Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg van heden over de inzet van Nederlandse militairen in Irak.

De voorzitter:

De commissie heeft hierover vanmiddag in het algemeen overleg twee termijnen gehad. Het is de bedoeling om nu tot een korte, plenaire afronding te komen. Alles waarover onderling al van gedachten is gewisseld, is al gezegd, lijkt mij.

De heer Ormel (CDA):

Voorzitter. Sinds medio juli 2003 levert Nederland een bijdrage aan het opbouwen van de stabiliteit in de provincie Al Muthanna in Irak. Een jaar geleden gaven wij toestemming, na een zeer zorgvuldige afweging, voor het zenden van Nederlandse militairen. De wijze waarop zij tot nu toe invulling hebben gegeven aan deze moeilijke en risicovolle opdracht, vervult de CDA-fractie met ontzag.

Diverse malen zijn collega-Kamerleden bij onze troepen geweest en kwamen zij terug met beelden op het netvlies van onze militairen, die met Hollandse nuchterheid, maar ook met Hollandse waarden, respectvol omgingen met Iraakse burgers, in een verscheurd land, in een andere cultuur en in een verlammend klimaat. De wijze waarop Nederlandse militairen deze missie vervullen, roept internationaal respect af. De samenwerking met de Britse troepen verloopt uitstekend. De CDA-fractie heeft grote waardering voor de veiligheidsgaranties die de Britten onze troepen geven.

De dood van sergeant Steensma heeft ons allen doen beseffen dat deze missie niet zonder risico is. Onze militairen ter plekke lopen dat risico. Wij behoren risico's zorgvuldig, met behulp van het toetsingskader, te wegen, maar ook na zorgvuldige weging zal de komende missie risicovol zijn. De gehele Nederlandse samenleving voelt dat en leeft mee met onze militairen, met hun gezinnen, met hun familie en met hun vrienden, die thuis met extra spanning alle berichten uit Irak volgen.

Waarom doen wij dit? Waarom blijven wij niet in ons veilige Nederland? Naar het oordeel van de CDA-fractie is Nederland een volwaardig lid van de wereldgemeenschap en behoren wij de verantwoordelijkheden waartoe de unaniem aangenomen resolutie 1546 van de Verenigde Naties expliciet oproept, te nemen. De Nederlandse missie is belangrijk en heeft tot doel, een constructieve bijdrage te leveren aan de wederopbouw van Irak, in het belang van het Iraakse volk en de internationale stabiliteit. Op basis van de toezeggingen en garanties, aan ons gedaan door de regering, kan de CDA-fractie instemmen met de verlenging van het mandaat van onze troepen in Irak. De CDA-fractie wenst de mannen en de vrouwen die namens ons allen daarnaartoe gaan, alle succes en een behouden thuiskomst.

De heer Wilders (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie stemt in met het voorstel van de regering om de Nederlandse missie in Zuid-Irak thans te verlengen met acht maanden. De missie is van groot belang, want een veilig, stabiel en democratisch Irak komt ten goede aan de Iraki's zelf, het Midden-Oosten en de hele internationale gemeenschap, inclusief Europa en Nederland. De unaniem aanvaarde Veiligheidsraadsresolutie 1546 geeft zowel invulling aan de volledige soevereiniteit van Irak na 30 juni aanstaande als aan de grote rol van de Verenigde Naties bij de wederopbouw van Irak en het belangrijke politieke proces.

De VVD-fractie vindt de Nederlandse bijdrage in Irak van dusdanig belang dat wij liever hadden gezien dat het kabinet had besloten, de Nederlandse troepen tot 31 december 2005, het einde van het politieke proces, een eindig moment, in Irak te houden. Ik heb in mijn eerste termijn een vijftal redenen genoemd – die ik nu niet zal herhalen – waarom de kans groot is dat 2005 voor Irak zo mogelijk een nog kwetsbaarder jaar wordt dan 2004.

Het kabinet heeft anders besloten. In het debat in de commissievergadering heeft het gelukkig wel aangegeven, bij nieuwe, bijzondere omstandigheden terug naar de Kamer te komen en de deur voor een langer verblijf na medio maart 2005 dus niet op slot te doen. Dat verheugt ons. Wij zullen als VVD-fractie sowieso eind dit jaar, begin volgend jaar een debat in deze Kamer initiëren om over een mogelijk langer verblijf in Irak na maart 2005 te discussiëren met de regering.

De Nederlandse militairen hebben uitstekend gepresteerd in Irak en groot vakmanschap aan de dag gelegd. Zij doen dat tot op de dag van vandaag. De VVD-fractie is trots op hen. Wij wensen de militairen die de komende tijd in Irak zullen verblijven, alle succes van de wereld toe. Bij mijn fractie bestaat geen enkele twijfel dat ook zij hun belangrijke werk, onder moeilijke omstandigheden en zeker niet zonder persoonlijke risico's, op uitmuntende wijze zullen verrichten. Wij stemmen dan ook in met het voorstel van het kabinet.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Dit is eigenlijk de derde termijn van een debat dat wij zojuist uitvoerig hebben gevoerd. Ik heb dan ook geen behoefte om alle argumenten die naar voren zijn gebracht, te herhalen. In deze termijn wil ik volstaan met onze conclusie.

De SGP-fractie stemt in met het besluit van de regering om de bijdrage van de Nederlandse militairen aan de multinationale troepenmacht in Irak te verlengen met acht maanden. Wij zijn van mening dat het kabinet in de brieven en in het debat gedegen heeft uiteengezet op welke gronden dit besluit is genomen; wij kunnen ons vinden in die argumentatie. De Nederlandse militairen verrichten zeer gewaardeerde werkzaamheden in het belang van een stabiele en veilige leefsituatie voor de Irakese burgers. Wij zijn ons goed bewust van de risico's van deze missie voor de Nederlandse militairen. Alles bijeengenomen achten wij deze risico's evenwel verantwoord. Van harte willen wij de militairen Gods bescherming en zegen toewensen en toebidden in het volbrengen van hun moeilijke maar ook mooie taak.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter. Ik heb geen behoefte aan een lange aanvulling op het debat van vanmiddag. Twee maanden terug had de D66-fractie er een hard hoofd in. De zaak was uit de hand gelopen, met name door een combinatie van het militair onbeheerste optreden van de Amerikanen, de politieke arrogantie en als dieptepunt de gebeurtenissen in de Abu Ghraib-gevangenis. Ik hoop echt dat de afrekening op dit punt in het politieke proces in de Verenigde Staten nog niet tot een einde is gekomen.

Wij hebben de afgelopen twee maanden een drastische verandering gezien in de internationale context met betrekking tot Irak. Door de totstandkoming van een unanieme VN-resolutie waarmee een belangrijke rol voor de VN is gedefinieerd, door een reële soevereiniteitsoverdracht op 30 juni aan een Irakese interim-regering, door het verzoek van die regering aan internationale troepen om hen te assisteren bij de wederopbouw en het garanderen van veiligheid en stabiliteit. In dat licht is de D66-fractie tot de afweging gekomen dat in de internationale context geen enkele belemmering meer ligt om akkoord te gaan met het kabinetsvoorstel, hoewel iedereen gelijk heeft die zegt dat papier zich nog moet bewijzen in de werkelijkheid. Dit zullen wij zien. Het is beter om daaraan een goede bijdrage te leveren dan om langs de kant te staan. Dat wij die goede bijdrage zullen leveren, staat voor mij vast. Ik neem steeds met trots en ontzag kennis van de manier waarop Nederland dat doet, van het commitment van de militairen. Ik was ook zeer onder de indruk van hoe dat commitment en de moraal na de betreurde dood van Dave Steensma overeind bleven in Irak. Ik heb daar diep respect voor.

Ik heb goede nota genomen van de opmerkingen over de termijn van acht maanden. Het debat leek vanmiddag even te gaan over de verlenging over acht maanden; het gaat nu toch echt over de verlenging van vandaag. Het kabinet heeft de politieke intentie van acht maanden uitgesproken. En daarmee is de kous af, heb ik de minister van Buitenlandse Zaken horen zeggen. Als collega's behoefte hebben aan allerlei semantische discussies over deuren die half open, half dicht of op een kier staan, dan zal dat wel. Het debat gaat over een verlenging voor twee maal vier maanden. Wat ons betreft is de kous daarna af. Overigens blijven wij altijd verstandig nadenken.

In het licht van alles wat ik heb gezegd, kan de D66-fractie instemmen met het voorstel van de regering. Voor de volledigheid teken ik aan dat één lid van de fractie haar opvattingen heeft voorbehouden tot na dit debat.

De heer Herben (LPF):

Voorzitter. De LPF is geen partij met slappe knieën. Wij zijn altijd bereid vredesoperaties te steunen, niet alleen politiek maar ook militair en zeker als dit gebeurt op basis van een VN-resolutie. Overigens spelen daarbij ook geopolitieke overwegingen een rol. Laten wij niet vergeten dat terugtrekking uit Irak van Nederlandse eenheden en bijvoorbeeld de stabilisatiemacht desastreuze gevolgen zou hebben voor ontwikkelingen in de regio. Bovendien zou terugtrekking een aanmoedigingspremie betekenen voor het internationale terrorisme. De twijfelaars in bijvoorbeeld de PvdA-fractie zou ik erop willen wijzen dat wie tegen aanwezigheid van Amerika en de VN in Irak is, niet gelijktijdig vóór toetreding van Turkije tot de Europese Unie kan zijn. Ik zal die gedachtesprong even uitleggen. Weggaan uit Irak betekent een desastreuze ontwikkeling in de vorm van het ontstaan van de roep om een zelfstandig Koerdistan. Dat zal Turkije zeer destabiliseren en het voor lange tijd onmogelijk maken om toe te treden tot de Europese Unie.

De vragen van de LPF-fractie richtten zich voornamelijk op aard, omvang en duur van de Nederlandse bijdrage, die wordt beperkt door de omvang van de Nederlandse krijgsmacht. De krijgsmacht is immers aan bezuiniging onderhevig. Ik ben blij met de toezegging van de minister van Defensie dat hij over vier maanden zal kijken of de Nederlandse bijdrage qua omvang kan worden ingekrompen. Onder die voorwaarden gaan wij graag akkoord met uitzending voor de duur van acht maanden.

Ik heb diep respect voor de Nederlandse mannen en vrouwen die een baken van hoop vormen in de provincie Al Muthanna voor de toekomst van het verscheurde Irak. Wij wensen hen een behouden thuiskomst in het vaderland.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Voorzitter. Wij hebben zojuist in twee termijnen uitgebreid gesproken over de voorgenomen missie. Ik volsta nu met de uitspraak dat de ChristenUnie-fractie instemt met de verlenging van deze missie. Wij zijn ervan overtuigd dat Nederland met deze missie bijdraagt aan de veiligheid en stabiliteit in Irak en zo ook bijdraagt aan een politiek proces dat, zoals wij hopen, zal leiden tot een Irak waarin de verschillende bevolkingsgroepen in vrede met elkaar samenleven. Onze militairen lopen risico en zij hebben een moeilijke taak. Wij hebben groot respect voor de manier waarop zij hun taak vervullen. Wij wensen hen veel succes en zegen op hun werk.

De heer Koenders (PvdA):

Voorzitter. Opnieuw vraagt de regering de Kamer instemming voor een uiterst risicovolle missie in Irak. Wie de dagelijkse berichtgeving leest over het geweld in Bagdad en wie zich realiseert dat onze uitgezonden militairen ook in Al Muthanna herhaaldelijk worden aangevallen met mortiergranaten, met als dieptepunt de tragische dood van de heer Steensma, begrijpt dat voor dit besluit de grootste zorgvuldigheid vereist is. Het is een moeilijk besluit. Risico's voor Nederlandse militairen moeten soms worden genomen, maar dan wel voor een zaak waarvan wij allemaal vinden dat deze een kans van slagen heeft en de Irakezen echt een beter leven belooft. Niemand kan zich toch voorstellen dat Nederlandse troepen blijven in de onverhoopte situatie van een Abu Ghraib II, waar Abu Ghraib I als het absolute morele dieptepunt resoneerde in alle poriën van het Midden-Oosten? De PvdA-fractie heeft gekozen voor een zorgvuldige procedure na de lessen die zijn getrokken uit de enquête over Srebrenica. De VN-resolutie is voor ons een basisvoorwaarde. Er moet een goede inschatting zijn dat de papieren werkelijkheid van New York zich ook echt gaat vertalen in verbetering voor de Irakezen op de grond. Daarnaast is een uiterst zorgvuldige bepaling van de aanvaardbaarheid van de risico's voor onze Nederlandse mannen en vrouwen gebaseerd op een regeringsbrief en toetsingskaders van groot belang. Zo is het ook altijd gegaan.

Ook in Nederland is het debat terecht opgelaaid onder de bevolking. Ik geloof dat het dilemma voor iedereen bestaat. Het is er ook in mijn fractie. Blijven is moeilijk, maar weggaan ook. Voor de PvdA-fractie is de rol van de VN leidraad geweest voor alle debatten over Irak. Wij zijn daarin consistent geweest. Bush, Blair en ook Balkenende zijn na een vuurgevaarlijke dwaaltocht teruggekeerd naar een serieuze rol van de Veiligheidsraad. Eenzijdige actie werkt averechts. Dat moet nu toch wel duidelijk zijn. Voor de PvdA-fractie zijn een VN-resolutie die met vijftien tegen nul stemmen is aangenomen, met inbegrip van de Europese partners, een verzoek in die resolutie en een verzoek van de premier van Irak om troepen te leveren belangrijke nieuwe gegevens. Dat is van belang als alle belangrijke groeperingen in Irak en alle buurlanden de interim-regering een stap in de goede richting vinden. Al die landen en groepen schatten bovendien het risico van een plotseling vertrek van de troepen als levensgroot in voor de internationale veiligheid en vooral voor de Iraakse bevolking. Wij laten ons daar iets aan gelegen liggen.

Wij hebben echter niet alleen blauwe ogen. Er is argwaan gewekt en blanco cheques zijn er niet meer waar het gaat om Irak. Op de belangrijke vragen van mijn fractie over de noodzaak van de bescherming van het internationale humanitaire recht en de Geneefse conventies, over de bescherming van de rol van de VN juist omdat die de opbouw en het verkiezingsproces moeten leiden, over het belang van een constante veiligheidsanalyse waarbij na drie maanden het verslag van Kofi Annan wordt betrokken en over de noodzaak van adequate bewapening van de troepen is een bevredigend antwoord gegeven. Op onze vraag over de duur van de missie is ondanks alle scharnieren en kieren een duidelijk antwoord gekomen. Het gaat om acht maanden. Langer is niet aan de orde, zeiden de ministers Bot en Kamp. Bij onverhoopte vroegtijdige terugtrekking kan ook het morele punt worden betrokken. Dat is voor mijn gehele fractie een belangrijk punt. Wij moeten niet met de staart tussen de benen weggaan. Juist ook op dit punt zullen wij in de komende maanden de vinger zeer aan de pols houden. Dat moet u doen en dat zullen wij als Kamer en als fractie ook doen.

De missie als geheel moet stabiliseren. Het politieke opbouwwerk moet verder gaan. Het risico van een burgeroorlog moet worden voorkomen. Het optreden van de multinational force moet moreel aanvaardbaar zijn. Daar gaat het om. Als dat niet het geval is, heeft het allemaal weinig zin. De overgrote meerderheid van mijn fractie kan zich op basis hiervan vinden in het regeringsvoorstel. Een kleine minderheid vindt de huidige VN-resolutie onvoldoende en betwijfelt sterk of de huidige opzet van de multinational force de situatie in het land en voor de bevolking kan verbeteren. Wij allemaal wensen de Nederlandse militairen in de komende moeilijke en gevaarlijke periode echter alle kracht en succes toe.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Voorzitter. De fractie van GroenLinks was tegen het besluit van de regering in juni 2003 om militairen naar Irak te sturen. Ook het huidige besluit van de regering om de aanwezigheid van de Nederlandse militairen in Irak met acht maanden te verlengen, zal mijn fractie niet steunen. Militaire aanwezigheid van Nederland in Irak betekent dat volop politieke en militaire steun wordt gegeven aan het Amerikaanse Irakbeleid. De VN-resolutie 1546 die unaniem is aangenomen, is ook voor mijn fractie een politiek feit van betekenis. De inhoud ervan is echter een politiek compromis. Bij de eindbeoordeling van deze resolutie komt mijn fractie tot de conclusie dat ook deze weinig fundamentele wijzigingen in Irak teweegbrengt.

Er is sprake van een beperkte soevereiniteitsoverdracht aan de interim-regering van Irak en er is nauwelijks sprake van een leidende rol voor de VN. De VS blijven het hoogste gezag en zeker het hoogste militaire gezag in het land. De suggestie van de ministers dat de interim-regering een vetorecht heeft bij het militaire optreden van de multilaterale troepenmacht waarvan Nederland officieel deel uitmaakt en die onder het militaire commando van de VS staat, is een onjuiste voorstelling van zaken. Ook in geval van offensieve Amerikaanse optredens zoals in Fallujah, Najaf en Karbalah zal de interim-regering geenszins gebruik kunnen maken van een vetorecht. De Amerikanen blijven militair de baas in Irak. Nederland zal worden geassocieerd met het Amerikaanse beleid dat tot nu toe misleidingen, buitensporig geweld, martelingen van gevangenen zoals in de Abu Ghraib gevangenis hebben plaatsgevonden, en schendingen van het internationaal en humanitair recht tot gevolg heeft gehad. Dat de situatie ook in Al-Muthanna grimmig aan het worden is, blijkt uit het zojuist bekend geworden nieuws dat Nederlandse militairen op 17, 21 en 25 april jongstleden een aantal Irakezen hebben gedood. De Irakese onderzoeksrechter Al-Khafi heeft blijkbaar ook kritiek op de gebrekkige medewerking van Nederland aan het onderzoek naar deze dodelijke schietincidenten. Ik wil van de minister van Defensie opheldering over deze berichten.

In dit debat waren wij getuigen van de zoveelste draai van de verdeelde fractie van de Partij van de Arbeid. Het valt op dat de Partij van de Arbeid tijdens de verkiezingscampagnes tegen was, maar na de verkiezingen voor, dat zij tegen de oorlog in Irak was, maar voor Bush was toen de oorlog eenmaal was begonnen. De fractie van de Partij van de Arbeid was tegen het buitenspel zetten van de VN, maar voor deelname aan de missie door Nederland in Irak onder de paraplu van de bezettingsmogendheden: de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Tot slot roept de PvdA-fractie dat het genoeg is geweest in Irak om uiteindelijk voor de verlenging te zijn van de militaire bijdrage van Nederland en de buitenlandse troepen onder het militaire commando van de VS. Uiteindelijk steunt de fractie van de Partij van de Arbeid de verlenging van de missie. Dat vind ik ontzettend jammer. Na veel mooie woorden steunt zij het beleid van deze regering. Dit politieke feit mag worden benoemd.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. VN-resolutie 1546 spreekt van volledige soevereiniteit en volledige onafhankelijkheid. In de praktijk blijkt niets minder waar te zijn, ook na het debat van vandaag. De Irakese interim-regering krijgt geen vetorecht inzake gevoelige, offensieve missies zoals in Fallujah en Najaf zijn uitgevoerd. Daarbij zijn honderden onschuldige burgers omgekomen. Zij krijgt evenmin een Standard of Forcement Agreement. Fouten zullen dus niet vervolgbaar zijn volgens Irakees recht, maar volgens het recht van het troepenleverende land. Ook bestaat nog onduidelijkheid over de gevangenen. Komen Nederlandse arrestanten onder Brits toezicht te staan en worden zij door de Britten gevangen gehouden of door de Irakezen? Onduidelijkheid alom. Wel is duidelijk dat de Irakezen het niet voor het zeggen krijgen in hun eigen land.

Deze resolutie vormt in de ogen van de SP-fractie geen basis voor een geloofwaardige verlenging van het verblijf in Irak. De Irakezen zullen de troepen blijven beschouwen als een bezettingsmacht, ongeacht wat papieren van de VN daarover stellen. Er is sprake van een voortdurende Amerikaans-Britse dominantie, zoals blijkt uit de zeggenschap over deze missies, uit de gevangenschap en uit de mate waarin de Amerikanen invloed hebben gehad op de samenstelling van de interim-regering. Ook is onterecht de nadruk gelegd op de militaire controle over Irak in plaats van op humanitaire hulp waar men op dit moment in Irak om staat te springen. Water, elektriciteit en andere zaken zijn nodig, zeker nu de zomer nadert.

De derde termijn is een bijzonder moment in de artikel 100-procedure. Ik wil het laatste onderdeel van mijn derde termijn besteden aan wat ik dacht dat onze oppositiegenoot was, de Partij van de Arbeid. Ik gebruik mijn derde termijn om haar derde draai te illustreren. Voor de verkiezingen van 2003 koos de fractie van de Partij van de Arbeid om geen steun te geven; daarna wel. Na de aanslagen in Madrid zei zij dat het genoeg was geweest; vervolgens wilde zij doorgaan. Voor de verkiezingen van het Europees Parlement heeft zij gezegd: "Nee, tenzij"; nu krijgen wij gewoon te horen dat zij mee wil doen ook al wordt aan een aantal van haar voorwaarden niet voldaan. Er lag een VN-resolutie en allerlei troepen in de omgeving van Irak doen niet mee, maar de Partij van de Arbeid wel. Daaruit wordt in ieder geval de boodschap duidelijk dat het voor het eerst zou zijn dat de fractie van de Partij van de Arbeid voldoende kritische massa had verzameld om een keer nee te zeggen tegen internationale deelname, wat er ook gebeurt op internationaal vlak. Nu maakt zij echter wederom een draai.

Bij deze debatten wordt vaak gezegd dat een meerderheid van de Kamer de internationale inzet moet steunen omdat er anders een politiek probleem ontstaat. Ik stel vast dat er nu een politiek probleem is omdat de kiezer door zo ongeveer de grootste partij van het land voor de derde maal voor het lapje gehouden is.

De heer Koenders (PvdA):

Ik geloof dat de SP dit debat voornamelijk gebruikt om zich af te zetten tegen de PvdA. Dat mag, maar ik dacht dat het om een uitzending ging. Eén ding is mij alleen volstrekt onduidelijk. U zegt dat de PvdA een bepaalde positie inneemt, wat er verder ook in de wereld gebeurt. Ik meen duidelijk aangegeven te hebben dat voor ons waarschijnlijk net als voor u het dilemma is: weggaan of blijven. Ik heb u erop gewezen dat wij in de afgelopen twee jaar een helder standpunt inzake de rol van de Verenigde Naties hebben ingenomen. Die blijft voor ons de kern. Als een resolutie met 15 tegen nul wordt aangenomen en als alle belangrijke groeperingen in Irak erom vragen, de troepen daar te laten blijven, als alle buurlanden dit eveneens vragen en als die ook instemmen met de instelling van een interim-regering, dan is dat voor ons een belangrijke factor.

Nu weet ik heel goed dat de SP-fractie altijd precies weet wat er aan de hand is, wat er ook gebeurt. Ik ben er trots op dat mijn partij op verantwoorde wijze afwegingen maakt op basis van de actuele situatie. Wij zijn in drie fasen nagegaan of de resolutie van de VN serieus is – dat zou voor u ook een factor moeten zijn – of er een kans is dat die het leven van de Irakezen beter maakt en of het risico voor onze troepen aanvaardbaar is. Op basis daarvan komen wij tot een gedegen afweging, wat ik heel wat sterker vind dan het gebruikelijke "nee" van de fractie van de SP. Dat moet u maar eens uitleggen aan alle Irakezen die morgen in problemen zouden komen als uw beleidslijn werd gevolgd.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Anders dan de PvdA maakt mijn fractie een afweging per missie en per besluit dat de regering ons voorlegt. En anders dan de PvdA komen wij dan soms tot de conclusie dat wij een missie kunnen steunen, maar soms besluiten wij dan om een missie niet te steunen. Dat is vaker gebeurd dan bij de ene missie die de PvdA heeft genoemd, namelijk bij de missies naar Kosovo, Cyprus en Macedonië. De PvdA heeft altijd lang gedraaid in het debat, maar uiteindelijk heeft zij na lang aarzelen toch altijd ja gezegd, ook als er niet werd voldaan aan de vele voorwaarden die zij daarbij stelde. Dat is een onbetrouwbare houding tegenover de regering, tegenover de Kamer en vooral tegenover de kiezer. Vóór de verkiezingen komt zij daar nog wel mee weg, maar ik ben ervan overtuigd dat zij er bij de volgende verkiezingen op afgerekend zal worden.

Minister Bot:

Voorzitter. Ik dank de Kamer voor de ruimhartige steun voor het besluit om over te gaan tot verlenging van de aanwezigheid van onze troepen in Irak. Dit besluit hebben wij niet lichtvaardig genomen; er is lang over gesproken en er is uitvoerig over nagedacht, zowel in het kabinet als in het contact met onze internationale partners, met name op het punt van het tot stand komen van de resolutie van de Veiligheidsraad. Er is veel werk verzet om te bewerkstelligen dat het zo'n complete resolutie zou worden dat alle verlangens en wensen erin opgenomen zouden zijn en dat er een sluitende regeling tot stand zou komen voor de aanwezigheid van de multinationale troepenmacht, voor de positie van de Verenigde Naties, voor het politieke proces in Irak en voor de interim-regering aldaar. Wij hebben daarvan uitvoerig verslag gedaan, zowel in de brief aan de Kamer als in de antwoorden op de vele vragen en in de discussies met de Kamer tot nu toe.

Het stemt mij dus gelukkig dat zovele fracties deze verlenging zo ruimhartig ondersteunen. Ik heb ook met veel genoegen kennisgenomen van de vele complimenten van onze troepen en de waardering die voor hun optreden is uitgesproken. Ik weet dat dit in de eerste plaats de minister van Defensie regardeert, maar ik moet zeggen dat ik als minister van Buitenlandse Zaken ook buitengewoon trots ben op het enthousiasme en de inzet van onze troepen en op de opofferingsgezindheid die daaruit blijkt. Nogmaals, ik heb veel bewondering voor het feit dat zij ook in moeilijke omstandigheden bereid zijn die taak te blijven vervullen. Ik geloof dat wij trots kunnen zijn op onze mensen daar.

Minister Kamp:

Mijnheer de voorzitter. Dank voor de waarderende woorden in de richting van de Nederlandse militairen. Het is mijn overtuiging dat de militairen de waardering en het vertrouwen van het parlement waard zijn en dat zij zich ook de komende acht maanden zullen inzetten om dat te bewijzen, nu de regering, met naar vanavond blijkt instemming van het parlement, heeft besloten om hun verblijf in de Irakese provincie Al Muthanna met deze periode te verlengen.

De heer Van Bommel zei dat de Irakezen ons als een bezettingsmacht zien. Ik kan u verzekeren dat al vanaf de eerste dag dat wij in Al Muthanna zijn, de mensen ons zien als een kans op bevrijding. Van alle kanten, op ieder moment gedurende de gehele periode van elf maanden is dat de boodschap die wij hebben meegekregen. Wij kunnen ook vaststellen dat wij vanaf de eerste dag in juli 2003 in Irak zijn op verzoek van de Verenigde Naties. Dat geldt voor de gehele periode die wij achter de rug hebben. Dat geldt voor de periode die wij voor de boeg hebben.

Er is gesteld dat de PvdA-fractie het Irakbeleid van de regering zou steunen. Uit de inbreng in de Kamer van de PvdA-fractie heb ik duidelijk meegekregen, dat zij in de eerste plaats het Irakbeleid van de Veiligheidsraad en van de Verenigde Naties steunt. Wij hebben de pretentie en de overtuiging dat ons beleid daar volledig mee spoort. Om die reden schat ik in dat wij de steun van ook de PvdA-fractie hebben gekregen. Ik heb vanmiddag gemeld dat onze troepen die zich op dit moment klaar maken om te vertrekken, die afscheid nemen van vrienden en familie om vier maanden in de verzengende hitte weer risico te lopen omdat de Nederlandse regering en het Nederlandse parlement dat van hen vragen, die brede steun in het parlement en die brede steun die vandaag in het debat ook is gebleken, bijzonder waarderen. Meer nog, zij vinden dat bijna een voorwaarde voor hun aanwezigheid daar.

Mevrouw Karimi heeft gezegd dat er vandaag berichten zouden zijn dat een Irakese onderzoeksrechter ook kritiek heeft op de Nederlandse militairen. "Ook kritiek", ik begrijp niet wie er nog meer kritiek heeft op de Nederlandse militairen. Ik kan aan de Kamer slechts melden dat er geen nieuws onder de zon is. Er zijn in april en in mei een aantal geweldsincidenten geweest. Wij hebben die vanzelfsprekend onmiddellijk gemeld aan de Kamer. Vanzelfsprekend is de Koninklijke marechaussee in staat geweest om alles te onderzoek wat men maar wilde onderzoeken. Vanzelfsprekend is er een volkomen open communicatielijn tussen de marechaussee en het openbaar ministerie. Ik heb de overtuiging dat het openbaar ministerie daarmee volledig is geïnformeerd. Mocht men toch behoefte hebben aan aanvullende informatie, dan zullen wij ervoor zorgen dat die aanvullende informatie er komt en het oordeel van het openbaar ministerie over ons handelen afwachten.

Voorzitter. Dat was wat ik naar voren wilde brengen. De Kamer kan erop vertrouwen dat wij ons zullen inzetten en, belangrijker nog, dat de militairen zich zullen inzetten om, zoals gezegd, hun vertrouwen te blijven verdienen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel vast dat alle fracties zich duidelijk hebben uitgesproken over wat vanavond voorlag.

Sluiting 21.38 uur

Naar boven