Vragen van het lid Arib aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over handel in nep- en namaakmiddelen (niet-geregistreerde geneesmiddelen) en als gevolg hiervan het vallen van dodelijke slachtoffers.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Gisteren hoorde ik in "Hagens op de middag" hoe makkelijk het in Nederland is om namaakgeneesmiddelen te bestellen. Via internet, passagiers en postpakketten kunnen veel ongeregistreerde middelen door hoopvolle gebruikers worden ingenomen, met alle gevolgen van dien. De inspecteur voor de gezondheidszorg meldde in het programma dat er dodelijke slachtoffers vallen. Wat vindt de minister van deze uitspraak? Ik vind het onbegrijpelijk dat er geen enkel zicht bestaat op de aard en omvang van dit probleem. In welke mate worden deze schadelijke middelen gebruikt? Heeft de minister daar een idee van? Zijn er al dodelijke slachtoffers gevallen? Wat doet de Inspectie voor de Gezondheidszorg op dit terrein? Kan zij meer doen, maar gebeurt dit niet door gebrek aan menskracht? Op welke wijze wordt er in Nederland op toegezien dat geen reclame voor ongeregistreerde middelen wordt gemaakt en dat dit soort middelen niet zomaar verkocht wordt? Wij weten dat het wettelijk verboden is om reclame en handel op niet-geregistreerde middelen te laten plaatsvinden. Hoeveel rechtszaken zijn er al geweest tegen fabrikanten die niet-geregistreerde geneesmiddelen aanbieden? Waaruit kan ik opmaken dat de inspectie de afgelopen tijd keihard is opgetreden en actief tot opsporing is overgegaan?

Ik wil ook graag van de minister weten welke wettelijke mogelijkheden er zijn en welke aanvullende wetgeving er moet komen om dit soort middelen te verbieden. Hoe ziet de minister zijn verantwoordelijkheid in dezen? De overheid heeft de plicht om burgers te beschermen en goed voor te lichten, zeker over de schadelijke gevolgen van nepgeneesmiddelen. Het is niet nieuw, dus ik ben benieuwd wat de minister er tot nu toe aan heeft gedaan. Welke maatregelen neemt hij om de handel in en reclame voor niet-geregistreerde geneesmiddelen aan banden te leggen?

Minister Hoogervorst:

Voorzitter. Allereerst merk ik op dat wie gewoon met een doktersrecept naar de apotheek gaat, niets te vrezen heeft, want bij de apotheek zijn geen namaakgeneesmiddelen te koop. Daar is de kwaliteit en de veiligheid van producten gegarandeerd. De problematiek van namaakgeneesmiddelen doet zich voor bij het bestellen van geneesmiddelen via internet en postorder. De geneesmiddelen worden dan verkregen via een totaal onbekende leverancier, die zich meestal in het buitenland bevindt en niet kan worden gecontroleerd, zodat er geen enkele garantie op kwaliteit bestaat.

Laat ik volstrekt helder zijn, ik vind dat dit in eerste instantie een verantwoordelijkheid is van de consument zelf. De consument weet heus wel dat hij naar de dokter moet, zodat hij een receptje krijgt en vervolgens met dat receptje naar de apotheek kan gaan, als hij een geneesmiddel wil krijgen. Het gaat hierbij om handel in viagra, namaakviagra en anabole steroïden via internet. Ik denk dat alle mensen die daarmee bezig zijn, donders goed weten dat wat zij doen, niet in de haak is. Daarmee nemen zij willens en wetens een risico met hun eigen gezondheid. Als die mensen verstandig zijn, zoals eenieder, dan is het hele probleem niet aan de orde.

Dat neemt niet weg dat er waar mogelijk moet worden opgetreden, hoewel dat niet erg simpel is, vooral niet omdat de producenten en de leveranciers van het een en ander meestal in een ver buitenland zijn. Reclame voor niet-geregistreerde middelen is natuurlijk verboden, want reclame voor geneesmiddelen aan consumenten is überhaupt verboden.

Er zijn mensen bij de inspectie die actief opsporen wat er op internet gebeurt en zo nodig optreden. Zij doen dat samen met justitiële diensten zoals FIOD-ECD en de douane. Hierbij is ook sprake van internationale samenwerking. Er wordt aan gewerkt, maar door weinig mensen. De capaciteit van de IGZ is beperkt en ze wordt vooral ingezet waar deze echt nodig is. Het zou hierbij nodig kunnen zijn, maar het heeft geen hoge prioriteit in mijn onderzoeksbeleid.

Mevrouw Arib (PvdA):

Was dat het? Ik vind dat wel een heel kwalijk antwoord. De minister geeft geen antwoord op mijn vraag, maar hij zegt dat het de verantwoordelijkheid is van de consument. Natuurlijk moet je mensen ook aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid, maar stel je voor dat wij deze redenering zouden doortrekken naar de publieke ruimte. Dan zouden wij geen stoplichten hoeven neer te zetten, omdat het je eigen verantwoordelijkheid is om doodgereden te worden. Dat is hier aan de orde. De minister kan niet mensen op hun eigen verantwoordelijkheid wijzen als hij zelf niets doet. Mijn vraag is op welke wijze hij burgers beschermt tegen dit soort praktijken. Bijna 70% van al die pillen is gewoon nep en daar gaan mensen aan dood. Dan kan hij toch niet zomaar beweren dat het hun eigen verantwoordelijkheid is? De minister heeft gezegd dat het verboden is om reclame te maken voor nepmiddelen. Dat is correct. Toch gebeurt dat. Wat doet hij eraan om dat te voorkomen of tegen te gaan? Wij hebben bijvoorbeeld twee brieven van de Hiv Vereniging Nederland ontvangen waarin wordt gewezen op reclame voor erectiepillen in de Gay Krant. Wat heeft de minister in reactie daarop ondernomen? Ik vind zijn antwoord beschamend.

Minister Hoogervorst:

Ik herhaal dat iedere Nederlander weet dat medicijnen via de dokter moeten worden verkregen. Met het doktersrecept moet de patiënt naar de apotheek. Mevrouw Arib spreekt over mensen die doelbewust op zoek gaan naar illegale kanalen om zonder tussenkomst van de arts aan Viagra of anabole steroïden te komen. Dat zijn verboden middelen. Het zijn geen mensen die tegen zichzelf moeten worden beschermd, maar personen die doelbewust reguliere kanalen omzeilen. Het is niet eenvoudig om dat gedrag te bestrijden. Ik vind dat de Gay Krant verantwoordelijk is voor zijn daden. De redactie zou geen advertenties moeten plaatsen van dit soort risicovolle producten. Wel ben ik bereid om de inspectie te vragen na te gaan of er in reguliere bladen publicaties worden opgenomen met als onderwerp het adverteren over niet-reguliere geneesmiddelen. Als dat het geval blijkt, zal ik haar vragen om daartegen op te treden indien dat mogelijk is.

Mevrouw Schippers (VVD):

In Nederland is dit probleem al jaren geleden aan de orde gesteld. Al in september 2003 heb ik daarover aan de minister schriftelijke vragen gesteld. Dat heb ik gedaan, omdat de door de minister genoemde medicijnen twee keer in apotheken waren aangetroffen. De minister heeft mij toen geantwoord dat de aanpak van productie en handel in illegale geneesmiddelen in het werkplan van de inspectie prioriteit zou krijgen. Mede in reactie op de uitspraak van de inspecteur dat er bijzonder weinig mensen zijn die zich met die problematiek bezighouden, vraag ik de minister op welke wijze invulling aan die prioriteit is gegeven.

In 2001 zijn de straffen verhoogd. Doet het OM wel aan vervolging? Zijn die hogere straffen al uitgedeeld? Kan de minister ons een overzicht geven waaruit wij kunnen opmaken of er bendes zijn opgepakt? In die business is immers goud te verdienen. De minister heeft gezegd dat betrokkenen zelf verantwoordelijk zijn. Dat geldt echter ook voor druggebruikers. Toch doet de Nederlandse Staat voldoende om het drugsgebruik terug te dringen.

Minister Hoogervorst:

Ik beschik op dit moment niet over gegevens over het aantal vervolgingen. Ik zeg toe dat ik de Kamer die gegevens schriftelijk laat toekomen.

Er is wel degelijk prioriteit aan die problematiek gegeven. Bij de inspectie houdt een fulltimemedewerker zich bezig met het speuren op het internet, op zoek naar dit soort zaken.

De heer Van der Vlies (SGP):

De minister heeft terecht geconstateerd dat het vooral de eigen verantwoordelijkheid van de consument is. Dat neemt niet weg dat ook degene verantwoordelijk is die het product op de markt zet. Het komt van ver en het is ongrijpbaar: dat is de samenvatting van de problematiek. Toch zouden wij dit punt hoog op de internationale agenda kunnen plaatsen. Die boeven moeten immers in het betreffende land worden opgepakt, los van de vraag of die natie daartoe in staat en bereid is. Het is een internationaal probleem. Niet alleen Nederlanders zullen na consumptie immers risico lopen, maar ook mensen uit andere landen. Het is dan ook belangrijk om krachtig op te treden.

Minister Hoogervorst:

De heer Van der Vlies heeft gelijk als hij zegt dat er krachtig moet worden opgetreden. Dat gebeurt ook, bijvoorbeeld in het kader van de WHO. De Nederlandse inspectie werkt daaraan actief mee.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Wij spreken over mensen die via illegale kanalen aan niet-reguliere medicijnen komen. Zij zijn zich dus wel degelijk bewust van de nadelige effecten van die middelen. Wel moeten wij ervoor zorgen dat er in Nederland zo min mogelijk sprake is van illegale praktijken. Als er dus mensen worden ingezet om na te gaan wie die illegale personen zijn, vraag ik mij af wat dat oplevert. Is er inmiddels vervolgd? Wat gebeurt er op internationaal niveau op dit punt?

Minister Hoogervorst:

Dat zijn de resultaten die ik graag schriftelijk aan de Kamer zal doen toekomen.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Ik heb drie vragen gesteld.

Minister Hoogervorst:

Ik zal die drie vragen meenemen in die nadere schriftelijke analyse.

De heer Buijs (CDA):

Voorzitter. Het gaat om niet-geregistreerde geneesmiddelen. De minister zegt dat hij zo weinig kan doen, maar hij heeft zelf in de brief van 19 januari jongstleden aangegeven dat er inmiddels een procedure liep en dat hij in het voorjaar van dit jaar een uitspraak verwachtte. Wat is die uitspraak?

De minister zegt dat het zo moeilijk is op te sporen, maar hij heeft van de Hiv Vereniging een lijstje met adressen in Best, Amsterdam, Groessen, Waalwijk en Lelystad gehad. Als hij op de computer www.pretinbed.net intikt...

Minister Hoogervorst:

Pardon?

De heer Buijs (CDA):

Www.pretinbed.net.

Minister Hoogervorst:

Daar was ik nog niet geweest.

De heer Buijs (CDA):

Nee, maar de Hiv Vereniging kan u op het spoor brengen. Als u dat intikt, ziet u dat er in Nederland wel degelijk een firma is gevestigd die u kunt aanpakken. Kortom, mijn fractie wil graag een plan van aanpak van de minister tegen het in de handel brengen van niet-geregistreerde geneesmiddelen.

Minister Hoogervorst:

Wij zullen tips zoals van de Hiv Vereniging en de Gay Krant graag benutten. Ik neem aan dat de Hiv Vereniging ook de Gay Krant heeft aangebracht, als die nog adverteert. Als die tips nog niet bij de IGZ liggen, zal ik ze graag naar de IGZ doorgeleiden.

U vraagt een plan van aanpak. Ik kan de inspectie vragen naar een uitgebreid overzicht van de bestaande praktijken en de wijze waarop men die denkt te kunnen intensiveren. Ik zeg er wel bij dat de inspectie beperkte middelen heeft. Als ik de verkiezingsprogramma's bekijk, dan zal de rijksoverheid in welk kabinet dan ook nog fors moeten inleveren. Het ligt dan ook niet erg voor de hand dat de inspectie in de komende jaren zeer fors zal worden uitgebreid. Wij moeten het doen met de mensen die wij hebben, wat betekent dat wij niet alles achterna kunnen lopen.

De heer Buijs (CDA):

Een vraag is nog niet beantwoord. Er is een juridische procedure gestart en in het voorjaar van dit jaar zou er een uitspraak zijn. Graag krijgen wij er nadere informatie over.

Minister Hoogervorst:

Dat zal ik doen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. De laatste opmerking van de minister over de verkiezingsprogramma's van grote partijen zou hem juist moeten verleiden om nog eens duidelijk te maken hoe belangrijk de inspectie is en dat je daar niet straffeloos tientallen ambtenaren kunt wegbezuinigen, omdat dit soort kwesties dan überhaupt niet meer in het werk van de inspectie aan de orde kan komen. Minister, kom dan uit je tent en neem die partijen even flink te grazen: dit kan zomaar niet, want dit heeft consequenties.

Ik heb begrepen dat een van de inspecteurs van de IGZ heeft gezegd dat dit in Engeland, niet ver hier vandaan, veel forser wordt bestreden. Daar zouden 60, 70 inspecteurs dagelijks bezig zijn om de illegale pillenhandel in de wielen te rijden en handelaren voor het gerecht te brengen. Waarom kan in Engeland wel wat in Nederland niet de praktijk lijkt te zijn? Misschien heeft de minister er op dit moment geen antwoord op, maar wij krijgen nog een brief van hem. Laat hij er dan ten minste schriftelijk uitvoerig op ingaan, want daarvoor is de kwestie toch net iets te belangrijk.

Minister Hoogervorst:

Ik kan bevestigen dat bezuinigen op de rijksoverheid niet zonder consequenties is. Het is een illusie dat je alleen maar op beleidsambtenaren kunt bezuinigen en dat alle inspecties buiten schot kunnen blijven, als het om heel grote bedragen gaat.

Ik zal laten kijken naar de kwestie Engeland. Ik heb mij laten vertellen dat daar 60 mensen bezig zouden zijn met deze problematiek. Er is natuurlijk heel veel te zeggen voor een zo veel mogelijk internationale aanpak, aangezien het vaak om internationale bendes gaat die in het buitenland opereren. Ik zal er graag mijn licht over opsteken en kijken hoe wij die samenwerking kunnen intensiveren. Ik zal dat ook meenemen in de informatie die ik heb toegezegd.

Naar boven