Vragen van het lid Kamp aan de minister van Justitie over illegale criminelen die een plaag zijn in de stad Den Haag en die blijkbaar niet worden vervolgd.

De heer Kamp (VVD):

Voorzitter. De coördinator van het project Illegale veelplegers van de vreemdelingenpolitie in Den Haag heeft zijn hart gelucht in een artikel in de korpskrant van de politie Haaglanden. Ik vind het prima dat die politieman dat doet en ook dat die krant een dergelijk artikel plaatst. De coördinator zegt dat in de regio Den Haag 200 illegale criminele vreemdelingen de hele dag rovend en stelend door de stad trekken zonder hun identiteit prijs te geven. Hij omschrijft dat als een plaag voor de stad. Zij zijn tot ongewenste vreemdelingen verklaard, maar de politie pakt hen daarvoor niet op omdat de rechter die personen toch weer laat lopen. Die illegale criminele vreemdelingen worden nog wel eens betrapt op het plegen van een misdrijf, zitten hun straf uit en gaan daarna meteen door met het roven en stelen. Het OM reageert daarop dat er niets aan de hand is.

Realiseert de minister zich dat er, als er 200 illegale criminele vreemdelingen in Den Haag zijn, er ook honderden zijn in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en in de andere steden? Realiseert hij zich wel hoeveel schade en verdriet die rovende en stelende illegalen aanrichten en wat de effecten daarvan zijn?

Beseft de minister wel dat de politie natuurlijk als geen ander weet hoe het is gesteld met de criminaliteit in die stad? Hoe kan het OM dan zeggen dat er niets aan de hand is? Hoe zit het met de coördinatie tussen politie en het OM? Wat de veiligheid betreft, mag er toch geen licht zitten tussen die twee belangrijke overheidsdiensten?

Waarom laat de minister al die criminele illegalen niet oppakken en achter slot en grendel zetten? Waarom houdt hij die personen niet vast tot op het moment dat zij kunnen worden uitgezet? Dat betekent dat zij moeten worden vastgehouden totdat zij zeggen wie zij zijn en waar zij vandaan komen.

Minister Hirsch Ballin:

Voorzitter. Ook ik heb het artikel in De Telegraaf gelezen dat verwijst naar een artikel in de genoemde korpskrant. Daarin is mij tevens het citaat opgevallen van een woordvoerster van het OM. Het is van belang om nu te onderkennen dat daaruit blijkt dat er wel degelijk wordt vervolgd en veroordeeld in het geval van illegaal verblijf. Dat is in ieder geval het enige wat van die woordvoerster is geciteerd.

Er is geen sprake van dat de staatssecretaris van Justitie en ik dit onderwerp niet serieus nemen. Het tegendeel is het geval. Nog vorige maand heeft de staatssecretaris over het OM gesproken met de betrokken procureur-generaal om duidelijk te maken dat ons beleid is dat wordt opgetreden tegen de situaties waarover de heer Kamp spreekt. Wij hebben hier te maken met draaideurillegalen. Het is niet acceptabel dat die geen gevolg geven aan de verplichting om te vertrekken en zich bovendien schuldig maken aan strafbare feiten. Er is dan ook geen sprake van acceptatie. Dat was de inzet van het gesprek van de staatssecretaris met de betrokken procureur-generaal. Dat is ook de lijn van het Openbaar Ministerie bij het optreden hiertegen.

Het is een van de taken van de Dienst Terugkeer&Vertrek om met intensief identiteitsonderzoek daadwerkelijk vertrek uit Nederland te bewerkstelligen. De heer Kamp is er al jarenlang van op de hoogte dat dit soms moeizame processen vergt in relatie tot de vermoedelijke landen van herkomst. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de identiteitsvaststelling of verkrijging van een laissez-passer. Vandaar dat wij ook proberen, via de lijn van Buitenlandse Zaken en de relaties met de betrokken landen, om meer medewerking te krijgen voor het daadwerkelijk vertrek van in Nederland illegaal verblijvende vreemdelingen. In de gevallen waarin dat niet werkt, omvat ons optreden ook strafrechtelijk optreden en strafoplegging.

Wij hebben het Openbaar Ministerie gevraagd om de maatregelen van het strafrecht toe te passen en, waar nodig, te komen tot langduriger opsluiting. Dit is ook aan de orde gekomen in het gesprek van de staatssecretaris met de procureur-generaal. Tot nu toe wordt gewerkt met een oplopende strafmaat in geval van illegaal verblijf. Daarnaast willen wij dat de mogelijkheden worden bezien in het kader van de ISD-maatregel. Daarbij was weerstand te zien. Ons beleid is erop gericht om op een andere en straffere manier op te treden. Het gaat er immers om, aan dit soort situaties een einde te maken.

Er zijn 144 zaken over illegaal verblijf in het arrondissement Den Haag aangebracht in het vorige jaar. Illegaal verblijf nadat men ongewenst is verklaard, is een misdrijf ingevolge het Wetboek van Strafrecht. Over die situatie spreekt de heer Kamp. Ongewenst verklaarde vreemdelingen maken zich schuldig aan een misdrijf als die zich niet verwijderen. In de andere grote steden liggen de aantallen in vergelijkbare orde van grootte. In Amsterdam en Rotterdam is het aantal zaken nog iets hoger. In andere regio's ligt het aantal zaken lager. Er is al met al geen sprake van dat dit onderwerp wordt verwaarloosd. Ik herken mij niet in de gedachtegang dat er niet wordt gereageerd.

Ik ben het ermee eens dat het Openbaar Ministerie actiever moet optreden. Dat was ook de inzet van het gesprek dat de staatssecretaris mede namens mij met de procureur-generaal heeft gevoerd. Wij vragen dat ook van de Dienst Terugkeer&Vertrek.

De heer Kamp (VVD):

Voorzitter. Het is ondenkbaar dat de politie in Den Haag tijd heeft om flauwekul te verspreiden. Die politie beweert dat het te maken heeft met een plaag voor de stad, van 200 criminele illegalen die rovend, plunderend en stelend rondtrekken. Het is prachtig dat de staatssecretaris een gesprek heeft gehad met de procureur-generaal. Dat heeft deze noodkreet echter niet kunnen voorkomen.

De vraag is waarom wij deze illegalen niet harder aanpakken. Ik heb gehoord dat er eentje net is uitgezet die al 17 jaar in Nederland verbleef. In een ander geval zou het om 30 jaar gaan. Waarom zetten wij deze mensen niet achter slot en grendel? Dat is iets anders dan levenslang. Hun straf hoeft maar één dag te duren. Zodra zij zeggen wie zij zijn en waar zij vandaan komen, kunnen zij uitgezet worden. Met deze mensen moeten wij geen discussie aangaan. Wij moeten die niet het ene misdrijf na het andere laten plegen. Deze mensen moeten achter de tralies gehouden worden totdat zij kunnen worden uitgezet.

Er staan veel cellen leeg. Zelfs wordt gesproken over de verkoop van bajesboten aan Engeland. Waarom gebruiken wij deze cellen niet om deze mensen achter slot en grendel te houden? Dat kan de mensen in de steden veel ellende en verdriet besparen.

Minister Hirsch Ballin:

Voorzitter. Ik hoopte dat de heer Kamp uit mijn antwoord in eerste termijn duidelijk zou zijn dat wij niet in deze situatie berusten. Daarom heeft vorige maand een gesprek plaatsgevonden. Ik kan niet vaststellen op welke periode de uitlatingen in de korpskrant betrekking hebben. Die hebben in ieder geval geen betrekking op de toekomst.

De heer Kamp sprak over het achter slot en grendel zetten. Er is een Dienst Terugkeer&Vertrek die een moeilijke periode heeft gehad van opbouw van de nieuwe taak. Nu de opbouwperiode is afgesloten, verwachten wij dat die daadwerkelijk de activiteiten ter hand neemt die ook omvatten vreemdelingendetentie, die ook omvatten dat vaak moeizame proces van overleg, van proberen laissez passers te verkrijgen bij de landen waarnaar verwijderd moet worden. Maar er is geen sprake van dat dit aan de aandacht ontsnapt. Verleden jaar hebt u van de staatssecretaris ook een brief ontvangen over aanscherping van het openbareordebeleid. Van de Dienst Terugkeer&Vertrek weet u hoe wij ermee bezig zijn om die effectief te doen functioneren op dit terrein. Het probleem is niet een gebrek aan capaciteit voor de vreemdelingendetentie. Met inzet van ook die middelen nemen wij onze taken ter hand. Vandaar dat ik melding maakte van het zeer recente overleg met het OM dat hierin ook een rol te vervullen heeft.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Gisteren sprak ik met de nabestaanden van een jongen die in Den Haag geheel onverhoeds is doodgestoken door zo'n allochtone criminele draaideurillegaal zoals de minister het noemt. Dat was dus niet nodig geweest als die dader gewoon was opgesloten. Mijn vraag aan de minister is om deze mensen die criminaliteit plegen en die wij hier niet willen administratieve detentie op te leggen voor onbepaalde duur en zonder excuses om eruit te kunnen, tenzij zij naar het buitenland vertrekken. Ik vraag ook de heer Kamp of hij dat idee van administratieve detentie ondersteunt.

Minister Hirsch Ballin:

Mevrouw de voorzitter. De heer De Roon kent het beleid dat wij hier voeren, kent ook de krachtige inzet daarvan. Administratieve detentie kennen wij, al geven wij dat een andere naam, namelijk vreemdelingendetentie. Dat is een bestuursrechtelijke vorm van detentie en die wordt op dit terrein ook toegepast zoals ik zojuist uiteen heb gezet.

De heer Kamp (VVD):

Hoe je het noemt of organiseert, zal mij een zorg zijn. Ze moeten gewoon achter de tralies blijven tot ze kunnen worden uitgezet. In het verleden was het verhaal altijd: dat kun je niet doen, je kunt mensen niet onbeperkt achter de tralies houden. Maar, zoals ik al zei, het hoeft maar een dag te duren. Even zeggen wie je bent en je kunt uitgezet worden.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vond het opmerkelijk in het artikel dat twee diensten die zo nauw met elkaar moeten samenwerken – de Vreemdelingenpolitie en OM – er zulke verschillende percepties van de realiteit op nahouden. De politie is zwaar gefrustreerd en het OM vindt dat er niets aan de hand is. Ik vind dat de minister in zijn antwoord daar niet echt op in is gegaan. Hoe verklaart hij dit?

Minister Hirsch Ballin:

Mevrouw de voorzitter. Ik neem dat artikel in de Telegraaf nog even voor mij. Wie van de leden van de Tweede Kamer dan ook wil weten hoe het OM over iets denkt, dan is dat wat de heer Kamp heeft gedaan de goede weg. Als ik hier een alinea zie met twee zinnetjes van de woordvoerster die iets zegt over het vervolgen en veroordelen die worden aangehaald, dan klopt dat natuurlijk. Het inleidende zinnetje is geen ambtsbericht van het OM, is geen reden om hier een discrepantie aan te nemen tussen politie en OM. De politie treedt hier op onder gezag van het OM. De bewindslieden van Justitie spreken het OM aan op de manier die ik zojuist heb verwoord. U mag het er dus op houden dat het beleid van het OM is wat ik zojuist heb gezegd en niet wat u afleidt uit het inleidende zinnetje van de schrijver naar aanleiding van een artikel.

De heer Spekman (PvdA):

Voorzitter. In het verleden heb ik hier ook wel eens over gesproken, niet in de Kamer, maar wel met mevrouw Verdonk. Het is zeer frustrerend voor heel veel steden dat de top van de veelplegerslijst wordt aangevoerd door criminele illegalen. Daar moet een einde aan komen en ik ben blij dat de minister erkent dat aan dit soort situaties een einde moet komen. Ik heb alleen het gevoel dat wij er met elkaar nog geen grip op hebben omdat wij soms toch min of meer gechanteerd door de illegaal hem toch weer uit de cel moeten laten en op straat moeten zetten. Aan de andere kant vind ik dat ook onze rol als overheid nog niet voldoende stevig is als het gaat om de capaciteit van de Vreemdelingenpolitie, de IND, met dezelfde beelden werken. Is de minister bereid om het een en ander over de aanpak van deze criminele illegalen op papier te zetten en dit aan de Kamer toe te sturen? Dan kan er een debat plaatsvinden over zijn woorden dat er aan dit soort situaties een einde moet komen en kan de Kamer beoordelen of die aanpak voldoende handvatten biedt om dit te bewerkstelligen. De afgelopen jaren is dit niet gelukt.

Minister Hirsch Ballin:

Het is inderdaad mijn bedoeling om samen met staatssecretaris Albayrak op dit punt een krachtig beleid te effectueren. Dit omvat bestuursrechtelijke maatregelen, maar ook de vreemdelingendetentie waaraan geen maximumduur is verbonden. Voor "openbareordeklanten" geldt ook nu al dat de vreemdelingendetentie soms langer duurt dan zes maanden. Ik heb al uiteengezet hoe wij dit aanpakken, zowel in relatie tot de Dienst Terugkeer&Vertrek als het strafrechtelijk optreden tegen een ongewenst verklaarde vreemdeling, waarbij het verblijf kan worden gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden. Die twee komen bij elkaar, de mogelijkheid van strafrechtelijk optreden en de bestuursrechtelijke vrijheidsbeneming die wij vreemdelingendetentie noemen.

Ik ben het dan ook van harte eens met de opmerking die zojuist is gemaakt over de wenselijkheid van een krachtig optreden. Dit is inderdaad ook ons beleid. Ik zal daarvan graag een beschrijving geven in samenhang met het algemene beleid gericht op terugkeer en vertrek en daarbij bijzondere aandacht schenken aan de groep waarover wij nu spreken. Het is de vaste wens van de bewindslieden van Justitie om op te treden tegen de combinatie van illegaal verblijf en criminaliteit, dat wil zeggen tegen degenen die ik zojuist aanduidde als "draaideurillegalen".

De heer Van de Camp (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Ik herhaal allereerst de vraag van mevrouw Azough over de perceptie. Het kan toch niet zo zijn dat tijdens het vragenuur door de minister wordt gezegd dat de diensten hun werk doen – en ik geloof hem daarin – maar dat de mensen in Den Haag, maar ook in de andere grote steden, de perceptie hebben dat het niet klopt. De vragen van de heer Kamp zijn volgens mij juist. Natuurlijk zitten daar ook andersoortige criminelen tussen, ook met een Nederlands paspoort, dat weet ik, maar ik vraag de minister om toch nog eens in te gaan op die vraag naar de perceptie.

Mijn tweede vraag is of wij iemand zo lang kunnen vasthouden tot zijn identiteit is vastgesteld. Ik wil nu een helder antwoord op die vraag, want ik hoor te veel geluiden over nuances, rechterlijke uitspraken, rechtsbescherming en mijnheer of mevrouw vervalt weer in de oude fout.

Minister Hirsch Ballin:

De heer Van de Camp zegt terecht dat hij dezelfde vraag stelt als de heer Spekman zo-even heeft gesteld. Ik vraag de Kamer of zij, als zij wil weten welk beleid het Openbaar Ministerie onder mijn verantwoordelijkheid voert, niet wil afgaan op twee losse zinnetjes van iemand die gebeld is naar aanleiding van een artikel in het Politieblad, maar mij daarover hier vragen stelt. Dan hoort zij hoe het in elkaar steekt. Dit lijkt mij de goede plaats om antwoord te krijgen op vragen over het beleid van het Openbaar Ministerie. Ik heb geen kritiek op de activiteiten van de verslaggever van de krant waaruit wordt geciteerd, maar de Kamer heeft recht op betere informatie dan die, die wordt ontleend aan een alinea gebaseerd op wat een woordvoerster heeft gezegd naar aanleiding van de navraag van een verslaggever. Met alle respect uiteraard voor het journalistieke werk, maar de Kamer kan mij hier aanspreken op het beleid van het Openbaar Ministerie en op het zo nodig daarin bewerkstelligen van veranderingen. Ik heb al gemeld dat wij naar aanleiding van de gebleken problemen, zeer recent actie hebben ondernomen. Daarom heb ik gewezen op het gesprek dat de staatssecretaris recent – ongeveer een maand geleden, uit mijn hoofd gezegd – heeft gevoerd met de procureur-generaal die hiervoor zorg moet dragen.

De voorzitter:

De heer Van de Camp heeft ook nog gevraagd hoe lang mensen kunnen worden vastgehouden.

Minister Hirsch Ballin:

Ik heb al gezegd dat er geen maximumduur aan de vreemdelingendetentie is gesteld. Voor de identiteitsvaststelling geldt dat dit soms werkt. Dit behoort ook tot de verdere verbeteringen die wij willen aanbrengen met behulp van de vorig jaar gevormde en opgestarte Dienst Terugkeer&Vertrek. Het is een groter probleem om een land te vinden waarnaar verwijderd kan worden. Soms blijkt dat zelfs op langere termijn niet mogelijk. De Kamer kent de situatie die dan ontstaat. Wij kunnen niet alles in de wereld naar onze hand zetten, maar zowel langs diplomatieke kanalen als door druk uit te oefenen proberen wij het aantal niet verwijderde illegale criminelen zoveel mogelijk te reduceren. Daaraan wordt de grootste prioriteit gegeven, conform de openbare ordebrief die vorig jaar naar de Kamer is gestuurd.

Mevrouw Griffith (VVD):

De staatssecretaris heeft volgens de minister een maand geleden met het Openbaar Ministerie gesproken. Het artikel uit de Korpskrant dateert van 4 maart. Het baart mijn fractie toch wel zorgen dat het Openbaar Ministerie en de politie niet tot eensgezind beleid kunnen komen.

Verder valt mij op dat de minister veel meer op de lijn van het Openbaar Ministerie zit. Het artikel ging echter over de visie van de politie en die vindt het dus zinloos om door te gaan met het oppakken van illegalen. Het Openbaar Ministerie stuurt de politie aan en dat betekent dat er prestatieafspraken zijn gemaakt over het aantal illegale criminelen dat de politie moet oppakken. Welke concrete prestatieafspraken zijn er gemaakt en zit de minister niet te veel op de lijn van het Openbaar Ministerie? Het lijkt er namelijk op dat hij de signalen van de politie volkomen negeert.

Minister Hirsch Ballin:

Voorzitter. In het algemeen probeer ik mij niet te herhalen, maar soms moet het. Ik wil mevrouw Griffith toch echt vragen om uit twee zinnetjes van een woordvoerster over een artikel in de Politiekrant niet de conclusie te trekken dat het Openbaar Ministerie ander beleid voert dan ik zojuist uiteen heb gezet. Het beleid van het Openbaar Ministerie is er op ons verzoek op gericht om een door mevrouw Albayrak en mij ongewenst geachte situatie te veranderen. Als het allemaal prima liep en wij geen problemen hadden aangetroffen, hadden wij het Openbaar Ministerie en de Dienst Terugkeer&Vertrek niet gevraagd om deze inspanning te leveren.

Deze Haagse politieambtenaar heeft zijn hart gelucht over zaken die hij de afgelopen jaren in zijn werk is tegengekomen. Ik neem aan dat hij die zaken realistisch heeft beschreven en dan zijn zijn woorden alleen maar een bevestiging van het feit dat de door ons ingezette aanscherping van het beleid niet overbodig is.

Ik heb verder al toegezegd dat ik de Kamer nader zal informeren over de uitwerking van mijn beleid. Daarbij zal het punt van de prestatieafspraken worden meegenomen.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter. Ik begin met een stelling en vervolg dan met twee vragen.

De stelling is dat het fantastisch is dat de Dienst Terugkeer&Vertrek vanaf 1 januari 2007 operationeel is, maar dat deze dienst alleen maar goed kan werken als er politieke steun is.

De minister sprak over de relatie met de betrokken landen. Hoe krijg je meer medewerking van deze landen bij de terugkeer van illegalen naar hun land van herkomst? Dat is een heel moeilijk punt. Staan er nog steeds terugkeerclausules in de bilaterale verdragen die met landen van herkomst worden gesloten? Is de minister ten tweede bereid om met zijn collega voor Ontwikkelingssamenwerking te praten over het verminderen of stopzetten van de ontwikkelingshulp aan landen die weigeren om hun onderdanen terug te nemen?

Minister Hirsch Ballin:

Voorzitter. Ik ga eerst in op de stelling van mevrouw Verdonk.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Die stelling was geen vraag. Ik hoef daarop dus ook geen antwoord. Ik wil wel graag een duidelijk antwoord op de twee vragen die ik heb gesteld.

De voorzitter:

De minister gaat over de antwoorden.

Minister Hirsch Ballin:

Voorzitter. Ik wil graag eerst reageren op de stelling waarmee mevrouw Verdonk haar vragen inleidde. Ik neem namelijk aan dat die stelling ook van belang is voor de vraagstelling. Haar stelling luidt dat de Dienst Terugkeer&Vertrek vanaf 1 januari 2007 operationeel was. Was het maar waar! Kort nadat ik de verantwoordelijkheid voor vreemdelingenzaken had overgenomen, bleek mij dat de Dienst Terugkeer&Vertrek weliswaar in januari 2007 van start is gegaan, maar pas in april van dat jaar operationeel is geworden. Iedereen die de geschiedenis kent die hieraan voorafging, zal onderkennen dat er, hoezeer iedereen ook verheugd was over de start, in januari 2007 geen dienst was die kant en klaar was om alle activiteiten ter hand te nemen die ter hand moesten worden genomen. Wij hebben er sindsdien hard aan gewerkt om de Dienst Terugkeer&Vertrek daadwerkelijk operationeel te maken. Dat is een proces dat begin vorig jaar nog lang niet klaar was, maar dat behoort tot onze prioriteiten. Ik wijs ook op het per 1 november 2007 geactualiseerde protocol Vreemdelingen in de strafrechtketen, dat onder meer in verband met de oprichting van de Dienst Terugkeer&Vertrek en de daarmee samenhangende centralisatie...

De voorzitter:

Mag ik de minister verzoeken om nu toch over te gaan tot de antwoorden op de vragen? Anders gaan wij over de tijd heen.

Minister Hirsch Ballin:

De antwoorden vloeien logisch voort uit datgene wat ik zojuist heb gezegd. Dit is een activiteit die bij ons prioriteit heeft. Ik zal de bijzonderheden graag in de reeds aangekondigde brief uiteenzetten.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter, ik heb twee vragen gesteld. Ten eerste of...

De voorzitter:

Mevrouw Verdonk, mag ik even? Ik ga het omdraaien: ik ga aan u vragen of ik even wat mag zeggen. Dat is bijzonder in deze zaal.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Gaat uw gang, voorzitter.

De voorzitter:

De minister heeft aangekondigd dat hij de twee vragen in een brief gaat beantwoorden.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter, dat is helemaal niet nodig, want ik heb gevraagd of een bestaande praktijk nog bestaat en ik heb gevraagd of de minister bereidwillig is om iets mee te nemen naar zijn collega voor Ontwikkelingssamenwerking. Daar is toch geen brief voor nodig?

De voorzitter:

De minister heeft daar echt antwoord op gegeven.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Met geen woord!

De heer De Wit (SP):

Wij hebben het hier over veelplegers. Ik stel vast dat het ook in het hier genoemde voorbeeld gaat om een illegale crimineel met een strafblad van hier tot ginder. De politie constateert keer op keer dat zij gefrustreerd wordt doordat deze mensen binnen de kortste keren op straat staan. Wat wordt er nu gedaan om deze veelplegers ook daadwerkelijk op alle feiten te kunnen pakken die zij hebben gepleegd? Nu is het de ervaring van de politie dat zij op straat komen te staan.

De politie laat in het genoemde voorbeeld weten dat zij, als zij de tijd krijgt om onderzoek te doen, iemand kan traceren, zijn naam kan vinden en hem kan uitzetten. Welke prioriteit heeft dit probleem bij de politie? Wat wordt er gedaan om voldoende mensen uit te trekken om het probleem op te lossen van illegalen die zoveel criminaliteit veroorzaken?

Minister Hirsch Ballin:

Het gaat ons om de verbeterde aansluiting tussen de verschillende activiteiten. De betrokken politieambtenaar schrijft kennelijk over opsporingsactiviteiten die vervolgens geen vervolg krijgen in de vreemdelingenrechtelijke aanpak respectievelijk in een strafvervolging. Ik heb uiteengezet dat het beleid van de bewindslieden van Justitie erop is gericht om die twee met elkaar te verbinden. Dat betekent dus de vreemdelingenrechtelijke aanpak gericht op terugkeer en vertrek, naadloos te doen aansluiten op de strafrechtelijke aanpak naar aanleiding van gebleken criminaliteit en illegaal verblijf. Anders gezegd: wat wij ter hand nemen, doet absoluut niets af aan wat er eerder is gedaan.

Ik zie mevrouw Verdonk natuurlijk niet graag teleurgesteld heengaan, dus ik wil datgene wat ik zo-even impliciet heb gezegd, ook graag nog expliciteren. Er is natuurlijk geen sprake van dat er op maar enig punt van activiteiten gericht op terugkeer en vertrek iets wordt afgedaan aan wat er in het verleden is gedaan. Integendeel: wat wij willen doen en doen is een versterking, een aanscherping van het beleid in vergelijking met de bestaande situatie. Dat betekent uiteraard dat de terugname- en overnameclausules nog steeds bestaan, dat wij bij ieder nieuw verdrag proberen om dat tot stand te brengen en dat dit, zoals ook blijkt uit de nota inzake migratie en ontwikkelingssamenwerking, ook nog steeds verder wordt uitgebreid.

De heer De Wit (SP):

Welke prioriteit heeft dit nu en welke mensen worden er ingezet om het daadwerkelijk op te lossen?

Minister Hirsch Ballin:

Uit wat ik heb gezegd, en misschien ook wel uit de manier waarop ik het heb gezegd, uit het feit dat deze activiteiten zonder enig krantenartikel ter hand zijn genomen in relatie tot de Dienst Terugkeer&Vertrek, alsmede uit het gesprek met de procureur-generaal, blijkt dat dit voor ons een zeer hoge prioriteit heeft. Het terugkeerbeleid, inclusief dit onderdeel, zullen wij verder toelichten in de brief die ik u heb toegezegd.

Naar boven