Aan de orde zijn de stemmingen over moties ingediend bij het debat over de stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie, te weten:

- de motie-Duyvendak over verhoging van de energiebelasting voor elektriciteit ten behoeve van het SDE-budget (31239, nr. 11);

- de motie-Duyvendak/Jansen over een dynamische strategie om in 2020 6000 MW windenergie op zee te bereiken (31239, nr. 12);

- de motie-Jansen c.s. over voorgenomen wijzigingen van ministeriële regelingen die vallen onder de SDE (31239, nr. 13);

- de motie-Jansen over alternatieve financiering van de SDE uit een opslag op grijze stroom (31239, nr. 14);

- de motie-Jansen c.s. over het via de SDE bevorderen van het gebruik van biomassa afkomstig uit reststromen (31239, nr. 15);

- de motie-Samsom/Atsma over uitbreiding van de SDE met onder meer een nieuwe categorie voor groen gas (31239, nr. 16);

- de motie-Samsom c.s. over de verantwoordelijkheid voor de aansluiting van offshore windparken op het bestaande elektriciteitsnet (31239, nr. 17);

- de motie-Van der Vlies over het in overeenstemming brengen van de aanvraagperiode van de SDE met die van een bouw- en milieuvergunning (31239, nr. 19);

- de motie-Van der Ham/Duyvendak over overleg met de landen rond de Middellandse Zee over de toepassing van CSP (31239, nr. 20).

(Zie vergadering van 5 maart 2008.)

De voorzitter:

De motie-Jansen c.s. (31239, nr. 13) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat:

  • - bij de opzet van de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE) ervoor gekozen is om een groot deel van de beleidsmatige inhoud onder te brengen in ministeriële regelingen;

  • - de Kamer bij de bespreking van de SDE bij herhaling heeft aangegeven betrokken te willen worden bij de besluitvorming over de inhoud van die regelingen;

  • - de minister van Economische Zaken heeft aangegeven dat zij genoemde regelingen in de toekomst slechts ter informatie aan de Kamer wil toesturen;

verzoekt de minister van Economische Zaken om voorgenomen wijzigingen van de ministeriële regelingen die vallen onder de SDE ook in de toekomst tijdig aan de Kamer toe te sturen, dan wel de beleidsrijke elementen uit de ministeriële regelingen bij de eerstkomende herziening over te brengen naar het Besluit stimulering duurzame energieproductie,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 22 (31239).

De motie-Jansen c.s. (31239, nr. 15) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat:

  • - de inzet van biomassa binnen de kaders van de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE) gebonden is aan duurzaamheidseisen;

  • - bij de afbakening van de subsidiabele categorieën op grond van handhaafbaarheid bepaalde regionale reststromen zijn uitgesloten, die wel aan de gestelde duurzaamheidseisen lijken te voldoen;

van mening dat de SDE het gebruik van biomassa afkomstig uit reststromen dient te bevorderen en dat de handhaafbaarheidsproblematiek oplosbaar is, bijvoorbeeld door middel van een reststoffenboekhouding;

verzoekt de minister van Economische Zaken om bij de eerstkomende herziening van de SDE een voorstel te doen voor:

  • - het opnemen van reststromen uit de VGI (NTA categorie 500 m.u.v. 540-549) alsnog samen met gft (NTA categorie 600) in de regeling;

  • - het mogelijk maken van gft-vergisting (NTA categorie 600) in combinatie met positievelijststoffen binnen de regeling;

  • - in beide gevallen gekoppeld aan een maximaal volume per aanvraag, voor zover dat nodig is voor een effectieve inzet van de financiële bijdrage,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 23 (31239).

Ik stel vast dat wij nu over beide moties kunnen stemmen.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Bij het VAO Stimuleringsregeling duurzame energieproductie zijn namens de heer Samsom en de andere coalitiepartijen moties ingediend onder de nrs. 16 en 17. De inhoud van die moties, namelijk het verruimen van de regeling, vinden wij sympathiek, maar de dekking is ons ondanks herhaald vragen nog steeds niet duidelijk en daarmee in onze ogen boterzacht. Om die reden zullen wij tegenstemmen.

In stemming komt de motie-Duyvendak (31239, nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Duyvendak/Jansen (31239, nr. 12).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Jansen c.s. (31239, nr. 22).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Jansen (31239, nr. Voorzitter14).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66 en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Jansen c.s. (31239, nr. 23).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Samsom/Atsma (31239, nr. 16).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Samsom c.s. (31239, nr. 17).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Vlies (31239, nr. 19).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, D66, de VVD, de SGP, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Ham/Duyvendak (31239, nr. 20).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven