Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de fractie van de SP mevrouw Kant tot haar voorzitter heeft gekozen. Namens de Kamer van harte gelukgewenst.

(geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de moties ingediend bij het wetgevingsoverleg van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 19 juni jongstleden en het wetgevingsoverleg van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 juni jongstleden over de jaarverslagen 2007.

Ook stel ik voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

  • maandag 30 juni 2008:

  • - van 20.00 uur tot 22.00 uur van de vaste commissie voor Economische Zaken over Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Mijnbouwwet en de Gaswet in verband met toepassing van de rijkscoördinatieregeling op energie-infrastructuurprojecten (31326);

  • woensdag 2 juli 2008:

  • - van 13.30 uur tot 17.30 uur van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de Strategische agenda hoger onderwijs (31288, nr. 31).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Inmiddels heeft de Kamer een brief bereikt van het kabinet over de kinderopvang. Ik verzoek tot het houden van een plenair debat daarover met redelijke spreektijden en dat doe ik mede namens de fracties van de VVD en D66.

De heer Van de Camp (CDA):

Voorzitter. Wij hebben als vaste Kamercommissie vanmiddag in een extra procedurevergadering hierover ook even gesproken. Daar is het idee ontstaan om de plenaire behandeling van de Mediawet, die voor morgenmiddag is gepland, eventueel te verschuiven. Dat was een meerderheidsbesluit in onze commissie, want u kent de agendaspanningen.

De voorzitter:

Je moet wat.

De heer Van de Camp (CDA):

Inderdaad.

De voorzitter:

Dat begrijp ik. Wensen anderen het woord over het voorstel van mevrouw Halsema?

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Mag ik daar het voorstel van de heer Van de Camp aan toevoegen om dat debat morgen toe te voegen aan de agenda?

De voorzitter:

Ja, dat snap ik. Er staat echter wel iets op de agenda en dat moet ik wel met instemming van de andere fracties verschuiven. Iedereen heeft begrip voor het feit dat het echt wel nodig is om dit voor de zomer af te ronden. Het is eigenlijk gebruikelijk dat de leden steun uitspreken voor het verzoek om een debat te houden, want anders blijft het een beetje hangen.

Mevrouw Langkamp (SP):

Bij dezen onze steun.

De voorzitter:

Dan is er nog geen steun van 76 leden. U vroeg het debat aan namens de fracties van D66 en de VVD?

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Inderdaad. De SP steunt het ook.

De voorzitter:

Dan hebben wij nog geen meerderheid, dus dan moeten de fracties van de PvdA, het CDA of de ChristenUnie diep ademhalen en nadenken over wat zij nu gaan zeggen. Ik zie de secretaris van de PvdA-fractie naar voren komen.

Mevrouw Kraneveldt-van der Veen (PvdA):

In de procedurevergadering van de vaste commissie voor OCW hebben wij onze voorkeur uitgesproken voor een spoed-AO met een plenaire afronding, die misschien iets ruimer zou kunnen zijn dan gebruikelijk is in het kerstregime. In die procedurevergadering waren de woordvoerders voor de Mediawet niet aanwezig. Ik weet daarom niet hoe zij daarover denken, maar wat ons betreft dus liever een spoed-AO en geen debat.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

In aanvulling op wat er zojuist is gezegd, wil ik toevoegen dat in de procedurevergadering een aantal mediawoordvoerders aanwezig was. Zij gaven aan dat zij geen bezwaar hadden tegen verschuiving van de behandeling van de Mediawet naar een later tijdstip, bijvoorbeeld komende maandag, of na het reces.

De voorzitter:

De behandeling moet plaatsvinden voor het reces, want het wetsvoorstel staat op de lijst van het kabinet. Het voorstel moet naar de Eerste Kamer. Maandag zou eventueel ook nog kunnen, dan kan er dinsdag een stemming plaatsvinden.

Mijnheer Van der Ham, gaat u mij helpen, of gaat u het ingewikkelder maken?

De heer Van der Ham (D66):

Ik weet niet of ik u kan helpen, maar wij hebben begrepen dat het wel mogelijk is om de Mediawet na de vakantie te behandelen. Ik weet niet hoe belangrijk een tijdige behandeling is voor het kabinet.

De voorzitter:

De Mediawet staat op de lijst van het kabinet van te behandelen onderwerpen voor de zomer.

De heer Van der Ham (D66):

Ik heb iets anders begrepen, maar ik luister graag naar u.

De voorzitter:

Dat is mij zojuist door de mediawoordvoerders aangegeven. Ik ga er daarom van uit dat dit inderdaad zo is. Het stond ook op een lijst, dus ik moet het aannemen.

Het woord is aan de heer Remkes. U moet een andere microfoon nemen, want deze doet het niet.

De heer Remkes (VVD):

De voorzitter wordt geacht wel de zaken technisch op orde te houden.

Voorzitter. Kennelijk hebben de mediawoordvoerders een en ander op eigen houtje gedaan, want ik weet van niks. Volgens mij is dit wetsvoorstel niet spoedeisend.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Halsema. Ik wijs erop dat er nog steeds geen meerderheidssteun is. Wel voor een spoeddebat – u hebt steun van minimaal dertig leden – maar niet voor een gewoon debat.

De heer Van der Ham (D66):

Zou er op maandag een debat gehouden kunnen worden, of een spoed-AO op maandag?

De voorzitter:

Nee, dat kan niet. Wij hebben dat een- en andermaal besproken. Ik heb dan ook geen quorum, dus dan kan ik dat niet doen.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Ik kan het natuurlijk omzetten in een spoeddebat, en dan hoop ik inderdaad dat dit debat morgen kan plaatsvinden. Ik heb namelijk geen meerderheid gezien die zich ertegen verzet om het debat morgen te laten plaatsvinden.

De voorzitter:

Nu gaat u dingen door elkaar halen. U hebt steun voor een spoedoverleg. Een Kamermeerderheid steunt een spoedoverleg op korte termijn en een plenaire afronding hier in de zaal. Het alternatief is een spoeddebat. Ik ben daar niet voor, want de agenda is verschrikkelijk vol.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Volgens mij was het belangrijkste bezwaar van de fractie van de PvdA tegen een debat in de plenaire zaal, dat het mogelijk zou interfereren met de behandeling van de Mediawet. Als ik het nu goed begrijp, hoeft dat geen probleem op te leveren. Ik zou dus eerst de PvdA opnieuw willen uitnodigen om steun te verlenen aan mijn verzoek om een debat.

De voorzitter:

Neen, neen, nu gaat u mijn werk doen.

Mevrouw Kraneveldt-van der Veen (PvdA):

Wij zijn voorstander van een spoed-AO, omdat je dan meer tijd hebt. Wij kunnen dan rustig met elkaar een goed debat voeren over dit belangrijke onderwerp en het vervolgens plenair afronden. Dat vinden wij een betere weg dan een debat, dat beperkte spreektijden kent. Met een algemeen overleg doen wij veel meer recht aan het onderwerp.

De voorzitter:

De CDA-fractie heeft steeds nieuwe woordvoerders. Ik heb de heer Van de Camp gehad, de heer Atsma en nu is er weer een verse kracht voor de regeling.

De heer Jan Jacob van Dijk (CDA):

De heer Van de Camp sprak namens de vaste commissie voor OCW. Wij hechten eraan dat op een zorgvuldige wijze kan worden gesproken over de brief die nu is verzonden. Als dat kan in de plenaire zaal, hebben wij daar geen enkel bezwaar tegen, maar naar ik heb begrepen is het probleem dat de agenda helemaal vol zit en dat een plenair debat dus heel lastig wordt. Om die reden hebben wij voorgesteld, morgenavond een goed en serieus algemeen overleg over dit onderwerp te voeren, met ruimte om in een VAO onze punten naar voren te kunnen brengen. Ik denk dat dit inhoudelijk de beste oplossing is. Als er nog ruimte in de agenda is, heb ik geen enkel bezwaar tegen een plenair debat, maar u, mevrouw de voorzitter, straalt non-verbaal uit dat er geen enkele ruimte is.

De voorzitter:

Tenzij wij het voorstel van de voorzitter van de desbetreffende vaste commissie volgen en de behandeling van de Mediawet verschuiven. Maar dat heeft weer andere nadelen.

Mevrouw Halsema, u hebt geen steun voor een gewoon debat. Dat moet u van mij aannemen, ik zie geen beweging bij de fracties als het gaat om een gewoon debat.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Daar leg ik mij vanzelfsprekend, zij het enigszins morrend, bij neer. Ik zeg er wel bij dat wij waarschijnlijk hier terugkeren voor een plenaire afronding.

De voorzitter:

Dat begrijp ik.

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Ik wil u verzoeken, het VAO over de zorgzwaartepakketten een week uit te stellen, omdat wij nog een brief krijgen van de staatssecretaris.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Ik zag dat dit overleg vorige week was aangevraagd. Ik verkeerde in de veronderstelling dat wij in de commissie hadden afgesproken, de toegezegde brief van de staatssecretaris te betrekken bij het debat dat wij nog gaan hebben over de toekomst van de AWBZ. Als er nu toch uitstel komt, zou ik willen voorstellen om het VAO van de agenda te halen en al die zaken te betrekken bij het debat. Dat lijkt mij voor iedereen het meest pragmatisch.

De heer Jan de Vries (CDA):

De CDA-fractie sluit zich graag aan bij de opmerkingen van mevrouw Van Miltenburg.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik niet, ik wil het AO zorgzwaartepakketten netjes afronden. Ik wil nog wel een week wachten om te kijken of de staatssecretaris tegemoet is gekomen aan mijn voorstellen, maar tot die tijd wil ik dat het VAO op de agenda blijft staan.

De voorzitter:

Dan gaan wij dat gewoon zo doen.

Het woord is aan mevrouw Van Velzen, die haar vragen misschien al beantwoord heeft gekregen in het vragenuur? U staat nog wel op de lijst van sprekers voor de regeling van werkzaamheden.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik had het woord gevraagd bij de regeling van werkzaamheden om mijn vragen over de Bijlmerbajes beantwoord te krijgen. Dat verzoek had ik moeten terugtrekken. Excuses dat ik dat niet heb gedaan.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Kuiken.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Mijn verzoek is om het verslag van het algemeen overleg over particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus op de agenda te zetten.

De voorzitter:

Wij voegen dat VAO toe aan de agenda van volgende week.

Het woord is aan de heer Poppe.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg met minister Cramer over handhaving en gegaste containers op de plenaire agenda te zetten.

De voorzitter:

Wij voegen dat VAO toe aan de agenda van volgende week.

Het woord is aan de heer De Wit.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Ik vraag opnieuw om een antwoord van de regering op de Kamervragen die ik gesteld heb over het rapport van prof. Groenendijk over het onderzoek onder vreemdelingenrechters en de uitspraken van de Raad van State. Ik zou nu willen vragen om dat per ommegaande te doen. Zo niet, dan meld ik daarover alvast mondelinge vragen aan voor volgende week.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal met spoed worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. De minister van Buitenlandse Zaken heeft zojuist al heel helder zijn standpunt over de toestand in Zimbabwe gegeven. Mede namens mevrouw Van Gennip van de CDA-fractie en de heer Van Baalen van de VVD-fractie zou ik de regering willen vragen om de Kamer, als daar de komende dagen aanleiding toe is en dat zou bijvoorbeeld aanstaande vrijdag kunnen zijn, per direct een brief te sturen over de situatie in Zimbabwe. Dan zouden wij daar volgende week eventueel nog een debat over kunnen hebben.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Aptroot. De microfoon waar u nu bij staat, doet het nog steeds niet.

De heer Aptroot (VVD):

Voorzitter. Dan moet ik door een mankement hier naar links opschuiven. Dat staat mij niet aan, maar het is niet anders.

De voorzitter:

U mag de andere kant ook op, als dat beter voelt.

De heer Aptroot (VVD):

Voorzitter. Ik wil u verzoeken, de stemming over de moties die zijn ingediend bij het VAO Bagatelregeling Mededingingswet, uit te stellen en het VAO te heropenen. Dat is een wat ongebruikelijk verzoek, maar door een toezegging van de minister heb ik een motie ingetrokken en nu heeft de minister gisteren aan de Kamer geschreven dat die mededeling onjuist was.

De voorzitter:

Dan gaan wij dat VAO opnieuw op de agenda zetten.

Het woord is aan mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Een aantal weken geleden hebben wij een debat gevoerd over de pre-implantatie genetische diagnostiek oftewel de embryoselectie. Wij hebben in dat debat ook duidelijk aangegeven dat wij voor het zomerreces het standpunt van de regering willen. Ondanks de volle agenda en de planning voor volgende week, dien ik het verzoek in om volgende week een debat over embryoselectie te houden. Dit verzoek dien ik mede namens het CDA en de ChristenUnie in.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Ik ben maar bij de rechtermicrofoon gaan staan, voorzitter. Ik steun het verzoek om dit debat graag. Ik ga er wel van uit dat de vorige week door mijn fractie gevraagde brief tegen die tijd naar de Kamer is gestuurd.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Vanzelfsprekend steun ik het verzoek van mevrouw Arib en het aanvullende verzoek van mevrouw Van Miltenburg.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

D66 steunt het verzoek en het aanvullende verzoek ook.

De voorzitter:

Wij zullen dit debat plannen. Ik ben blij dat u het aankondigt, want dan weten wij een beetje waaraan wij volgende week toe zijn: veel debatten. Wij zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Heerts.

De heer Heerts (PvdA):

Voorzitter. Mijn verzoek is of wij deze week nog een brief van de minister van Justitie kunnen krijgen met het oog op een mogelijk debat over het WOTS-verzoek met betrekking tot de in Thailand gedetineerde Nederlander De F., dat NOVA vorige week naar buiten heeft gebracht.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik heb daar vorige week samen met de collega's Pechtold en Azough schriftelijke vragen over gesteld. Ik wil vragen of die vragen deze week nog beantwoord kunnen worden.

De voorzitter:

U komt na ommekomst van de brief en de vragen op een eventueel debat terug?

Mevrouw Van Velzen (SP):

Een brief is prachtig. Ik zie mijn vragen daarin ook graag beantwoord.

De voorzitter:

Wij zullen de brief en de vragen beantwoord zien te krijgen en het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Griffith.

Mevrouw Griffith (VVD):

Voorzitter. Voor donderdag aanstaande staat het plenair overleg over de verlening van kiesrecht voor het Europees Parlement aan Nederlanders, woonachtig op de Nederlandse Antillen en Aruba, gepland. Ik verzoek u, dat plenaire debat naar volgende week te verschuiven, omdat mijn fractie nog enkele vragen heeft.

De voorzitter:

Ik heb volgende week een ontzettend drukke vergaderagenda, zeg ik u heel eerlijk. Ik ga u een beetje medeverantwoordelijk maken. Ik heb voor volgende week het verzoek van mevrouw Arib en de debatten over de voorstellen van de commissie-Bakker, de AWBZ en de Voorjaarsnota. Ik weet dus niet hoe u zich dit allemaal voorstelt. Moeten wij pyjama's meenemen of iets dergelijks?

Mevrouw Griffith (VVD):

Als u pyjama's in verschillende kleuren hebt, wil mijn fractie hier natuurlijk graag overnachten.

De voorzitter:

Daar was ik al bang voor.

Mevrouw Griffith (VVD):

Het gaat ons natuurlijk om zorgvuldigheid en wij hebben nog enkele dringende vragen, vandaar mijn verzoek. Ik moet nog overleggen met het ministerie en dus vraag ik daarom een week uitstel.

De voorzitter:

Wenst een van de leden het woord over dit verzoek?

De heer Schinkelshoek (CDA):

Voorzitter. Ik ben toch wel een beetje verrast door deze onverwachte uitstelmanoeuvre. Wil mevrouw Griffith toelichten wat de aard van de vragen is? Wil zij een nieuwe schriftelijke ronde? Wij weten allemaal dat dit wetsvoorstel onder heel grote druk staat, want bij het minste of geringste dreigt het over het reces heen te gaan. Dat willen wij niet, want dan zou wat erin geregeld wordt, namelijk kiesrecht voor de Antillen en Aruba bij de Europese verkiezingen, niet door kunnen gaan. Dat kan niet de bedoeling van mevrouw Griffith zijn, veronderstel ik.

De heer Kalma (PvdA):

Voorzitter. Als er twijfel is over behandeling voor of na het reces, wil mijn fractie geen uitstel.

Mevrouw Griffith (VVD):

Voorzitter. Wij zijn ook enigszins verrast door plaatsing op de agenda van dit wetsvoorstel. Dat is vorige week donderdag gebeurd. Vandaag kon het voor het eerst binnen mijn fractie worden besproken. Ik vraag niet om een nader verslag. Het gaat slechts om nadere vragen die ik bij wijze van spreken op korte termijn, dus deze week, kan afhandelen met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ik wens dus niet nog een hele ronde. Mijn streven is inderdaad om het wetsvoorstel voor het zomerreces af te handelen. Ik kijk toch even naar de heer Schinkelshoek. Het is natuurlijk de bedoeling dat de Eerste Kamer zich ook over het wetsvoorstel uitspreekt. Als wij het wetsvoorstel meteen in de eerste week van september behandelen, geloof ik dat het nog voor 1 januari aangenomen kan zijn. Ik kijk even naar de uitwijkmogelijkheid. Mijn voorkeur heeft het om het volgende week te behandelen, maar ik geloof dat er geen man overboord is als wij dat in september doen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ik hoor mevrouw Griffith spreken over vragen aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Misschien dat het debat zich gewoon leent voor die vragen aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Zij verdedigt dat wetsvoorstel. Mocht het debat onvoldoende opheldering bieden, dan kan desnoods de tweede termijn uitgesteld worden. Doen wij er niet verstandig aan om de eerste termijn sowieso te laten doorgaan?

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Ik wil deze suggestie ondersteunen, vooral omdat in de commissie is besloten om het aan te melden voor plenaire behandeling. Het is in de commissie besloten en het gaat nu gebeuren.

De voorzitter:

Ik zal handelen conform het voorstel van de heer Van der Staaij. Dat lijkt mij het wijste. Het is niet noodzakelijk om ook de tweede termijn meteen te houden, maar dan hebben wij alvast een stukje gedaan. Daarvoor hebt u hopelijk begrip. Na de eerste termijn van de Kamer bepaalt u zelf of dat voldoende is. Anders hebben wij volgende week een groot probleem. Nu is het al een klein probleem.

Het woord is aan de heer Irrgang.

De heer Irrgang (SP):

Voorzitter. Ik vraag om een brief van de ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie en voor Ontwikkelingssamenwerking, naar aanleiding van het aflopen van de Nederlandse missie in Somalië, dit weekeinde. Nederland beveiligt voedselschepen die de hoofdstad van Somalië bevoorraden. Daar vindt de ergste humanitaire crisis plaats. Ik vraag in het bijzonder om een brief naar aanleiding van het bericht dat er geen enkele opvolger is gevonden voor het einde van de missie.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Eind april heb ik vragen gesteld over de openbaarheid van de adviezen van dierenexperimentencommissies. Het kabinet heeft om uitstel gevraagd, maar die termijn is ook al verstreken. Inmiddels wijst een nieuwe gerechtelijke uitspraak uit dat de genoemde adviezen openbaar moeten zijn. Ik wil heel graag antwoord op mijn vragen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram snel doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Boelhouwer.

De heer Boelhouwer (PvdA):

Voorzitter. Mede namens de CDA-fractie vraag ik om uitstel van de stemming over de Drinkwaterwet (30895) tot volgende week dinsdag.

De voorzitter:

Wij zullen die stemming uitstellen tot volgende week dinsdag.

Het woord is aan de heer Koopmans.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Vorige week hebben wij verzocht, het VAO Luchtkwaliteit op de agenda te zetten. Dit VAO is op de agenda van morgen geplaatst. Namens de vaste Kamercommissie vraag ik u, het VAO te verplaatsen naar volgende week. Wij zijn namelijk nog in afwachting van een brief van de minister van VROM.

De voorzitter:

Wij zullen het VAO toevoegen aan de agenda van volgende week.

Naar boven