Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

In deze extra regeling van werkzaamheden is het woord aan de heer Van Haersma Buma.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter. Mijn collega Van Toorenburg zou hier gestaan hebben, ware het niet dat zij vanochtend wat langer van het openbaar vervoer gebruikmaakt dan zij dacht te gaan doen op het moment van instappen.

Gisteravond werd in de uitzending van Pauw & Witteman gesuggereerd dat de Marokkaanse overheid via haar geheime dienst op allerlei manieren invloed probeert uit te oefenen op en informatie probeert te verkrijgen van in Nederland woonachtige Marokkanen. Wij willen duidelijkheid over die suggestie. Als dit klopt, is dat buitengewoon ernstig. Wij vragen daarom een brief van het kabinet met het oog op een mogelijk spoeddebat hierover.

De heer Wilders (PVV):

Het lijkt mij prima om een brief van het kabinet te vragen, al zal ik de minister-president zo dadelijk over deze kwestie al enkele vragen stellen. Ik vind dat dit kan, want ik heb er gisteren al over gesproken.

Ik ondersteun het verzoek om een brief. Ik voeg daaraan toe dat niet alleen de vragen die ik samen met mijn collega's Fritsma en Brinkman eergisteren hierover heb gesteld naar aanleiding van het geval van die Rotterdamse politieman moeten worden beantwoord, maar dat het kabinet ook expliciet antwoord moet geven op de vraag hoe het staat met parlementsleden, want ook daarover werd gesproken. Wat is de relatie tot de benadering van welke parlementsleden in Nederland? Wat is bovendien de relatie tot het hele dossier van de dubbele nationaliteit van mensen in dergelijke functies?

Mevrouw Griffith (VVD):

Ook de VVD-fractie heeft vragen gesteld naar aanleiding van het geval met de Rotterdamse politieman. Wij zien deze vragen ook graag beantwoord in de brief van het kabinet.

Gisteren werd gesuggereerd dat een oud-lid van deze Kamer ook dergelijke contacten zou hebben gehad. Kunnen wij daar ook helderheid over krijgen?

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Ik steun gaarne het verzoek van de CDA-fractie. Ik wijs er wel op dat onze eigen onderzoekscommissie, de commissie-Blok, dit fenomeen reeds heeft blootgelegd. Aan het kabinet moet dus vooral gevraagd worden of dat beeld nog actueel is, veranderd is of zelfs verergerd is. Ik vraag dus in feite om een actualisering van ons eigen onderzoek onder leiding van de heer Blok.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voor de GroenLinksfractie is elke druk op onze Marokkaanse Nederlanders door de Marokkaanse overheid onacceptabel. Wij steunen daarom het verzoek van de CDA-fractie.

De heer Van der Staaij (SGP):

Dat geldt ook voor mijn fractie. Ik sluit mij nadrukkelijk aan bij het verzoek van de heer Dijsselbloem om een actualisering.

De voorzitter:

Mijnheer Van Haersma Buma, u vroeg om een brief met het oog op een debat voor volgende week.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Dat is juist.

Mevrouw Karabulut (SP):

De SP-fractie steunt het verzoek van de CDA-fractie eveneens.

De voorzitter:

Mijnheer Van Haersma Buma, u hebt nu in ieder geval steun voor een brief. Na ommekomst van die brief – volgens mij steunen de Kamerleden ook allemaal een debat – kunnen wij nog even terugkomen op de steun voor het voeren van een debat over deze kwestie.

De heer Wilders (PVV):

Dat lijkt mij een goede samenvatting. Volgens mij heb ik collega Van Haersma Buma horen zeggen dat hij de ministers van Justitie en van Buitenlandse Zaken bij het debat wil hebben.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik heb ...

De heer Wilders (PVV):

Of had u dat nog niet aangegeven?

Ik wil in ieder geval graag dat ook de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij het debat aanwezig is.

De voorzitter:

Wij zullen gaan rondbellen wie wij bij het debat willen hebben, maar ik heb goede nota genomen van uw verzoek.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

De heer Wilders heeft heel goede oren, want ik had nog geen enkele minister genoemd. Ik sprak over het kabinet. Als hij deze oren tijdens de rest van het debat ook zo gebruikt, dan kan het nog interessant worden.

Het gaat mij om een brief van het kabinet. Ik hoop dat het kabinet vervolgens bepaalt wie antwoordt. Het lijkt mij echter volstrekt logisch dat dit de door de heer Wilders genoemde ministers zijn.

Mevrouw de voorzitter. Wat acht u wijsheid? Mijn bedoeling is nu juist eerst een brief en dan een debat, teneinde te voorkomen dat wij nu een debat voeren zonder enige informatie.

De voorzitter:

Dat is helder. Als wij een debat willen plannen – ik heb begrepen dat iedereen hier het zo'n belangrijk onderwerp vindt – is het een goed gebruik dat wij eerst informatie willen hebben en daarna een debat plannen.

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zullen wij doorgeleiden naar het kabinet. Volgende week plannen wij het tijdstip waarop het debat zal worden gehouden.

Aldus besloten.

Naar boven