In stemming komt de motie-Dijsselbloem c.s. over verlenging van de pas op de plaats in het uitzettingenbeleid (19637, nr. 1111).

De voorzitter:

Bij wijze van uitzondering zit er dit keer geen minister in vak K. De aanwezige ministers zitten allemaal op hun plaats in de Kamer.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Ik verzoek om hoofdelijke stemming.

De voorzitter:

Ik stel voor om aan dit verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

Vóór stemmen de leden: Blom, Van Bommel, Bos, Bouchibti, Bouwmeester, Bussemaker, Cramer, Crone, Van Dam, Depla, Dibi, Jasper van Dijk, Dijksma, Dijsselbloem, Duyvendak, Eijsink, Van Gent, Gerkens, Van Gerven, Gesthuizen, Van Gijlswijk, Gill'ard, Van der Ham, Hamer, Heerts, Huizinga-Heringa, Irrgang, Jacobi, Jansen, Kalma, Kant, Karabulut, Koenders, Koşer Kaya, Kuiken, Langkamp, Leerdam, Van Leeuwen, Leijten, Lempens, Luijben, Marijnissen, Ortega-Martijn, Ouwehand, Pechtold, Peters, Polderman, Poppe, Van Raak, Roefs, Roemer, De Rooij, Rouvoet, Samsom, Slob, Smeets, Spekman, Thieme, Tichelaar, Timmermans, Ulenbelt, Van der Veen, Van Velzen, Vendrik, Verbeet, Vermeij, Voordewind, Waalkens, De Wit, Wolbert, Wolfsen, Abel, Albayrak, Azough en Besselink.

Tegen stemmen de leden: Van Bochove, Boekestijn, Bosma, Brinkman, Ten Broeke, Van der Burg, Van de Camp, Çörüz, Dezentjé Hamming, Van Dijck, Jan Jacob van Dijk, Donner, Ferrier, Fritsma, Van Geel, Van Gennip, Graus, Griffith, Van Haersma Buma, Haverkamp, Hessels, Van Heugten, Van Hijum, Van der Hoeven, Ten Hoopen, Jager, Joldersma, Van der Knaap, Koopmans, Koppejan, Jules Kortenhorst, Roland Kortenhorst, De Krom, Madlener, Mastwijk, Van Miltenburg, Neppérus, De Nerée tot Babberich, Nicolaï, Omtzigt, De Pater-van der Meer, Remkes, De Roon, Rutte, Schermers, Schinkelshoek, Schippers, Schreijer-Pierik, Snijder-Hazelhoff, Spies, Van der Staaij, Sterk, Teeven, Verburg, Verdonk, Verhagen, Van der Vlies, Jan de Vries, Van Vroonhoven-Kok, Weekers, Wijn, Wilders, Zijlstra, Agema, Aptroot, Atsma, Van Baalen, Balkenende, Van Beek, Biskop, Blanksma-van den Heuvel en Blok.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met 75 tegen 72 stemmen is aangenomen.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Voorzitter. Wij hebben zojuist al min of meer een ordedebatje gevoerd. Mijn verzoek is om het kabinet te vragen, nog hedenavond te reageren op deze motie en er rekening mee te houden dat wij hedenavond de beraadslaging van de Kamer zullen heropenen over de reactie van het kabinet.

De heer Rutte (VVD):

Ik heb even overleg gehad met een van de leden van mijn fractie die ook in het kabinet zit. Een kwartier zou genoeg zijn voor beraad.

De heer Wilders (PVV):

Ik sluit niet uit dat ik u verzoek om, als de regering hier terugkomt, de minister-president erbij aanwezig te laten zijn. Ik verzoek u, het ertoe te leiden dat hij dat hoort.

De voorzitter:

Wij zullen ervoor zorgen dat hij daarvan op de hoogte wordt gesteld.

De heer Van de Camp (CDA):

Gezien de situatie, lijkt het mij verstandig om het kabinet een uur de tijd te geven voor vergadering en afstemming over de motie.

De voorzitter:

Ik stel voor, de vergadering nu te schorsen en te hervatten om 0.00 uur.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt van 23.00 uur tot 0.00 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister-president, die een korte verklaring zal afleggen namens het kabinet.

Minister Balkenende:

Mevrouw de voorzitter. In het kabinet hebben wij gesproken over de motie die vanavond hier is aangenomen. Minister Verdonk, minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, heeft vanavond aangegeven hoe zij inhoudelijk tegen deze materie aankijkt. Ook in het kabinetsberaad hebben wij moeten vaststellen dat wij deze motie niet kunnen uitvoeren. De argumentatie is vanavond gegeven. Het kabinet is van oordeel dat, wanneer wij over zouden willen gaan tot een verandering ten aanzien van een pardonregeling, deze zaak zijn beslag zou moeten krijgen in de kabinetsformatie en in een nieuw kabinetsbeleid. Eerst behoort te worden gesproken over de regeling als zodanig en vervolgens kan worden gesproken over de uitvoering ervan. De Kamer kiest in feite voor een andere volgorde. Er wordt eerst gesproken over de uitvoering, in afwachting van een nadere regeling, en dan ontstaat het probleem: over welke groep hebben wij het nu?

Er wordt in deze motie gesproken over een beperking van de groep waarom het zou gaan, maar ook is aangegeven dat dit geen enkele garantie vormt, omdat het waarschijnlijk zo zal zijn dat het juridisch anders gaat lopen. Wij vinden uit het oogpunt van een ordentelijk proces van regelgeving dat eerst de regeling ten principale veranderd behoort te worden. Wij moeten eerst de wettelijke regeling veranderen en dan kan er worden gesproken over de implementatie en de uitvoering.

Tegen deze achtergrond en met het oog op al die juridische bezwaren kunnen wij tot geen andere conclusie komen dan dat wij deze motie niet kunnen uitvoeren.

De voorzitter:

Ik dank de minister-president voor zijn bijdrage.

Ik constateer dat de Kamer er behoefte aan heeft, op deze verklaring te reageren.

Naar boven