Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2007 (30800 XI) (deel Milieubeheer).

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De heer Samsom (PvdA):

Voorzitter. Ik feliciteer beide nieuwe sprekers in de Kamer. Complimenten. Ik onthoud mij van een oordeel over de inhoud van de speech, want dan zou ik een scherp onderscheid tussen beiden moeten maken en dat zou de dag toch verpesten.

Aan het begin van de laatste begrotingsbehandeling van deze staatssecretaris van Milieu maken wij het nu maar meteen duidelijk. Wat mijn fractie betreft, komt deze staatssecretaris niet terug op zijn post. Ik zie dat de staatssecretaris daardoor aangedaan is, maar het is niet anders. Wij zijn er heel helder over, want wat ons betreft komt er namelijk in een volgend kabinet helemaal geen staatssecretaris van Milieu meer, maar een minister van Milieu. Of collega-afgevaardigde de heer Van Geel voor die functie in aanmerking komt, daar gaat de formateur over. Sinds gisteren weten wij dat het voorlopig nog even duurt voordat hij aan de slag kan.

De nieuwe minister van Milieu moet ook flink aan de slag. Wat ons betreft, is daarbij de komende jaren één ding de volstrekte prioriteit: klimaat- en energiebeleid. De urgentie van het energieprobleem kan inmiddels niemand meer zijn ontgaan. Al Gore en Nick Stern hebben het met hun film respectievelijk prachtige rapport scherp duidelijk gemaakt: op korte termijn zijn er drastische maatregelen nodig. Uitstel is niet alleen ecologisch heel risicovol, maar ook economisch heel dom, want alle maatregelen die je later moet nemen, kosten meer geld. In Nederland haastte de premier zich om een graantje mee te pikken van de publiciteit. Hij verscheen met Al Gore op de rode loper, schreef met Blair een brandbrief naar zijn Europese collega's, en holde achter Clinton aan op Soestdijk. Maar wat deed het kabinet nu eigenlijk zelf de afgelopen jaren? Dat trackrecord is niet om over naar huis te schrijven. Het stopte alle stimuleringsregelingen voor duurzame energie, stopte de belastingaftrek voor duurzame investeringen, ontmantelde de subsidies voor de aanschaf van zuinige apparaten en het isoleren van je eigen huis, werkte de mensen tegen die met eigen zonnepanelen energie willen leveren aan het net, verhoogde nota bene de belasting op hybride auto's en voert nog steeds de Europese regeling voor energiebesparing in gebouwen niet uit. Het presteert in vergelijking met het buitenland slecht op het gebied van energiebesparing, en stoot ondanks de prachtige Kyoto-afspraken in 2010 niet minder, maar meer CO2 uit dan in 1990. Dat is niet wat Al Gore en Bill Clinton bedoelden met hun oproep aan de regering, deze in het bijzonder.

Maar goed, zand erover, want een begrotingsbehandeling vlak na de verkiezingen leent zich slecht voor het opmaken van de rekening. Dat heeft de kiezer immers al gedaan op 22 november, en dat hebben wij geweten. Soeverein als de zee, zou een gewaardeerd liberaal oud-collega zeggen. Het beleid van de afgelopen jaren heeft bovendien nog een bijkomend voordeel: wij kunnen met een schone lei beginnen. De komende periode zal het energie- en klimaatbeleid echt anders moeten: geen zwalkend beleid meer. Een helder en daadkrachtig duurzaam energiebeleid is hard nodig. Daar bestaat een heel groot draagvlak voor, als je alle verkiezingsprogramma's op een rijtje zet. Wij willen dat Nederland in 2020 de schoonste en meest efficë1te energievoorziening van Europa heeft: 20% duurzame energie in 2020. Dat bereiken wij met afrekenbare doelstellingen, een ambitieus en stabiel investeringsklimaat, waar wij 1 mld. per jaar bij willen leggen, naast maatregelen als een verplicht aandeel duurzaam, fiscale vergroening en verplichte normstelling. Gaat de Kamer nu over zo'n beleid, nu de formatie in volle gang is? Jazeker. Ten eerste omdat de Kamer uiteindelijk altijd het laatste woord heeft. Maar misschien wel juist nu, voorafgaand aan de vorming van een nieuw kabinet. Een tweetal fracties, niet de minste, wil de Kamer dan ook graag in tweede termijn een motie voorleggen, waarin zij haar wens voor een ambitieus energiebeleid helder en duidelijk uitspreekt. Onderdelen zijn: een stabiel investeringsklimaat voor energiebesparing en duurzame energie voor de komende twintig jaar, heldere en afrekenbare doelen, gericht op de lange termijn en op het internationale verband, een koploperspositie van Nederland en gelijkgestemde landen in Europa op het gebied van energiebesparing en een innovatief duurzaam energiebeleid en ten slotte afdoende voorbereiding op de nu al helaas onontkoombare veranderingen die ons staan te wachten.

De heer Van der Ham (D66):

Hartstikke fraai wat de twee mogelijke toekomstige coalitiepartners gaan doen. Maar dit voorjaar verscheen een prachtig rapport van de Taskforce energietransitie. Waarom wordt dat niet direct in het regeerakkoord gestoken?

De heer Samsom (PvdA):

Aanstaande vrijdag geeft die Taskforce een persconferentie over een wat meer uitgewerkt plan. De onderdelen van de motie die ik noemde, zijn niet voor niets ontleend aan de inspiratie van die Taskforce. Dat gaat naadloos in elkaar passen, ik stel u nu al gerust, mijnheer Van der Ham! Natuurlijk zal er in de formatie meer worden meegenomen, maar volgens mij is een uitspraak van de Kamer zeker niet overbodig, ook als je ziet wat de afgelopen jaren met zich mee hebben gebracht. Laten wij als Kamer duidelijk uitspreken, wat wij verwachten van een nieuw kabinet. Het woord van de Kamer is niet onbelangrijk. Graag de reactie van de huidige staatssecretaris, maar ook van de collega's op de door mij genoemde motie.

Daarnaast liggen er nog twee amendementen op het gebied van energie en klimaat, die voor zichzelf spreken. Energiebesparing voor lage inkomens is het succesnummer van de afgelopen en de komende jaren. Er is geen effectievere, snellere en schonere manier om mensen financieel te helpen dan ervoor te zorgen dat hun energierekening omlaag gaat. Voor "blue energy", het winnen van energie uit zout- en zoetwaterovergangen, willen wij ook meer geld vrijmaken. Ik word nu al enthousiast van het idee van een energiecentrale met de omvang van enkele kerncentrales, mijnheer De Krom, in de spuisluizen van de Afsluitdijk. Ik hoop dat hij dat enthousiasme met mij deelt.

Voorzitter. Dan nog twee andere onderwerpen die wat ons betreft nog wel met deze staatssecretaris afgehandeld kunnen worden, te weten de Probo Koala en het zwerfafval. Het Amsterdamse onderzoek naar de gang van zaken rond de Probo Koala is inmiddels afgerond. De commissie-Hulshof onderzocht slechts gedragingen van de Amsterdamse Milieudienst maar laat geen misverstand bestaan over het feit dat ook op landelijk niveau fouten zijn gemaakt. Afgezien van een feitenrelaas zijn de VROM-inspectie, de Inspectie Verkeer en Waterstaat en het Openbaar Ministerie nog op geen enkele manier onderwerp geweest van onafhankelijk onderzoek. Het wordt nu echt hoog tijd om dat wel te gaan doen, om precies te kunnen achterhalen waar de fouten zijn gemaakt, hoe de verantwoordelijkheden lagen en vooral wat er verbeterd kan worden. In september nog trof de Kamer een staatssecretaris die helemaal niet bereid was tot enig zelfonderzoek en die slechts met moeite tot een feitenrelaas was te bewegen. Ik hoop dat er nu voldoende argumenten op tafel liggen om wel dat onafhankelijke onderzoek te doen. Mijn fractie zal daarover desnoods een motie aan de Kamer voorleggen. Ik heb overigens al een voorzitter in gedachten. Waarom zouden wij de heer Hulshof niet vragen, die de helft van het werk al heeft gedaan, om dat werk af te maken? Het kan ook tijd schelen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik heb bij het debat over de Probo Koala een onafhankelijk onderzoek bepleit, maar ik zie dat er inmiddels dusdanig versnipperd onderzoek wordt gedaan, dat ik de heer Samsom zou willen voorstellen om de verschillende onderzoeken af te wachten. Daarna kan de Kamer een eigen onderzoek doen naar datgene wat nog niet is onderzocht, waaruit wij dan vervolgens onze eigen conclusies kunnen trekken.

De heer Samsom (PvdA):

Ik constateer dat de meeste onderzoeken wel afgerond zijn. Er is nog een strafrechtelijk onderzoek gaande, maar daar gaan wij als Kamer niet over. Over de timing ervan ook niet, terwijl de inschattingen daarover ontzettend verschillend zijn. Eigenlijk moeten wij met de commissie-Hulshof constateren dat er nog een leemte is, namelijk de vraag wat landelijke inspectiediensten allemaal wel en niet gedaan hebben op het juiste moment. Ik zou heel graag zien dat daarnaar onderzoek werd gedaan. Ik heb zelfs gespeeld met de gedachte van een parlementair onderzoek. Hoewel ik er niet voor terug zou deinzen, vrees ik dat ik daarvoor geen Kamermeerderheid krijg. Men heeft mij in september leren kennen als iemand die koste wat het kost wil dat de waarheid boven tafel komt. Als het via genoemd onderzoek kan, dan graag.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

U denkt aan het type onderzoek dat de gemeente Amsterdam heeft laten doen door een onafhankelijke commissie en om dat vergelijkbaar te doen voor het Rijk?

De heer Samsom (PvdA):

Dat klopt. Ik zie er ook aanleiding toe in het onderzoek van de heer Hulshof, waaruit naar voren komt dat de landelijke inspectiediensten niet helemaal vrijuit gaan. Daar hij er gezien zijn opdracht geen expliciete uitspraken over heeft kunnen doen, zou ik hem willen vragen dat alsnog te doen in een nieuw onderzoek.

Mevrouw Spies (CDA):

Ik vind het een beetje jammer om nu bij de begroting VROM het gehele dossier over de Probo Koala te betrekken. De CDA-fractie zou er behoefte aan hebben om afzonderlijk voor de kerst een debat over de Probo Koala te voeren. Wij hebben een feitenrelaas en een onderzoek uit Amsterdam. Om nu, nog voordat wij over die documenten hebben gesproken, te concluderen dat er een volgend onafhankelijk onderzoek moet komen, gaat ons wat te ver. Ik stel mij voor dat wij deze discussie morgen bij de procedurevergadering voeren zodat die nu geen onderdeel zou behoeven te zijn van deze begrotingsbehandeling.

De voorzitter:

Dat lijkt mij een uitstekend voorstel.

De heer Samsom (PvdA):

In zoverre ben ik het met mevrouw Spies eens dat ik haar dit debat had willen besparen door hier te concluderen snel opdracht te kunnen geven tot zo'n nieuw onderzoek. Aan alle basisvoorwaarden hiervoor is reeds voldaan. Dan kunnen wij gewoon verder.

De heer De Krom (VVD):

Ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Spies. Gelet op het feitenonderzoek en het onderzoek uit Amsterdam zou het wellicht verstandig zijn dat het kabinet vooruitlopend op een eventueel debat de volgende week, een brief stuurt met daarin zijn standpunt over de lessen die hieruit kunnen worden getrokken. Als de Kamer dan nog van oordeel zou zijn dat er onvoldoende materiaal op tafel ligt om daaruit lessen te kunnen trekken, zou alsnog besloten kunnen worden tot zo'n onderzoek.

De voorzitter:

Ik wijs erop dat de procedurevergadering vóór de tweede termijn plaatsvindt.

De heer Samsom (PvdA):

Dank u voor deze tip. Nogmaals, ik vind het een rare stijlfiguur dat de staatssecretaris een reactie moet geven op een rapport waartoe hij geen opdracht heeft gegeven, namelijk het rapport van de commissie-Hulshof. Als hij dat bezwaar wil intrekken en alsnog wil voldoen aan het verzoek in die brief, gaan wij het wat mij betreft op die manier doen. Men ziet dat ik voor alles in ben, als de waarheid maar boven tafel komt, als de verantwoordelijken maar worden aangewezen en als de schuldigen – laten wij daar niet te makkelijk over doen – worden gepakt.

Daarom heb ik in dit verband nog een ander voorstel. Eén ding kunnen wij namelijk al wel doen. Er is een rechtszaak in voorbereiding van de slachtoffers die het bedrijf willen vervolgen. Een bedrag van 1 mln. zou die mensen in staat stellen om met extra onderzoek beter beslagen ten ijs te komen in die rechtszaak. Het gaat om Ivorianen en die hebben over het algemeen geen brede portemonnee. Nederland kan dat geld beschikbaar stellen en zo bijdragen aan de vervolging van de werkelijke daders van deze ramp. Ik heb het bij de behandeling van de begroting van Buitenlandse Zaken al eerder met een amendement geprobeerd, maar toen ving ik bot bij het CDA, omdat dit niet uit ontwikkelingsgeld betaald zou mogen worden. Dat heb ik nu opgelost met een nieuw amendement. Ik hoop op uw medewerking. Ik benadruk nogmaals dat alles wat ik wil, is dat de schuldigen gepakt worden. Zo'n rechtszaak kan daar echt een bijdrage aan leveren. Denkt u daarover na.

Dan een kwestie dichterbij huis: zwerfafval. Wij moeten constateren dat de aanpak van zwerfafval volledig is vastgelopen. De staatssecretaris is de regie kwijtgeraakt en wacht nu maar af hoe het verder loopt in de onderhandelingen tussen gemeenten en ik weet niet hoeveel vertegenwoordigers van de verpakkingsindustrie inmiddels. Laat één ding duidelijk zijn: doormodderen is wat ons betreft echt geen optie meer. Wij willen dat het beleid wordt aangepakt, zodat duidelijk wordt dat de verpakkingsindustrie opdraait voor alle kosten die alle verpakkingen met zich meebrengen. Ook het doel van de vermindering van de hoeveelheid moet worden vastgelegd en er moet voor worden gezorgd dat gemeenten niet met talloze instanties hoeven te onderhandelen over de kosten. Dat zijn zaken die op korte termijn geregeld kunnen en ook moeten worden. Op dit moment gaat het namelijk al hopeloos fout. Het zwerfafval ligt gewoon op straat en iedereen trekt zijn handen ervan af. Liefst wordt dat dus al in dit debat geregeld, maar als het nodig is, gaan wij ook daarover op korte termijn verder, als het maar opgelost wordt.

Mevrouw Spies (CDA):

Ik heb een heel simpele oplossing voor het probleem van het zwerfafval: uw collega Wolfsen trekt zijn amendementen op het wetsvoorstel inzake de bestuurlijke boete in en wij voeren dat wetsvoorstel zo snel mogelijk in. Dan hebben wij het opgelost.

De heer Samsom (PvdA):

Dat gaat over de handhaving. U weet dondersgoed dat de producentenverantwoor­delijkheid hier een cruciale rol in speelt. Die laat ik niet weglopen in de handhaving. Ik ben het overigens met u eens dat er gehandhaafd moet worden; ik ben het uiteraard niet met u eens over het amendement-Wolfsen. De oplossing die ons voor ogen staat, is echt een andere.

De voorzitter:

Mijnheer Samsom, uw tijd is inmiddels om.

De heer Samsom (PvdA):

Ja, maar mijn klokje liep door bij diverse interrupties.

De voorzitter:

Nee.

De heer Samsom (PvdA):

Ik ga snel afronden.

Ik kom bij de palmoliekwestie. Het gesubsidieerd gebruik van onduurzame palmolie voor groene stroom zit mijn fractie hoog. Ik ken de spreektekst van de heer De Krom nog niet, maar er is weinig fantasie voor nodig om te weten dat hij straks helemaal los gaat: "Zie je wel, onzinnige milieusubsidies; honderden miljoenen over de balk gesmeten." Ik doe hem nu een beetje na. Ik kan dat allemaal uittekenen. Tot nu toe deed hij dat altijd bij windenergie, maar ik ken mijn liberale vrienden: zij wenden de steven flexibel richting palmolie, alles voor het goede doel. Van hen trek ik mij niet zoveel aan, maar wel van de kwestie zelf.

De heer De Krom (VVD):

Voorzitter, u kunt mijn spreektijd inkorten van zes naar vijf minuten.

De voorzitter:

Dank u, ik noteer dat.

De heer Samsom (PvdA):

Mag die minuut er bij mij bij? Dan kom ik precies mooi tot een einde.

Wij trekken ons dus wel iets aan van de kwestie zelf, zeker als de staatssecretaris krokodillentranen huilt over de palmoliekwestie. Voer dan gewoon de motie uit die collega Van der Ham met mij en vele anderen heeft ingediend! Als dat niet naar de letter kan, doe dat dan naar de geest! Desnoods maken wij nog een motie. Geen gewijs naar anderen of naar het buitenland. Wij hebben onze eigen verantwoordelijkheid. Wij stimuleren schone en duurzame energie en geen omgehakte oerwouden. De formatie gaat lang genoeg duren om ook dat nog af te kunnen handelen.

Ik heb de typering van de "nu even niet"-staats­secretaris al vaak gebruikt. Dat doe ik nu voor het laatst. Wij nemen in dit debat afscheid van de "nu even niet"-staatssecretaris voor milieu. Ik hoop dat wij die ook nooit meer terugzien. Wij willen – in welke coalitie, in welke persoon en van welke politieke kleur dan ook – een "het gebeurt nu wel"-minister.

Mevrouw Spies (CDA):

Voorzitter. Ook vanaf deze plaats een hartelijke gelukwens aan de collega's die hier vandaag hun officiële intrede in de Kamer hebben gemaakt. Ik verheug mij op de samenwerking in de komende jaren met beide collega's en misschien straks ook met andere collega's.

Als ik de afgelopen vierenhalf jaar iets heb geleerd, is het dat timing cruciaal is om politieke doelen te bereiken. Als er een thema in de afgelopen dagen terecht meer aandacht heeft gekregen, is dat klimaatverandering en energie. Als Al Gore en Bill Clinton de wereld rondtrekken om ervoor te zorgen dat wij ambitieuze stappen zetten om klimaatverandering te bestrijden, is dat voor Nederland en voor Europa een moment dat niet gemist mag worden. Niet voor niets heeft onze minister-president in de afgelopen maanden bij herhaling aangegeven dat duurzaamheid en in het bijzonder het thema klimaatverandering hoger op de politieke agenda moet komen te staan. Hij wil dat ook vertaald zien in een nieuw regeerakkoord, zo liet hij bij het bezoek van Bill Clinton weten. Het veelgenoemde Sternrapport laat zien dat klimaatverandering misschien wel de grootste bedreiging is voor onze veiligheid en gezondheid. De kosten die hiermee gepaard gaan, zijn enorm. Het goede nieuws is echter dat als wij nu investeren wij een heel goede kans maken om de bedreiging te verminderen en de kosten beheersbaar te houden. Ik ga ervan uit dat de besteding van de Borsselegelden een eerste, goede stap is bij de overheidsinvesteringen. Wij weten allemaal dat voor de noodzakelijke investeringen op mondiaal niveau nieuwe afspraken moeten worden gemaakt over een wereldwijde aanpak van de klimaatverandering. Dat is niet eenvoudig, zoals vorige week opnieuw bleek in Nairobi. Europa en Nederland moeten daarin wel de voortrekkersrol blijven spelen.

Vorige week heeft een groot aantal multinationals op Europees niveau het goede voorbeeld gegeven door aan te dringen op nieuwe, ambitieuze afspraken en daaraan hun bijdrage toe te zeggen. Dat is een veel beter signaal dan de recente misser van VNO-NCW, die nu al lijkt in te zetten op een ambitieloos vervolg op Kyoto. Ik ga ervan uit dat zij snel terugkomen op deze slip of the pen.

Ik heb reeds eerder gepleit voor een langetermijnvisie op de toekomst van onze energievoorziening, inclusief de ambities op het gebied van klimaatverandering. Ik zou graag zien dat een volgend kabinet die visie in de vorm van een langetermijninvesteringsagenda in de loop van het komende jaar aan de Kamer aanbiedt. Ik vraag daarbij om een overzicht van investeringen in mitigatie en adaptatie. Wat ons betreft hoort daarbij de Europese afspraak om na het jaar 2012 door te gaan met het systeem van verhandelbare emissierechten, minimaal op Europees niveau. De heren Blair en Balkenende hebben hiervoor gepleit in hun brief ter voorbereiding op de recente Europese top van regeringsleiders in Finland.

De internationale component is cruciaal in het beperken van de gevolgen van de klimaatverandering. Toch zijn er ook dichter bij huis dingen die wij kunnen doen. In de eerste plaats ben ik blij dat er schot lijkt te komen in Europese afspraken op het gebied van bronbeleid en energiebesparing. Wat ons betreft moet de inzet gericht zijn op voortschrijdende normstelling op Europees niveau. Intussen kunnen wij ook nationaal ons bestaande systeem voor bijvoorbeeld labels op witgoed aanpassen en hierdoor productinnovatie stimuleren. Graag een reactie daarop.

Klimaatverandering moeten wij ook bij de mensen thuis brengen door zichtbaar te maken wat mensen kunnen doen. Vorig jaar heb ik het initiatief genomen tot een motie die de start vormde voor de energiebox. Gelukkig is de eerste box, helaas zonder VVD-sjaal, inmiddels uitgereikt. Graag hoor ik van de staatssecretaris hoe deze pilot vorm is gegeven en wanneer en op welke wijze een eventuele verdere uitrol plaats zal vinden. Ik wil daarbij ook antwoord op de vraag hoe het kan dat deze pilot voor 2 mln. wordt uitgevoerd, terwijl er 5 mln. voor uitgetrokken was. Heeft de staatssecretaris 3 mln. over? Waarom investeert hij die bijvoorbeeld niet in een regeling die energiebesparing voor huishoudens met lage inkomens stimuleert? Daarbij was een overtekening van bijna 6 mln. terwijl het volgens het ministerie blijkens de antwoorden op de feitelijke vragen om goede projectaanvragen gaat.

Ik ben teleurgesteld dat er nog geen gevolg is gegeven aan de motie van vorig jaar over het stimuleren van energiebesparing in de gebouwde omgeving. Ik ben heel benieuwd naar de verklaring van de minister voor deze vertraging.

De heer Samsom (PvdA):

Deze kritische noot over energiebesparing voor de lagere inkomens is mij uit het hart gegrepen. Ik heb daarover een amendement ingediend. Kan dat op de steun van de CDA-fractie rekenen of moet daar nog iets voor ondernomen worden?

Mevrouw Spies (CDA):

Ik heb gezien dat de heer Samsom inmiddels twee keer een andere dekking voor zijn amendement heeft aangegeven. Ik vraag niet voor niets aan de staatssecretaris of hij geld over heeft, want de dekking van het amendement spreekt mij beide keren niet aan. Voor de Toekomstagenda Milieu is extra geld beschikbaar. Dat budget wil ik nu niet plunderen. Dat dreigt namelijk rijkelijk te gebeuren, gezien de amendementen van diverse collega's. Ook de dekking die de heer Samsom in eerste instantie voor zijn amendement had gevonden, sprak mij niet aan.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Wat is de inzet van de CDA-fractie bij de formatie als het gaat om het voeren van een krachtiger klimaatbeleid? Er is geen behoefte aan woorden, maar aan concrete daden. Ik heb goed naar uw betoog geluisterd. U sprak over Europees bronbeleid, maar daar gaan wij helaas te weinig over. U had het ook over de energiebox en stelde een vraag over de bebouwde omgeving. Daaruit spreekt geen krachtig klimaatbeleid. Kunt u zeven krachtige maatregelen noemen die de CDA-fractie in het kader van het klimaatbeleid wil nemen?

Mevrouw Spies (CDA):

Ik heb gezegd dat wij ook na 2012 door moeten gaan met het systeem van verhandelbare emissierechten. Ik raad u aan om het verkiezingsprogramma van het CDA nog eens te lezen. Dan weet u dat wij streven naar 2% energiebesparing en naar 25% duurzame energie in twintig jaar. Ook streven wij naar invoering van de kilometerheffing met beprijzing naar plaats, tijd en milieubelasting. Dat zijn al vijf maatregelen. Dat is de inzet van het CDA bij de formatie.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Drie van de vijf elementen die u noemt zijn geen instrumenten, maar doelen. Doelen zijn gratis zolang er niet wordt bijgezegd via welke maatregelen die bereikt moeten worden. Ik mis concrete maatregelen bij het CDA. Het effect van doorvoering van de CDA-plannen zal zijn dat de komende vier jaar de CO2-uitstoot zal stijgen. Het CDA zal echt met meer moeten komen.

Mevrouw Spies (CDA):

Ik begrijp niet waar de heer Duyvendak die conclusie op baseert. Het klinkt bijna als een beschuldiging. Uitvoering van het CDA-programma leidt tot een gezonde en ambitieuze, maar wel op de realiteit gebaseerde verbetering van ons klimaat. Daar is onze inzet ook op gericht.

De problemen met de luchtkwaliteit lijken beheersbaar te worden. Klopt het dat de salderingsmethode nu ook voor de rechter standhoudt? Door een recente uitspraak van een rechter over de rondweg bij Uithoorn lijkt het aantal mensen dat door de saldering minder last ondervindt, een houdbaar criterium. Wat is de analyse van de staatssecretaris?

Laatst sprak ik de importeur van Mazda. Naar zijn stellige overtuiging vlot het niet met het achteraf inbouwen van roetfilters, omdat de subsidieregeling niet goed wordt uitgevoerd. De Belastingdienst vraagt van autodealers om een aantal subsidieverzoeken op te sparen en die gebundeld per tien in te leveren. Dat betekent een voorfinanciering door de dealers van toch al snel zo'n € 5000. De dealers hebben daar geen zin in, dus zij zullen hun klanten niet aanbieden om achteraf een roetfilter in te bouwen. Ziet de staatssecretaris die drempel ook? Is hij bereid om daarover andere afspraken te maken met de Belastingdienst?

Wij kennen nu een gedifferentieerd bpm-tarief voor hybride auto's. Dat lijkt te werken. Is de staatssecretaris bereid om vooruitlopend op een systeem van kilometerheffing een voorstel te doen om de differentiatie in het bpm-tarief verder uit te breiden. Ik denk dan aan auto's die op aardgas, biobrandstof of waterstof rijden. Dat kan een impuls zijn voor het sneller realiseren van een netwerk van tankstations waar deze relatief nieuwe brandstoffen te koop zijn.

De Europese Commissie en het Europees Parlement hebben een akkoord bereikt over euro5- en euro6-normen. Dat is prima, maar ook hier geldt dat de normen wel erg laat van kracht worden. Voor euro6 is dat pas in 2014. Mag ik ervan uitgaan dat de Nederlandse regering het stimuleringsbeleid voortzet en dus, zodra euro5 van kracht wordt, een stimuleringsregeling in werking laat treden die zich richt op het versneld invoeren van euro6?

Uit de NEC-rapportage blijkt dat wij de doelstellingen voor 2010 die in Europees verband zijn overeengekomen, waarschijnlijk niet zullen halen. Wat wil de staatssecretaris doen om dit onheil af te wenden? Ik hoef hem vast niet te herinneren aan de afspraken die hij met minister Zalm heeft gemaakt over een economische groei van meer dan 2% en de extra investeringen ten behoeve van het milieu op die onderdelen waarop beleidstekorten zijn: de milieudrukcompensatiemiddelen. Dat lijkt mij een uitgelezen moment om dat bij Voorjaarsnota te regelen.

Voorzitter. Ten slotte moet de koerswijziging die met de toekomstagenda milieu nog eens is bevestigd de komende jaren voor de CDA-fractie leidend blijven in het milieubeleid, met een warm hart en een koel hoofd, om met de woorden van de staatssecretaris te spreken. De benadering van milieu als kans, kans voor innovatie en voor versterking van onze economische positie begint steeds beter tussen de oren te zitten. Wij leggen terecht een grotere nadruk op een nuchtere, zakelijke aanpak waarbij kosteneffectiviteit van groot belang is. Ook dit verdient verankering in een nieuw regeerakkoord. De staatssecretaris geeft aan dat hij een substantieel deel van de extra middelen voor die toekomstagenda milieu wil inzetten voor het ondersteunen van maatschappelijke organisaties. Prima, maar dat brengt mij wel op de vraag naar de huidige besteding van middelen. Ik zou graag een kabinetsbreed overzicht ontvangen van de subsidies die bijvoorbeeld natuur- en milieuorganisaties van de rijksoverheid ontvangen. Kan de staatssecretaris dat toezeggen?

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik wil graag mijn collega Paulus Jansen feliciteren. Ik had nooit gedroomd dat jij je maidenspeech zou houden in een positie waarin wij groter zijn dan de VVD. Gefeliciteerd!

Voorzitter. Mijn volgende wens zou zijn dat wij de volgende begroting gewoon met een minister kunnen bespreken. Ik citeer: "Dat ik geen minister ben, dat is een weeffout, dat had wel gemoeten. Het was een verkeerd signaal naar de samenleving, als zou milieu niet in het hart van het beleid staan." Dat was deze staatssecretaris. Ik wil dan ook in tweede termijn een motie voorleggen aan de Kamer waarin wij uitspreken dat er in het volgend kabinet gewoon een minister voor Milieu zit.

Een minstens zo belangrijk onderwerp is klimaatverandering. Premier Blair stelde dat de wereld afstevent op een catastrofaal omslagpunt in ons klimaat als wij het roer niet omgooien. Ook de bevindingen van topeconoom Stern liegen er niet om. Het is hoog tijd om onszelf langs de meetlat te leggen. Naar verwachting neemt de uitstoot van CO2 ook na Kyoto alleen maar toe. Slecht nieuws zou ik zeggen, tijd om wat te gaan doen.

Het goede nieuws? Minister-president Balkenende is inmiddels ook wakker geworden. Ik overweeg dan ook om voortaan mijn bijdrage maar in de vorm van een speelfilm te brengen, want blijkbaar maakt dat meer indruk dan de eeuwige debatten die wij hier over klimaatbeleid hebben gevoerd, de vele onderzoeken die wij zelf hebben uitgevoerd en de rapporten die wij hebben besproken. Ik heb echter nog geen tijd gehad om een speelfilm voor mijn inbreng te maken, mijn excuses daarvoor.

Ik wil niet zuur doen, het resultaat telt en dat Balkenende wakker is, daar ben ik erg blij mee. Er moet absoluut een stevig post-Kyotobeleid komen. Als ik de brief van Blair en Balkenende lees dan is de inzet er wel. Het resultaat moet natuurlijk nog komen, maar in de tussentijd kunnen wij al veel meer doen dan wat wij nu doen. Ik ben er met de VVD van overtuigd dat investeringen die wij nu doen in technologie zichzelf in veelvoud zullen terugbetalen. Ik wil dan ook enkele voorstellen doen, te beginnen bij de industrie.

De hoeveelheid uitgedeeld emissierechten moet omlaag en kan ook omlaag, want de Nederlandse industrie heeft het afgelopen jaar niet eens het plafond gehaald. Dat is dus duidelijk te ruim. Laten wij maar eens gewaagd doen. Ik stel voor dat wij het plafond per 1 januari 2007 dusdanig verlagen dat het komt op wat is uitgestoten in het afgelopen jaar. Ik ben ervan overtuigd dat niet één bedrijf Nederland zal verlaten als wij daartoe besluiten. Dan moeten wij elk jaar daarna het plafond nog wel gaan verlagen, want daar gaat een goede prikkel van uit die positief zal uitwerken op onze economie. Ik zou hier graag een reactie op hebben.

Mevrouw Spies (CDA):

Ik hield u altijd voor een buitengewoon verstandig en rationeel mens. Om nu per 1 januari 2007 een bestaand allocatieplan, goedgekeurd door de Europese Commissie, maar even open te breken en de emissieplafonds eenzijdig te gaan verlagen, is natuurlijk de onbetrouwbare overheid in optima forma. Ik kan mij niet voorstellen dat u het serieus meent!

Mevrouw Van Velzen (SP):

Uiteraard meen ik het serieus, zoals ik alles wat ik achter deze microfoon zeg serieus meen. Ik heb uitgezocht wat het emissierechtenbeleid eigenlijk inhoudt en dat is voornamelijk een minimum. Wij zijn nergens aan gebonden en niets belet ons om een stapje verder te gaan. Sterker nog, alle signalen zijn zodanig dat wij verder moeten gaan in het halen van CO2-reductie, wat onze minister-president ook aangeeft. Het is dus een mogelijkheid die wij kunnen gebruiken. Ik stel niet voor om het bedrijfsleven nu te zeggen dat wij per 1 januari heel grote stappen voorwaarts gaan zetten. Neen, het enige wat ik voorstel is om het plafond nu eens neer te leggen op de realistische uitstoot, dus geen ruimte te laten voor meer uitstoot. Dat is een vorm van "Realpolitik", waarvoor u respect zou moeten hebben.

Voorzitter. De Europese Commissie is van mening dat de CO2-uitstoot van vliegtuigen onderdeel mag uitmaken van het emissiebeleid. Dat is prachtig, maar hoe gaan wij deze grote veroorzaker van broeikasgassen aanpakken? Wat is de inzet van het kabinet? In de brief staat dat er een mogelijkheid is om bilateraal dan wel multilateraal afspraken te maken over een heffing op kerosine. Dat is natuurlijk prachtig, maar gaat de staatssecretaris dat ook echt doen? Gaat hij binnenkort op zoek naar een lidstaat of meerdere lidstaten om afspraken mee te maken? Kan hij verder onomwonden uitspreken dat hij hiervoor gaat zorgen in de paar maanden die hem nog resten als staatssecretaris?

Het kabinet heeft zich tot doel gesteld dat in 2020 10% van de energie duurzaam wordt geproduceerd. Dat kan en moet veel sneller. Ik stel daarom voor om 10% duurzaam opgewekte energie in 2010 als prestatiedoel te nemen. Dat is een verdubbeling. Is het kabinet bereid om daarvoor te zorgen door alle energiebedrijven te verplichten vanaf volgend jaar elk jaar 3% extra duurzaam te produceren? In Europa kan verder worden bepleit om de meest energiezuinige consumentenapparaten over drie jaar de minimumnorm te laten zijn.

In een notitie van het CDA-congres staan heel veel prachtige zaken. Helaas is het leeuwendeel van die ideeën nog niet uitgevoerd. Ik noem er één en wel het verlagen van de btw-tarieven voor spaarlampen, milieuvriendelijke brandstoffen en groene energie van 19 naar 6%. De fractievoorzitter van het CDA, de heer Verhagen, heeft gezegd dat hij dat als eerste na de verkiezingen voor het milieu zou willen regelen. Dat is prachtig, maar kan de staatssecretaris mij ook zeggen wat hier precies mogelijk is en welke problemen zich hierbij kunnen voordoen? Is hij verder bereid om zich hiervoor in te zetten? De accijnsverlaging voor biobrandstoffen eindigt bovendien over 18 dagen. Is het niet mogelijk om daarna gewoon met die verlaging door te gaan? Dat zou een positieve stimulans voor duurzaamheid in Nederland zijn.

De heer Van der Ham (D66):

U steekt wel heel nadrukkelijk de loftrompet over het CDA. Waarom zijn die coalitieonderhandelingen toch zo snel mislukt?

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik spreek nu over voorstellen van het CDA-congres, die noch door de CDA-staats­secretaris noch door de CDA-fractie zijn uitgevoerd. Ik laat mij dus alleen maar inspireren door het CDA-congres. Ik wil graag samen met de CDA-fractie aan het milieu werken, maar volgende week horen wij wel wat hierover precies gezegd is tijdens de onderhandelingen. Aan mij zal het niet liggen, want als ik het milieu verder kan brengen, maakt het mij niet uit met welke partij ik een coalitie moet sluiten.

Mevrouw Spies wees er terecht op dat de milieudrukcompensatiemiddelen staand beleid zijn. In 2006 jubelt iedereen over de snelle groei van de economie, maar dat betekent ook dat er extra geld voor de VROM-begroting moet komen. Waarom heeft de Kamer daarover nog niets gehoord? Heeft de minister soms problemen met minister Zalm? Moeten wij hem helpen? Het is staand beleid en hij moet hierover dan ook snel duidelijkheid verschaffen.

Duurzame burgerinitiatieven verdienen het om meer dan in het verleden gestimuleerd te worden. De wil is er bij de burgers. De staatssecretaris en ik hebben samen de initiatieven in ontvangst mogen nemen. Het waren 150 prachtige initiatieven, waarvan er enkele zijn beloond. Ik hoor nu echter dat burgers vastlopen in de bureaucratie, de loketten en de subsidieprocedures. Het is allemaal bijzonder ingewikkeld. Er zijn organisaties, bijvoorbeeld Green Wish, die mensen bij de hand nemen en ze helpen om de bureaucratie te overwinnen. Daardoor kunnen die projecten alsnog werkelijkheid worden. De staatssecretaris beziet of hij deze organisaties meer ondersteuning kan geven. Ik heb een amendement ingediend, waarin hiervoor de nodige middelen worden vrijgemaakt. Het is namelijk heel belangrijk om het draagvlak onder de bevolking voor milieu- en klimaatbeleid te versterken.

Is het groen beleggen inmiddels geëvalueerd? Dat valt weliswaar onder het ministerie van Financiën, maar wij willen allemaal dat er een coördinerend minister voor Milieu en Duurzaamheid komt. Ik spreek er daarom de staatssecretaris maar op aan. Is het waar dat een evaluatie van de afgelopen vijf jaar gereed is en dat die heel erg positief is? Zo ja, is hij dan bereid om die evaluatie naar de Kamer te sturen? Ik vraag dat, omdat ik erg benieuwd ben naar mogelijkheden om het groen beleggen te verbreden en effectiever in te zetten.

Voorzitter: Ten Hoopen

Mevrouw Van Velzen (SP):

Het percentage vergroende belastingen groeit gestaag, maar langzaam. Het is nu 13,9, dat kan zeker beter. Wij hebben in ons verkiezingsprogramma een aantal voorstellen gedaan. Ik heb een rapport van de Stichting Natuur en Milieu, "De groene schatkist". Daarin doet zij een aantal voorstellen dat ook in ons verkiezingsprogramma staat en een aantal voorstellen dat ik wat minder slim vind. Ik wil de staatssecretaris vragen om hierop te regeren, zodat wij er in de tweede termijn op verder kunnen gaan. Wat is haalbaar en voor welke punten is nog wat massage van andere Europese lidstaten nodig? Een belangrijke vraag is vooral wat nu al kan en wat de minister overneemt van de voorstellen om de belastingen verder te vergroenen.

Ik heb nog enkele vragen over het klimaat en het Clean Development Mechanism. In de praktijk blijkt dat mensen het makkelijkst investeren in de meest rendabele en grote projecten. Dat is logisch. Kleinschalige energieprojecten op bijvoorbeeld het Afrikaanse platteland hebben daar echter niets aan. Mevrouw Gerkens heeft al eerder een voorstel gedaan om de projecten die met het Clean Development Mechanism worden uitgevoerd te voorzien van een keurmerk. De staatssecretaris zei dat hij dit een bijzonder sympathiek idee vond, maar dat hij het level playingfield ook belangrijk vond. Hij stelde voor om de bedrijven op de hoogte te stellen van de zogenaamde Gold Standard. Heeft hij dat inmiddels gedaan en, zo ja, wat was de reactie van de bedrijven? Hij zou alle bedrijven die een aanvraag op het vlak het Clean Development Mechanism deden, informeren. Kan hij een overzicht geven van de bedrijven die een aanvraag hebben gedaan en welke daarvan bereid zijn om een duurzaamheidskeurmerk te gaan voeren? Hebben de gesprekken met deze bedrijven succes gehad?

Wij moeten met elkaar de verantwoordelijkheid nemen om voor de komende generaties een nog beter milieu achter te laten dan wij hebben aangetroffen. Daar moet de inzet op gericht zijn, zowel van het kabinet als van de Kamer. Ik denk dat er op dit terrein nog veel te verbeteren is.

De heer De Krom (VVD):

Voorzitter. In HP/De Tijd van 17 november stond een mooi artikel over hoe het milieu links is geworden. Ik vond het wel een interessante analyse over hoe links, na de val van de Berlijnse muur van ideologie ontdaan, het milieu aangreep als nieuwe titel voor overheidsingrijpen. Daar hebben wij tot op de dag van vandaag last van. Kijk maar eens naar de karrenvracht aan regels en vergunningen. Ik heb al meermalen gezegd dat die het draagvlak voor het milieubeleid en de effectiviteit ervan ondermijnen. Overigens heb ik vaak ondernemers gesproken, met name de kleinere, die met milieutechnologie bezig zijn. Op de vraag wat de overheid moet om hen te helpen, was het antwoord vaak: als jullie nu eens ophouden met al die regels en die vergunningen, gaan wij wel verder met de innovatie en de technologieontwikkeling.

De klus is nog niet af. Dit kabinet was begonnen met de bezem halen door al die regels en vergunningen. Mijn vrees is nu, gelet op de formatie, dat wij straks een linkse lente krijgen, een linkse lente met oude instrumenten. Dat zou niet goed zijn voor het milieubeleid. Wij moeten niet weer in dat moeras van regeldrift worden getrokken, juist nu wij er zo moeizaam uit proberen te komen. Ik wil in elk geval meegeven aan degenen die bij de formatie betrokken zijn dat wij door moeten op het pad dat door dit kabinet is ingeslagen.

De heer Samsom noemde de Probo Koala al. Ik heb net al gezegd hoe dat debat volgens ons moet worden voortgezet, volgende week. Ik wil er in het kader van de begroting ook iets over zeggen. Het is duidelijk dat de hoeveelheid regelingen en het aantal handhavers dat zich met deze zaak bezighoudt fenomenaal groot is. Hoe meer regels er zijn, hoe meer handhavers er zijn en hoe meer schijven er zijn, hoe groter de kans is dat er iets fout gaat. Ik refereer ook nog maar even aan de Toekomstagenda Milieu. Daarin valt namelijk te lezen dat in Nederland ongeveer vijfhonderd overheidsinstanties betrokken zijn bij vergunningverlening, controle en handhaving. Het hoeft weinig betoog dat dit nooit echt effectief kan zijn. Dat komt de kwaliteit van de handhaving niet ten goede. Daar moet op de een of andere manier het mes in. Ik was met mevrouw Spies op een congres voor handhavers. Ik heb hen toen gevraagd om met ons mee te denken over de wijze waarop dit kan worden verbeterd. Bovendien heb ik gezegd dat ik het liefst had dat zij voorstellen deden. Er moet in ieder geval iets gebeuren. Ik verwijs maar even naar de moties die de VVD-fractie daarover heeft ingediend, bij voorbeeld naar de moties-Aptroot. Hier ligt in de ogen van mijn fractie een mooie taak voor het nieuwe kabinet weggelegd. Wat kunnen wij nog van deze staatssecretaris verwachten?

Recentelijk heeft Nederland bezoek gehad van de klimaatgoeroes Gore en Clinton. Ik hoop dat zij in eigen land op dat vlak net zo hard en succesvol campagne voeren als hier, want dan kunnen de VS ook meedoen aan een post-Kyoto- of Kyoto-II-verdrag. Mijn fractie is daar voorstander van.

De heer Samsom (PvdA):

Ik ben blij dat de heer De Krom dit nu zo duidelijk zegt. Neemt hij ook afscheid van de afleidingsmanoeuvre van de VS om met een Asian-Pacific Partnership te komen? Daar was hij de afgelopen jaren ook zo'n voorstander van. Zo ja, dan is het helder.

De heer De Krom (VVD):

Nee, daar neem ik helemaal geen afscheid van. Je kunt namelijk het een doen, maar hoeft daarom het ander nog niet te laten. Gezien de resultaten, of eigenlijk het gebrek daaraan, van de top die recentelijk in Kenia en vorig jaar in Montreal is gehouden en gezien mijn constatering dat effectief klimaatbeleid eigenlijk alleen op wereldschaal mogelijk is, dus met de VS, India, China en Brazilië, vind ik dat het er niet goed uitziet. Ik ben er niet optimistisch over. Er is geen enkele vooruitgang geboekt, ook niet in Nairobi. De heer Duyvendak zal het daar ongetwijfeld nog over hebben, want hij was daar. De vraag is hoe wij na 2012 verdergaan.

De heer Samsom (PvdA):

Tot nu toe zei u altijd: laten wij dat maar vergeten; wij volgen de Amerikaanse route. Begrijp ik goed dat dit nu afgelopen is en dat u de Amerikanen via Clinton en Gore bij Kyoto wilt halen? Wilt u zelf ook nog wat doen?

De heer De Krom (VVD):

De inzet van de VVD-fractie is altijd dezelfde geweest. Ik zeg nu niets anders dan ik altijd heb gezegd. De VVD-fractie wil daarmee verder, maar vindt wel dat er een internationale coalitie met de VS moet zijn, omdat het anders niet effectief kan worden gedaan. Dit neemt helemaal niet weg dat er naar andere instrumenten als technologieoverdracht, innovatie enzovoort kan worden gezocht. Ik neem daar dus helemaal geen afscheid van, integendeel. Ik denk dat wij beide moeten doen. Dit brengt mij overigens op de vraag hoe het met de uitvoering van de motie-De Krom/Spies van 21 september jongstleden staat. Voortbordurend op het debat van net, merk ik op dat wij er rekening mee moeten houden dat een volgend kabinet, natuurlijk in overleg met de Europese Unie, een alternatieve aanpak of een scenario moet opstellen voor na 2012, mocht de internationale coalitie onverhoopt niet van de grond komen. In de motie waaraan ik zojuist refereerde, wordt daar het een en ander over gesteld.

Hoe staat het met het adaptatiebeleid? Ook de WRR zegt dat er hoge prioriteit aan moet worden verleend. Wat kunnen wij op dit vlak voor volgend jaar nog van dit kabinet verwachten?

De heer Samsom heeft mijn tekst over palmolie al uitgesproken, dus dat hoef ik niet meer te doen. Ik sluit mij bij hem aan. Ik heb mij eraan geërgerd dat de staatssecretaris zei: het is eigenlijk zonde van het geld dat wij daaraan hebben uitgegeven. Over hoeveel geld hebben wij het precies? Ik geloof dat ik honderden miljoenen hoorde noemen. Zevenhonderd? Klopt dat? Ik zie de staatssecretaris knikken, dus het klopt. 700 mln. is er uitgegeven aan iets waarvan de staatssecretaris nu zegt dat het zonde was. Het had volgens hem eigenlijk niet gehoeven. Dit is echt waanzinnig. De Kamer heeft al een paar keer over de palmoliezaak gesproken. Ik herinner mij ook de motie-Van der Ham. Nu zijn wij een paar jaar verder en staat de staatssecretaris doodleuk te vertellen dat het eigenlijk zonde van het geld is. Dat tellen wij dan maar op bij alle debacles die wij op het gebied van duurzame energie hebben gehad. Overigens voeg ik hieraan toe dat dit een vermaning is om zorgvuldig met de biobrandstoffen om te gaan. Mijn fractie is voor de Europese doelstellingen op dat vlak, maar vindt wel dat goed in de gaten moet worden gehouden wat daarvan de gevolgen voor het milieu en voor de mondiale voedselmarkt zijn. Wil het kabinet de Kamer toezeggen dat het haar daar met regelmaat over bericht?

Vanmorgen, voor de begrotingsbehandeling, zei de staatssecretaris dat de Kamer het rapport over bodemsanering kreeg. Dat klopt. Wij hebben het rapport vanochtend gekregen, maar dat was zo laat dat wij het niet meer hebben kunnen lezen. Daarom kunnen wij er bij deze begroting ook niets over zeggen, maar de bewindslieden zijn niet van ons af. Ik kondig nu alvast aan dat wij een debat over het rapport willen. Mijn verwachtingen zijn overigens niet zo hoog gespannen. De vraag was destijds: het heeft zoveel gekost, maar wat levert het nu op? Het heeft anderhalf jaar geduurd om het antwoord op die vraag te krijgen. Daarover willen wij nog apart met het kabinet spreken.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Eerst een vraag over de palmolie. Bij het Erasmusdebat naar aanleiding van de verkiezingscampagne stelde de fractievoorzitter van de VVD, de heer Rutte, dat 100 mln. kon worden uitgetrokken om milieurampen, zoals die op Borneo, de veenbranden, zoals die zijn veroorzaakt door de palmolieplantages, tegen te gaan. Dat waren prachtige woorden, want wij hebben natuurlijk een ereschuld wat dat betreft. Ik verwachtte eigenlijk dat de heer De Krom met een amendement zou komen om iets van die ereschuld te vereffenen, of moet ik dat voor hem doen?

De heer De Krom (VVD):

Dat kan mevrouw Van Velzen beter zelf doen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

De heer De Krom volgt de woorden van zijn fractievoorzitter dus niet.

De heer De Krom (VVD):

Ik ben hier duidelijk over geweest. Wij hebben al eerder gedebatteerd over de palmolie. Mijn fractie heeft voor de motie-Van der Ham gestemd. Wij hebben voluit aan de debatten meegedaan en ook gevraagd of het wel verantwoord was palmolie op zo'n grote schaal te gebruiken. Ik zei dat toen, maar ik zeg dat nog steeds.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Maar de fractievoorzitter van de VVD gaf aan dat er 100 mln. mag worden uitgetrokken voor compensatie voor de mensen in Indonesië die zijn getroffen door ons slechte milieu- en energiebeleid. De heer De Krom valt zijn eigen fractievoorzitter af. Dat valt mij vies tegen.

Dan de tweede vraag. Palmolie is altijd neergezet als groene energie. Ik deel het commentaar van de heer De Krom daarop, maar de afwegingen met betrekking tot CO2-zuinig en klimaatvriendelijk wat betreft de luchtkwaliteit zijn volstrekt niet helder. De centrales die inmiddels voor die 700 mln. zijn neergezet, zijn bijzonder slecht voor de luchtkwaliteit. Is het de heer De Krom helder welke afwegingen op dit punt worden gemaakt? Als hem die, net als mij, niet helder zijn, vindt hij het dan ook geen tijd worden dat het kabinet op een rijtje zet hoe er moet worden omgegaan met het evenwicht tussen luchtkwaliteit en klimaatbeleid, vooral gelet op het feit dat wij er zoveel overheidssubsidie in steken? De provincies kunnen de bouwvergunningen niet eens tegenhouden.

De heer De Krom (VVD):

Ook wat dit betreft moet je kijken naar de kosten en de baten. De staatssecretaris vindt het eigenlijk zonde van het geld. Hij zei dat wij het nooit hadden moeten doen. Dat heeft hij letterlijk gezegd. Ik neem aan dat dit soort aspecten wordt meegenomen in de overwegingen. Je moet naar het totaalplaatje kijken.

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter. Eerst een grapje in de richting van mevrouw Van Velzen. Ik ben blij dat ik hier mag staan met meer zetels op het gebied van milieu dan GroenLinks.

Het milieu is van grote waarde voor de fractie van de PVV, voor wie eigenlijk niet. Daarom gaan wij de traditioneel door links geclaimde milieuparagraaf voor ons opeisen, maar op een totaal andere manier dan zoals de linkse partijen het doen, namelijk via betutteling. De mensen zijn voor ons niet per se een vijand van het milieu. Wij zijn er simpelweg onderdeel van. Nederland heeft al veel bereikt op het gebied van milieu. Zelfs met de hard gegroeide bevolking, mede door de immigratie, gaat het steeds beter met de bodem-, water- en luchtkwaliteit. Dat komt vooral door technische ontwikkelingen en technische maatregelen. Wij moeten echter niet doorslaan of Europa ons wetten laten voorschrijven. Met het verplaatsen van industrieën naar landen die vervuiling toestaan, is onze aardbol niet gebaat. Daarmee haak ik aan bij het palmoliedebacle en dat bedrag van 600 mln. Ik krijg er zelfs een beetje kippenvel van. Dat is niet best en ik haal graag de woorden van de heer Samsom aan: eigen verantwoordelijkheid en geen omgehakte oerwouden. In deze lijn pleit ik er ook voor, een paar grote, moderne kernenergiecentrales in Nederland te plaatsen. Dan nemen wij zelf onze verantwoordelijkheid, veroorzaken wij geen omgehakte oerwouden en halen wij onze CO2-doelstellingen.

Tien jaar geleden hadden wij nog nooit van de problemen met fijn stof gehoord, nu wordt ineens het hele beleid erdoor bepaald. Het lijkt erop dat de normen die wij zelf stellen, zich sneller ontwikkelen dan wat de industrie en de maatschappij kunnen bijbenen. Zo veroorzaken wij zelf onze problemen; dit vinden wij niet goed. De automobielindustrie is een mooi voorbeeld van de ontwikkelingen op dit vlak. Er staat in de begroting dat auto's die aan Euronorm 6 voldoen, nagenoeg niet meer vervuilend zullen zijn. En ik hoorde zojuist van de CDA-fractie dat deze norm al in 2014 van kracht zal worden. Ik vind dit zeer snel, het is een ongelooflijke prestatie. Daar moeten wij onszelf voor prijzen en dit betekent dat een investering in wegen een investering in de toekomst is. Nu stond er onlangs een plan in de krant om auto's te laten omrijden als de lucht op een bepaald traject te vies is. Dit plan zal ongetwijfeld van de staatssecretaris afkomstig zijn en het zal door minister Peijs moeten worden uitgevoerd. Maar het levert natuurlijk alleen maar files op, net als de 80 km-zones. Ik vraag de staatssecretaris dan ook, er met minister Peijs over te overleggen om deze twee plannen zo snel mogelijk van tafel te vegen. Een veel verstandiger manier om het milieu te verbeteren is het verminderen van de roetuitstoot door middel van roetfilters. Wij hebben begrepen dat Volvo aanbiedt om met gebruikmaking van de subsidie van € 500 verder kosteloos roetfilters in te bouwen. Ik verzoek de staatssecretaris, met de automobielindustrie te gaan praten om te bewerkstelligen dat andere fabrikanten dit voorbeeld zullen volgen, opdat het succes hiervan vergroot kan worden.

Ik kan ook instemmen met het idee om de energieprestatienormen voor elektronische apparatuur iets sneller aan te passen aan de ontwikkeling van de prestaties van deze apparatuur.

De heer Van der Ham (D66):

U zegt dat het in vergelijking met vroeger hartstikke goed gaat met het milieu. Dat is natuurlijk waar, vroeger was het milieu nog veel viezer. Maar u weet toch wel dat de prijs voor een schoner milieu door de Derde Wereld wordt betaald? Uw partij wil ook flink korten op ontwikkelingssamenwerking; vindt u het niet een beetje oneerlijk dat wij ons milieu steeds schoner kunnen maken, maar dat andere delen van de wereld door ons toedoen steeds viezer worden?

De heer Madlener (PVV):

Daarom pleit ik ervoor, de vieze industrie niet zodanig aan te pakken dat de bedrijven verplaatst worden. Wij moeten zelf zorgen voor onze energievoorziening en geen palmolie uit Indonesië halen, wij moeten zelf energie opwekken met schone kernenergiecentrales. Ik denk dat wij daarbij gebaat zijn en ik geloof niet dat de ontwikkelingssamenwerking puur gericht is op de milieuproblemen in de Derde Wereld.

De heer Samsom (PvdA):

Als u ons land met kernenergie zelf voor zijn eigen energievoorziening wilt laten zorgen, waar gaat u dan in Nederland naar uranium graven?

De heer Madlener (PVV):

Als u bereid bent om ons hierin te steunen, discussieer ik graag met u over een locatie, maar ik denk niet dat u dit zult doen.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik zou mijn collega's die nu voor het eerst gesproken hebben, willen feliciteren.

Ik begin met het klimaat. Gelukkig groeit het gevoel van urgentie daarover: de klimaatverandering is een van de grootste problemen waarmee de mensheid wordt geconfronteerd. Al groeit het gevoel van urgentie, de concrete daden om die klimaatverandering te keren blijven in schril contrast daarmee nog steeds uit. De noodzakelijke concrete daden van het kabinet-Balkenende zijn uitgebleven. Dat zijn verloren jaren geweest in de aanpak van de klimaatverandering. Ook internationaal – zie de conferentie van Nairobi – hebben wij weer een jaar verloren. Het schiet weer niet op.

GroenLinks vindt dat Nederland koploper moet worden in de aanpak van de klimaatverandering, nationaal en internationaal. Dat moeten wij doen, omdat wij politieke verantwoordelijkheid dragen, omdat wij morele verantwoordelijkheid dragen en omdat de aanpak van de klimaatverandering heel grote economische kansen voor ons bedrijfsleven biedt. Dat is eenvoudigweg een heel goede deal. Wij moeten de lamlendigheid en de passiviteit die dit kabinet in deze kwestie hebben gekenmerkt snel van ons afwerpen. Er zijn daden nodig en geen woorden; ik zei het ook al tegen mevrouw Spies. Er moet een plan komen: stop de klimaatverandering, om te beginnen in Nederland. Dat plan moet drie doelen kennen: energiebesparing, jaarlijks van 2 tot 2,5%, groei van de duurzame energie met 1,5% per jaar naar 25% in 2020 en daarmee beperking van de binnenlandse CO2-uitstoot met 30% in 2020.

Maar doelen zijn gemakkelijk genoemd; het gaat om de maatregelen. De komende vier jaar, als fundament van het nieuwe kabinet, zouden de volgende tien maatregelen moeten worden genomen op nationaal:

  • 1. een energieheffing, vergroenen van de belastingen met 8 mld. per jaar;

  • 2. een verplicht aandeel "duurzaam" voor energieleveranciers van 2% in 2007, stapsgewijs groeiend naar 25% in 2020;

  • 3. 300 mln. per jaar voor onderzoek naar duurzame energie en het stimuleren van de marktintroductie van innovatieve technologie;

  • 4. 100% duurzaam inkopen door overheden;

  • 5. het invoeren van tol rond de grote steden in 2008 en een kilometerheffing in 2009;

  • 6. een nieuw ontwerp van ons openbaar vervoer, waarvoor jaarlijks een klein miljard extra wordt uitgetrokken en een stop van het investeren in nieuwe wegen;

  • 7. een bonusmalusregeling voor schone projecten, zoals het bpm-voorstel voor schone en vuile auto's dat wij in de campagne hebben gedaan;

  • 8. een stoelheffing op vliegverkeer van € 30 per stoel;

  • 9. een effectief systeem van CO2-emissiehandel met een jaarlijks krapper wordend plafond;

  • 10. een lagere EPC naar 0,6 in 2010 op nieuwe woningen en een EPC-norm voor bestaande woningen.

Het is een groot pakket, maar broodnodig om de noodzakelijke reducties te realiseren. Ik hoor graag een reactie.

Op internationaal niveau denken wij aan de volgende maatregelen. Ten eerste legt de EU, onafhankelijk van wat de rest van de wereld doet, zich vast om vertrouwen te wekken bij de rest van de wereld op een reductiedoel van 30% CO2-uitstoot in 2030. Ten tweede kiest de EU voor het instellen van een fonds voor technologieoverdracht naar derdewereldlanden zoals China en India. Nederland draagt daar jaarlijks 350 mln. aan bij. Wij zullen hun schone energieopwekking moeten betalen. Ten derde pleit mijn fractie er met nadruk voor dat de minister-president naar de volgende klimaattop gaat, die in 2007 waarschijnlijk in Bali wordt gehouden; liefst alleen maar ministers-presidenten, want dat is het niveau waarop het klimaatprobleem moet worden aangepakt en waarop afspraken kunnen worden gemaakt. Alleen op dat niveau kunnen wij doorbraken forceren. Graag hoor ik een reactie van het kabinet en van de collega's op deze voorstellen.

Verschillende collega's hebben al het een en ander gezegd over palmolie. Het is bijna typerend voor deze staatssecretaris dat hij nu met voortschrijdend inzicht concludeert dat de honderden miljoenen weggegooid en verkeerd besteed geld zijn geweest. Mijn fractie heeft er vaak voor gewaarschuwd, maar laten wij er nu alsjeblieft snel voor zorgen dat dit niet meer gebeurt en niet meer kan gebeuren.

Kernenergie is voor GroenLinks geen optie in de strijd tegen klimaatverandering. De pleidooien van staatssecretaris Van Geel voor kernenergie waren naar mijn overtuiging een van de dieptepunten in zijn staatssecretariaat. Wij moeten het ene probleem niet inruilen voor het andere. GroenLinks heeft laten zien dat je met de voorstellen in ons verkiezingsprogramma dertig maal Borssele kunt voorkomen. Daarmee besparen wij dertig maal meer uitstoot dan kerncentrales zoals Borssele produceren. Het lijkt mij goed dat de Kamer – ik overweeg dat in tweede termijn te doen – uitspreekt dat de optie van kernenergie ter beperking van de uitstoot er voor Nederland niet meer toe doet.

Mevrouw Van Velzen (SP):

De heer Duyvendak sprak net over palmolie. Is hij het met mij eens dat, nu wij zo'n grote misstap hebben begaan, er een vorm van compensatie vanuit Nederland die kant op moet gaan?

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Daar ben ik het heel erg mee eens. Wij hebben daar een grote verantwoordelijkheid, aangezien er grote fouten zijn gemaakt, ook door de Indonesische overheid. De enige manier om tot wereldwijde afspraken te komen, is door als rijke landen onze verantwoordelijkheid te nemen voor de afwenteling van onze milieuproblemen naar de Derde Wereld, waarvan dit een schrijnend voorbeeld is, om daar te komen tot duurzame energieopwekking. Wij moeten niet wachten totdat zij wat doen, wij moeten hen betalen, zodat zij maatregelen kunnen gaan nemen. Dit is daarvan een voorbeeld.

De heer Van der Ham (D66):

Het is niet ondenkbaar dat straks, na de vaandelvlucht van de SP aan de onderhandelingstafel, Groenlinks daar zit om een kabinet aan een meerderheid te helpen. U had het daarnet over kernenergie. Borssele blijft na 2013 open. Vindt u dat Borssele eerder dicht moet, en anders stapt u niet in een kabinet?

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Ik heb, kabinet of geen kabinet, een lijstje genoemd van tien maatregelen die mijn fractie als voorwaarden ziet voor welk beleid dan ook, in de komende vier jaar. Dat is de crux, daar moeten wij naar toe. Ik heb overigens liever dat u die vraag aan mevrouw Van Velzen stelt. Wij zijn niet in een positie om te onderhandelen over welk akkoord dan ook. De SP, het CDA en de PvdA moeten eerst maar eens fatsoenlijk met elkaar gaan onderhandelen. Als ik daarover allerlei uitspraken doe, wekt dat de indruk dat wij ons in zo'n positie bevinden, en dat mag niet gebeuren.

De heer Van der Ham (D66):

U klinkt als een onderhandelaar, omdat u op dat punt een beetje duikt.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Het niet-introduceren van het statiegeld werd destijds groots aangekondigd, met verhalen over de bestuurlijke boete. Maar daar is nog geen enkel zicht op. Daarnaast zitten de onderhandelingen met de industrie in het slop. Het is goed als de Kamer alsnog uitspreekt dat statiegeld wel degelijk nog steeds een optie is. Daarnaast is er de naleving van het Besluit verpakkingen, die op geen enkele manier wordt gerealiseerd. Ik heb een amendement ter grootte van € 150.000 ingediend, om capaciteit te realiseren.

Staat voor het nieuwe regeerakkoord het NMP klaar om hiervan een goede doorrekening te maken, na de blamage bij het doorrekenen van de verkiezingsprogramma's? Kan de staatssecretaris inzicht geven in de wijze, waarop hij daarover contact heeft gehad met het NMP? Hij heeft niet kunnen bevorderen dat dat een succes is geworden.

Er moet een nieuwe Nota Ruimte komen, maar dat wordt hopelijk later geregeld. Wel moeten wij heel snel beginnen met de aanpak van onze verloederde bedrijventerreinen. Mijn fractie stelt in een amendement voor, 0,5 mln. te reserveren voor een studie naar kansen voor gerevitaliseerde bedrijventerreinen. De Hoekse Waard is een actuele kwestie. Het lijkt ons om zo nodig daarover een motie in te dienen, met als inhoud dat nut en noodzaak van een nieuw bedrijventerrein niet zijn aangetoond, zodat er een pas op de plaats moet worden gemaakt. Dat is een belangrijk signaal voor de bewoners en de provincie Zuid-Holland.

De heer Madlener (PPV):

U wilt autorijden duurder maken. Wie treft u daarmee?

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Het heffen van een tol, zoals dat gebeurt in Londen en Stockholm, is een heel effectieve manier om de automobilist te helpen dat het weer gaat rijden op de weg en dat het stilstaan wordt bestreden. In beide steden zie je dat er 30% minder files zijn na de introductie van de tolheffing. De lucht is 30% schoner geworden. In Londen heeft Ken Livingstone, de burgemeester, nog iets anders voorgesteld. Hij heeft gezegd dat vuile auto's meer moeten gaan betalen. In Stockholm zijn schone auto's zelfs gratis. Daarmee kan je dus ook bereiken dat mensen in veel schonere auto's gaan rijden. Je pest dus geen enkele automobilist ermee. Integendeel, je helpt hem ermee. Bovendien help je veel mensen als je de opbrengst ervan investeert in het openbaar vervoer. Het is louter behoudzucht en conservatisme dat partijen als de uwe niet tegen de automobilist durven te zeggen: dat is de oplossing, dat moeten wij doen, zo krijgen wij Nederland meer in beweging. Een paar dagen geleden stond zelfs in De Telegraaf dat het beleid van meer asfalt heeft geleid tot meer en langere files en het langer in de auto zitten, hetgeen duur is voor de economie en slecht voor het milieu.

De heer Madlener (PVV):

Maar...

De voorzitter:

Nee, u kunt er in tweede termijn op terugkomen, dit in verband met de tijd en de binnen de Kamer gemaakte afspraken.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Voorzitter. De urgentie van de klimaatproblematiek en de oorzaken en de gevolgen ervan worden steeds breder onderkend. Dat is ook nodig, want de komende jaren zullen, zonder te vervallen in simplistische maakbaarheidsidealen, beslissend zijn bij het forceren van een trendbreuk.

Ik kom nu tot een paar concrete punten. Allereerst de bpm-differentiatie, in vervolg op mijn bijdrage op dit punt bij de vorige begrotingsbehandeling. Dit jaar werd eindelijk de bpm-differentiatie naar CO2-uitstoot ingevoerd. Het gebeurde op basis van relatieve zuinigheid en niet op basis van absolute zuinigheid, terwijl dat laatste zo voor de hand ligt. Dit relatieve label blijkt ook nog eens tot verwarring te leiden bij de consument. De branchevereniging Bovag/Rai geeft dat aan. Zij wil daarom inmiddels ook naar een CO2-label op basis van absolute zuinigheid. Daarbij moeten alle brandstoffen gelabeld worden. Dus naast de reguliere benzine en diesel, ook aardgas en biobrandstoffen. Wij vragen de inzet van de staatssecretaris om zich op Europees niveau sterk te maken voor een uniform energielabel geldend voor alle brandstofsoorten op basis van milieukenmerken zoals absolute zuinigheid, en zo mogelijk uitstoot van fijn stof en NOx. Ik zou graag van de staatssecretaris horen of hij bereid is om zich voor deze drie punten in te zetten.

Zojuist had ik het over het labelen van aardgas als schone autobrandstof. Bij het stimuleringsbeleid voor schone brandstoffen valt het mij op dat aardgas daarbuiten valt, terwijl de schoonste auto's van dit moment op aardgas rijden. Zo worden hybrides fors gesubsidieerd terwijl iemand die een dure aardgasinstallatie in zijn of haar auto wil inbouwen, daar ook nog eens 45% bpm plus de onvermijdelijke 19% btw over moet betalen. Zou de staatssecretaris zich in willen zetten om deze fiscale achterstelling van aardgas te beëindigen? Bij het stimuleringsbeleid van de overheid zou wat mijn fractie betreft niet zozeer de techniek leidend moeten zijn maar de uitstoot van CO2, fijn stof en NOx. Wil aardgas als autobrandstof een kans van slagen hebben, dan dient de infrastructuur op orde te zijn. Sinds vorige week zijn er pas drie aardgastankstations in de Randstad, terwijl er in Duitsland al 700 van dergelijke stations zijn. Ik weet dat de staatssecretaris bezig is met een tender voor 100 stations maar laat het hij daar alstublieft haast mee maken.

Bij het algemeen overleg over de Toekomstagenda Milieu van 13 juni jongstleden heeft de staatssecretaris mijn collega Rouvoet toegezegd om nog voor de begrotingsbehandeling met een voortgangsrapportage met daarbij een concrete uitvoeringsagenda te komen, zodat wij er nu over zouden kunnen spreken. Het stelt mij teleur dat die voortgangsrapportage er niet ligt en pas begin 2007 aan de Kamer zal worden gestuurd. Mijn vraag is wel hoe het staat met de voortgang van de voortgangsrapportage. In de TAM wordt de nadruk gelegd op het betrekken van de burger bij het beleid. Dat is terecht. Werken aan maatschappelijk draagvlak is hard nodig voor een verdergaand milieubeleid. Daarbij wordt door de staatssecretaris een belangrijke rol toegedicht aan maatschappelijke organisaties. Er moet werk gemaakt worden van voorwaardenscheppend beleid. Maar hoe kan het nu dat de subsidieregeling Maatschappelijke organisaties en milieu het met steeds minder geld moet doen, terwijl draagvlakbevordering zo belangrijk is?

Met het oog op de concrete uitwerking van de TAM zou ik de staatssecretaris ertoe willen oproepen om het voorbeeld te volgen van Japan en Duitsland. Bij Japan gaat het om de ambitieuze normstelling. In het Japanse "top runner"-programma wordt het meest duurzame en innovatieve op dit moment beschikbare product over een jaar of vijf tot minimumnorm verheven; dat lijkt mijn fractie iets om over na te denken en om te bekijken of wij dat kunnen navolgen. Duitsland wil ik opvoeren als voorbeeld van het bieden van langjarige zekerheid die daar aan investeerders en ondernemers wordt geboden. Het kabinet heeft op dit punt wat mijn fractie betreft te veel steken laten vallen met het de nek omdraaien van regelingen ter stimulering van energiebesparing en met het abrupt stopzetten van de MEP. Zekerheid en stabiliteit van het overheidsbeleid zijn essentieel voor vertrouwen in de overheid en om energietransitie tot een succes te maken.

Na jaren van conjuncturele neergang groeit en bloeit de economie weer. Dit jaar en ook volgend jaar lijken wij dik boven de 2% economische groei uit te komen. Dat is prachtig. Wij hopen dat de mensen die dat het hardst nodig hebben, daarvan profiteren. Vanuit duurzaamheidsperspectief kan een fors groeiende economie echter tot problemen leiden. Economische groei boven de 2% leidt met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid tot extra milieudruk. In het verleden is afgesproken dat het Milieu- en Natuurplanbureau, als de economische groei boven de 2% uitkomt, de extra milieudruk die daardoor wordt veroorzaakt, achteraf in kaart brengt. Op basis van deze bevindingen worden dan extra middelen – milieudrukcompensatiemiddelen – aan de VROM-begroting toegevoegd. Wil de staatssecretaris mij toezeggen dat dat ook nu weer gaat gebeuren en zou een en ander bij de Voorjaarsnota geregeld kunnen worden?

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Allereerst feliciteer ook ik alle collega's die vandaag hun maidenspeech hebben afgelegd. Ik kijk uit naar een goede samenwerking of – dat kan natuurlijk ook – een goed debat.

Andere sprekers hebben zich al uitgelaten over het bezoek van voormalig president Clinton aan paleis Soestdijk. Vorig jaar, tijdens de Klimaattop in Montreal, maakte hij – in ieder geval op mij – al grote indruk met zijn betrokkenheid bij klimaat- en energievraagstukken. Zijn leidraad lijkt te zijn: think global en act local. Dat motto heeft D66 hier al diverse keren bepleit. Waar nationale overheden, internationale parapluorganisaties en eindeloos durende congressen – in Montreal, maar nu ook in Kenia – weinig bewegen, kunnen individuele steden en regio's immers accelereren waar niemand dat had verwacht. Dat is mooi. Ik vroeg mij af – dat heb ik in eerdere debatten ook al aan de staatssecretaris gevraagd – hoe die regio's en steden een grotere rol kunnen gaan spelen in post-Kyoto. Ziet hij meer mogelijkheden voor voortgang en wat was wat dat betreft zijn ervaring in Nairobi?

In het voorjaar is tijdens het debat over de Europese Raad onder Oostenrijks voorzitterschap een motie van mijn hand aangenomen. Daarin stond dat er meer geld moest komen voor R&D ten behoeve van schone energie. Ik weet wel dat de staatssecretaris niet direct over energie gaat, maar hij gaat natuurlijk wel over het klimaat. Ik vraag mij nog steeds af hoe het staat met die breed – zelfs door de heer De Krom – gesteunde motie, waarin staat dat in Europees verband meer geld moet worden uitgetrokken voor onderzoek naar duurzame energie. Dat gebeurt nog te weinig. Ook nu vraag ik de staatssecretaris weer hoe het daarmee staat. Zijn er nu perspectieven die wat meer tot de verbeelding spreken?

D66 vindt dat bij de onderhandelingen over de toekomst van Europa, waar wij het komende halfjaar veel van zullen merken, uitdrukkelijk moet worden gesproken over investeren in schone energie, juist omdat dat zoveel te maken heeft met de toekomst van Europa. D66 heeft daarvoor samen met een aantal zusterpartijen en met Eufor, een platform van Europese parlementariërs, een burgerinitiatief gestart voor een nieuw Europees verdrag voor schone energie. Dat is een opzetje daarvoor; niet Euratom, maar "Euronew". In zo'n verdrag zouden harde afspraken moeten komen voor R&D-netwerken, de fundamentele infrastructuur, gezamenlijke projecten voor grootschalige toepassing en fondsen voor het opzetten van dit soort grote projecten. Hoe schat de staatssecretaris de kans van slagen van zo'n nieuw verdrag in? Onder nationale parlementariërs is daar wel degelijk animo voor en het Europees Parlement heeft zich hier een paar keer voor uitgesproken, maar op het niveau van ministers komt het nog niet van de grond. Hoe zou hij dat toch kunnen bevorderen?

Wij moeten echter natuurlijk niet stilstaan; wij moeten ook in Nederland iets doen. Iedereen heeft zich de afgelopen verkiezingsstrijd eigenlijk gecommitteerd aan het milieu en het klimaat. Dat is natuurlijk fantastisch. Het is eigenlijk raar dat wij het, na de grote gedeelde interesse en ambitie op dit punt, aan de coalitieonderhandelingen overlaten om er iets mee te doen. In de campagne hebben wij bijvoorbeeld geopperd om tot een nationaal akkoord te komen tussen de toekomstige coalitiefracties en oppositiefracties. Er moet een langdurige afspraak worden gemaakt om te investeren in schone energie en de daarvoor benodigde technische oplossingen. Een dergelijk akkoord kan vreselijk goed analoog aan de coalitieonderhandelingen worden afgesproken. Wat vindt de staatssecretaris daarvan, zeker in het licht van de Taskforce energietransitie die ligt te wachten op uitvoering? Aan het einde van deze week komt die met een nadere uitleg en concretisering. Dit moet echter niet langs coalitielijnen lopen, maar moet veel breder worden opgepakt. Graag een reactie van de staatssecretaris.

De Europese Unie heeft onlangs een gedetailleerd actieplan opgesteld met efficiencynormen voor allerlei energieverbruikende producten, zoals elektrische apparaten, auto's, verwarming en koeltoestellen. In de VROM-begroting zien wij nog geen middelen opgenomen om dit actieplan in Nederland te implementeren. Hoe gaat de staatssecretaris aan die normen voldoen?

Anderen hebben al gesproken over btw op vliegtuigreizen. Bij de vorige begrotingsbehandeling is een vraag gesteld over bilaterale afspraken met Duitsland. Hoe staat het daarmee? Wij zijn daar nog niets mee opgeschoten. Op dit moment zijn er binnenlandse kerosineheffingen. Anders dan in Engeland, Frankrijk, Malta, Denemarken en honderd landen buiten de EU heeft Nederland geen ticketheffing. Waarom gaan wij daar niet direct mee aan de slag in Nederland? Is de minister of de staatssecretaris bereid om een Nederlandse vliegticketheffing te ontwerpen en in te voeren? Het kan gaan om een klein of symbolisch bedrag om de discussie open te breken.

De heer Madlener (VVD):

Ik heb pas een ticket gekocht, waarop al onnoemelijk veel heffingen zaten. Is het niet een keer genoeg?

De heer Van der Ham (D66):

Afgezet tegen de milieuschade van het vliegverkeer betaalt u nog niet genoeg. Ik wil de Nederlandse luchthavens echter niet uit de markt prijzen. Daarom hoeft het ook geen groot bedrag te zijn. De fractie van GroenLinks noemde een bedrag van € 30. Dat vind ik wel heel woest. Een klein bedrag kan de discussie open breken en kan andere landen motiveren om meer te doen. Het hoeft dus niet radicaal te zijn. Een eerste stap moet echter worden gezet.

Ik sluit mij van harte aan bij alle vragen die zijn gesteld over de palmoliekwestie. De heer Samsom en ik hebben twee en een half jaar geleden Kamervragen gesteld. De minister van Economische Zaken zei dat daar iets aan moest gebeuren. In de afgelopen jaren zijn er diverse moties over ingediend. Er is nog te weinig gebeurd. Ik vind het raar dat de staatssecretaris concludeert dat er zoveel geld heen is gegaan en dat het hem spijt. Dat is een beetje laat. Ik hoop daarover iets meer van hem te horen.

Er wordt veel te veel gepland wat betreft bedrijventerreinen, afgezet tegen wat er echt nodig is. Door de Stichting Natuur en Milieu is onderzoek gedaan naar wat dit precies betekent. Op dit moment wordt een oppervlakte van 45.000 ha niet goed benut. Dat is een schande in een zo klein en dichtbevolkt land zoals Nederland. Wat is de reactie van de minister en de staatssecretaris op deze bevindingen? Is de minister bereid om met de provincies om tafel te gaan zitten om quota af te spreken of in prestatiecontracten vast te leggen hoeveel nieuwe bedrijventerreinen er nog gebouwd mogen worden? Is de minister bereid om een herstelplan voor bestaande bedrijventerreinen te ontwikkelen en hiervoor middelen vrij te maken? Ziet de minister mogelijkheden om het ontwikkelen van nieuwe bedrijventerreinen te ontmoedigen door bijvoorbeeld de bestemming van grond voor bedrijventerreinen duurder te maken? In Vlaanderen bestaat de zogenaamde leegstandsheffing of krotbelasting, bedoeld om leegstand tegen te staan, verwaarlozing te bestraffen en het opknappen van bedrijfsruimte te stimuleren. In Vlaanderen is deze regeling inmiddels geëvalueerd en aangepast. Zij lijkt heel aardig te werken. Wat vindt de minister van deze heffing? Wil de minister onderzoeken of iets soortgelijks in Nederland kan worden begonnen?

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Ouwehand, die haar maidenspeech zal houden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. De boodschap die momenteel voortvarend wordt uitgedragen door Al Gore en Bill Clinton is ons allen natuurlijk al lang bekend. De voortdurende toename van de mobiliteit en de industrialisatie leidt op mondiale schaal tot vernietiging van de natuur, opwarming van de aarde, stijging van de zeespiegel, enorme migratiebewegingen en hongersnoden. De enige remedie is een strak en consequent uitgevoerd duurzaamheidbeleid, maar daar ontbreekt het in hoge mate aan, ook in Nederland. Veel verder dan een paar pogingen om de grootste excessen terug te dringen, komen wij niet.

De veehouderij speelt in dit proces een belangrijke rol. Niet voor niets noemde de staatssecretaris vlees het meest milieubelastende onderdeel van ons voedselpakket. Wij pakken in Nederland jaarlijks 500 miljoen dieren op elkaar; dat zijn 120 dieren per driekamerflat. Veevoer wordt massaal ingevoerd uit ver weg gelegen landen. De dieren produceren mest, ammoniak, methaan en instoof. De gevolgen voor milieu, grond, lucht, water en bodem zijn desastreus. Het Wereldnatuurfonds voorspelt dat wij over vijftig jaar een extra aardbol nodig hebben, indien alle wereldburgers ons consumptiepatroon overnemen. De Verenigde Naties geven aan dat de veehouderij een veel ernstiger vervuiler is dan transport en verkeer. De vraag is wat wij in beleidsmatige zin gaan doen met al die gegevens.

In de afgelopen jaren zijn schadelijke emissies, zoals die van ammoniak afgenomen. Volgens het Centrum voor landbouw en milieu hebben wij dat vooral te danken aan de inkrimping van onze veestapel. Wij moeten het niet moeilijker maken dan het is. Naarmate er minder dieren worden gehouden, treden er evenredig minder emissies op. Wat ons betreft zou de inkrimping van de veestapel dan ook de kern van het agrarische milieubeleid moeten zijn. Het probleem moet worden aangepakt bij de bron. Wij vernemen graag van de staatssecretaris of hij het daarmee eens is.

Het ministerie van VROM heeft in de afgelopen jaren de reputatie opgebouwd vooral bezig te zijn met het opheffen of het versoepelen van normen. De Partij voor de Dieren heeft met grote zorg kennis genomen van een aantal milieubeleidsontwikkelingen in de afgelopen jaren. Nederland is nu al twintig jaar bezig met de vraag hoe wij de natuur kunnen beschermen tegen schadelijke ammoniakemissies. Wanneer wij uitgaan van berekeningen van de uitstoot van ammoniak in Nederland, is het volgens het Milieu- en Natuurplanbureau al zeer onzeker of de beleidsdoelstelling voor 2010 wordt gehaald. Dat is dan nog het meest gunstige scenario.

Praktijkmetingen door het RIVM geven aan dat de werkelijke emissies ongeveer 30% hoger liggen dan op basis van de berekeningen wordt verwacht. Het beruchte ammoniakgat is al vele jaren bij iedereen bekend, ook bij de staatssecretaris. Het is ons niet duidelijk of de staatssecretaris in de beleidsprognoses uitgaat van de feiten of van de modellen. Kortom, is het beleid nu gebaseerd op de metingen of op de berekeningen?

Waar de ammoniakwetgeving inzake veehouderij tot 2002 nog normen kende voor bedrijven die zich binnen een straal van drie kilometer van een natuurgebied bevinden, is dankzij de inspanningen van het zogenaamde landbouwblok in dit huis een vergaande versoepeling van de regelgeving aangenomen. De nieuwe gevarenzone is bepaald op een afstand van maximaal 250 meter van kwetsbare natuur, op een steenworp afstand dus. Behalve schraal blijkt de bescherming die door de nieuwe Wet ammoniak en veehouderij geboden wordt ook nog eens lek. Uit een recente uitspraak van de Raad van State volgt dat de milieubelasting op minder dan 250 meter van kwetsbare natuur fors kan toenemen. Is de staatssecretaris het met ons eens dat snel handelen geboden is en dat de Wet ammoniak en veehouderij terstond dient te worden herzien?

Lucebert zei: alles van waarde is weerloos. Ik kan niet anders dan vaststellen dat deze stelling actueler is dan ooit. Terwijl de samenleving met lede ogen toeziet hoe kostbare natuur verdwijnt, worden natuurwaarden opgeofferd op het altaar van onze economie. Oude regels zijn veelal opgeheven, maar vervangend beleid in de vorm van de AMvB huisvesting is tot op heden nog niet afgekondigd. Wat zal de compensatie zijn voor de natuurschade die volgt uit dit jarenlange beleidsvacuüm?

Er is nog geen natuurbescherming tegen de neerslag van schadelijke ammoniakemissies ontwikkeld in het kader van Natura 2000. De Europese Habitat- en Vogelrichtlijn is dus nog steeds niet afdoende vertaald in Nederlands beleid. De minister van LNV werkt hieraan in het kader van de Natuurbeschermingswet, maar wij moeten constateren dat het al meer dan tien jaar duurt. Verder kunnen straffeloos milieuvergunningen worden afgegeven die in strijd zijn met de Natuurbeschermingswet. De Partij voor de Dieren vindt deze inconsequentie onvoorstelbaar en wil hierover graag meer duidelijkheid van de staatssecretaris. Moet natuur niet tot het milieu gerekend worden? Wij overwegen een motie op dit punt, waarin de staatssecretaris wordt gevraagd om op korte termijn de mogelijkheden te onderzoeken om aan deze ongewenste situatie een einde te maken.

Als het gaat om dierenwelzijnmaatregelen wordt door het landbouwblok steevast verwezen naar Europa. Als het eerst maar eens op Europees niveau geregeld is, zal Nederland keurig meedoen, zo luidt de redenering. Maar als wij kijken naar de manier waarop Nederland omgaat met Europese milieuwetgeving lijkt het omgekeerde te gelden. Op het gebied van milieu heeft Europa inmiddels het nodige beleid vastgesteld, maar zodra het aankomt op de implementatie in Nederland geven wij niet thuis. Dan is Europa ineens bemoeizuchtig. Niet vooroplopen in Europa lijkt het credo dat jarenlang in dit huis gehanteerd werd door vertegenwoordigers van het landbouwblok. Ik kan ze geruststellen, althans voor zo ver ze nog aanwezig zijn. Nederland, het dichtstbevolkte en meest veedichte land van Europa, is verre van het braafste jongetje van de Europese klas.

Ondanks de vele milieuproblemen in de intensieve veehouderij heeft de staatssecretaris het voornemen om de reguleringssystematiek vergaand te vereenvoudigen. In plaats van een vergunningplicht geldt voor 75% van de bedrijven als het aan de staatssecretaris ligt, straks alleen nog maar een meldingsplicht. Dat is op zijn zachtst gezegd nogal opmerkelijk in een milieucomplexe bedrijfstak als de veehouderij. Het streven naar het schrappen van regels in deze sector lijkt nog het meest op een aardig trucje van de tovenaarsleerling. Het is leuk bedacht, maar de gevolgen zullen dramatisch zijn. De staatssecretaris stelt evenwel dat hij verwacht dat de milieubescherming gelijk blijft. Wij vragen ons af of deze stelling op enig onderzoek is gebaseerd en ontvangen hier graag een reactie op.

Het is goed te horen dat ook andere partijen criteria willen stellen aan duurzame brandstof. Wij constateren dat mest als brandstof voor energiecentrales gebruikt gaat worden omdat het voor biomassa doorgaat. In Moerdijk is daarvoor een installatie in aanbouw. Ook wordt palmolie verbrand als biomassa, maar van palmolie mag inmiddels gezegd worden dat het geen wenselijke brandstof is. Deelt de staatssecretaris deze mening en vindt hij dat het vanuit een oogpunt van duurzaamheid ook niet wenselijk is om mest te verbranden als biomassa?

Inmiddels ligt er een rapport Criteria voor duurzame biomassaproductie. Is de staatssecretaris van mening dat het verbranden van mest aan de door de commissie opgestelde criteria voldoet? Graag een toelichting hierop. Verder vernemen wij graag op welke termijn concreet beleid te verwachten is als vervolg op het werk van de commissie-Kramer.

Voorzitter. Mijn fractie zou willen weten op welke wijze uitvoering wordt gegeven aan het principe van de vervuiler betaalt in relatie tot de veehouderij.

De laatste jaren wordt gesproken over luchtwassers als veelbelovende techniek voor het verminderen van vervuilende emissies. Ik verzoek de staatssecretaris om ons mee te delen bij hoe veel bedrijven feitelijk luchtwassers aanwezig zijn, onderverdeeld naar diersoort. Graag horen wij ook of deze techniek zich leent voor pluimveestallen en rundvee, omdat de laatste categorie immers verantwoordelijk is voor 60% van de ammoniakemissie. Graag vernemen wij ook wat de investeringskosten zijn van luchtwassers en op welke wijze de belastingbetaler bijdraagt aan het schoon wassen van de lucht die door de veehouderijbedrijven vervuild wordt. Kan de staatssecretaris duidelijkheid verschaffen over de schatting dat bij hooguit 10% van de emissies een luchtwasser bedrijfseconomisch en technisch een reële optie is?

Voorzitter. De mens is de enige levende soort die zijn eigen leefomgeving welbewust vernietigt. De afgelopen vier jaar getuigen daar met nadruk van. Wij zijn van mening dat wij mens, dier, natuur en milieu als uitgangspunt van het beleid zouden moeten nemen en niet het kortetermijngewin van economische belangen, waarvan het maar de vraag is of de maatschappelijke kosten op termijn niet dramatisch veel hoger zullen zijn dan de economische voordelen waarop veel mensen zich nu blindstaren.

De voorzitter:

Uw inbreng getuigt van enige voorbereiding en kennis van zaken. Die hebt u hier ook geëtaleerd. Ik feliciteer u met uw maidenspeech.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ik feliciteer mevrouw Ouwehand van harte met haar maidenspeech. De manier waarop zij elk VROM-onderwerp aan dierenwelzijn weet te koppelen, belooft wat voor de toekomst! Haar prestatie werd misschien wel het meeste recht gedaan door de heer Van der Ham die naar de interruptiemicrofoon rende en zei dat hij zich niet kon voorstellen dat het echt haar maidenspeech was.

De palmoliekwestie roept vragen op over de coherentie van het beleid. Wij subsidiëren het gebruik van palmolie, omdat daardoor minder broeikasgassen worden uitgestoten. Vervolgens blijkt dat er wel allerlei andere vieze stoffen worden uitgestoten. Bovendien heeft de Milieudienst Rijnmond aangegeven dat hiervoor geen vergunning is afgegeven. Deze dienst kon echter niet optreden, omdat de desbetreffende centrales onder een verouderd VROM-besluit voor stookinstallaties vallen. Deze spanning tussen klimaatbeleid en luchtkwaliteit is buitengewoon ongewenst. Ik ben het eens met de woordvoerders die dit punt naar voren hebben gebracht. Hier wordt deze spanning zichtbaar, maar waar speelt dit probleem nog meer? Is het op te lossen door een duurzaamheidstoets toe te voegen aan de procedure voor de vergunningverlening? Zo kan in ieder geval worden voorkomen dat het ene milieubeleid het andere frustreert, laat staan dat met milieusubsidies luchtvervuiling wordt gefaciliteerd.

Er is een flinke slag gemaakt bij de isolatie van nieuwe woningen. Ik heb echter begrepen dat de isolatie van bestaande woningen achterblijft. Blijkbaar is dat niet aantrekkelijk genoeg. Welke creatieve mogelijkheden ziet de staatssecretaris om hier nog een slag te maken? Ik denk dan bijvoorbeeld aan de suggestie om de overdrachtsbelasting te verlagen voor woningen met een energiecertificaat. Is het verder niet mogelijk om een prikkel in te bouwen voor het verhogen van de energiebesparing?

De milieuverontreiniging van vuurwerk is aanzienlijk. Ik heb hier zes jaar geleden vragen over gesteld en daaruit bleek dat vooral fijn stof een probleem is. Daarbij wees de regering op de Europese richtlijn die eraan zat te komen. Ook stoffen die in het water terechtkomen, zijn gevaarlijk. De SGP-fractie is er een voorstander van dat de milieugevolgen van het afsteken van vuurwerk verdisconteerd worden in de prijs van vuurwerk. Laat ook hier de prijs de ecologische waarheid vertellen! Een en ander was voor mijn fractie reden om een amendement in te dienen dat regelt dat er 10 mln. extra wordt binnengehaald met een vuurwerkheffing. Dat geld zou ten goede moeten komen aan de financiering van startersleningen.

De heer Van Bochove (CDA):

U hebt vorig jaar een soortgelijk amendement ingediend. U wilde toen de opbrengsten voor een ander doel gebruiken. Is het niet verstandiger om de opbrengsten van een dergelijk amendement te gebruiken voor een ander milieuonderwerp of het opruimen van het vuurwerkafval?

De heer Van der Staaij (SGP):

Dat is op zichzelf natuurlijk mogelijk. Vorig jaar was het een bezwaar dat ik de opbrengsten van deze heffing wilde gebruiken voor een andere begroting dan die van VROM. Ik heb dat dit jaar niet gedaan om tegemoet te komen aan de bezwaren die vorig jaar zijn geuit. Ik heb gekozen voor het Startersfonds, omdat het een post is op de VROM-begroting waaraan prioriteit moet worden gegeven. Dat is de reden dat ik niet heb gekozen voor een dogmatische koppeling.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Dit voorstel heeft een baard van een paar meter. Volgens mij heeft uw voorganger Van den Berg het ook al een keer voorgesteld. Minister Pronk zei toen dat hij het een sympathiek voorstel vond. Er is vervolgens een onderzoek gedaan door een beleidsadviesbureau. De conclusie van dit onderzoek was de uitvoering van het amendement ertoe zou leiden dat er veel illegaal vuurwerk vanuit België naar Nederland zou komen. Hierdoor zou er volgens dit onderzoek naast het milieuaspect ook een veiligheidsaspect bij komen. Ik zou dit amendement met het principe dat de vervuiler betaalt graag willen steunen. Kunt u nog eens ingaan op de argumenten die in het onderzoek zijn genoemd op basis waarvan de minister indertijd uw amendement verwierp?

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik ben daaraan tegemoet gekomen – dit kwam vorig jaar ook al aan de orde – door het bedrag aanzienlijk lager in te boeken. Het was mijn bedoeling om er niet zo'n hoog bedrag aan belasting op te zetten dat de vraag naar illegaal vuurwerk zou worden aangewakkerd. Verder betreft dit uiteraard een handhavingsprobleem. Ik vind dat het wel erg geïsoleerd bij dit onderwerp aan de orde wordt gebracht, terwijl bij heel veel andere heffingen per definitie de kans bestaat dat er andere goeden illegaal zullen binnenkomen. Ik denk dat met een lichte toeslag op vuurwerk niet onmiddellijk een enorme vraag naar illegaal vuurwerk zal ontstaan. Mensen kijken er bij de keuze voor bepaald vuurwerk echt niet naar of het nu één of twee dubbeltjes duurder of goedkoper is.

De heer Madlener (PVV):

Gaat u het probleem met betrekking tot luchtvervuiling door vuurwerk hiermee oplossen?

De heer Van der Staaij (SGP):

Nee, wij gaan het probleem daar niet mee oplossen. Er is nergens een wondermiddel voor. Het is wel een steentje in het totaal van een aanpak van deze problemen. Het is een eenvoudige beleidsmatige vertaling van het principe dat prijzen de ecologische waarheid moeten vertellen.

De algemene beraadslaging wordt geschorst.

De vergadering wordt van 18.13 uur tot 19.10 uur geschorst.

Voorzitter: Verbeet

Naar boven