37ste vergadering

Dinsdag 16 december 2003

13.00 uur

Voorzitter: Weisglas

Tegenwoordig zijn 141 leden, te weten:

Van Aartsen, Aasted Madsen-van Stiphout, Adelmund, Albayrak, Algra, Aptroot, Arib, Van As, Atsma, Van Baalen, Bakker, Balemans, Van Beek, Blok, Blom, Van Bochove, Boelhouwer, Van Bommel, Bos, Van den Brand, Van den Brink, Brinkel, Bruls, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, Cornielje, Çörüz, Crone, Van Dam, Depla, Dezentjé Hamming, Van Dijk, Van Dijken, Dijsselbloem, Dittrich, Douma, Duivesteijn, Duyvendak, Eerdmans, Eijsink, Eski, Eurlings, Ferrier, Van Fessem, Fierens, Geluk, Van Gent, De Grave, Griffith, De Haan, Van Haersma Buma, Van der Ham, Hamer, Haverkamp, Heemskerk, Van Heemst, Herben, Hermans, Hessels, Van Heteren, Van Hijum, Hirsi Ali, Hofstra, Ten Hoopen, Huizinga-Heringa, Jager, Joldersma, Kalsbeek, Kant, Karimi, Koenders, Koopmans, Kortenhorst, Kraneveldt, De Krom, Kruijsen, Van der Laan, Lambrechts, Leerdam, Van Lith, Van Loon-Koomen, Luchtenveld, Marijnissen, Mastwijk, Van Miltenburg, Mosterd, Nawijn, De Nerée tot Babberich, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Van Oerle-van der Horst, Omtzigt, Oplaat, Örgü, Ormel, De Pater-van der Meer, Rambocus, Rijpstra, Rouvoet, Samsom, Schippers, Schreijer-Pierik, Slob, Smeets, Smilde, Smits, Snijder-Hazelhoff, Spies, Van der Staaij, Sterk, Straub, Szabó, Timmer, Timmermans, Tjon-A-Ten, Tonkens, Varela, Veenendaal, Van Velzen, Vendrik, Verbeet, Verburg, Verdaas, Vergeer, Verhagen, Vietsch, Visser, Van der Vlies, Vos, Bibi de Vries, Jan de Vries, Klaas de Vries, Van Vroonhoven-Kok, Waalkens, Weekers, Weisglas, Wilders, Van Winsen, De Wit en Wolfsen,

en de heren Balkenende, minister-president, minister van Algemene Zaken, Remkes, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Bot, minister van Buitenlandse Zaken, Donner, minister van Justitie, De Geus, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mevrouw Verdonk, minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Ledende heren Nicolaï, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, en Van Geel, staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Tichelaar, wegens ziekte;

Lazrak, wegens ziekte, voor onbepaalde tijd;

Dubbelboer, wegens bezigheden elders.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Ik geef het woord aan mevrouw Kalsbeek tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het Onderzoek van de geloofsbrieven.

Mevrouw Kalsbeek:

voorzitter der commissie

Mijnheer de voorzitter. De commissie voor het Onderzoek van de geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op mevrouw J. Veenendaal te Purmerend. De commissie is eenparig tot de conclusie gekomen dat zij terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De commissie stelt u daarom voor om haar toe te laten als lid van de Kamer. Daartoe dient zij wel eerst de verklaringen en de beloften af te leggen zoals die zijn voorgeschreven bij de wet van 27 februari 1992, Staatsblad nr. 120.

De commissie verzoekt u tot slot om de Kamer voor te stellen om het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Ik bedank namens de Kamer de commissie en haar voorzitter voor haar verslag en stel voor, dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)1

De voorzitter:

Mevrouw Veenendaal is in het gebouw der Kamer aanwezig om de voorgeschreven verklaringen en beloften af te leggen.

Ik verzoek de griffier, haar binnen te leiden.

Nadat Voorzittermevrouw Veenendaal door de griffier is binnengeleid, legt zij in handen van de voorzitter de bij de wet voorgeschreven verklaringen en beloften af.

De voorzitter:

Ik wens u van harte geluk met het lidmaatschap van deze Kamer. Het is mij een genoegen u als eerste te mogen feliciteren met uw benoeming. Ik verzoek u, de presentielijst te tekenen en na de schorsing in ons midden plaats te nemen.

De vergadering wordt van 13.10 uur tot 13.20 uur geschorst.

De voorzitter:

Ook op verzoek van mensen die via de televisie naar onze werkzaamheden kijken, deel ik mede dat ik de vergadering en dus ook de rechtstreekse televisie-uitzending heb onderbroken, omdat minister Donner wegens zeer dringende verplichtingen tijdens het vragenuur iets later komt. Ik had dus toch moeten schorsen in verband met zijn afwezigheid. Vandaar dat ik het op deze manier heb gedaan. Dit zeg ik ter toelichting voor de leden in de zaal en ook voor de kijkers thuis. Wij beginnen nu met het vragenuur.

Naar boven