Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 29 mei 2008 over brandveiligheid.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Ik heb begrepen dat wij vanwege het kerstregime slechts een motie mogen voordragen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het onderzoeksrapport van de vier samenwerkende inspecties naar de brandveiligheid in justitiële inrichtingen ernstige tekortkomingen zijn vastgesteld;

constaterende dat deze ernstige tekortkomingen niet eerder door de betrokken inrichtingen zelf waren geconstateerd en/of gemeld;

van mening dat hieruit de noodzaak blijkt van onafhankelijk onderzoek;

verzoekt de regering, tot nader order jaarlijks onder auspiciën van het ministerie van VROM steekproefsgewijs een inspectie naar het brandveiligheidsniveau in de justitiële inrichtingen te laten uitvoeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Wit. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 288(24587).

Minister Vogelaar:

Voorzitter. Eerst een opmerking over de tekst van de motie. Naar mijn idee is de tweede constatering, namelijk dat de ernstige tekortkomingen niet eerder door de betrokken inrichtingen zelf waren geconstateerd en/of gemeld, onjuist. Wij hebben in het algemeen overleg duidelijk met elkaar gewisseld dat de betreffende verantwoordelijken van de Rijksgebouwendienst en de Dienst Justitiële Inrichtingen zelf al hadden geconstateerd dat een en ander niet goed liep, in de zomer al een onderzoek hadden laten uitvoeren en al acties hadden ondernomen voordat het rapport van de samenwerkende inspecties uitkwam.

Over de inhoud van de motie hebben wij al van gedachten gewisseld in het algemeen overleg. Ik geef hier nog een keer aan dat wat mij betreft dit onderzoek niet nodig en ook niet gewenst is. De staatssecretaris van Justitie onderschrijft dit oordeel. Het onderzoek is niet nodig, omdat wij hebben aangegeven dat de sturing en de monitoring inmiddels behoorlijk wat strakker zijn georganiseerd dan het geval was bij de start van het project. De sturing en monitoring zijn sterk verbeterd. Ik heb zelfs gemeld dat dit met zich heeft gebracht dat er personele wijzigingen zijn aangebracht in de leiding van het programma en dat de hele managementinformatie veel beter is georganiseerd. Het onderzoek is niet gewenst, omdat wij een heel strakke planning hebben uitgezet om de brandveiligheid op celniveau in 2010 echt op orde te hebben. Als daar volgend jaar alweer een onderzoek naar zou moeten worden uitgevoerd door de inspectie, zou dat erg veel tijd en capaciteit vergen van degenen wier primaire opdracht het is om ervoor te zorgen dat de zaak op orde komt. Dat zou hen te veel afleiden. Dat brengt mij ertoe te zeggen dat ik aanvaarding van de motie moet ontraden.

Wij blijven bij ons voorstel uit de brief om in 2010 een onderzoek uit te voeren. Dat laat onverlet dat wij hebben afgesproken dat uw Kamer ieder halfjaar een voortgangsrapportage van ons krijgt over de stand van zaken en over de vraag of de zaken zich ontwikkelen conform de afspraken die wij daarover met u hebben gemaakt.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister. Ik zie dat er geen verdere vragen zijn.

Ik stel voor dat wij aanstaande dinsdag stemmen over de bij dit VAO ingediende motie.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven