Vragen van het lid Graus aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over berichten dat er lokvoersporen zijn aangetroffen richting de A28 en dat sinds de jacht in dit gebied het aantal ongevallen is toegenomen.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Via de Stentor van afgelopen zaterdag heeft ons het schokkende bericht bereikt dat onbekenden lokvoersporen hebben uitgezet om wilde zwijnen en andere wilde dieren naar de snelweg A28 te lokken. Het uitgestrooide voer is onder andere gevonden bij de oprit van de Eperweg: de afrit Nunspeet-Oost. Dit is een heel druk kruispunt en daardoor zijn er mensen moedwillig in levensgevaar gebracht. Het is de moeite waard om hierover mondelinge vragen te stellen.

Dit is ontoelaatbaar! De Partij voor de Vrijheid heeft al vaker gepleit voor een beter toezicht op de Veluwe, daar er meerdere malen melding werd gemaakt van moedwillig veroorzaakte schade aan hekwerken en afrasteringen, die de dieren van de snelweg moeten houden. Zo blijken rasters bij Vierhouten en Hoenderloo te zijn doorgeknipt. Ik heb mij daarvan zelf vergewist. Her en der zijn er scharnieren van hekken losgemaakt. Er worden honden losgelaten in de bossen, die de zwijnen opjagen. Er wordt door jagers gedrukt en gedreven, waardoor de dieren in blinde paniek hun vertrouwde omgeving ontvluchten naar wegen en daarbij ook op snelwegen terechtkomen. Zo wordt er overlast door zwijnen gecreëerd. Deze schandalige en levensbedreigende sabotageacties mogen er niet toe leiden dat er nog meer zwijnen worden afgeschoten. Ik wil die garantie van de minister hebben. In januari 2007, dat is inmiddels meer dan een jaar geleden, heeft de Partij voor de Vrijheid een breed gesteunde motie ingediend, met het verzoek om meer en kwalitatief betere handhavers, om dit soort onfatsoenlijke en levensgevaarlijke situaties te voorkomen.

Ik ben heel benieuwd wat de minister daarmee tot nu toe heeft gedaan. Was de minister op de hoogte van de door mij opgesomde feiten? Wat heeft de minister hiertegen ondernomen? Is er een grootscheeps onderzoek gestart? Hoeveel ongelukken hebben er plaatsgevonden, die te wijten zijn aan de door mij voorgelegde feiten? Wat heeft de minister tot nu toe met de motie gedaan?

De voorzitter:

Uw tijd is om.

De heer Graus (PVV):

Ik zal afronden, voorzitter. De daders moeten worden opgepakt. Wij pleiten ervoor dat zij een hoge gevangenisstraf krijgen. Het zijn zieke idioten, die uit de maatschappij moeten worden gehaald.

Minister Verburg:

Voorzitter. Ik ben het eens met de heer Graus dat het ontoelaatbaar is wat er is gebeurd bij de Eperweg, de provinciale weg die de A28 kruist. De politie heeft de zwijnen op de snelweg waargenomen en vervolgens adequaat ingegrepen. Medio februari is inderdaad gebleken dat er sporen van lokvoer zijn gelegd in de richting van de A28. De politie heeft kunnen vaststellen dat er een raster is vernield, dat wil zeggen een hekwerk waarmee wordt voorkomen dat de zwijnen op de weg kunnen komen. De politie is bezig met een onderzoek en ik denk dat de aanpak adequaat is. De heer Graus vroeg mij of ik hiervan af wist. Het antwoord is: ik heb het, net als hij, uit de krant. Ook ik lees de krant, en ik ben nagegaan hoe er is ingegrepen. Toen bleek dat de politie adequaat heeft ingegrepen. Dat is belangrijk, want ik ben het zeer met de heer Graus eens dat er mensenlevens op het spel kunnen staan. Het is onverantwoord dat er zwijnen op de snelweg zouden komen. Dan kunnen ongelukken gebeuren en mensenlevens in gevaar komen. Hetzelfde geldt voor de zwijnen. Het is dus onverantwoord. Wat heb ik ondernomen? De politie onderzoekt nog of de schuldigen gepakt kunnen worden. Er loopt dus nu nog een politieonderzoek. Rijkswaterstaat heeft het hek onmiddellijk hersteld en het lokvoer weggehaald. Met de provincie Gelderland, die een belangrijke verantwoordelijkheid heeft, ook voor het beveiligen, ben ik in gesprek. De provincie Gelderland werkt aan een adequaat plan om dit in de toekomst te voorkomen.

De voorzitter:

Mijnheer Graus, u mag nog een tweede, aanvullende vraag stellen.

De heer Graus (PVV):

Dank u wel voor uw gulheid, voorzitter.

De voorzitter:

Het staat in het reglement.

De heer Graus (PVV):

Ja, dat weet ik. Er staat wel meer in het reglement wat ik niet gewend ben.

De minister heeft een heel goed punt als zij zegt dat de politie adequaat heeft ingegrepen. Mijn vraag was echter wat de minister zelf heeft gedaan. De politie heeft niet de taak en ook niet de prioriteit om rasters of hekken te controleren; zij ziet er ook niet op toe of er lokvoersporen worden gelegd. Daar zijn handhavers voor nodig. Ik heb daar een motie voor ingediend die, op mevrouw Verdonk na, door iedereen in de Kamer gesteund en ondertekend is. Toch is er niets mee gebeurd. Er moeten meer handhavers komen, die daar ook overdag en 's nachts rondlopen, die gasten in de kraag kunnen pakken en in de cel gooien. Dat moet via de politie, dan mag de politie er wel komen. Er moet controle en handhaving komen, waar nu niets aan wordt gedaan. Dat de politie nu weer bijna te laat is gaan ingrijpen, dat hoor ik iedere keer. Daar zijn wij niet van gediend. Er hadden dodelijke ongevallen kunnen gebeuren.

Minister Verburg:

Over de ernst van de situatie verschillen de heer Graus en ik niet van mening. Na het indienen en aannemen van zijn motie heb ik ook contact opgenomen met Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat heeft het aanbrengen en herstellen van de rasters en hekwerken ter hand genomen. Ook de provincie neemt haar rol serieus. De heer Graus zal het echter wel met mij eens zijn dat het onmogelijk is om in zulke uitgestrekte natuurgebieden bij wijze van spreken achter elke boom een boswachter neer te zetten of zoveel politie daar te concentreren dat werkelijk dag en nacht alles kan worden nagegaan. Waar nodig, wordt ingegrepen. De heer Graus en ik zijn het erover eens dat dit soort zaken in het belang van de veiligheid van de weggebruikers, maar ook in het belang van de wildzwijnen moet worden voorkomen.

De voorzitter:

Mevrouw Thieme.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Tijdens het debat over de drukjacht heeft de minister gezegd dat de drukjacht moest worden toegepast om calamiteiten te voorkomen. Nu blijkt nogmaals dat die calamiteiten doelbewust worden veroorzaakt door mensen die daar kennelijk belang bij hebben. Staatsbosbeheer heeft gezegd dat anderhalf jaar geleden door een gefrustreerde jager hetzelfde is gedaan. Toen is lokvoer naar de A28 gelegd. Is die gefrustreerde jager vervolgd en veroordeeld? Dan vindt kennelijk beïnvloeding plaats van belangen via dit soort activiteiten. Omdat dit leidt tot grote schade voor het algemeen belang vraag ik de minister of het wel zo verantwoord is dat zij er maar mee blijft doorgaan, de handhaving in handen van particulieren te leggen, terwijl wij het hier hebben over moedwillig mensen in gevaar brengen.

Minister Verburg:

Voorzitter. Mevrouw Thieme heeft haar oordeel blijkbaar al klaar. Ik ben nog niet zo ver. In het krantenbericht waar mevrouw Thieme klaarblijkelijk op doelt, staat dat de woordvoerder van Staatsbosbeheer allereerst benadrukt dat het weliswaar puur speculeren is – ik herhaal: puur speculeren – maar dat de daders mogelijk gezocht moeten worden in jagerskringen. Ik vind dat mevrouw Thieme...

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Ik moet hier bezwaar tegen aantekenen. Ik maak hier geen enkele suggestie. Ik heb het erover dat er kennelijk sprake is van beïnvloeding doordat er belangen achter zitten. Ik zeg helemaal niet welke belangen, maar het wordt dus moedwillig gedaan en daar wil ik graag een reactie op. En het is al eerder gebeurd.

De voorzitter:

Mevrouw Thieme!

Mevrouw Thieme (PvdD):

Dat heeft Staatsbosbeheer ook aangegeven.

De voorzitter:

Het woord is nu aan de minister.

Minister Verburg:

Voorzitter. Ik neem aan dat het ook moedwillig is gebeurd, vanwege het feit dat er sporen zijn gevonden van lokvoer. Echter, mevrouw Thieme wijst in één richting, namelijk die van de jagers. Dan moet zij haar woorden terugnemen, want dat heeft zij daadwerkelijk gesuggereerd hier. Ik neem daar afstand van. Ik vind dat uitgezocht moet worden wie dit gedaan heeft. De politie is daar volop mee bezig. Ik vind eveneens dat de daders hiervoor gestraft moeten worden en dat zal ook gebeuren. Het gaat mij nu te ver om te zeggen dat de aanwijzingen in een bepaalde richting gaan. Daarmee doet u de situatie te kort. Baldadige jeugd kan het net zo goed gedaan hebben. Iedereen kan het gedaan hebben. Welnu, de politie moet uitzoeken wie het gedaan heeft. Als u zegt dat er dan opgetreden moet worden, ben ik de eerste die dat zal beamen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

De minister heeft geen antwoord gegeven op mijn vraag of de gefrustreerde jager anderhalf jaar geleden, zoals hij door Staatsbosbeheer is omschreven, vervolgd en veroordeeld is.

De heer Cramer (ChristenUnie):

Voorzitter. De minister zet haar intenties, die ik van harte steun, vrij stevig neer. Wat mij opvalt, is dat zij naar aanleiding van de vraag van mevrouw Thieme niet aangeeft wat zij heeft gedaan in de richting van haar eigen dienst, Staatsbosbeheer. Het gaat erom dat Staatsbosbeheer, zij het met veel mitsen en maren, toch die suggestie doen. Dat vind ik kwalijk, vooral gezien het feit dat de politie nog geen onderzoek gedaan heeft. Dat zal toch niet moeten.

Minister Verburg:

Voorzitter. Ik wil eerst iets opmerken aan het adres van mevrouw Thieme, ondanks dat zij met de rug naar mij toe staat. Blijkbaar heeft zij geen belangstelling voor mijn reactie.

De voorzitter:

De minister moet er ook een beetje begrip voor hebben dat Kamerleden soms direct overleg hebben. U bent zelf ook ooit Kamerlid geweest.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ik wist niet dat de minister mij nog een antwoord zou geven.

De voorzitter:

Laten wij het zakelijk houden.

Minister Verburg:

Voorzitter. Mevrouw Thieme krijgt altijd antwoord van mij, evenals andere Kamerleden. Het gaat om een bewering van Staatsbosbeheer. Ik laat nagaan of er anderhalf jaar geleden inderdaad sprake was van aanhouding, wie het betrof en of die persoon strafrechtelijk vervolgd is. Ik heb hier nog geen uitsluitsel over.

Wat de uitlating van de opzichter van Staatsbosbeheer betreft, kan ik zeggen dat die in het bewuste artikel zelf heeft aangegeven dat het puur speculatie is. Inmiddels heeft de directie van Staatsbosbeheer terecht afstand genomen van die uitspraken, zo heb ik begrepen. Eerst moet namelijk worden uitgezocht wie dat gedaan heeft.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. Het is zeker terecht dat dit soort uitspraken worden teruggenomen. Wij weten dat er groeperingen zijn in de Nederlandse samenleving die de nodige ervaring hebben met het doorknippen van hekwerken en bedrading, als het om dieren en het vrijlaten van dieren gaat. Ik kom toe aan mijn vraag. Collega Graus zei terecht dat er levensgevaarlijke situaties kunnen ontstaan door wat is gesignaleerd. In het afgelopen jaar, 2007, zijn er 543 wilde zwijnen doodgereden in het verkeer. Daardoor ontstonden tal van levensgevaarlijke situaties. Dit aantal is een verdubbeling ten opzichte van 2006. Kan de minister toezeggen dat op korte termijn de analyse gemaakt wordt van de oorzaak en de consequenties van de snelle toename van het aantal verongelukte wilde zwijnen op de wegen op de Veluwe? Vervolgens kunnen wij daarover een meer principieel en structureel debat voeren.

Minister Verburg:

Voorzitter. Daarvoor moeten wij teruggrijpen op wat ik eerder met de Kamer gewisseld heb. Ik doel op het feit dat er in een bepaald gebied heel veel wilde zwijnen zijn. In het afgelopen jaar waren er naar beste schattingen ongeveer 6000 zwijnen in een gebied waar het optimale uitgangsaantal rond de 800 ligt. Men zal begrijpen dat door dit grote aantal zwijnen op zo'n klein gebied, veel zwijnen meer ruimte buiten het gebied gaan zoeken. Ik meen dat ik met de Kamer voldoende van gedachten heb gewisseld waarin ik duidelijk heb gemaakt dat ik daaraan in nauw overleg met de provincie Gelderland, die daarvoor in eerste instantie verantwoordelijk is, graag een einde wil maken. Ik zou dat willen doen door eenmalig de drukjacht, de een-op-eenmethode, toe te staan. Dat bleek uiteindelijk niet mogelijk: de rechter heeft daarover een uitspraak gedaan. Op het ogenblik wordt er gewerkt aan een andere manier, en wel de normale wijze, om de omvang van het bestand terug te brengen. Zo ver zijn wij echter nog niet. Ik denk dat het risico bestaat dat in het komende seizoen, als de zwijnen weer biggetjes krijgen die vervolgens opgroeien, de overlast op de provinciale wegen toeneemt. Ik sluit niet uit dat ook dit jaar daardoor de nodige verkeersongelukken ontstaan. Ik spreek hier dan ook de hoop en de nadrukkelijke wens uit dat daarbij geen mensenlevens in gevaar komen.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Mijn collega Graus heeft de minister zojuist een vraag gesteld over een motie over de controleurs, die vorig jaar is aangenomen. De minister heeft daar niet op geantwoord, dus ik hoor bij dezen graag van haar wat zij met die motie gaat doen, of zij die gaat overnemen en, zo ja, hoe.

Minister Verburg:

De aangenomen motie is werk in uitvoering. Dat betekent dat de politie, de bosbeheerders van Staatsbosbeheer en andere beheerders controleren. Zij hebben de zaak behoorlijk voor elkaar. Dat moet ook. Het is natuurlijk wel onmogelijk om achter elke boom een politieagent of een boswachter te hebben. Dat vergt natuurlijk maatvoering. De motie is aangenomen, dus de motie is werk in uitvoering, zowel voor de politie als voor de wildbeheerders als voor de toezichthouders als ook voor de provincie Gelderland en Rijkswaterstaat die voor de afrastering verantwoordelijk is.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

De minister antwoordt dat er komend seizoen meer jonge wilde zwijntjes zullen komen en dat wij wellicht dezelfde problematiek zullen ervaren als wij het afgelopen seizoen met de nodige ongelukken hebben ervaren. Zij geeft mij het gevoel dat zij het hoofd in de schoot legt. Het lijkt erop of zij zegt: nou ja, wij moeten maar afwachten. Dat lijkt de VVD-fractie toch geen goed uitgangspunt. Zij verwacht dat de minister op korte termijn haar visie hierop presenteert, want wij moeten echt voorkomen dat wij weer krijgen wat wij de afgelopen zomer en herfst hebben gehad. Ik verzoek de minister dus, de Kamer op korte termijn in te lichten over hoe zij in relatie tot wat zij zelf net zei, de hand aan de ploeg zal slaan.

Minister Verburg:

Iedereen die mij kent, weet dat ik geen minister ben die snel het hoofd in de schoot legt. Dat zal ik ook op dit punt niet doen. Het lijkt mij wel belangrijk om in deze gedachtewisseling met uw Kamer duidelijk te maken dat ik nog steeds wel zorgen heb over het aantal zwijnen op de Hoge Veluwe. Ik vind ook dat ik moet zeggen dat ik niet uitsluit dat er het komende seizoen weer sprake zal zijn van verkeersoverlast en wellicht auto-ongelukken. Ik hoop dat niet. Ik hoop ook niet dat hierbij mensenlevens in het geding zullen zijn, net zo min als zwijnenlevens.

In antwoord op uw vraag kan ik meedelen dat de provincie Gelderland bezig is, een plan van aanpak op te stellen. Op 1 juni aanstaande moet dat van kracht worden. Ik heb met de provincie Gelderland afgesproken dat ik dat plan voor die tijd te zien krijg, zodat ik het kan beoordelen, ook op zijn effectiviteit. Het moet namelijk effectief zijn. Ik zeg u natuurlijk graag toe dat ik dat plan naar de Kamer zal sturen. Ik weet dat dit anders uw volgende vraag zou zijn geweest.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Vos, Eijsink, Tang, Aptroot en Tony van Dijck;

Mastwijk, ook morgen;

Vendrik, Gesthuizen en Schreijer-Pierik, de gehele week.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Op de tafel van de griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Naar boven