Aan de orde is het debat naar aanleiding van het algemeen overleg op 31 januari 2002 over de toepassing van AVI-slakken bij de aanleg van de HSL-Zuid.

De voorzitter:

De woordvoerders zijn ervan op de hoogte dat er vandaag een bijzonder regime geldt. Dat houdt in dat er alleen moties kunnen worden ingediend, dat er geen debat kan plaatsvinden en geen interrupties kunnen worden geplaatst. Er kan natuurlijk wel worden gereageerd op de ingediende moties.

De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):

Voorzitter. De minister heeft niet duidelijk kunnen maken dat de AVI-slakken op verantwoorde wijze worden afgedekt. Een goede afdekking kan milieuverontreiniging op termijn voorkomen. Terzijde vraag ik haar nog even of zij ook het bericht heeft gehoord dat de wethouder van Breda vandaag tijdens een persconferentie bekend heeft gemaakt dat een grote partij vervuild zand is gebruikt bij de aanleg van de A16. Misschien dat zij ons daarover de komende tijd kan informeren.

Voorzitter. Over het gebruik Van der Steenhovenvan AVI-slakken bij de aanleg van de HSL-Zuid en de A16 wil ik de volgende motie indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit onderzoek van de VROM-inspectie blijkt dat er fouten zijn gemaakt bij het gebruik van AVI-slakken bij de aanleg van de HSL-Zuid en de A16;

constaterende dat door deze fouten schade aan het milieu is ontstaan en nog verder kan ontstaan;

overwegende dat onvoldoende zeker is dat de bij de aanleg van de HSL-Zuid/A16 gebruikte afdichting van AVI-slakken voldoet aan de duurzaamheidseis uit het Bouwstoffenbesluit;

overwegende dat deze onzekerheid ook bestaat ten aanzien van de door de regering toegezegde extra afdichtingsmaatregelen (de "plus-variant") door interactie tussen AVI-slakken en bentoniet;

verzoekt de regering, een eventueel gebruik van AVI-slakken bij de aanleg van de HSL-Zuid/A16 pas weer toe te staan als deze worden afgedicht conform het advies van Rijkswaterstaat d.d. 27 juni 2001 (polymeerzandbentonietmatten);

verzoekt de regering voorts, de regelgeving, waaronder het Bouwstoffenbesluit, op korte termijn hieraan aan te passen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Steenhoven en mevrouw Augusteijn-Esser. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 157(22026).

Minister Pronk:

Voorzitter. Ik heb de heer Van der Steenoven alleen maar horen praten over "zij" en "haar", dus ik neem aan dat mijn collega gaat antwoorden.

Minister Netelenbos:

Voorzitter. Het is van groot belang dat wij verdergaan met het reeds aangelegde maar niet afgebouwde deel. De tijdelijke deklaag begint dermate slecht te worden dat er bepaalde risico's aan de orde zijn. Ik zal heel graag morgen een brief sturen naar de gemeente Breda waarin ik mededeel dat wij het partieel afgebouwde tracé willen afbouwen en dat wij geen nieuw tracé aanleggen dat vanaf de bodem met AVI-slakken wordt opgehoogd dan nadat het TNO-rapport over de grondwaterstand klaar is en dan nadat wij de conclusies van dat rapport hebben kunnen verwerken in het beleid. De tijdelijke afdekking van het partieel afgebouwde tracé begint echter problemen te geven voor het milieu en daar moeten wij dus mee verder.

De DDB-adviezen die zijn gevraagd inzake de afdichting komen erop neer dat voor de HLS-Zuid zeer ingrijpende maatregelen nodig zouden zijn als er geen bentonietmatten meer gebruikt zouden moeten worden en dat derhalve bij brief van 2 augustus 2001 een advies op maat is gegeven aan de Directie Noord-Brabant om de AVI-bodemas af te spuiten met een bitumenemulsielaag om de chemische interactie met bentoniet te beperken en om de indringing van regenwater te minimaliseren door het regenwater van de wegverharding op te vangen en af te voeren via drainage in de berm of goten langs de verharding. Wij hebben met andere woorden op maat dat advies gevolgd. Om die reden kan aan het laatste deel van het verzoek, namelijk het afdichten conform het advies inzake polymeerzandbentonietmatten, niet kan worden opgevolgd, maar op zich voldoen wij plus-plus aan het Bouwstoffenbesluit. Ik moet daarom aanvaarding van deze motie ontraden. Wij hebben wel toezeggingen gedaan dat wij opnieuw naar dat Bouwstoffenbesluit zouden kijken en dat zullen collega Pronk en ik ook verder doen, maar dit is niet het probleem. Het probleem is het tijdelijke afdichten en dat wij ervoor moeten zorgen dat het partieel afgebouwde deel definitief wordt afgedicht om problemen op zeer korte termijn te voorkomen.

Over de gang van zaken rondom de A16 kan ik helaas niets zeggen. De heer Pronk en ik zullen dat uiteraard nauwgezet bezien en de Kamer laten weten wat daar speelt.

Minister Pronk:

Voorzitter. Wellicht heeft mij collega daar niet de informatie over die ik inmiddels van mijn bijzondere opsporingsdienst heb. Ik weet overigens niets van persconferenties, want die worden strijk en zet gehouden vlak voordat er in de Kamer over dat onderwerp wordt gesproken. In ieder geval heb ik vernomen dat de politie van West-Brabant twee onderzoeken heeft gestart, maar ik weet niet waarnaar of wie daarvan onderwerp zijn. Dat is alle informatie die ik heb.

De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):

Ik neem aan dat als daarover meer informatie komt, het kabinet die naar de Kamer doorstuurt.

Overigens is er volgens mij sprake van een misverstand als het gaat om de plusvariant. Uit onderzoek van deskundigen blijkt dat die niet voldoende is om de uitloging van de AVI-slakken te voorkomen. Rijkswaterstaat heeft dat ook toegegeven in de brief die in de motie wordt genoemd. Ik vrees dat de oplossing die de minister voorstaat voor de AVI-slakken die er al liggen en die inderdaad moeten worden afgedicht, onvoldoende zal blijken te zijn. Vandaar de motie.

Minister Netelenbos:

Voorzitter. Wij hebben er uitvoerig advies over ingewonnen en dat advies op maat laten uitbrengen. Wij hebben het advies helemaal opgevolgd en daarom zei ik ook dat wat de motie vraagt gewoon niet kan. Wel zullen wij heel goed naar het Bouwstoffenbesluit gaan kijken, maar dat schrijft, zoals u weet geen onderafdichting voorschrijft. Hieruit blijkt wel dat wij er alles aan doen om ervoor te zorgen dat het hier goed gaat. Dat zullen wij uiteraard ook blijven monitoren. Wat wij nu doen, lijkt mij ook het maximale in deze situatie!

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het eind van de vergadering over de ingediende motie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven