Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, ook op woensdag 20 december te vergaderen in verband met de meer dan volle agenda die de Kamer nog voor het reces behandelen moet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in:

- de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de leden Spies, Schinkelshoek, Sterk, Haverkamp, De Pater-van der Meer en Van Bochove tot lid en de leden Van Haersma Buma, Çörüz, Van Heugten, Van Hijum, Van de Camp en Ormel tot plaatsvervangend lid;

- de vaste commissie voor Justitie de leden Van Haersma Buma, De Vries, Schinkelshoek, De Pater-van der Meer, Çörüz en Van de Camp tot lid en de leden Donner, Joldersma, Schermers, Ormel, Jager en Sterk tot plaatsvervangend lid;

- de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken de leden Sterk, Van Hijum, Van Bochove, Schinkelshoek, Van Haersma Buma en Çörüz tot lid en de leden De Pater-van der Meer, Joldersma, Van Vroonhoven-Kok, De Vries, Jager en Schermers tot plaatsvervangend lid;

- de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken de leden Ormel, Ferrier, Schermers, Van Dijk, De Nerée tot Babberich en J. Kortenhorst tot lid en de leden R. Kortenhorst, Hessels, Çörüz, Haverkamp, Van Hijum en Spies tot plaatsvervangend lid;

- de vaste commissie voor Defensie de leden R. Kortenhorst, Haverkamp, Mastwijk, Ormel, Ferrier en De Vries tot lid en de leden Van Bochove, Hessels, Çörüz, Van Hijum, Spies en Van Dijk tot plaatsvervangend lid;

- de vaste commissie voor Economische Zaken de leden Ten Hoopen, Hessels, R. Kortenhorst, Schreijer-Pierik, Biskop en Blanksma-van den Heuvel tot lid en de leden Joldersma, Van Hijum, Verburg, Van Dijk, De Nerée tot Babberich en Atsma tot plaatsvervangend lid;

- de vaste commissie voor Financiën de leden De Nerée tot Babberich, J. Kortenhorst, Omtzigt, Van Vroonhoven-Kok, Ten Hoopen en Blanksma-van den Heuvel tot lid en de leden R. Kortenhorst, Mastwijk, De Pater-van der Meer, De Vries, Koopmans en Haverkamp tot plaatsvervangend lid;

- de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid de leden Verburg, Blanksma-van den Heuvel, Van Hijum, Ferrier, Koppejan en Van Vroonhoven-Kok tot lid en de leden Omtzigt, Biskop, Hessels, Van Dijk, Schinkelshoek en R. Kortenhorst tot plaatsvervangend lid;

- de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport de leden Joldersma, Verburg, Atsma, Schermers, Omtzigt en Ferrier tot lid en de leden Haverkamp, Ormel, Çörüz, Van de Camp, De Pater-van der Meer en Van Hijum tot plaatsvervangend lid;

- de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de leden De Vries, Joldersma, Van Vroonhoven-Kok, Donner, Van de Camp en Schinkelshoek tot lid en de leden Sterk, Atsma, Van Bochove, Hessels, Ferrier en Biskop tot plaatsvervangend lid;

- de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de leden Van Bochove, Koopmans, Van Heugten, J. Kortenhorst, Schreijer-Pierik en Spies tot lid en de leden Hessels, Koppejan, Mastwijk, Haverkamp, Sterk en Ormel tot plaatsvervangend lid;

- de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat de leden Van Hijum, Mastwijk, Koppejan, Atsma, Koopmans en Haverkamp tot lid en de leden Van Heugten, Ten Hoopen, Van Haersma Buma, Hessels, Jager en De Pater-van der Meer tot plaatsvervangend lid;

- de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de leden Atsma, Schreijer-Pierik, Koppejan, Koopmans, Ormel en Jager tot lid en de leden Ten Hoopen, Mastwijk, Spies, De Nerée tot Babberich, Van Bochove en Van Hijum tot plaatsvervangend lid;

- de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven het lid Van Vroonhoven-Kok tot plaatsvervangend lid;

- de commissie voor het onderzoek van de VoorzitterGeloofsbrieven het lid Van de Camp tot lid;

- de commissie voor de Werkwijze der Kamer de leden Van Hijum en De Vries tot lid;

- de Bouwbegeleidingscommissie het lid Van Haersma Buma tot lid;

- de algemene commissie voor Integratiebeleid de leden Ferrier, Çörüz, Van Haersma Buma, Schinkelshoek en Sterk tot lid en de leden Van de Camp, Koopmans, Mastwijk, Van Bochove en De Vries tot plaatsvervangend lid;

- de themacommissie Technologiebeleid het lid Hessels tot lid en het lid Ormel tot plaatsvervangend lid.

Het woord is aan de heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter. Gisteren heeft de informateur, de heer Hoekstra, geconcludeerd dat er onvoldoende reden is voor perspectief en vertrouwen voor samenwerking tussen het CDA en de SP in een stabiele regeringscoalitie. De inhoudelijke verschillen van mening zijn talrijk, zwaar en op onderdelen fundamenteel, aldus de informateur. De heer Balkenende, een van de deelnemers aan de gesprekken bij de informateur, zei gisteravond in het journaal: er is in de formatie een fase afgesloten.

De fractie van GroenLinks heeft behoefte aan een debat over deze eerste en belangrijke fase van de informatie in aanwezigheid van de heer Hoekstra. Wij wensen opheldering over een aantal punten. In de eerste plaats is ons onduidelijk waarom zo snel een einde is gekomen aan verkenning van een coalitie die enkele weken geleden nog door de meeste partijen als de meest logische vertaling van de verkiezingsuitslag werd beschouwd. In de tweede plaats constateren wij dat er niet is onderhandeld tussen de drie partijen. Waarom is dat niet gebeurd? Vanwaar de conclusie van de informateur, als er niet gepoogd is om de verschillen te overbruggen? In de derde plaats vragen wij ons af waarom de verklaring van de informateur die ons gisteren heeft bereikt, niet rept over de grote bezwaren van het CDA tegen een linkse meerderheid in de Trêveszaal.

Deze vragen willen wij graag in een debat aan de orde stellen. Als dit debat op steun van een aantal collega's kan rekenen, hoop ik dat naast de informateur de heren Balkenende, Bos en Marijnissen in het debat willen participeren. Ik doe dit verzoek met een beroep op artikel 139a van het Reglement van Orde. Ik ben mij ervan bewust dat ik dit artikel ruim interpreteer. Ik kan mij echter voorstellen dat een meerderheid van de fracties, alvorens verdere stappen te overwegen, dezelfde behoefte aan opheldering heeft als de fractie van GroenLinks. Bovendien lijkt het ons onwenselijk de eerste en cruciale fase van de verkenning af te sluiten zonder daarover in het openbaar grondig van gedachten te wisselen dan wel verantwoording af te leggen.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. Ik kan niet ontkennen dat er ook in de SGP-fractie nieuwsgierigheid leeft. Het gaat echter om het zorgvuldige verkeer tussen de Kamer en de door Hare Majesteit aangestelde informateur. De heer Vendrik heeft zijn eigen val opgezet door te zeggen dat hij artikel 139a erg ruim interpreteert. De mening van mijn fractie is dat hij het artikel te ruim interpreteert. Het gaat daarin immers om de afronding van een opdracht. Een opdracht kan bestaan uit enkele fasen. De rapportage moet betrekking hebben op de gehele opdracht. Het artikel slaat niet op een rapportage na afronding van elke fase binnen de opdracht. De Kamer heeft dan ook niet na afronding van elke fase het recht om de informateur om een toelichting te vragen.

Mevrouw Verburg (CDA):

Voorzitter. Met uitzondering van de formulering over nieuwsgierigheid sluit de CDA-fractie zich volledig aan bij de woorden van de heer Van der Vlies.

De heer Rutte (VVD):

Voorzitter. Ook mij is opgevallen dat de heer Marijnissen gisteren als Zoef de Haas van de onderhandelingstafel is vertrokken. De Kamer is echter niet de plek om daarover een debat te voeren. Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Van der Vlies.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Van der Vlies, met name die over de interpretatie van artikel 139a.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij het verzoek van de heer Vendrik. Mij viel gisteravond op dat de drie partners bij het naar buiten gaan verschillende verklaringen gaven voor wat zich heeft afgespeeld. De verklaring van de heer Marijnissen stond bijvoorbeeld haaks op het verhaal van de informateur, namelijk of er wel of niet onderhandeld is. Dat is cruciaal in deze fase. Ik heb vanochtend dan ook aan de informateur laten weten, zijn verzoek om de fractievoorzitters wederom te spreken, voorbarig te vinden. Ik heb de uitnodiging om morgenochtend te gaan, opgeschort. Ik wil graag eerst van de informateur en van de drie door de heer Vendrik genoemde fractievoorzitters horen wat er precies is gebeurd. Voor mij spitst het zich toe op de vraag of er wel of niet onderhandeld is.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Wij moeten de informateur zijn werk laten doen. Ik ben niet geïnteresseerd in een debat over een tussentijds verslag. Mijn fractie steunt het voorstel van de heer Vendrik niet.

De heer Marijnissen (SP):

Voorzitter. Zoef de Haas is soms niet zo snel. Ik ben graag bereid tot een debat. De heren Van der Vlies en Wilders hebben gelijk dat artikel 139a daar niet direct de aanleiding toe biedt. Dat artikel heeft immers betrekking op de afsluiting van een informatieronde. Als een meerderheid van de Kamer de heer Hoekstra wil ontvangen voor een nadere toelichting, ben ik tot een debat bereid. Als de meerderheid van dat verzoek afziet, ben ik altijd bereid de Kamer alsnog in te lichten.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dan ga ik er in ieder geval van uit dat ik een telefoontje van de heer Marijnissen krijg. Dat is heel bijzonder de laatste dagen, geloof ik. Mijn voicemail staat overigens nooit aan.

Voorzitter. Ik constateer dat de meeste fracties het verzoek niet steunen. Dat vind ik buitengewoon spijtig. Je kunt artikel 139a ook uitleggen zoals de heer Van der Vlies dat heeft gedaan. Dat geef ik ruiterlijk toe. Dit gesprek tussen de drie partijen was de meest logische vertaling van de verkiezingsuitslag. Daarover waren wij het twee weken geleden allemaal eens. Dat is nogal wat. Ik heb ook begrepen dat er niet is onderhandeld. Dat vind ik ook nogal wat. De fractie van GroenLinks staat bekend als pleitbezorger van een sterke positie van het parlement, tijdens de informatie dan wel de formatie. Er is nu duidelijk een fase afgesloten. Dat zegt een van de deelnemers zelf en de persconferentie van de heer Hoekstra heb ik ook zo beluisterd. Dan is dit volgens artikel 139a het moment waarop het parlement zich kan verstaan met de informateur en met de betrokken partijen. In die zin handhaaf ik mijn verzoek, maar ik vrees dat het niet door de meerderheid van de Kamer gesteund wordt. Dat stemt ons buitengewoon verdrietig.

De voorzitter:

Ik stel vast dat er geen meerderheid is voor het houden van een debat.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Voorzitter. Hoewel wij dit debat niet zelf aanvragen, hechten wij er waarde aan om in elk geval gezegd te hebben dat wij er ook geen bezwaar tegen hebben om verantwoording af te leggen over wat er tot nu toe is gebeurd. Dat heeft de heer Marijnissen ook al aangegeven.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dan moet ik mijn laatste woorden heroverwegen. De woorden van mevrouw Dijksma zijn meer dan welkom. De Kamer moet een meerderheidsbesluit nemen over het voeren van een dergelijk debat. De heer Pechtold heeft zich hiervoor uitgesproken. De heer Marijnissen heeft zich er niet tegen verzet en hetzelfde geldt voor mevrouw Dijksma. Dat beschouw ik als steun voor mijn verzoek. Dan is het denkbaar dat een Kamermeerderheid besluit om het door mij gewenste debat te voeren. Ik vraag u dan ook, mijn verzoek in stemming te brengen.

De voorzitter:

Ik neem aan dat de heer Van der Vlies nu artikel 154 naar voren brengt.

De heer Van der Vlies (SGP):

Dat was ik niet van plan, maar dat houd ik in het achterhoofd. Het gaat om de nuance. De heer Marijnissen en mevrouw Dijksma hebben gezegd dat zij bereid zijn, zich hierover te verantwoorden, maar dat is een ander soort debat dan het debat waar de heer Vendrik om vraagt. Hij wil de informateur uitnodigen, maar die heeft een andere positie. De informateur heeft een opdracht van Hare Majesteit, ons staatshoofd. Dat is niet te vergelijken met de bereidwilligheid van de fracties in dit huis om zich in een debat te verantwoorden. Wij moeten die posities goed uit elkaar houden. Het gaat erom wat de interpretatie is van artikel 139a. De heer Vendrik heeft gezegd dat dit artikel kan worden geïnterpreteerd op de manier waarop ik dat heb gedaan, maar ik denk dat wij een slag verder moeten gaan: zo moet het geïnterpreteerd worden.

De voorzitter:

Ik stel vast dat het volgens artikel 139a niet past om het zo te doen. De Kamer moet unaniem de informateur voor een debat uitnodigen. De heer Vendrik kan ook voorstellen om zonder de informateur te debatteren, maar dat moet hij dan opnieuw aan de Kamer voorleggen. Zoals ik het nu zie, zou hij daar een meerderheid voor hebben. Dat heeft hij niet voor het voorstel dat hij al heeft gedaan.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter, ik begrijp dat u zich aansluit bij de woorden van de heer Van der Vlies.

De voorzitter:

Ik sluit mij niet aan bij de woorden van de heer Van der Vlies, maar zo staat het zwart op wit in het Reglement van Orde.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het lijkt mij wel zo verstandig om daar verder geen opmerkingen over te maken. Wij willen graag een debat in aanwezigheid van de betrokken partijen. Het lijkt mij, eerlijk gezegd, vreemd om dat te voeren zonder de informateur, maar als dat de prijs is die betaald moet worden voor de openbaarheid, wil ik de collega's toch maar voorstellen om het debat te voeren zonder de zichtbare aanwezigheid of betrokkenheid van de informateur.

De voorzitter:

Omdat dit een ander verzoek is, wil ik de Kamer de gelegenheid geven om hierop te reageren.

Mevrouw Verburg (CDA):

Voorzitter. Ik zit met stijgende verbazing te luisteren, want dit kan helemaal niet. De heer Vendrik moet ergens in de buurt dan maar een politiek café huren. Dan kan iedereen meeluisteren en -kijken, kan hij de vragen stellen die hij wil en kan iedereen daar antwoord op geven. Een dergelijk debat hoort niet hier in de Kamer plaats te vinden, want dan zou de Kamer eigenlijk met zichzelf in debat gaan. Dat gebeurt toch alleen bij de behandeling van haar begroting voor het volgend jaar en als wij een voorzitter kiezen.

De heer Van der Vlies (SGP):

Mevrouw de voorzitter. Collega Vendrik zei dat het een vreemd debat zou zijn. Ik vind dat wij zo'n vreemd debat niet moeten voeren. Dat zou echt tot grote wanorde leiden. Mijn fractie ontraadt de Kamer dan ook krachtig om het zo te doen!

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Laten wij er geen klucht van maken, want dat risico is volgens mij wel degelijk aanwezig. Als wij tot de conclusie komen dat de interpretatie van artikel 139a zo is dat pas na afloop van een informatieronde kan worden gesproken met de informateur, dan moeten wij hier nu ook een punt achter zetten. Als fracties bereid zijn om te spreken met de heer Vendrik en anderen die daar belangstelling voor hebben, dan moet dat op een andere plek gebeuren en daar moet deze plenaire zaal niet voor worden gebruikt.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Woorden als "klucht" en opmerkingen als "er moet dan maar een politiek café worden georganiseerd" stuiten mij toch wel tegen de borst. Wij hebben het over procedures die vernieuwen naarmate onze wijsheid over hoe wij formeren vordert. Ik vind het zeer wijs om de informateur erbij te vragen. Twee van de fracties die tot nu toe bij de informatie waren betrokken, hebben vandaag – ik heb mevrouw Dijksma dat gisteren ook horen zeggen in een nieuwsrubriek – bereidheid getoond om daarover verantwoording af te leggen. Ik neem aan dat de derde partij bij monde van haar fractievoorzitter, de heer Balkenende, daar ook wel toe bereid zal zijn. Wij kunnen daar prima een debat over organiseren, niet in de kroeg, niet in het café waar kennelijk andere vernieuwingen plaatsvinden, maar hier. Omdat wij de afgelopen uren van de participanten verschillende informatie hebben gekregen, zou ik het zeer op prijs stellen als wij dat hier in alle openheid zouden kunnen doen. Ik dank alvast de heer Marijnissen en de PvdA-fractie dat zij hun bereidheid daartoe ook tonen!

De heer Rutte (VVD):

Zoals velen heb ik gisteren met stijgende verbazing uit de nieuwsberichten vernomen dat, zonder dat er echt onderhandeld lijkt te zijn, partijen al tot de constatering zijn gekomen dat een meerderheidskabinet van de partijen die daarover in gesprek waren, niet mogelijk is. Nu ligt de vraag voor of wij die partijen daarover hier moeten bevragen. Dat is zonder precedent, zeker als de informateur daar niet bij is. Dit lijkt mij niet de plek. Wij kunnen deze zaal altijd huren als die niet door de Kamer wordt gebruikt, maar niet in formele zin.

De heer Marijnissen (SP):

Voor alle helderheid, ik heb mijn steun uitgesproken voor het eerste verzoek van de heer Vendrik. Ik ben het eens met de critici die zeggen dat een debat zonder de aanwezigheid van de objectieve waarnemer, de informateur, weinig zinvol is. Als wij een vorm kunnen vinden waardoor de heer Hoekstra erbij kan zijn, ben ik er een groot voorstander van, maar anders vrees ik dat het een soort van Poolse landdag wordt en daar schieten wij helemaal niets mee op!

De heer Bos (PvdA):

Voorzitter. Ik heb er geen bezwaar tegen om een debat te voeren over onze opstelling en die van andere partijen gedurende de afgelopen weken, ook als de informateur daar niet bij aanwezig kan zijn.

De voorzitter:

Ik moet niettemin vaststellen dat er geen meerderheid in de Kamer is voor het voeren van dit debat en stel dan ook voor om dat niet te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Koenders.

De heer Koenders (PvdA):

Voorzitter. Op 24 oktober heb ik een motie ingediend inzake de evaluatie van de moord op Theo van Gogh (29854, nr. 16). Deze motie heb ik niet voor niets ingediend, want daarin wordt uitgesproken dat hiermee haast dient te worden gemaakt. De toenmalige voorzitter heeft geconstateerd dat er, gezien de discussies met het kabinet, van uitgegaan mocht worden dat deze evaluatie op zeer korte termijn naar de Kamer zou worden gestuurd. Tot op heden – wij zijn nu bijna twee maanden verder – is deze evaluatie niet naar de Kamer gestuurd. Ik wil het kabinet vragen om deze evaluatie, voorzien van een oordeel, nog deze week naar de Kamer te sturen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven