Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over Landbouw- en Visserijraad, te weten:

- de motie-Koppejan/Jacobi over continuering van de mosselzaadvisserij conform eerder geformuleerde uitgangspunten (21501-32, nr. 265);

- de motie-Polderman over verduurzaming van de mosselvisserij (21501-32, nr. 266);

- de motie-Graus over behoud van de mosselsector voor Nederland (21501-32, nr. 267);

- de motie-Snijder-Hazelhoff over aanpassing van de Natuurbeschermingswet (21501-32, nr. 268);

- de motie-Snijder-Hazelhoff over het op zeer korte termijn mogelijk maken dat er op mosselzaad kan worden gevist (21501-32, nr. 269).

(Zie vergadering van 6 maart 2008.)

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Polderman stel ik voor, zijn motie (21501-32, nr. 266) van de agenda af te voeren.

Op verzoek van mevrouw Snijder-Hazelhoff stel ik voor, haar moties (21501-32, nrs. 268 en 269) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Koppejan/Jacobi (21501-32, nr. 265).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, de VVD, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Graus (21501-32, nr. 267).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de VVD, de SGP, het CDA, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven