Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | nr. 29, pagina 1951-1952 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | nr. 29, pagina 1951-1952 |
Aan de orde is de behandeling van:
het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2006 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (30885 VI).
De algemene beraadslaging wordt geopend.
De heer Van der Staaij (SGP):
Voorzitter. Ik geef graag een nadere toelichting op het amendement dat op stuk nr. 4 is ingediend over de nazorg aan ex-gedetineerden. Afgelopen maandag hebben wij daarover nog een brief ontvangen van de minister voor Integratie, Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering. Ik ben in ieder geval blij dat Justitie, welke minister ook verantwoordelijk is, hier een taak ziet, hoewel dat in de brief inhoudelijk niet volledig terugkomt.
Het amendement staat niet op zichzelf maar hangt nauw samen met een langer lopende discussie. Op initiatief van de Kamer wordt al jarenlang een subsidie toegekend voor waardevolle re-integratietrajecten van een viertal instellingen. De Kamer heeft eerder uitgesproken, het duidelijkst in een motie uit 2004, dat zolang er geen structurele regeling voor de financiering van deze re-integratietrajecten is getroffen, Justitie zou moeten subsidiëren met het oog op de recidivebestrijding. Deze trajecten zouden anders tussen wal en schip terecht kunnen komen. Voor het jaar 2006 is daaraan invulling gegeven door een subsidie te verstrekken aan deze instellingen. De wijze waarop dit is gebeurd, heeft echter problemen opgeleverd. De subsidie voor de vrijwillige trajecten, niet op basis van een justitiële titel maar soms wel in directe aansluiting daarop, moest worden opgesoupeerd door verplichte justitiële trajecten. Er was een bepaalde inschatting gemaakt van de justitiële plaatsingen. Een overproductie van justitiële plaatsingen zou in mindering worden gebracht op het budget voor de vrijwillige deelname, waardoor het budget werd opgegeten. De vrijwillige plaatsingen aan het begin van het jaar zijn daardoor achteraf gezien niet gefinancierd, omdat in de tweede helft van het jaar meer justitiële plaatsingen tot stand zijn gekomen dan was verwacht. Dit was niet de bedoeling van de Kamer, die zich hierover heeft uitgesproken in een reeks van amendementen en moties. Dit leidt precies tot wat wij niet willen, namelijk dat nee moet worden verkocht aan mensen die bereid zijn om deel te nemen aan zo'n waardevol re-integratietraject. Vandaar dit reparatieamendement.
De minister heeft in haar brief gesteld dat niet zij verantwoordelijk is maar dat de gemeenten verantwoordelijk zijn. De achtereenvolgende verantwoordelijke ministers op Justitie zijn het van harte eens over deze verantwoordelijkheidsverdeling, maar daarover is tot nu toe geen overeenstemming bereikt met VWS en de gemeenten, hoezeer daarop ook is aangedrongen in een aantal Kamermoties. Eerlijk gezegd, schaam ik mij een beetje ten opzichte van de instellingen dat daarover nog steeds geen duidelijkheid is ontstaan. Ik had dit punt aan de orde willen stellen bij de Justitiebegroting, maar de behandeling daarvan is verschoven naar begin volgend jaar. Onze wens is dat voor 1 april 2007 volstrekte helderheid ontstaat over de verantwoordelijkheidsverdeling, zodat wij van dit gedoe met telkens nieuwe amendementen en incidenten af zijn.
Laten wij het op dit moment echter niet moeilijker maken dan het is. Met dit amendement wordt de verantwoordelijkheid voor 2006 door Justitie genomen. Ook in de ogen van Justitie was dit een overgangsjaar. De manier waarop het was geregeld, heeft echter voor problemen gezorgd. De inzet van dit amendement is om dat te repareren.
De heer Teeven (VVD):
Voorzitter. De VVD-fractie is niet enthousiast over subsidies voor dit soort instellingen, zeker niet als het een taak van de gemeenten betreft. Dit amendement kan bovendien ten koste gaan van de gelden die de regering heeft vrijgemaakt voor het DELTAplan Jeugdzorg. Kan de regering zich daarover uitspreken?
Tijdens mijn vorige Kamerlidmaatschap in 2002 bestond dit probleem al. Het is eigenlijk beschamend dat ik hier vier jaar later sta namens de VVD-fractie en hetzelfde moet vragen als toen: is het echt niet mogelijk om de gemeenten op hun verantwoordelijkheid te wijzen? In dit licht zal mijn fractie het amendement wel steunen, omdat Exodus moet kunnen doorgaan met de zinvolle bezigheden die worden ontplooid. Het is wat onze fractie betreft wel de laatste keer dat dit gebeurt. Wij zullen een volgende keer niet meewerken aan het op deze manier ter beschikking stellen van geld, omdat wij vinden dat het een verantwoordelijkheid is van de gemeente. In die zin zijn wij het eens met de regering, maar wij vinden niet dat Exodus daar het slachtoffer van moet worden.
Minister Verdonk:
Voorzitter. Ik moet zeggen dat ik dit ook een vreemde gang van zaken vind. In 2002 hebben wij hierover gesproken, de jaren daarna eveneens en nu weer. Ik vind wel dat er een beetje wordt gedaan alsof de oorzaak daarvan bij Justitie ligt. Er is geen tekort aan middelen voor plaatsingen in justitiële trajecten. Als dit amendement wordt aangenomen, dan wordt het geld ofwel niet uitgegeven omdat er geen tekort is aan justitiële plaatsingen ofwel uitgegeven, maar dan komt het ten goede aan plaatsingen voor niet-justitiabelen. De Kamer weet dat gemeenten daarvoor verantwoordelijk zijn en niet de minister van Justitie of ikzelf. Eigenlijk financieren wij met dit amendement een exploitatietekort dat bij Exodus is ontstaan. Daarvoor ben ik niet verantwoordelijk. Natuurlijk begrijp ik de urgentie en natuurlijk wil ik niet dat mensen tussen wal en schip vallen.
In antwoord op de vraag van de heer Teeven zeg ik – en dat heb ik natuurlijk uitgezocht – dat dit geld niet ten koste gaat van het DELTAplan Jeugdzorg. Dat zou op dit moment helemaal niet bespreekbaar zijn. Waarover wij nu spreken, betreft een eenmalige meevaller. Ik wijs er wel op dat wij in de ministerraad als algemene lijn hebben afgesproken dat een demissionair kabinet, wat wij zijn, geen budgetverhogende intensiveringen zal doorvoeren. Dat betekent het volgende. Als de Kamer dit amendement toch aanneemt, dan zal de regering geen gebruik maken van de geboden financiële ruimte. Ik ben demissionair minister. De Kamer kan van mij geen intensiveringen verwachten. Ik begrijp het kader waarin dit amendement is ingediend helemaal, maar ontraad toch de aanname ervan.
De heer Van der Staaij (SGP):
De minister zegt dat de gemeenten verantwoordelijk zijn. Erkent zij dat de Kamer onlangs nog een motie heeft aangenomen met de strekking "minister, bereik nu eindelijk eens overeenstemming met de gemeenten"? De gemeenten zijn het namelijk niet met de minister eens. Hierachter zit een onopgelost probleem. Ik ben er bovendien verbaasd over dat de minister zegt dat zij het budget niet zal gebruiken, ook al wordt het amendement aangenomen. Dat zou wel heel merkwaardig zijn. De Kamer zou door aanname van dit amendement namelijk uitdrukken dat zij hecht aan het staande beleid tot nu toe, namelijk dat er vanuit Justitie geld moet zijn voor vrijwillige integratietrajecten zo lang het niet anders en beter is geregeld.
Minister Verdonk:
Het is niet zo dat voor alle gemeenten geldt dat zij zich niet verantwoordelijk voelen voor niet-justitiële plaatsingen. Integendeel: er zijn veel gemeenten die zich daarvoor wel verantwoordelijk voelen en wel degelijk geld betalen voor die plaatsingen. Wij kunnen dus niet zeggen dat alle gemeenten hiervoor niet betalen, zodat Exodus met de gebakken peren zit. Zo is het niet. Wij maken financiële afspraken met Exodus. Er zijn overgangsjaren bepaald met Exodus, namelijk 2006 en 2007, waarin wij flexibel omspringen met de financiering. Van het geld voor justitiële plaatsingen mag Exodus een gedeelte gebruiken voor niet-justitiële plaatsingen. Daar zijn wij heel soepel in. Exodus gebruikt Justitiegeld voor niet-justitiële plaatsingen. Vervolgens is er een tekort omdat zij nog meer justitiële plaatsen gebruikt en vindt zij dat Justitie dat moet betalen. Het zou logisch zijn als Exodus zelf naar de gemeenten zou gaan in plaats van het aan Justitie te vragen. Dat is de normale gang van zaken.
De heer Van der Staaij (SGP):
Wij spreken over dit jaar.
Minister Verdonk:
2006.
De heer Van der Staaij (SGP):
Inderdaad. Achteraf nog subsidie krijgen over 2006 is volstrekt onmogelijk. De VNG heeft al gezegd dat zij hier geen taak heeft zo lang deze niet door Justitie aan haar is overgeheveld. Er is geen sprake van dat men van de gemeenten een bijdrage zou kunnen krijgen waar het Rijk het ineens laat afweten.
Minister Verdonk:
Mijn informatie is anders. Ik denk dat wij daar nu niet uitkomen. Ik zal dat nog nagaan. Ik begrijp het betoog van de heer Van der Staaij. Als Exodus werk levert voor Justitie, moet Justitie dat betalen. Justitie betaalt ook een deel van de plaatsen die niet voor Justitie worden gebruikt. Exodus is degene die naar de gemeenten moet gaan voor medefinanciering. Ik ontraad het aannemen van het amendement.
De heer Van der Staaij (SGP):
Mocht de Kamer dit amendement aannemen, dan ga ik er zonder meer van uit dat het wordt gerealiseerd.
De algemene beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
De stemming over het amendement en het wetsvoorstel vindt vanavond plaats.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20062007-1951-1952.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.