Aan de orde zijn stemmingen over moties, ingediend tijdens het debat over bovenregionaal vervoer gehandicapten, te weten:

- de motie-Van Dijken c.s. over het niet limiteren van af te leggen kilometers (29200 XVI, nr. 196);

- de motie-Van Dijken c.s. over het opnemen in de concessieverlening van de uitvoering van het vervoer (29200 XVI, nr. 197);

- de motie-Van Dijken c.s. over koppeling van de aanbestedingsvoorwaarden aan de concessieverlening (29200 XVI, nr. 198);

- de motie-Van der Vlies over monitoring van de uitwerking van de maatregelen (29200 XVI, nr. 199);

- de motie-Van Miltenburg c.s. over jaarlijkse informatie aan de Kamer (29200 XVI, nr. 200);

- de motie-Tonkens/Nawijn over verhoging van het persoonlijke kilometerbudget (29200 XVI, nr. 201);

- de motie-Kant over de instaphoogte op perrons (29200 XVI, nr. 202);

- de motie-Kant over ketenmanagement (29200 XVI, nr. 203);

- de motie-Van Dijken c.s. over een hernieuwde aanbesteding (29200 XVI, nr. 208, herdruk);

- de motie-Van der Ham over bijzondere bijstand voor geïndiceerde gebruikers van het bovenregionaal vervoer (29200 XVI, nr. 209);

- de motie-Kant over gebruik van Valys door gehandicapte studenten (29200 XVI, nr. 210).

(Zie vergadering van 17 maart 2004.)

De voorzitter:

De motie-Van Dijken c.s. (29200-XVI, nr. 197) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat openbaar vervoer toegankelijk dient te zijn voor iedereen, zowel mensen met als zonder beperking;

voorts overwegende dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat per 1 juli 2004 aan de Nederlandse Spoorwegen een nieuwe concessie zal gaan verlenen;

van mening dat in principe geen reiziger gelimiteerd wordt in het aantal af te leggen kilometers indien deze bereid is het gangbare openbaarvervoertarief te betalen;

verzoekt de regering, bij de concessieverlening te bepalen dat de vervoerder, i.c. NS, zorgplichtig is voor het vervoer van mensen met een handicap, waarbij in de vervoersplannen aangegeven moet worden hoe de vervoerder dit uitvoert,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden Van Dijken, Kant, Tonkens, Van Miltenburg en Mosterd.

Zij krijgt nr. 218 (29200-XVI).

De gewijzigde motie is reeds rondgedeeld. Ik neem aan dat wij er nu over kunnen stemmen.

De motie-Tonkens/Nawijn (29200-XVI, nr. 201) wordt ingetrokken.

Op verzoek van de heer Van der Ham stel ik voor, zijn motie (29200-XVI, nr. 209) van de agenda af te voeren.

Op verzoek van mevrouw Kant stel ik voor, haar motie (29200-XVI, nr. 210) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik heb in de derde termijn aangegeven dat mijn fractie zich zou beraden over het uiteindelijke standpunt ten opzichte van het voorgestelde nieuwe systeem voor bovenregionaal vervoer gehandicapten. Met dit systeem hadden wij grote moeite en dat hebben wij in het debat ook naar voren gebracht. Immers, als gevolg van een kilometerbudgettering wordt er een mobiliteitslimiet gesteld voor gehandicapten, vooral voor degenen voor wie het openbaar vervoer geen reëel vervoersalternatief is. Tijdens het debat zijn er enkele tegemoetkomingen gedaan van de kant van de minister, waar wij hem uiteraard erkentelijk voor zijn. Het principiële punt is echter gebleven, namelijk dat gelet op de situatie van het openbaar vervoer – ik denk aan de NS – het nieuwe systeem op gespannen voet staat met de intenties zoals die door de wetgever tot uitdrukking zijn gebracht in de Wet gelijke behandeling gehandicapten en chronisch zieken, daar waar het gaat om participatie. Dat is voor de fractie van de ChristenUnie, alles afwegende, niet verteerbaar. Aangezien het systeem als zodanig niet op onze stemmingslijst staat, waardoor wij in de gelegenheid zouden zijn om vóór of tegen het systeem te stemmen, heeft mijn fractie ervoor gekozen ons standpunt tot uitdrukking te brengen in het stemgedrag ten aanzien van een aantal moties. Dit betreft vooral de eerste motie waarin de limitering in kilometerbudgetten als zodanig wordt afgewezen: daarmee willen wij tot uitdrukking brengen dat, gelet op de situatie bij het openbaar vervoer, wij het voorgestelde systeem afwijzen.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Ook de fractie van D66 had veel moeite met de uitvoering van de principes zoals die waren vastgelegd in een brief die wij al in augustus hadden gekregen. Wij waren daar ontevreden over en wij hebben er uitvoerig met de minister over gediscussieerd. Dat hebben wij open gedaan en daarbij zijn wij met eigen voorstellen gekomen, waar wij vervolgens een reactie van de minister op kregen die wij niet plezierig vonden, omdat hij er niet echt op inging. Hij zei dat het niet kon, maar vervolgens kwam hij niet met een alternatief. Daarom heb ik mijn motie aangehouden om vervolgens met de minister over die brief te kunnen spreken. Dat zal ik op een later moment, bij de regeling van werkzaamheden, aanvragen. Echter, omdat wij het principe omarmen dat wij zoveel mogelijk moeten trachten mensen die gehandicapt zijn de vrijheid te geven te reizen zoals zij dit willen, zullen wij ook de motie op stuk nr. 196 van mevrouw Van Dijken steunen.

In stemming komt de motie-Van Dijken c.s. (29200-XVI, nr. 196).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Dijken c.s. (29200-XVI, nr. 218).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de LPF tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Dijken c.s. (29200-XVI, nr. 198).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Vlies (29200-XVI, nr. 199).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Miltenburg c.s. (29200-XVI, nr. 200).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Kant (29200-XVI, nr. 202).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Kant (29200-XVI, nr. 203).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de ChristenUnie, de SGP en de Groep Lazrak voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Dijken c.s. (29200-XVI, nr. 208, herdruk).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven