Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | nr. 37, pagina 2597-2601 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | nr. 37, pagina 2597-2601 |
Vragen van het lid Eerdmans aan de minister van Justitie over mogelijk gebruik van de zogenaamde driekilogrens bij veroordeling van drugskoeriers op Schiphol.
De heer Eerdmans (LPF):
Voorzitter. Wij krijgen een witte kerst. Dat is het goede nieuws. De weersvoorspellingen lijken dat niet uit te wijzen, maar als het aan de minister van Justitie ligt, krijgen wij toch een witte kerst.
Cocaïnesmokkelaars riskeren geen straf meer als zij met minder dan drie kilo cocaïne op Schiphol landen. Dat staat in de nieuwe richtlijn van de minister, die de vorige week uit de hemel kwam vallen. Ik was daarover verbaasd en verbijsterd. Iedereen in het land roept dat wij stoppen met gedogen en de wet gaan handhaven. De internationale gemeenschap spreekt al schande van ons justitieel beleid. De Duitse collega Otto Schily van de minister reageerde zaterdag met de woorden: is dit een grap? Toen hem was verteld dat het geen grap was, kon hij alleen maar uitbrengen dat Schiphol een vrijhaven wordt voor de invoer van harddrugs.
Ik denk dat Nederland hiermee niet echt lekker op de Europese kaart wordt gezet. Een minister in nood maakt rare sprongen. Hij heeft te weinig cellen en te weinig rechters. Ik zou de minister van Justitie ertoe willen opwekken om zijn energie te richten op het aanstellen van meer rechters en het bouwen van meer cellen. Wat ons betreft kunnen ook vijf of zes bolletjesslikkers op een cel worden geplaatst. Wees efficiënt en creatief! De oplossing van de minister is om de boeven te laten lopen. De mensen in het land zoeken het maar uit!
Dat past volgens mij niet in onze rechtsstaat. Daarom heb ik een aantal pittige vragen in petto voor de minister. De eerste vraag is of de minister voor een 100% controlebeleid op Schiphol is. Mijn fractie kan dat dan waarderen. Kan daar niet een 100% vervolgingsbeleid op volgen? Als zijn inschatting juist is dat het aantal bolletjesslikkers en cocaïnesmokkelaars zal verminderen door zijn 100% controle, kunnen wij er ook van uitgaan dat deze mensen gemakkelijk kunnen worden opgepakt en gestraft.
Men moet zich ten tweede voorstellen dat een Bulgaar bij Vianen de snelweg op komt met 2½ kilo cocaïne in zijn kofferbak. Deze Bulgaar zou vier jaar celstraf kunnen krijgen. Een Antilliaan die met precies hetzelfde aantal kilo's op Schiphol landt, gaat gewoon vrijuit. Ik kan dat niet rijmen en de minister kan dat niet uitleggen. Het is volgens mij een situatie van pure rechtsongelijkheid als de Bulgaar wordt gestraft en men de Antilliaan gewoon laat lopen.
De minister heeft gezegd dat hij op een gegeven moment zal stoppen met zijn 100% controles.
De voorzitter:
Ik onderbreek u voor twee opmerkingen. De eerste is dat u op de tijd moet letten. De tweede is dat u overlapping met hetgeen in het algemeen overleg aan de orde is geweest, moet vermijden. U moet alleen vragen stellen naar aanleiding van de nieuwe berichten over de driekilogrens.
De heer Eerdmans (LPF):
Niets van wat ik zeg, is eerder aan de orde geweest. Ik ben er zelf bij geweest. Het wordt geen herhaling van zetten. Ik stel mijn vragen naar aanleiding van hetgeen in de Telegraaf stond. Ik begrijp nu dat mevrouw Vos zegt dat er eerder over is gesproken.
De voorzitter:
Als ik zoiets zeg, zeg ik dat voor mijn eigen verantwoordelijkheid en niet omdat wie dan ook iets tegen mij zegt. Hoogstens word ik ambtelijk geadviseerd, maar ook dan is het mijn eigen verantwoordelijkheid.
De heer Eerdmans (LPF):
Mijn vraag is wat de minister doet als de 100% controles zullen stoppen. Zullen wij dan niet van de regen in de drup komen?
Mijn laatste vraag is eenvoudig. Mijn fractie denkt dat het probleem vooral op de Antillen ligt, op Curaçao. Wat kan de minister daaraan doen?
Minister Donner:
Voorzitter. Ik dank de Kamer voor haar geduld, omdat zij mij de gelegenheid geeft nu pas de vragen te beantwoorden.
De heer Eerdmans zegt dat Nederland een witte kerst krijgt. Nederland zou een witte kerst hebben gekregen als wij niet de maatregelen hadden genomen die wij genomen hebben. Wij zijn nu vijf dagen bezig met 100% controles. In die tijd zijn er 120 koeriers aangehouden. 89 van hen zijn vastgehouden en 31 doorgelaten. Dat is één effect. Een tweede effect is dat in dezelfde vijf dagen van de 11 vluchten die gecontroleerd zijn ten minste 275 passagiers op de Antillen niet zijn komen opdagen en meer dan 100 passagiers op Hato geweigerd door de Antilliaanse autoriteiten. In totaal zouden 224 koeriers van de 11 vluchten gebruik hebben gemaakt. Potentieel was het aantal veel groter, want velen zijn op het laatste moment niet komen opdagen.
Als wij waren doorgegaan, met de capaciteit die er is in het justitiële apparaat, met dagvaardingen, dan hadden wij zaterdag moeten stoppen. De taks is 50 dagvaardin gen. Wij hadden dan eventueel nog kunnen doorgaan, maar dan was de verstopping van het apparaat wat later gekomen. Dat betekent dat bij de huidige capaciteit 70 koeriers met drugs doorgelaten zouden zijn. Die zijn nu tegengehouden. De drugs zijn ook tegengehouden. In die zin wordt het geen witte kerst.
De heer Eerdmans zei dat de richtlijn uit de lucht kwam vallen. De richtlijn is heel uitdrukkelijk besproken in het voortgangsrapport. Wij hebben het erover gehad of het er prominenter of minder prominent in had moeten staan. Daar was een meningsverschil over. Duidelijk is aan de orde geweest dat er grenzen gehanteerd zullen worden. Ik heb ook duidelijk geweigerd in het overleg om de grenzen aan te geven. Ik meen dat dit soort informatie vertrouwelijk aan de Kamer moet worden gegeven.
Er is verwezen naar de heer Schily. Wat hij zou hebben gezegd, weet ik niet helemaal. Sinds mijn bezoek aan Berlijn hebben wij een liaisonofficier van de Duitse politie op Schiphol. De maatregelen zijn besproken in Berlijn.
De heer Eerdmans vraagt om 100% controle te vervolgen met 100% vervolgingsbeleid. Vervolgingsbeleid is zinvol als wij straffen. Bij de aantallen waarover wij het nu hebben, zouden wij in vijf dagen tijd beslag hebben gelegd op de capaciteit voor een maand, wat de cellen betreft. Wij kunnen natuurlijk dagvaardingen uitgeven zonder dat dit leidt tot een zitting of tot executie. Ook dan zouden wij al snel aan beperkingen toe zijn, omdat dit zonder meer werkzaamheden met zich brengt, tenzij wij de figuur introduceren dat wij iedereen die wij aantreffen met cocaïne een papier meegeven met een voorbedrukte dagvaarding. Daarop kan de naam worden ingevuld. De persoon wordt vervolgens doorgelaten. Dan doen wij precies hetzelfde als wij nu doen.
De feiten en de motieven waarom wij tot dit systeem moeten overgaan, zijn de vorige week omstandig besproken met de Kamer. Ook het aspect van de rechtsongelijkheid is besproken. Er is geen sprake van rechtsongelijkheid, maar het strafrecht is geen beginsel op zichzelf, dat wij handhaven om te handhaven. Het strafrecht is een middel om bepaalde maatschappelijk ongewenste situaties tegen te gaan. Als wij doden in het verkeer willen vermijden, handhaven wij de snelheidslimiet strikt. Als wij drugs in het algemeen willen tegengaan, passen wij straffen toe. Wij worden hier echter geconfronteerd met een uitzonderlijke situatie. Het zou juist tot ongelijkheid leiden als wij deze situatie precies hetzelfde zouden behandelen als andere situaties in het land. Derhalve en in vol overleg met de Kamer is vastgesteld dat de uitzonderlijke maatregelen die nu zijn genomen gerechtvaardigd zijn. Tot dusverre wordt dit bevestigd, ook door de aantallen. Het probleem is zo groot als het geschetst werd in het voortgangsrapport. Het rechtvaardigt uitzonderlijke maatregelen. Zoals gezegd zouden wij als wij het niet deden echt een witte kerst hebben, met alle cocaïne die dan door zou stromen. Een aantal mensen met grote hoeveelheden is vastgenomen. Eén reiziger kwam met 14 kilo binnen.
Het is juist dat de problematiek op de Antillen ligt. Wij hebben naar aanleiding van de ervaring van de eerste twee dagen maatregelen genomen. De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat heeft gisteren een brief naar de Antilliaanse autoriteiten gestuurd, met de ingebrekestelling die de cijfers met zich brengen. Uitdrukkelijk is de wens uitgesproken dat aan Antilliaanse zijde maatregelen worden genomen om de vliegtuigen te bewaken zoals het moet, niet alleen omdat het een probleem van strafrechtelijke aard is, maar ook gegeven de plaatsen waar de drugs zitten. Die situatie brengt de veiligheid van de vluchten in gevaar. Die vaststelling kan leiden tot het stoppen van de vluchten. Ik heb in het overleg al aangegeven dat het kabinet bereid is om die consequentie te trekken. Dat kan niet zonder meer, maar ik ben het geheel eens met de constatering dat de problemen op de Antillen liggen. Voor de Antillen liggen de problemen in Europa. De drugs worden niet geconsumeerd op de Antillen, maar in Europa. Daarom is gekozen voor de bottleneck in het logistieke systeem, de aanvoer via de luchtlijnen. Dat dit consequenties zal moeten hebben voor het beleid op de Antillen, voor het beleid in Nederland en voor de kustwacht op de Antillen is duidelijk. Als wij hier niet beginnen, krijgen wij het probleem nooit onder de knie. Ik meen dat de cijfers aantonen dat wij een probleem hebben.
De heer Eerdmans (LPF):
Ik ben er erkentelijk voor dat de minister toegeeft dat het probleem op de Antillen ligt. De vraag blijft echter hoe slim het is om aan te geven dat er onder de drie kilo niet wordt vervolgd. Dat vind ik een meesterzet in domheid. De minister geeft aan dat er een feitelijke daling van het aantal bolletjesslikkers is. Natuurlijk gaan de mensen nu het vliegtuig niet in. Als men in Colombia echter ontdekt dat hier onder de drie kilo niet wordt gestraft, zal blijken dat wij totaal op de verkeerde weg zijn.
Ik maak een vergelijking met ons zero tolerance-beleid. Dat wordt in Nederland steeds zwaarder, in de ogen van mijn fractie terecht. Pak de dingen stevig aan bij de bron! De politie in Rotterdam bekeurt iemand die een peuk laat vallen met € 46, maar de minister laat smokkelaars van harddrugs gewoon vrijuit gaan. Dat is puur tegen het rechtsgevoel. De minister kan allerlei cijfers en feiten noemen die misschien net in zijn voordeel zullen uitpakken, maar het rechtsgevoel is aangetast. Dat is niet zo maar meer te veranderen. Mijn vraag blijft hoe de minister het optreden in de kleine sfeer van zero tolerance rijmt met dit soort grote vissen. Omdat de minister niet voldoende cellen en rechters heeft, heft hij de armen en laat hij hen lopen. Ik kan dat niet begrijpen.
Minister Donner:
Ik heb de heer Eerdmans duidelijk aangegeven dat er al sinds het vierde voortgangsrapport een grens was ten aanzien van de voorlopige hechtenis en de consequenties daarvan voor de vervolging. Daarover is gesproken met de Kamer. De Kamer heeft dat beleid tot nu toe gesteund. Laten wij het niet over grenzen hebben, want die zijn hiermee geïntroduceerd.
De heer Eerdmans pleit voor het bouwen van cellen en het aantrekken van rechters. Begin 2002 zijn wij begonnen met daarover te spreken. Gedurende anderhalf jaar hebben wij de gevolgen in het justitiële apparaat meegemaakt. Ik herinner de heer Eerdmans eraan dat zijn fractie tijdens de algemene politieke beschouwingen en de behandeling van de begroting ervoor heeft gepleit om uitsluitend nog geweldsdelicten en overlast op straat te vervolgen en alle intensivering daarop te richten.
De heer Eerdmans (LPF):
Dat is feitelijk onjuist. Daar protesteer ik tegen.
Minister Donner:
Als ik het beleid dat de LPF voorstaat zou volgen, zou ik van nu af aan alle extra middelen in het probleem Schiphol moeten steken, maar dan zou ik nog niet genoeg hebben.
De heer Eerdmans (LPF):
Ik protesteer tegen deze opmerkingen. De Lijst Pim Fortuyn vindt geweld het ergste wat er bestaat. Wij hebben de minister dus gevraagd om prioriteit te geven aan het terugdringen van geweldsdelicten in Nederland met 25%. Dat hebben wij gevraagd. Dat betekent niet dat alle drugssmokkelaars vrij over straat mogen rennen.
Minister Donner:
Ik ben bezig met dat beleid. Dat houdt in dat ik de capaciteit die er is niet volledig voor de bestrijding van de cocaïnesmokkel kan inzetten, laat staan dat die capaciteit er zou kunnen zijn op de termijn die nodig is.
De heer Eerdmans sprak over het rechtsgevoel. Ik vraag hem waardoor het rechtsgevoel meer wordt bevredigd, door de constatering dat wij 15% van wat binnenkomt kunnen vervolgen en überhaupt niet toekomen aan controle van de rest, of door ervoor te zorgen dat de cocaïne het land niet meer in komt, ook al heeft dat bij uitzondering tot gevolg dat ik deze maatregelen moet nemen. Wat dat betreft is het strafrecht geen doel op zichzelf, maar is het strafrecht een instrument om maatschappelijke problemen op te lossen. Voor dit probleem zie ik geen andere oplossing. Ik heb er uitvoerig met de Kamer over gesproken. Ik heb de Kamer ook gevraagd of er andere oplossingen waren. Ik erken dat de heer Eerdmans er in de tweede ronde niet bij was, maar desondanks heb ik uit de Kamer geen andere oplossingen gehoord dan de oplossingen die ik nu voorstel.
De voorzitter:
Voordat ik andere leden het woord geef, deel ik de heer Samsom in de wandelgangen mee dat ik alles wat hij daar zegt hier letterlijk kan verstaan. Hij zegt het zo hard, dat ik zijn gesprek kan volgen. Het lijkt mij mijn plicht om hem te waarschuwen. Hij zal begrijpen wat ik bedoel.
Mevrouw Griffith (VVD):
Voorzitter. Wij leven in een democratische rechtsstaat. Dat betekent dat de minister zijn beleid kan uitvoeren als hij een meerderheid in de Kamer heeft. Hij heeft een meerderheid gekregen van het CDA, de PvdA, GroenLinks en SP. Deze partijen zijn voorstander van het beleid dat de minister uitvoert. Afgelopen woensdag hebben wij er uitvoerig over gesproken. Ik krijg ontzettend veel brieven van burgers die geschokt zijn. Het vertrouwen in de overheid is nog meer afgenomen. Wij moeten dat allemaal beantwoorden. Mijn fractie vindt dat heel vervelend en onacceptabel.
Klopt het dat er een grens is van 2,9 kilo bij cocaïne? Hoeveel kilo drugs zijn er daadwerkelijk in beslag genomen? De minister noemt fantastische cijfers, maar hij zegt niet hoeveel kilo drugs er in beslag is genomen. De minister geeft cijfers over het aantal "no show's", maar hoeveel "no show's" zijn er gemiddeld per vlucht? De minister heeft gezegd dat hij zijn buitenlandse collega's zou informeren over zijn beleid. Mag de Kamer een afschrift van die brief ontvangen?
Minister Donner:
Voorzitter. Het klopt dat er een grens is, maar ik laat mij daar niet verder over uit. Wat het aantal kilo's dat in beslag is genomen betreft, gaat het om een schatting vanwege het hoge aantal bolletjesslikkers. Gelet op wat een bolletjesslikker gemiddeld bij zich heeft, is er op één lijn 120 kilo in beslag genomen. Dat is 170 kilo op weekbasis. Op de lijn Willemstad-Amsterdam gaat het dan om 9 ton per jaar.
Er zaten 264 geplande passagiers niet op de vlucht. Dat is wat anders dan "no show's", want er zijn ook afzeggingen bij. Het gaat om 144 passagiers meer dan normaal.
Een afschrift van de brief aan mijn buitenlandse collega's zal ik de Kamer toezenden.
Mevrouw Van der Laan (D66):
Voorzitter. Het is niet verbazingwekkend dat het rechtsgevoel is geschokt. Men heeft het gevoel dat zware misdadigers blijven lopen, terwijl kleinere overtreders gepakt worden. Ik geef het voorbeeld van iemand die een slof sigaretten te veel bij zich had. Hij is wel aangehouden en heeft wel een boete gekregen. Daar is kennelijk wel capaciteit voor. Wat gebeurt er met de suggestie van D66 om een zwarte lijst op te stellen, opdat op zijn minst bekend is wie zich in het verleden schuldig heeft gemaakt aan smokkel? Als zo iemand voor een tweede keer probeert binnen te komen, moet duidelijk zijn dat hij op de zwarte lijst staat.
Mijn tweede vraag heeft te maken met het model-Aruba. In Aruba lukt het wél om drugsvrije vluchten te hebben. Dat is met name omdat de Amerikanen ter plekke heel actief meewerken in het tegengaan van smokkel. Zou het niet veel beter zijn om erg veel druk op de regering van Curaçao uit te oefenen om te zorgen dat daar een Arubaans model wordt ingevoerd?
Minister Donner:
Voorzitter. Mevrouw Van der Laan zegt dat het rechtsgevoel is geschokt. Ik begrijp ten volle dat, als dat maar voldoende gestimuleerd wordt, het rechtsgevoel op den duur inderdaad geschokt wordt. Dat gebeurt als men blijft hameren op de verkeerde vergelijking. Men kan erop blijven hameren dat ieder misdrijf zonder meer op dezelfde wijze moet worden aangepakt. Ik heb al aangegeven dat het strafrecht geen doel in zichzelf is waarin wij gewoon blindelings straffen om te straffen, omdat het nou eenmaal ooit gezegd is. Zo heeft het nooit gewerkt en zo zal het nooit werken. De Kamer dringt er bij herhaling bij mij op aan de beleidsinstrumenten op dit punt zo genuanceerd mogelijk in te zetten om ervoor te zorgen dat het strafrecht kan functioneren, zoals dat is bedoeld, namelijk als ultimum remedium.
Op het terrein van het drugsbeleid blijft het strafrecht onverkort gehandhaafd. Er is nu echter sprake van een uitzonderlijke situatie. Daarom moeten wij vooralsnog, voor de tijd dat het nodig is, voorrang geven aan bestuurlijke maatregelen. Normaliter controleren wij de snelheid met snelheidsborden. Onder omstandigheden brengen wij echter obstakels in de weg aan om ervoor te zorgen dat men niet harder kan rijden. Iets dergelijks speelt bij het drugsbeleid ook. Daarom controleren wij nu voor 100%. Zo nodig onderbreken wij vluchten. Het rechtsgevoel brengt met zich dat, als er iets mis is, de regering doet wat nodig is, op welke wijze dan ook, om het te stoppen. Als we een andere, effectievere oplossing hadden om de diefstal van fietsen tegen te gaan, dan zou het rechtsgevoel daar meer mee gediend zijn dan met de stelling dat diefstal volgens het strafrecht verboden is. Het rechtsgevoel berust met andere woorden op wat men ziet. Als men ziet dat wij het probleem van de invoer op deze manier aanpakken, dan komt het rechtsgevoel mijns inziens beter naar voren. Tot nu toe is overigens steeds ontkend dat de invoer deze omvang had.
Wij hebben in het overleg uitvoerig gesproken over de suggestie over de zwarte lijst. Deze lijst wordt opgesteld en gebruikt. Dat maakt onderdeel van de plannen uit. Dan iets over de Aruba-controle. De brieven die naar de autoriteiten op de Antillen zijn gestuurd, berusten op de gedachte dat daar controles plaatsvinden. Ik herhaal dat in deze periode al meer dan 100 passagiers zijn geweigerd op Hato. Dat wil zeggen dat die controles voor een deel al plaatsvinden. Met Aruba en de Amerikanen bestaat een andere situatie. Daar wordt namelijk een internationale grens overschreden. Tussen Nederland en de Antillen wordt die niet overschreden. Dat heeft implicaties voor de mate van controle. De inzet is erop gericht effectievere controles te krijgen op Hato en op andere plaatsen waar de risicovluchten vandaan komen. Dan kunnen wij hier tot een normalere situatie overgaan. Zodra dat mogelijk is, zal dat gebeuren.
De heer Van Fessem (CDA):
De CDA-fractieleden hebben dit weekend menig telefoontje gehad over de grens van drie kilo. Ik moet ook zeggen dat deze kwestie mij buitengewoon heeft verontrust. Eigenlijk vind ik het onverteerbaar dat mensen met die hoeveelheid nog wegkomen. Hoe lang wil de minister dat niet dagvaarden volhouden? Hoe staat het met het opzeggen van de luchtvaartovereenkomst? In de brief van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat is een wens neergelegd. Hoe dicht is de minister bij het nemen van maatregelen als dit nog even doorgaat? De minister stelt dat de Arubacontrole mogelijk is, omdat er een buitengrens wordt overtreden, maar dat dit intern niet het geval is. Ik vind dat te gemakkelijk. Is het mogelijk die wet op korte termijn te wijzigen, zodat we ook daar kunnen controleren, desnoods met inzet van eigen mensen?
Minister Donner:
Er doet zich wat dat betreft een probleem voor. Het staat overigens los van de wetgeving. De vraag is in hoeverre wij samen met de Antilliaanse autoriteiten kunnen komen tot effectieve controles op Hato. Bij andere risicovluchten zit ik met internationale grenzen, maar dat is iets anders. In die situaties wordt overwogen, als dat nodig is, in hoeverre wij kunnen assisteren bij de controles. Een regeling van de toegang vanuit de Antillen naar Nederland vereist een wijziging van het Statuut van het Koninkrijk. Dat is niet eenvoudig. Daarbinnen zijn wij aan het zoeken naar andere mogelijkheden en de ruimte op dat punt. Overigens ben ik nog niet toe aan het opzeggen van het verdrag met de Antillen omdat ik bezig ben met het toepassen van het verdrag met de Antillen. De brieven van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat berusten ook op een beroep op die verdragen teneinde de Antilliaanse autoriteiten ertoe te bewegen dat zij de maatregelen nemen die nodig zijn, mede ter bescherming van de veiligheid van de vluchten.
De heer Van Fessem (CDA):
Hoe dicht bent u daarbij? Het gaat namelijk om een overeenkomst.
Minister Donner:
Nee, het gaat nu om het toepassen van een overeenkomst. De inleidende brief daartoe is gisteren uitgegaan. De Antilliaanse autoriteiten zullen nu eerst maatregelen moeten treffen. Ik ga zelf op 3 januari naar de Antillen, ook voor tripartiete overleg. Dan hoop ik aldaar ook te kunnen vaststellen wat er wel en niet gedaan wordt. Als dat onvoldoende is, kan dat leiden tot consultatie en uiteindelijk tot het verbieden van de vluchten in het kader van het verdrag. Daar behoef ik het verdrag dus niet voor op te zeggen.
De heer Nawijn (LPF):
Het sneeuwt niet alleen met de kerst maar het regent volgens mij cocaïne vanuit de Antillen naar Nederland. Ik snap het probleem van de minister wel, maar ik zou van hem graag willen weten of er absoluut geen andere maatregelen denkbaar zijn om de stroom van cocaïne naar Nederland te stoppen. Ik denk bijvoorbeeld aan het stoppen van de vluchten vanaf de Antillen. Waarom kan dat niet?
Verder zou ik van de minister willen weten hoe hij de aanzuigende werking op Nederland inschat die er internationaal van de nu voorgestelde maatregelen uitgaat?
Nu de minister toch zijn Europese collega's consulteert, is het wellicht zinnig dat hij bij hen nagaat welke maatregelen zij zouden nemen als zij in dezelfde situatie zouden verkeren als Nederland nu met betrekking tot de Antillen.
Minister Donner:
Voorzitter. Wij hebben het de gehele tijd over het verbieden van vluchten. Ik zou niet weten wat je meer kunt doen dan het verbieden van vluchten. Op die manier kan de cocaïne hier namelijk niet komen. In samenwerking met de Franse en Spaanse autoriteiten loopt een project waardoor we de aanvoer via de zeewegen beter onder controle kunnen krijgen. Dus dat gedeelte is ook gedekt.
Over de vraag of er geen andere maatregelen denkbaar zijn, hebben wij het in het overleg gehad. Er zijn geen voorbeelden uit gekomen hoe het anders zou kunnen. En dat is ook logisch want het enige ultieme waartoe wij nu overgaan, is het feitelijk tegenhouden van de drugs en de binnenkomst ervan in Nederland. Wat er verder mogelijk is, is vooralsnog niet voorstelbaar en daarover heb ik ook niets gehoord vanuit de fracties.
Verder vindt er bij voortduring een uitwisseling van gedachten, ideeën en mogelijkheden van samenwerking plaats met buitenlandse ministers van Justitie.
De heer Dittrich (D66):
De minister heeft het over maatregelen aan de achterdeur, namelijk in Nederland. Punt is dat de drugs dan al via het vliegtuig of via de haven Nederland zijn binnengekomen. Het gaat D66 erom dat er aan de voorkant geïntervenieerd moet worden. Dat zou weleens kunnen zijn op de vliegvelden op de Antillen en eigenlijk ook nog in een stadium ervoor. Bij dat laatste doel ik op Colombia, zijnde het bronland waar de cocaïne vandaan komt. Op de Nederlandse ambassade in Bogotá zijn drie inlichtingenofficieren werkzaam en die zeggen tegen de Kamer: wij kunnen dat werk niet aan, want wij zien allerlei drugstransporten via Suriname en de Antillen naar Nederland komen en wij geven er informatie over maar een beperkt deel wordt slechts onderschept. De gedachte om die groep van drie uit te breiden zodat wij al een grotere slag in Colombia kunnen slaan, is natuurlijk wel een mogelijkheid. Mijn vraag aan de minister is hoe het daarmee staat. Er is namelijk al eerder over gesproken maar wij horen er niets meer over.
Minister Donner:
Voorzitter. Allereerst moet dit probleem gezien worden tegen de achtergrond van de logistieke structuur. Je kunt het zien als een zandloper. Het nauwe punt wordt gevormd door de luchtverbindingen tussen Nederland en de Antillen. Wij controleren nu aan de onderkant van het nauwe punt en proberen daar de zaak tegen te houden. Daarnaast proberen wij de controles vooral te verschuiven naar de voorkant van het nauwe punt om van daaruit de controle op de organisaties en de kustwacht op de Antillen beter te organiseren. Als dat gebeurd is, wordt de informatie uit Colombia veel interessanter. Nu krijgen wij die informatie wel, maar kunnen wij er vrij weinig mee doen. Bovendien moeten wij dan een verdrag inzake politionele en justitiële samenwerking met Colombia sluiten. Tot dusverre waren er argumenten om dat niet te doen, maar nu moeten wij dat overwegen, al was het alleen maar met het oog op de samenwerking tussen de Antillen en Colombia.
De opmerking van de heer Dittrich krijgt zeker aandacht, maar wij volgen de logistiek van onze aanpak. Wij concentreren ons nu eerst op het nauwe punt van de zandloper om het probleem beter onder controle te krijgen. In dat kader zullen de verschillende stappen gezet worden.
De heer Wolfsen (PvdA):
Tot op heden is gebleken dat 85% van de drugssmokkelaars vrijuit gaat met de drugs. Dat moet dus radicaal anders. Ik moet de minister een compliment maken voor de resultaten die hij de afgelopen twee weken heeft geboekt. Het is echter van tweeën één: of je volgt de analyse van de minister en dan moet je hem wel steunen of je volgt die analyse niet en dan moet je consequent zijn. Tegen mevrouw Griffith, mevrouw Van der Laan en de heer Van Fessem – hij gebruikte zware woorden zoals "rechtsongelijkheid" en "schande" – zeg ik dat zij dan een motie van wantrouwen moeten indienen, zoals de heer Balkenende twee jaar geleden heeft gedaan. Dat is consequent.
Minister Donner:
Ik dank de heer Wolfsen voor zijn complimenten. Ik zou willen dat ze niet nodig waren. Wij stellen vast dat moeders van twee maanden oude kinderen drugs in de luiers verstopt hebben. Mensen slikken bolletjes, wat levensgevaarlijk voor hen is, maar desondanks ondergaan ze dat apathisch. Wij zien het volstrekte misbruik van de huidige middelen van massaverkeer. Wij moeten de organisaties achter de drugssmokkel hebben. Het afschrikken van drugskoeriers heeft hier geen betekenis meer. Als al onze cellen vol zitten, zijn er buiten Nederland nog steeds potentiële gegadigden. Dat dwingt ons tot een andere aanpak. In dit speciale geval is het gerechtvaardigd dat wij afwijken van het strafrecht. Het gaat puur om de uitbuiting van de menselijke ellende op de eilanden en dat moet stoppen.
De heer Van Fessem (CDA):
Natuurlijk steunen wij het beleid van de minister. Ik heb er alleen op gewezen dat de grens van drie kilo voor het CDA tamelijk onverteerbaar is. Dat signaal geven wij hier af. Wij hebben ingestemd met het beleid en dat doen wij nu nog.
Mevrouw Griffith (VVD):
Vorige week hebben wij hier uitgebreid over gesproken, ook met de heer Wolfsen. Wij vinden dat de minister zijn hoofd in de schoot van de georganiseerde criminaliteit legt. De PvdA doet dat ook. Wij hebben voorstellen gedaan om deze problematiek anders aan te pakken. De samenleving is geschokt. Wij vinden dit beleid onacceptabel, hoeveel sentimentele verhalen de minister ook houdt over baby's die drugs smokkelen. Het heenzenden van drugskoeriers zonder dagvaarding is onaanvaardbaar. Het stelt mij teleur dat de heer Wolfsen daarmee instemt.
Mevrouw Van der Laan (D66):
D66 plaatst zware kanttekeningen bij de wijze waarop het beleid wordt uitgevoerd. Wij begrijpen ook wel dat er onvoldoende plaats in de cellen is en dat de rechterlijke macht niet verder belast moet worden, maar dat is iets anders dan helemaal niets doen. Vandaar dat wij zo hameren op de zwarte lijst. Ik wil graag weten wat daar in de praktijk mee gebeurt. Volgens mij kunnen op basis daarvan wel degelijk mensen geweigerd worden, zeker als zij de tweede keer binnenkomen. Ik wil het debat niet verder voortzetten, maar er blijven vraagtekens en er blijft kritiek. Er is een tussenoplossing mogelijk. Het gaat niet om een keuze tussen niets doen en alle cellen vol zetten. Wij weten ook dat dit laatste niet kan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20032004-2597-2601.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.