vroeg mogelijk opsluiting en behandeling.

Naar boven