Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Ik stel voor, aan de orde te stellen in de vergaderingen van 26, 27 en 28 februari:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met de invoering van een rijksprojectenprocedure (rijksprojectenprocedure) (27178);

  • - het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Heerjansdam en Zwijndrecht (27887).

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 5 en 7 maart:

  • - het wetsvoorstel Regels voor het heffen van mobiliteitstarieven ter zake van het rijden op de weg met een motorrijtuig en de ondersteuning van regionale mobiliteitsfondsen (Wet bereikbaarheid en mobiliteit) (27552);

  • -wetsvoorstel Regels met betrekking tot het onderzoek naar en het winnen van delfstoffen en met betrekking tot met de mijnbouw verwante activiteiten (Mijnbouwwet, plenaire afronding) (26219).

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 12, 13 en 14 maart:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek alsmede enige andere wetten in verband met de openbaarmaking van de bezoldiging en het aandelenbezit van bestuurders en commissarissen (27900);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met decentralisatie van de vervangingsuitgaven en van de bovenwettelijke wachtgelduitgaven (decentralisatie vervangingsuitgaven en bovenwettelijke wachtgelduitgaven voortgezet onderwijs) (27744);

  • - het wetsvoorstel Vernieuwing van het zorgstelsel. (27855).

  • Het betreft een hoofdlijnendebat met maximumspreektijden voor:

  • PvdA, VVD en CDA 10 minuten, D66 en GroenLinks 7 minuten en de overige fracties 5 minuten.

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 19, 20 en 21 maart:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering en de Gratiewet (stroomlijning procedure behandeling gratieverzoeken) (27798).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, te benoemen tot leden van de enquêtecommissie Bouwnijverheid: M.B. Vos (GroenLinks), O.P.G. Vos (VVD), Rehwinkel (PvdA), De Wit (SP), Ravestein (D66), Van der Staaij (SGP), Ten Hoopen (CDA).

De commissie zal hedenmiddag haar constituerende vergadering houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel voor de stukken 25434, nr. 10, 25880, nr. 13, 27810, 28000-VI, nrs. 43, 45 en 48, 28000-VIII, nr. 95, 28000-X, nrs. 21 en 23, 28000-XI, nr. 43, 28000-XIII, nr. 37, 28000-IXB, nr. 14, 28000-XIV, nr. 62, 28000-XVI, nrs. 98, 99, 100 en 101, 28028, nr. 15, 28034, nr. 17 en 28151, nr. 5, voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van der Hoeven.

Mevrouw Van der Hoeven (CDA):

Voorzitter. Graag ontvang ik een brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de uitspraken van de minister van VoorzitterFinanciën in het Financieele Dagblad dat gemeenten evenals het Rijk moeten worden vastgelegd op een soort Zalmnorm, die zij niet mogen overschrijden.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Walsem.

De heer Van Walsem (D66):

Voorzitter. Namens de vaste commissie voor Economische Zaken vraag ik of het verslag van het algemeen overleg over de evaluatie van de Accountantswet na het reces op de plenaire agenda kan worden geplaatst.

De voorzitter:

Ik zal de Kamer hierover later een voorstel doen.

Het woord is aan de heer Van der Staaij.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. In de media hebben wij berichten kunnen lezen over een toename van het aantal echtscheidingen. In het bijzonder in het Algemeen Dagblad is daarnaast gewezen op een toename van het aantal "flitsscheidingen". De regering zijn hierover al een aantal vragen gesteld, maar in het licht van de nieuwe cijfers en ervaringen wil ik mede namens de fracties van het CDA en de ChristenUnie vragen of u de regering wilt verzoeken om een reactie hierop. Ook willen wij weten welke beleidsmatige consequenties hieraan worden verbonden.

De voorzitter:

Ik stel voor, ook dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. Vanochtend sprak de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over de toekomst van de veenkoloniën. Naar aanleiding van het overleg zou ik graag het verslag op de plenaire agenda geplaatst zien. Ik doe dit verzoek mede namens collega Waalkens. Wij vinden het niet nodig om het verslag nog op de agenda van vandaag te zetten.

De voorzitter:

Ik zal de Kamer hierover later een voorstel doen.

Het woord is aan mevrouw Bussemaker.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Voorzitter. Deze week werden wij, naar later bleek voorbarig, opgeschrikt door berichten over Slowaakse verpleegsters. Dat ging over de zorg, maar het probleem is algemener: het gaat over arbeidsmigratie uit Midden- en Oost-Europese landen. Op 1 november hadden wij hierover een algemeen overleg en de minister zegde toen een notitie met actiepunten toe. Ik wil de regering vragen wanneer de Kamer deze notitie kan verwachten. Ik ontvang haar liefst op korte termijn, bijvoorbeeld voor 1 maart. Daarbij vraag ik de regering om na te gaan in welke sectoren sprake is van convenanten. Ik weet dat daarvan sprake is bij de land- en tuinbouw. Wat is de stand van zaken in de onderhandelingen over vrij verkeer met de landen van Midden- en Oost-Europa?

De voorzitter:

Ik stel voor, ook dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven