Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met wijzigingen in de basisvorming (27641).

(Zie vergadering van 30 mei 2001.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Cornielje (VVD):

Voorzitter. De fractie van de VVD heeft de afgelopen zeven jaar veel voorstellen gedaan om de knelpunten in de basisvorming op te lossen. Wij zijn dan ook verheugd dat de staatssecretaris nu voorstellen doet om meer ruimte te scheppen voor de scholen, omdat het basisvormingsprogramma te omvangrijk en te onsamenhangend is. Het differentieert te weinig naar niveau, duur en vakkenaanbod. Met haar voorstel om de scholen de komende twee à drie jaar een volledig vrije keuze te bieden uit het basisvormingsprogramma, miskent de staatssecretaris haar verantwoordelijkheid voor het handhaven van de kwaliteit van het onderwijs. Met de Onderwijsraad, de onderwijsinspectie en de Raad van State zijn wij van mening dat een kerndeel en een optioneel deel door haar dienen te worden vastgesteld. De ruimte die de scholen nu geboden wordt om het basisvormingsprogramma te differentiëren, ook binnen de sectoren vmbo, havo en vwo, spreekt ons aan. Sterker, dit willen wij ook in de wet verankeren.

Helaas is tijdens het debat gebleken dat hiervoor geen meerderheid in dit huis te vinden is, hoewel de Raad van State in zijn advies daarop heeft aangedrongen. De VVD-fractie vindt ten slotte dat de kortetermijnmaatregelen moeten liggen in de lijn van de adviesaanvrage aan de Onderwijsraad.

Wij zijn van oordeel dat met het voorliggende wetsvoorstel onvoldoende duidelijk wordt gemaakt wat de gewenste richting is waarin de basisvorming hervormd moet worden en zullen daarom, met inachtneming van het voorgaande, tegen het wetsvoorstel stemmen.

De artikelen I en II en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven