Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande donderdag, direct na de middagpauze, te stemmen over de moties, voorgesteld tijdens het notaoverleg van 27 september 2004 over Koers BVE:

  • - de motie-Mosterd c.s. over het criterium arbeidsmarktperspectief (27451, nr. 36);

  • - de motie-Lambrechts c.s. over de bestuurlijke rol van de landelijke overheid (27451, nr. 37);

  • - de motie-Vergeer c.s. over de secundaire lasten in de BVE-sector (27451, nr. 38);

  • - de motie-Vergeer/Azough over een voorstel voor een bandbreedte van de secundaire lasten (27451, nr. 39);

over de moties, voorgesteld tijdens het notaoverleg van 4 oktober 2004 over Koers PO/VO:

  • - de motie-Jan de Vries c.s. over een visie op de bestuurlijke verhoudingen tussen de overheid en het onderwijs (29800-VIII, nr. 8);

  • - de motie-Jan de Vries c.s. over de verantwoordelijkheid van ouders in het bestuur en medezeggenschap van scholen (29800-VIII, nr. 9);

en over de moties, voorgesteld tijdens het notaoverleg van 4 oktober 2004 over Agenda vitaal platteland:

  • - de motie-Kruijsen over een plattelandseffectrapportage (29576, nr. 2);

  • - de motie-Kruijsen/Vos over kwaliteitsborging van beleidsdoelen voor de natuur (29576, nr. 3);

  • - de motie-Schreijer-Pierik c.s. over het niet toepassen van het nee-tenzij-regime (29576, nr. 4);

  • - de motie-Schreijer-Pierik c.s. over het van kracht verklaren van het ja-mits-regime (29576, nr. 5);

  • - de motie-Schreijer-Pierik c.s. over afzien van verdere clustering (29576, nr. 6);

  • - de motie-Schreijer-Pierik c.s. over gemengde bedrijven, niet-grondgebonden landbouwbedrijven en intensieve veehouderij in de uitvoeringsprogramma's van de nationale landschappen (29576, nr. 7);

  • - de motie-Vos c.s. over het vaststellen van criteria voor landschapskwaliteit

  • (29576, nr. 9);

  • - de motie-Snijder-Hazelhoff/Schreijer-Pierik over kavelruil en landinrichting als structuurverbeterende instrumenten (29576, nr. 8);

  • - de motie-Van der Ham over bosaanplant rondom steden (29576, nr. 10).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik heb benoemingen gedaan in de algemene commissie voor Integratiebeleid. De bijzonderheden zullen in de Handelingen worden opgenomen.

(De noot is opgenomen aan het eind van deze editie)1

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter. Mede namens de fractie van D66 wil ik graag het verslag van het algemeen overleg van gistermorgen met de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie over asielbeleid op de plenaire agenda zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en het verslag van het algemeen overleg op de agenda te zetten. Dat zal waarschijnlijk niet deze week lukken, dus wordt het de eerstvolgende vergaderweek.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Luchtenveld naar aanleiding van mijn voorstel over stemmingen zojuist.

De heer Luchtenveld (VVD):

Voorzitter. Als wij toch donderdag stemmen, zou wat ons betreft ook de eindstemming kunnen plaatsvinden over de constitutionele toetsing en ook over het referendum, het initiatiefvoorstel van de leden Dubbelboer en Duyvendak. De beraadslaging daarover wordt morgenavond heropend, maar dat is al de derde termijn. Er zou nog een amendement worden ingediend, maar wat ons betreft hadden wij vorige week al kunnen stemmen. Er is toen ook gevraagd om het voor het herfstreces af te handelen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan beide verzoeken van de heer Luchtenveld te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Vorige week stond ik hier om een interpellatiedebat aan te vragen met de minister van Volkshuisvesting over de berichten dat de huren...

De voorzitter:

Mijnheer Visser, wegwezen daar!

Mevrouw Kant (SP):

Kan dat voor dat hele vak?

De voorzitter:

Dat kan slechts indien een meerderheid van de Kamer dat wenst. Gaat u door, mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Vorige week stond ik hier om een debat te vragen over de dreigende huurstijging van voor sommige mensen maar liefst meer dan 25%. Bij de regeling werd besloten, eerst een brief van de minister van VROM te vragen. Die brief is er gekomen. Ik zie er voldoende aanleiding in om het debat te gaan voeren.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. De zorgen die mevrouw Kant heeft over de huren in Nederland, delen wij volledig. Half Nederland praat erover. Het lijkt ons zeker zinvol om dat dan ook in de Tweede Kamer te doen. Ik neem aan dat mevrouw Kant een spoeddebat wil houden. Daar zou ik erg voor zijn.

De heer Hofstra (VVD):

Voorzitter. Zoals gebruikelijk komt er elk jaar ongeveer rond deze tijd een brief binnen over het nieuwe huurbeleid per 1 juli volgend jaar. Die brief zal zeker binnenkort binnenkomen. De uitgelekte brief betreft het huurbeleid op lange termijn, dus dat komt niet op een maand aan. Er is dus geen enkele aanleiding voor een spoeddebat. Ons verzoek is dan ook om gewoon te procederen in de commissie zodra de brief over het langetermijnbeleid binnen is.

De heer Van Bochove (CDA):

Voorzitter. In de brief die mevrouw Kant voor zich heeft liggen, wordt aangekondigd dat de minister zeer binnenkort – naar ik aanneem in de week na het reces – met een brief met uitgebreide gegevens zal komen. Over de voorliggende brief kunnen wij geen debat voeren. Er staat geen enkel getal, helemaal niks in. De minister vraagt om twee weken geduld totdat zij met de cijfers kan komen. Mijn voorstel is om daarop te wachten.

De heer Van As (LPF):

Voorzitter. Ik kan mij volledig vinden in het voorstel van de heer Hofstra.

De heer Depla (PvdA):

Voorzitter. Ik was geneigd om met de heer Van Bochove mee te gaan, maar afgelopen zondag zag ik mevrouw Dekker met Jan en Alleman in het land over haar voorstel in debat gaan. Ik heb geprobeerd om zelf uitgenodigd te worden voor dat gesprek, maar dat is niet gelukt. Als de minister bereid is om over het langetermijnhuurbeleid met iedereen buiten de Kamer in debat te gaan, lijkt het mij logisch dat zij op korte termijn dat debat ook hier voert. Ik steun het voorstel van mevrouw Kant.

De heer Van Bochove (CDA):

Daar maak ik bezwaar tegen. De minister heeft in het debat nadrukkelijk gezegd dat zij wegblijft bij dat ene onderdeel, omdat zij nog met de Kamer in debat is.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Blijkbaar is niet tot iedereen de onrust duidelijk die dit soort berichten teweegbrengt bij de mensen die de huren moeten betalen. Mensen zijn er echt ongerust over dat hun huur maar liefst 25% kan stijgen. Ik zou daar graag in de Kamer met de minister een debat over voeren. Wat ik ervan vind, lijkt mij duidelijk uit mijn vraag om een debat. Die onrust vind ik een belangrijke aanleiding om op korte termijn te debatteren. Er is gezegd dat er nog gegevens, een analyse, een uitwerking komen. Zo'n debat is ervoor om die uitwerking wel de goede kant uit te laten gaan. Als het duidelijk is dat het niet acceptabel is dat de huren 25% gaan stijgen, dan wil ik dat zeggen voordat de nadere uitwerking er is. Ik wil er graag met de minister over spreken of zij die kant moet opgaan. In de brief staat ook dat de minister nog in gesprek is met de sector...

De voorzitter:

U heeft het woord alleen om te reageren op de gemaakte opmerkingen.

Mevrouw Kant (SP):

Ik voeg kort één argument toe. De minister zegt dat zij met de sector in gesprek is. Ik wil de minister graag meegeven wat de grenzen in dat gesprek moeten zijn.

De voorzitter:

Ik maak een opmerking en doe een voorstel. Mijn voorstel gaat zijn om het debat te voeren. Indien de Kamer dat deze week wenst te doen – de leden hebben het schema gezien en weten welk onderwerp erop staat omdat het vorige week niet is besproken – dan betekent dat dat wij woensdag of donderdag tot diep in de nacht moeten doorgaan. Als de Kamer die keuze maakt, zou ik dat betreuren, ook vanwege het welzijn van de medewerkers. Donderdag is om andere redenen ook wat onpraktisch om het heel laat te maken, hoewel de wegen zo laat wel weer wat leger zijn. Ik stel voor om het debat in de eerste vergaderweek na het herfstreces te houden. Hopelijk hebben wij dan de tweede brief van de minister ook in ons bezit. Laat ik het omdraaien: wij verzoeken de minister om de tweede brief vóór die tijd naar de Kamer te sturen.

Mevrouw Kant (SP):

Ik wil graag weten wat degenen die voor het houden van dit debat zijn van uw voorstel vinden.

De voorzitter:

Wat vindt u er zelf van?

Mevrouw Kant (SP):

Uw argument dat de Kameragenda zo vol is, vind ik niet zo sterk. Om ruimte te maken, wil ik graag suggereren om het debat over de no claim in het ziekenfonds uit te stellen. Dat kon vorige week ook gemakkelijk. Om allerlei politieke redenen wordt de behandeling van onderwerpen uitgesteld. Nu is er een belangrijke politieke reden om dit debat wel te houden.

De voorzitter:

Er liggen nu twee voorstellen van mevrouw Kant. Ik geef gelegenheid om daarop te reageren.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Er wordt niet voor niets om een spoeddebat gevraagd. Een spoeddebat kan niet over twee weken plaatsvinden. Het lijkt mij niet zo erg om een keer een avond door te werken, met excuses aan het personeel. Men weet wel dat ik het goed bedoel. Als wij dit debat niet deze week houden, is het een beetje mosterd na de maaltijd. Als het donderdag wordt gehouden, kunnen wij misschien nog extra informatie van de minister krijgen. Als zij erover babbelt, kan ze er ook iets over op papier zetten.

De heer Depla (PvdA):

Voorzitter. Ik steun het voorstel van mevrouw Van Gent.

De voorzitter:

Ik zie geen meerderheid voor het voorstel van mevrouw Kant om het debat over de no claim uit te stellen.

De heer Van As (LPF):

Ik kan mij vinden in uw voorstel, voorzitter. Dat lijkt mij alleszins redelijk.

De voorzitter:

Ik stel voor, om het spoeddebat toe te voegen aan de agenda voor woensdag aan het een eind van de vergadering. Dan kan er eventueel donderdag na de lunchpauze gestemd worden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Met dank aan de heer Ten Hoopen die mij op woensdagavond altijd vervangt.

Het woord is aan mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Wij gaan ervan uit dat morgen het debat over de no claim wordt gehouden. Ik heb vorige week om koopkrachtcijfers gevraagd. Na een belofte van minister Zalm tijdens de financiële beschouwingen zouden deze cijfers geleverd worden door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Wij hebben ook een brief van het ministerie van VWS ontvangen waarin staat dat de minister van SZW die gegevens zal verstrekken. Wij hebben ze echter nog niet ontvangen. Ten behoeve van onze voorbereiding vraag ik of deze cijfers voor het eind van deze middag verstrekt kunnen worden.

Naar verluidt, hebben de drie coalitiepartijen een akkoord gesloten. Fraai is overigens anders, want als ik het goed begrepen heb, moeten de huisartsen zelf de open toegang betalen uit bezuinigingen.

De voorzitter:

Ik vraag u om niet op de inhoud in te gaan.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Wij willen ons graag voorbereiden op het debat. De vraag is of de coalitie ons daartoe in de gelegenheid stelt of dat wij hetzelfde meemaken als tijdens de algemene beschouwingen, toen er plotseling in eerste termijn een motie werd ingediend. Wij zijn zeer benieuwd naar het amendement, inclusief de dekking. Ik hoop dat het debat volledig open gevoerd wordt en ook dat de discussie over dit amendement volledig open is.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter. Het gezamenlijk indienen van amendementen is aan de orde van de dag. Bij mijn beste weten is het amendement-Buijs c.s. inmiddels ingediend en kan iedereen daar kennis van nemen. Als dat nog niet het geval is, kan dit elk moment gebeuren. Het is de bedoeling dat dit amendement onderdeel uitmaakt van het debat en dat het betrokken kan worden bij de voorbereiding ervan.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Deze gang van zaken verbaast mij enigszins. Ik heb al een amendement ingediend waarin wordt voorgesteld om de huisartsen niet onder de no claim te laten vallen. Het staat iedereen vrij om dat te onderschrijven.

De voorzitter:

Het debat wordt nog niet gevoerd. U deelt mee dat er een amendement van uw hand ligt. Ik dank u voor de mededeling.

Mevrouw Kant (SP):

Het gaat erom dat er twee amendementen op hetzelfde punt liggen. Ik wil weten hoe het precies zit.

De voorzitter:

Dit hoort echt thuis in de eerste termijn en niet bij de regeling van werkzaamheden.

De heer Buijs (CDA):

De opmerking van mevrouw Kant onderstreept nog eens dat het mogelijk is om morgen een goed, open debat te voeren. Ik heb geen behoefte om daar op dit moment op in te gaan.

De heer Heemskerk (PvdA):

Er schijnt een amendement te circuleren. Er zou ook nog een amendement van de VVD komen, dat de gehele bodem onder het wetsvoorstel weghaalt. Ik sluit mij in ieder geval aan bij het verzoek van mevrouw Halsema om het debat zo snel mogelijk te voeren. Als wij echter morgenochtend geen koopkrachtplaatjes hebben, zal er in ieder geval door de linkerkant van deze zaal een verzoek tot uitstel worden gedaan.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Ik stel het bijzonder op prijs dat het amendement inmiddels is ingediend. Ik ben het met de heer Heemskerk eens dat, als de VVD inderdaad van plan is om een concurrerend no-claimsysteem voor te stellen, dit ook vanmiddag bij amendement aangekondigd zou moeten worden.

De koopkrachtcijfers voor chronisch zieken en gehandicapten zijn van groot belang voor het kunnen voeren van een goed debat. Ik herhaal mijn rappel. Van mijn kant geldt wel dat dit niet van invloed is op het tijdstip van het debat, want dat moet hoe dan ook worden gevoerd, maar het is wel van invloed op het tijdstip van de stemmingen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, met als doel, de informatie hedenmiddag te ontvangen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Szabó.

De heer Szabó (VVD):

Voorzitter. De VVD heeft 15 september, dus alweer een maand geleden, vragen gesteld aan de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Ontwikkelingssamenwerking over de inzet van Syrisch gifgas in Sudan. Wij hebben hier nog geen antwoord op gehad. Daarnaast hebben wij rond diezelfde tijd vragen gesteld over de situatie in Zuid-Sudan. Gelet op de urgentie van de problemen aldaar, wil ik graag zo spoedig mogelijk en niet later dan morgen antwoord op deze vragen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen door het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Buitenlandse Zaken.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven