Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet (plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders) (28980),

- over:

- de motie-Wolfsen/Griffith over overleg met gemeentebesturen van de zogenoemde G30-gemeenten (28980, nr. 14);

- de motie-Vos over behandeling bij oplegging van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (28980, nr. 15).

(Zie vergadering van 9 december 2003.)

De voorzitter:

De amendementen-Eerdmans op de stukken nrs. 7 en 8 zijn ingetrokken. Het amendement-Van Heemst op stuk nr. 11 is ingetrokken.

In stemming komt het amendement-Rouvoet (stuk nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, de ChristenUnie, de SGP en de LPF voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen II en III worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Heemst (stuk nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de PvdA voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel IV wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel V en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. De SP-fractie erkent het grote maatschappelijke probleem van de zogeheten veelplegers. Zij vindt dat in dat verband dringend maatregelen dienen te worden getroffen, zelfs met voorrang. Het wetsvoorstel bedoelt de veelplegers voor een periode van twee jaar uit de samenleving te verwijderen. In het debat met de minister hebben wij een aantal voorwaarden gesteld voor onze instemming met dit wetsvoorstel.

In de eerste plaats moeten degenen die worden opgesloten, worden behandeld voor hun verslaving. In de tweede plaats moet ook waar sprake is van psychische of psychiatrische problematiek behandeling plaatsvinden. In de derde plaats dient daar waar mogelijk als alternatief de verstrekking van heroïne aan de orde te komen. In de vierde plaats zou dwang mogelijk moeten zijn met betrekking tot de behandeling van veelplegers voor hun vaak veelvoudige problematiek. Ten slotte zouden de wensen van de politie beter moeten worden afgestemd in het kader van de 24-uursbereikbaarheid van de hulpverlening en de dossieroverdracht.

De minister is bij de behandeling van dit wetsvoorstel niet aan de wensen van onze fractie tegemoetgekomen. Wij vrezen daarom dat dit wetsvoorstel ertoe zal leiden dat mensen voor een periode van twee jaar worden opgesloten zonder dat sprake is van adequate behandeling. Dat is voor mijn fractie onaanvaardbaar, dus wij zullen tegen dit wetsvoorstel stemmen.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Voorzitter. De fractie van de ChristenUnie had veel reserves ten aanzien van dit wetsvoorstel over de plaatsing in een inrichting van stelselmatige daders. Deze werden gevoed door de toelichting bij het wetsvoorstel maar ook door de toonzetting van de minister, in ieder geval in eerste termijn. Verder was er het besef dat er nu eigenlijk al meer mogelijk is op het punt van strafoplegging dan in de praktijk gebeurt.

In het debat heeft de minister op een aantal punten onze aarzelingen weggenomen. Op het hoofdpunt – ik hecht eraan om dit te zeggen – dat deze maatregel een verkapte straf is, blijft mijn fractie van mening dat de maatregel zelf, een veralgemenisering van de SOV-maatregel, nog niet zo gek is, maar dat het verhaal eronder niet altijd even deugdelijk is. Dat er binnen de Kamer, en ook met de minister, brede overeenstemming is dat er altijd een programma moet worden aangeboden aan de stelselmatige dader, gericht op het voorkomen van recidive en het bestrijden van de onderliggende problematiek, maakt dat wij toch positief zijn. Ook de wetenschap dat met dit wetsvoorstel grotendeels hetzelfde kan worden bereikt als nu al mogelijk is ten aanzien van het hardnekkige probleem van de veelplegers, brengt mijn fractie ertoe haar steun aan dit wetsvoorstel niet te onthouden.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, de VVD, het CDA, de ChristenUnie, de SGP en de LPF voor dit wetvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt de motie-Wolfsen/Griffith (28980, nr. 14).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66 en de VVD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Vos (28980, nr. 15).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de PvdA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven