Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | nr. 38, pagina 2541-2544 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | nr. 38, pagina 2541-2544 |
Aan de orde is de behandeling van:
het verslag van een algemeen overleg met de minister van Justitie over letselschade (29800 VI, nr. 69).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Wolfsen (PvdA):
Voorzitter. Een voortgezet algemeen overleg vindt alleen plaats ter afronding van een aantal overleggen die al geweest zijn. Wij willen in vervolg op die overleggen een motie indienen. Ik begin met die motie, want zij bevat zowel een compliment als een aanmoediging en een aantal vragen. Het meeste spreekt voor zich.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat schaderegelingprocessen met betrekking tot ernstiger letselschade te vaak stroef verlopen;
overwegende dat dat onnodig frustrerend, belastend, duur en zelfs traumatiserend kan zijn voor de slachtoffers;
steunt de minister in zijn streven om procedures sneller en minder duur, conflictueus en belastend te laten verlopen;
waardeert zeer dat er door verzekeraars en anderen al diversie initiatieven zijn genomen;
erkent dat ook een mentaliteitsverandering noodzakelijk lijkt;
acht het noodzakelijk dat er meer inzicht in en kennis van de duur van rechterlijke procedures beschikbaar komt;
verzoekt de minister:
- te doen onderzoeken waarom partijen soms zo laat naar de rechter stappen, wat daarbij als drempel wordt ervaren, en hoeveel gerechtelijke procedures langer duren dan 1, 2, 3 en meer jaren en wat daarvan de oorzaken zijn;
- te bewerkstelligen dat verzekeringsmaatschappijen inzicht geven in de duur van procedures;
- om de wens van velen om de expertise enige tijd te bundelen in een of meer landelijk gespecialiseerde kamers te bespreken met de Raad voor de rechtspraak;
- het nodige te doen om te bewerkstelligen dat verzekeraars niet-gerechtelijke procedures na verloop van 3 jaar voor een tussentijdse evaluatie melden bij de Ombudsman Verzekeringen of een andere neutrale derde die dan óf zou kunnen bemiddelen óf partijen zou kunnen begeleiden in bijvoorbeeld een 96-Rechtsvorderingprocedure voor de kantonrechter met betrekking tot de kwesties die partijen nog verdeeld houden;
- te komen met voorstellen die kunnen leiden tot het beschikbaar komen van meer onafhankelijke medisch deskundigen;
- te bevorderen – zo nodig met behulp van wetgeving – dat slachtoffers door verzekeraars altijd een voorschot krijgen uitgekeerd wanneer over een deel van de claim overeenstemming is bereikt;
- voorstellen te doen over hoe de Tilburgnormen een bijdrage kunnen leveren aan een versnelde afwikkeling en de wijze waarop ze zullen worden gehandhaafd,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Wolfsen, Van Vroonhoven-Kok en Van der Laan. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 102(29800 VI).
De heer Wolfsen (PvdA):
Voorzitter. Ik geef graag nog een korte toelichting. Het is een uitgebreide motie, omdat het eigenlijk ook wel een samenvatting is van wat er al is besproken. Veel zaken gaan goed, maar met name de ernstige zaken duren nogal lang. De minister is al met veel dingen aan de slag gegaan en de verzekeringsmaatschappijen eveneens. De motie is hier en daar wat opener geformuleerd. Soms ligt de schuld immers bij de verzekeringsmaatschappijen en soms ook bij de partijen zelf, als deze te lang vasthouden of een onnodige hoge claim willen indienen. Het is dus een aanmoediging aan beide partijen voor de initiatieven die al lopen, maar ook een nadrukkelijk verzoek aan de minister om daar waar het mogelijk is, een versnelling van zaken te bewerkstelligen. De punten waarop dat kan, zijn genoemd in de motie.
Minister Donner:
Voorzitter. Dank voor het complimenteuze deel van de motie. Dank ook voor het aanmoedigende deel. Ik hoop dat ik de overwegingen in de motie zo mag lezen dat "steunt de minister in zijn streven om procedures sneller en minder duur, conflictueus en belastend te laten verlopen" bedoeld is als "streven om procedures sneller, minder duur, minder conflictueus en minder belastend te laten verlopen".
De heer Wolfsen zegt zelf dat de motie voor een belangrijk deel strekt tot de bevordering van stappen die reeds in gang zijn gezet en waarvan ik ook in het algemeen overleg had aangekondigd dat zij in gang waren gezet. Er is sinds die tijd verder gegaan met onder andere het bevorderen van quickscanonderzoeken bij medici, zodat er een mogelijkheid ontstaat om veel sneller een beeld te krijgen van de kansen van een eventuele procedure en een antwoord op de vraag of een echt deskundigenbericht zinvol is. Het tweede punt is de voorschotregeling. Dat punt gaat meer over de eventuele kosten van een deskundigenonderzoek. Er is gesproken over rechtsbijstand en een eventuele bevoorschotting van de kosten. Dat hangt ook samen met de discussie over het vraagstuk van no cure, no pay, waarover ik binnenkort een advies van de Raad van State hoop te krijgen.
De motie vraagt mij in het bijzonder om te onderzoeken waarom partijen zo laat naar de rechter stappen en waarom sommige procedures zo lang duren. Ik hoop dat de Kamer het met mij eens is dat dit niet primair een statistisch onderzoek moet zijn, maar een analytisch onderzoek naar de factoren die daarbij een rol spelen. Ook bij de gerechten wordt dit soort zaken immers niet separaat geregistreerd. Een precies kwantitatief onderzoek is dus moeilijker.
Vervolgens wordt mij in de motie gevraagd om te bewerkstelligen dat verzekeringsmaatschappijen inzicht geven in de duur van procedures. Ik verzoek de Kamer mij toe te staan dat te lezen als "te bevorderen". "Te bewerkstelligen" betekent namelijk dat het ook daadwerkelijk moet gebeuren, hetgeen uiteindelijk wetgeving zou vereisen met betrekking tot verzekeringsmaatschappijen, terwijl het primair een kwestie van discussie is. De gedetailleerde gegevens zijn naar ik meen ook voor verzekeringsmaatschappijen bedrijfsgegevens. Het gaat mij dan ook primair om het bevorderen van het gevraagde. Ik zal dan ook graag met verzekeringsmaatschappijen in discussie treden om die gegevens los te krijgen. Bewerkstelligen betekent zoveel als "het moet gebeuren".
Mevrouw Van der Laan (D66):
Belangrijk is of er grote verschillen zijn tussen verzekeringsmaatschappijen. Transparantie is natuurlijk altijd van belang, want daardoor kunnen mensen bij de keuze van een verzekeringsmaatschappij weten dat een zaak bij een bepaalde maatschappij twee jaar duurt, terwijl een andere maatschappij gevallen kent die al meer dan tien jaar voortslepen. Nu kan dit gebeuren op verzoek van het slachtoffer zelf, dat bijvoorbeeld zegt nog helemaal niet toe te zijn aan afronding en eerst te willen afwachten hoe zijn ziektebeeld zich ontwikkelt. Hiervoor kunnen dan ook allerlei redenen zijn. Men hoeft dit niet uit statistisch oogpunt op internet te zetten. Men kan dit toelichten met de verklaring dat een zaak op verzoek van het slachtoffer is uitgesteld of nog niet is afgerond. Momenteel is de situatie gesloten en geheimzinnig, en kan de consument niet kiezen, terwijl wij daar wel naar toe moeten. Men kan als slachtoffer geen vergelijking maken en men weet niet waaraan men toe is. Wij kunnen daar als politici ook heel moeilijk doorheen breken. De minister spreekt van 'bevorderen'. Dat zou mooi zijn, maar ik weet al wat het antwoord daarop zal zijn van verzekeringsmaatschappijen, namelijk nee. Wij hebben dit namelijk al enkele malen gevraagd.
Daarom is er duidelijk gekozen voor de strengere taal, waardoor dit kan werken als een koevoet om onwillige verzekeringsmaatschappijen eens te dwingen om ons meer inzicht te geven waarom deze zaken zich zo lang voortslepen. Ik begrijp het probleem dat de minister schetst. Ik weet niet of er tussen 'bevorderen' en 'bewerkstelligen' nog een ander woord bestaat, maar als wij zeggen dat het alleen maar gaat om bevorderen, hoeven wij dit helemaal niet op te nemen, want dan zeggen de verzekeringsmaatschappijen sowieso nee. Misschien kan de minister dit met zijn contacten en met het dreigement van de Kamer achter de hand heel actief bevorderen. Dan kunnen wij dit zo eventueel lezen.
Minister Donner:
Ik heb de indruk dat nu enkele zaken door elkaar heen lopen. Gaat het er nu om dat de verzekeringsmaatschappen aan de slachtoffers inzicht geven in de mogelijke duur, of dat zij aan mij – en via mij aan de Kamer – inzicht geven in de factoren die de duur bepalen, dan wel dat zij aan de consumenten die een verzekering sluiten inzicht geven in de mogelijke duur? Dat zijn drie geheel verschillende partijen, die ook een geheel verschillende benadering vergen. Als het erom gaat dat ik van de verzekeringsmaatschappijen de factoren hoor die bepalen waarom iets zo lang moet duren en welke verschillen bestaan tussen verzekeringsmaatschappijen, is dat iets waarover ik met hen kan gaan praten. Een heel andere vraag is het of zij op voorhand aan slachtoffers inzicht geven in de duur van de behandeling.
Mevrouw Van der Laan (D66):
Het gaat ons om alle drie, maar op verschillende manieren. Het is logisch dat wat men algemeen beschikbaar zou maken, bijvoorbeeld aan consumenten, van een ander diepteniveau met andere details is dan iets wat men bijvoorbeeld aan de minister zou geven of iets wat onderdeel is van een breder analytisch onderzoek, waarbij het helemaal niet nodig is dat details naar voren komen. Uiteindelijk is het doel om beter inzichtelijk te maken waarom bepaalde verzekeringsmaatschappijen processen zich jaar na jaar laten voortslepen en slachtoffers zich helemaal dood laten procederen. Dat moeten wij transparant maken. Dit is echt bedoeld als stok achter de deur en als laatste redmiddel, omdat verzekeringsmaatschappijen gewoon niet meewerken.
De heer Wolfsen (PvdA):
In het verlengde hiervan willen wij de transparantie meer bevorderen die de minister ook noemde ten aanzien van de duur van de afwikkeling van procedures. Ik denk aan mensen die zich willen verzekeren tegen aansprakelijkheid en die een verzekeringsmaatschappij willen kiezen die op een nette en snelle manier claims uitbetaalt. Het gaat erom dat mensen verzekeringsmaatschappijen met elkaar kunnen vergelijken. Dat kan nu in het geheel niet.
Minister Donner:
Dan krijg ik weer geheel andere vragen. De vraag van mevrouw Van der Laan is duidelijk, namelijk inzicht te geven in de factoren waardoor procedures bij verschillende verzekeringsmaatschappijen in duur verschillen en van de reden daarvan. U noemt het probleem dat ik als particulier een verzekering aanvraag. Dan zal iedere verzekeringsmaatschappij mij verzekeren dat mijn claims zo snel mogelijk worden afgehandeld. Tegelijkertijd zal men mij verzekeren dat men de claims van anderen zo traag mogelijk zal afhandelen om die zo goed mogelijk van zich af te houden. Dat zijn namelijk de eventuele slachtoffers die niet een verzekering zullen nemen. Ik ben bijvoorbeeld met mijn auto tegen die van hen aangereden en eventueel zal de discussie over de vraag of ik al dan niet verantwoordelijk ben – dat is de schuldvraag – veel tijd in beslag nemen. Het is dus belangrijk na te gaan van welke verschillende relaties sprake is. Ik probeer niet de zaak ingewikkeld te maken, maar ik tracht duidelijk te maken over welke relatie wij precies spreken.
De heer Wolfsen (PvdA):
Ik neem aan dat de minister, als hij een verzekering uitkiest, de voorkeur geeft aan een verzekeringsmaatschappij die, zodra de aansprakelijkheid vaststaat, ook op een snelle en nette manier uitkeert aan mensen die bij hem schade claimen. De verzekeringsmaatschappij betaalt die claims namens hem uit. Dat lijkt mij een nette manier van het afwikkelen van zaken.
Minister Donner:
Ik vermoed dat ik de Kamer bijna blind kan verzekeren dat de verzekeringsmaatschappijen de betaling snel zullen regelen als de aansprakelijkheid vaststaat. Iedereen beweert echter dat de aansprakelijkheid niet vaststaat. Dat is er de reden van dat de werkwijze traag is.
De heer Wolfsen (PvdA):
En wij weten niet of dat al dan niet waar is. Dat is vervelend.
Minister Donner:
Dat zal ik nagaan.
De wens om expertise te bundelen, is al met de Raad voor de rechtspraak besproken. Dat is althans een punt dat regelmatig aan de orde komt.
Ook het melden aan de Ombudsman zal ik aan de orde stellen. In dat kader wordt eveneens de term 'bewerkstelligen' gebruikt. Ook wat dat betreft kan ik niet op voorhand verzekeren dat dit wordt geregeld. Het woord 'bewerkstelligen' zou dan betrekking hebben op een werkelijke regeling op dit punt. Ik vermoed dat de Kamer meent dat dit niet het eerste is.
Het Tilburgproject loopt. Ik vermoed dat ook de Kamer wordt ingelicht, zodra de uitkomsten daarvan bekend zijn. Het is echter van belang dat eerst dat proces goed verloopt.
Met de door mij geplaatste kanttekeningen beschouw ik de motie als ondersteuning van het beleid. Ik kan de Kamer niet aanraden die motie aan te nemen, maar ik zal die in dank aanvaarden.
Mevrouw Van der Laan (D66):
Over de Tilburgnormen merk ik op dat het juist is dat die nu worden ontwikkeld en dat wij nog niet precies weten welke richting het op gaat. Wel is het duidelijk dat daar een groot expertisecentrum zal komen en dat het, als dat centrum goed werkt, voor verzekeraars en slachtoffers van het grootste belang is dat zij een beroep op die expertise kunnen doen. Op die manier is het mogelijk de zaak snel op te lossen. Daarbij is het van belang dat er een bepaalde vorm van uniformiteit ontstaat, zodat mensen in Maastricht niet met een totaal andere schadevergoeding te maken krijgen dan personen in Leeuwarden. Dat zou immers bizar zijn. Met de motie verzoeken wij de regering dan ook nu al de gedachten te laten gaan over de manier waarop die normen straks daadwerkelijk een bijdrage kunnen leveren aan het verkorten van de procedures. Het is dus niet de bedoeling te zeggen dat wij afwachten en dat wij onze gedachten daarover pas laten gaan als die normen bekend zijn.
Minister Donner:
Ik moet eerst bekend zijn met de normen, voordat ik kan bevorderen dat die claims worden afgehandeld. Een van de aantrekkelijkheden in dit land is juist dat er sprake is van een zekere decentraliteit. Als wij dat alles uniform willen regelen, is er sprake van moeilijkheden. Ik herhaal dat het proces loopt.
Mevrouw Van der Laan pleit ervoor alvast de gedachten te laten gaan over de wijze waarop een en ander zo goed mogelijk kan worden ingevoerd op het moment dat die uitkomsten beschikbaar zijn. Ik zal dat ter hand nemen om ervoor te zorgen dat wij op dit terrein inderdaad snel voortgang boeken.
De beraadslaging wordt gesloten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20042005-2541-2544.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.