Vragen van het lid Lempens aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het in dienst nemen van Polen bij een sociale werkplaats, terwijl er een wachtlijst is.

De heer Lempens (SP):

Voorzitter. De sociale werkplaats in Den Bosch heeft Polen in dienst genomen, gezonde Polen, terwijl sociale werkplaatsen zijn bedoeld om mensen met een handicap aan zinvol werk te helpen. Al jarenlang bestaat er een wachtlijst voor de sociale werkplaats en jaarlijks geven wij met zijn allen meer dan 2 mld. belastinggeld aan die sociale werkplaats uit. Hoe is het dan mogelijk dat een sociale werkplaats niet-gehandicapte Polen in dienst neemt? Waarom neemt de sociale werkplaats wel gezonde Polen aan en geen mensen van de wachtlijst, mensen die door de strenge selectie zijn gekomen en daar recht op hebben? Ik vraag de staatssecretaris om niet nog eens aan te komen met het verhaal dat de gemeenten daarover gaan, want hij en wij maken de regels waaraan de gemeenten zich moeten houden. Ik vraag de staatssecretaris om eindelijk eens regels op te stellen waardoor het werk in sociale werkplaatsen door mensen met een handicap wordt uitgevoerd en niet door gezonde Polen.

Staatssecretaris Aboutaleb:

Voorzitter. De heer Lempens en de SP in het algemeen hebben mij deze vraag al meerdere malen gesteld. Eerlijk gezegd, dacht ik dat wij voldoende helderheid hadden geschapen. In sw-bedrijven werken niet alleen mensen met een Wsw-indicatie. Dat is sinds jaar en dag het geval. Dat is sinds het bestaan van de sw het geval. Er werken boekhouders bij sw-bedrijven en er werken technici die machines bij sw-bedrijven repareren. Daarvoor kunnen niet altijd Wsw'ers ingezet worden. Ook in de productie werken er ook af en toe mensen die geen Wsw-indicatie hebben, bijvoorbeeld als er tijdelijk, gedurende een paar dagen, een bepaalde productielijn een product moet afleveren waarvoor een contract is getekend. In geen van al die gevallen – die suggestie wekt de heer Lempens – is er sprake van handelen bezijden de wet, want de wet is helder: er gaan geen Wsw-middelen naar deze mensen. Dat is helder.

Wij kennen ook sw-bedrijven die bijvoorbeeld hun infrastructuur aan gemeenten aanbieden om mensen die in de bijstand zitten en wachten op een baan, alvast warm te laten lopen en ervaring te laten opdoen. Ook dat gebeurt soms binnen de muren van sw-bedrijven, maar nimmer met een Wsw-budget. Laten wij het dus ten enenmale duidelijk maken: er werken wel eens mensen in de sw, al dan niet tijdelijk, maar nimmer wordt daarvoor het Wsw-budget gebruikt. Het Wsw-budget wordt altijd gebruikt voor mensen die Wsw-geïndiceerd zijn en alleen voor mensen die Wsw-geïndiceerd zijn. Eerlijk gezegd, valt het mij tegen wat de heer Lempens doet, want hij kent de sector erg goed. Hij weet ook erg goed dat Wsw-geld niet voor anderen wordt gebruikt dan voor Wsw-geïndiceerden. Dat is een harde wetmatigheid, verankerd in de wet. Die hebben sw-bedrijven en gemeenten uit te voeren.

De heer Lempens (SP):

Ik hoor inderdaad niets nieuws van de staatssecretaris en hij hoort niets nieuws van de SP. Zij bepleit al jaren dat de Wsw-wachtlijst wordt aangepakt. Wij krijgen veel meldingen via wswplein.nl, onze website voor Wsw'ers, over deze zaken. Zij veroorzaken onrust op de werkvloer en maken dat werkleiders nauwelijks aandacht kunnen besteden aan de groep waarvoor de Wsw is opgericht. Het gaat mij er niet om dat andere mensen ook een plek in de sociale werkvoorziening krijgen, maar om het feit dat zij die krijgen, terwijl honderden mensen in Den Bosch en 20.000 mensen in het gehele land op een wachtlijst staan, terwijl zij recht hebben op werk in de Wsw. De staatssecretaris herhaalt dat de SP dit al jarenlang roept. Dat is waar. De SP is vasthoudend, want het klopt niet.

De staatssecretaris verwijst weer naar de gemeenten en naar de wet. Hij stuurt mensen op de wachtlijst eigenlijk van het kastje naar de muur. Dat zijn mensen die geen keuze hebben en aangewezen zijn op de Wsw. Ik vind dat de staatssecretaris naar Den Bosch moet gaan en ervoor moet zorgen dat deze waanzin stopt, zodat de mensen op de wachtlijst eindelijk eens een plek krijgen. Laat de staatssecretaris daar nu eens op ingaan.

Staatssecretaris Aboutaleb:

Ik verwerp de suggestie dat Wsw-geld voor andere doelen wordt gebruikt dan voor mensen die recht hebben op een Wsw-plaats. Wel gebeurt het wel eens, en dat is sinds jaar en dag het geval, dat een sw-bedrijf vanwege een contract met een afnemer van een bepaald product iemand nodig heeft om gedurende bijvoorbeeld twee dagen een productie af te maken. De praktijk van alle dag is dat er gekeken wordt, ook op de wachtlijst, of er mensen te vinden zijn die daarvoor inzetbaar zijn. Dat is niet altijd het geval. Niet iedereen met een Wsw-indicatie is geschikt voor een bepaalde werkplek in een sw-bedrijf. Als die "matching" dus eens niet goed uitpakt, kan het zijn dat iemand tijdelijk wordt ingezet. Dat hebben wij in Nederland altijd geaccepteerd. Het is nooit een probleem geweest. Het gaat ook niet ten koste van het Wsw-budget, omdat er andere financieringen voor worden aangewend.

De heer Lempens snijdt de discussie aan over de wachtlijsten in de Wsw. Ik heb oud-minister De Vries gevraagd om mij zo spoedig mogelijk te adviseren over wat wij moeten doen met de toekomst van de Wsw. De verwachting is dat de heer De Vries binnen een paar weken met een advies komt. Ik heb uw Kamer toegezegd zo spoedig mogelijk na de zomer met een kabinetsreactie te komen. Daarna kunnen wij wat mij betreft in dit huis in den brede over de problemen van de Wsw-wachtlijsten praten.

De heer Fritsma (PVV):

De PVV-fractie is natuurlijk sowieso tegen de openstelling van de Nederlandse arbeidsmarkt voor Polen geweest. De staatssecretaris mag nog een keer uitleggen waarom voor het productiewerk op sociale werkplaatsen Polen worden aangenomen, zoals de staatssecretaris zelf toegeeft. Waarom kunnen er juist voor die productiewerkzaamheden binnen die bedrijven geen bijstandsgerechtigden worden ingezet?

Staatssecretaris Aboutaleb:

U hebt mij nog niet horen praten over Polen. Het onderscheid op basis van nationaliteit is voor mij namelijk volstrekt irrelevant. Het gaat om de vraag of een sw-bedrijf iemand, zijnde niet Wsw-geïndiceerd, kan inzetten. Polen verblijven rechtmatig in Nederland en mogen op basis van het recht in Nederland arbeid verrichten. Ik maak dus geen onderscheid tussen een Poolse en een andere werknemer. U hebt mij daarover niet horen praten. Het is dat u erover begint. Het principe van de Wsw maakt het mogelijk dat tijdelijke krachten kunnen worden ingeleend om een bepaald productieproces een keer af te ronden. Daarbij geldt een zeer heldere voorwaarde, die ik ook doorgeef aan de sw-bedrijven: er mag daarvoor nimmer Wsw-geld worden aangewend. Als een sw-bedrijf in staat is om een Wsw'er te vinden die op een plek past en er Wsw-budget beschilbaar is, zal het bedrijf die persoon op die plek moeten inzetten. Geloof mij maar, dat sw-bedrijven niets liever willen dan mensen die op een wachtlijst staan aan het werk helpen. Wij suggereren tijdens dit debat dat zij dit liever niet zouden doen en liever, in dit geval in uw woorden, een Pool zouden inzetten. Dat is niet de werkelijkheid. De werkelijkheid is dat dit in de jaren zeventig gebeurde. Toen waren de Polen er niet. Het gebeurde in de jaren tachtig. Toen waren de Polen er niet. Het gebeurde in de jaren negentig. Toen waren de Polen er niet. Wij gaan nu geen polemiek voeren omdat het in dit geval over Polen gaat. Ik denk dat het gemaakte onderscheid kunstmatig is en wens het zelf niet te maken.

De heer Ulenbelt (SP):

De staatssecretaris zegt dat men in een sociale werkplaats boekhouders nodig heeft. Iemand met een verstandelijke handicap kan dit werk niet doen. Dat is duidelijk. Maar een Pool kan dit ook niet. Het gaat erom wat de staatssecretaris aanricht binnen een sociale werkplaats. In het groen staan verstandelijk gehandicapte mensen te schoffelen. Daartussenin komt een hardwerkende Pool te staan. Wat doet dit met het zelfrespect van de mensen in de sociale werkplaats? Dit is heel erg slecht.

Pieken heeft geen plaats in de sociale werkplaats. Daar moet het werk toch bij uitstek zijn aangepast op wat de mensen kunnen? Dat los je toch niet op door Polen of andere hardwerkende Nederlanders naar binnen te halen? Daar moet de staatssecretaris naar kijken. Dan maakt hij de sociale werkvoorziening weer sociaal.

Staatssecretaris Aboutaleb:

Er wordt hier een tegenstelling gecreëerd die wat mij betreft niet aan de orde is. Het is ook niet zo dat er tussen een groep hard schoffelende Wsw'ers een nog harder schoffelende Pool aan het werk wordt gezegd. Vaak gaat het echt om omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer mensen in een bepaalde periode door ziekte uitvallen, waardoor een sw-bedrijf net niet kan voldoen aan de contractuele verplichting aan een afnemer. Daarvoor kan gedurende een paar dagen iemand worden ingehuurd die de klus moet klaren. Daartegen bestaat volgens de wetgever, Kamer en kabinet, geen bezwaar tegen bestaat, mits daarvoor geen Wsw-budget wordt aangewend. Dat is een belangrijke randvoorwaarde. Het Wsw-budget is gereserveerd voor mensen met een Wsw-indicatie. Ik denk dat dit altijd goed is gegaan. Dat blijft ook zo. De discussie over de wachtlijsten is een andere discussie. Wij voeren deze wat mij betreft spoedig, na het reces.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor zijn antwoorden.

Voor de laatste serie vragen moeten wij even wachten totdat de minister van Buitenlandse Zaken in huis is; dat zal enkele ogenblikken duren. Hij is op weg hier naar toe vanaf het vliegveld.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering. Wij zijn nog steeds bezig met het mondelinge vragenuur. De minister is inmiddels gearriveerd, waarvoor complimenten.

Naar boven